De Ruigenmolen, Van Hauwermeirenmolen, (naar de vroegere molenaarsfamilie) is een turbinewatermolen op de Molenbeek aan de noordzijde van de Watermolenstraat (nr. 28).
De watermolen werd voor 1570 gebouwd. Volgens de penningkohieren van Wichelen van 1571 (f° 2r°) werden zowel de wind- als watermolen toen door de baron van Ressegem aan dezelfde molenaar verpacht: "Joos Tuesweert houdt in pachte van mher Maximiliaen Vilain, baron van Reesseghem den muelenberch up tstrijpen daer zijn molen up staet tsrs voor 20 scheIl. gr. houdt voorts in pachte van mijnheere voorn. eenen watermolen metten woonhuyse ende stampmeulen tsamen groot metten wallen, grachten ende der erfve daer an clevende 4 bunder 2 dachw. onder landt bosch weede ende meersch gheleghen binnen Schellebelle tsrs voor 15 p. gr., samen 16 p. gr."
Later werd ze tot korenmolen omgebouwd en werd het waterrad vervangen door een turbine.
We zien hem aangeduid op de: - Villaretkaart (1745-1748) met de benaming "Ruygen Moulin" - Ferrariskaart (ca. 1775) - Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) - Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) - Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)
Uit het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Schellebelle uit 1818: "Il existe aussi un moulin à eau, situé sur le ruisseau dit Meulenbeek. Il sert à moudre du grain et est à un tournant. Il est attenant à un tordoir de la commune de Cherskamp. Il est voisin d'un autre moulin de cette espèce situé sur le même ruisseau. Ce moulin étant exploité par le propriétaire, l'expert l'a évalué au revenu brut à 165. Déduction faite d'un tiers pour réparations et entretien, donne un revenu net de 110."
Eigenaars sinds 1830: - voor 1834: D'Haese Simon Pierre, molenaar in Schellebelle - 1844, verkoop: Dalschaert-Van Hauwermeiren August, olieslager te Schellebelle - 23.02.1885, erfenis: en de kinderen (overlijden van de vrouw Van Hauwermeiren) - 08.01.1891, deling: a) Dalschaert-Van Hauwermeiren Frederik Jean (voor naakte eigendom), molenaar te Schellebelle en b) Dalschaert Augustin (voor vruchtgebruik), olieslager te Schellebelle (notaris Leirens) - 21.02.1904, verkoop: a) Van Hauwermeiren-De Smete Prosper (voor naakte eigendom), olieslager te Schellebelle en b) Dalschaert Augustin (voor vruchtgebruik), moelnaar te Schellebelle (notaris Eeman). - 09.07.1906, einde vruchtgebruik: Van Hauwermeiren-De Smet Prosper, olieslager te Schellebelle (ovelrijden van Augustin Dalschaert) - 11.03.1936, erfenis: Van Hauwermeiren-De Smet Alfons, de weduwe, zonder beroep te Schellebelle (overlijden van Alfons Van Hauwermeiren) - 25.08.1964, erfenis: Pappaert-Van Hauwermeiren Prosper Marie, molenaar en later handelaar te Schellebelle (overlijden van de weduwe van Alfons Van Hauwermeiren-De Smet) - later, erfenis: Pappaert Prosper Marie, handelaar te Schellebelle (overlijden van de vrouw Van Hauwermeiren) - 25.11.1986, gift: de kinderen (voor naakte eigendom): a) Pappaert-De Graeve Herman Dominiek, te Schellebelle, b) Pappaert Godelieve Louisa, echtgenote Hofman Roger, te Dendermonde, c) Pappaert-Troch Paul Clement, te Schellebelle en d) Pappaert Anna Julienne, te Schellebelle en (voor vruchtgebruik) Pappaert Prosper te Schellebelle (notaris Roosens) - 25.11.1986, deling: a) Pappaert Anna Julienne (voor naakte eigendom) te Schellebelle (Pappaert Prosper behoudt het vruchtgebruik) (notaris Roosens). - 18.04.2005, verkoop: Ann Willems & Callum Campbell
Prosper Pappaert hield de molen tot rond 1972 in werking.
Op 17 februari 1994 werd de molen als monument beschermd (het molengebouw, het sluisgedeelte, de turbine, alle gaande werk en hulpwerktuigen met toebehoren) en samen met zijn omgeving als dorpsgezicht.
Sinds 18 april 2005 heeft de Van Hauwermeiren watermolen nieuwe eigenaars die alle mogelijke krachten bundelen om de molen te restaureren. De molen verkeerde in een matige tot slechte toestand; o.m. vanwege de talrijke duivenhokken die er werden in gebouwd. Daardoor waren er grote lekken in het dak waardoor de originele molenconstructie alle stevigheid verloren had en de molen veel schade had opgelopen. In 2005 werden aan het dak reeds de eerste noodwerken uitgevoerd.
Naar een ontwerp van architect Arne Dewulf werden inmiddels de stallingen aangepakt. Het eiken kapwerk werd met veel zorg hersteld en ambachtelijk gereconstrueerd. Stefaan Bauwens volgde de stabiliteit op.
Lieven DENEWET, Herman HOLEMANS, Ann WILLEMS
|