Molenzorg
navigatie Goeferdinge (Geraardsbergen), Oost-Vlaande...
Foto van Papiermolen Fontaine<br />Kartonfabriek Fontaine - Van Damme, Goeferdinge (Geraardsbergen), Foto: Mina De Vis | Database Belgische molens © Foto: Mina De Vis

Papiermolen Fontaine
Kartonfabriek Fontaine - Van Damme
Gemeentestraat 158
9500 Goeferdinge (Geraardsbergen)
zuidzijde
op de Molenbeek
kadasterperceel A442
50.767105, 3.852649 (Google Maps)
VĂ©ronique Fontaine
voor 1257; vaak herbouwd
Bovenslag watermolen
Papier- en kartonmolen
Oorspronkelijk korenmolen, later ook oliemolen, op het laatst elektriciteitsopwekking
Metalen bovenslagrad
Verdwenen
Resterende gebouwen
---,
Niet beschermd, wel beschermingswaard
Geen
Op aanvraag
51353 (allemolens.nl)

Beschrijving / geschiedenis

De Papiermolen Fontaine of Kartonmolen Fontaine-Van Damme is een watermolen met bovenslagrad op de Molenbeek aan de zuidzijde van de Gemeentestraat (nr. 158).

Naast de graanwatermolen te Grimminge bezat het klooster van Beaupré uit Grimminge reeds in september 1257 een tweede watermolen. Hij werd in eeuwige gift geschonken door Jan Clericus uit Geraardsbergen en zijn vrouw Elisabeth tegen een jaarlijkse cijns van zes denieren, te betalen aan de heer van Boelare.

De hele molensite met stuwvijver, ongeveer vier bunder (circa 50.000 m²) groot, was gelegen op de plaats Ter Dutchen op de gemeentegrens van Overboelare met Goeferdinge. De plaatsnaam verwijst naar de Dutse, de vroegere benaming van de Molenbeek. Deze beek ontspringt in Zarlardinge en vloeit ten westen van Geraardsbergen door de Duytsenbroek, waar de watermolen zich bevindt. Enkele auteurs verwarren deze site met de Dutsmolen, die eveneens aan de Molenbeek lag, maar dicht bij de Oudenaardse Poort was opgetrokken.

De penningkohieren van Overboelare-Goeferdinge van 1571 (f° 20v°) vermelden eveneens deze molen, die instond voor het malen van graan en het stampen van olie: "Abraham de le Cuvelerije heeft in pachte van de Weduwe Fonteyne den cooren ende slach muelens ter Dutsen groot metten vijvers, dammen ende meersch tzamen 4 bundren, voor zeven mudde coorens tsiaers en 88 p. 4 schell. ende 84 p. in ghelde. Loopen tzamen 172 p. 4 schell. (par)"

De molen staat getekend op de figuratieve kaart van Bartholomeus Van Damme d.d. 30 januari 1786, met één enkel gebouw op de rechteroever (onderzijde) van de Molenbeek. In het bijschrift lezen we: "staende binnen Goefferdinghe ook contigue aen Overboelaere ende tot eene distantie van twee hondert dertigh roeden ende van den selven waetermeulen gemeten langst de straeten ende voetweghen tot aen de wintmeulen staende binnen de prochie van Deftinghe…".

Bij het instellen van het kadaster voor de gemeente Goeferdinge werd op 21 augustus 1834 in deze gemeente een papiermakerij (Enige Sectie 442, 70 m²) genoteerd. Dit bedrijfje met woning (Enige Sectie 442, 420 m²) en tuin (Enige Sectie 446, 1980 m²) behoorde toe aan Jan Siffer de Baere (ook geschreven Chiffer) (°Maastricht, NL, 1788), eigenaar-uitbater van een oliewind- en kalandermolen aan de Kleine Hunnegemkouter te Overboelare. De Baere moet met de productie van strokarton gestart zijn tussen 1819 en 1830, dus in de Hollandse periode. Volgens een brief van de burgemeester van Goeferdinge aan de arrondissementscommissaris van Aalst van 10 mei 1859 ging het hier om de watermolen, thans papiermolen, bestaat van over honderde, ja, van onheugelijke tijden als watergraanmolen… Ondanks deze belangrijke industriële activiteit, bleef Siffer de Baere met zijn familie in Overboelare wonen, waar hij naast molenaar het schepenambt uitoefende van 1849 tot 18529. Na zijn overlijden zette zijn weduwe de onderneming krachtdadig verder.

De waterkracht van de molen was niet langer voldoende en op 14 november 1858 richtte de weduwe een schrijven naar de lokale en provinciale overheid om de goedkeuring te verkrijgen voor de plaatsing van een stoomtuig in haar bedrijf. Een stoommachine (constructeur Balthazar Hamal uit Brussel) van 8 pk en dito ketel van 4 atm. zouden zorgen voor een grotere drijfkracht om meer en sneller papier te vervaardigen. Ondanks felle tegenstand van de landbouwersfamilie Carryn uit Overboelare, stemde de gemeenteraad van Goeferdinge op 12 februari 1859 in met het voorstel tot mechanisering.

De Bestendige Deputatie van Oost-Vlaanderen volgde dit advies op 27 augustus, maar verbond hieraan enkele voorwaarden. Zo moesten machine- en ketelhuis in baksteen worden opgetrokken en bedekt met dakpannen. Het stro dat noodzakelijk was voor de papierfabricatie, diende dagelijks gedurende twee uur in de Molenbeek gereinigd te worden. Het afvalwater mocht naar de beek noch op de openbare weg worden afgevoerd, maar in een gecementeerd reservoir dat op het bedrijfs-terrein moest voorzien worden. Tenslotte werd de fabrikant verplicht het reservoir eens om de acht dagen te ledigen en te vervoeren naar een plaats, die door de lokale autoriteiten zou aangeduid worden.

De doorgevoerde mechanisering ging gepaard met een aanzienlijke bedrijfsuitbreiding: de papier-molen werd met 600 m² extra vloeroppervlakte omgebouwd tot stoom- en waterpapiermakerij. Op het grondplan van 27 november 1858 werd tegenover de oude watermolen (hier ook aangeduid als fabrique) een rechthoekig gebouw ingeplant met een aparte ruimte voor de stoomketel en –machine. Een twintig meter hoge schoorsteen werd op korte afstand van het ketelhuis opge-trokken. Wellicht waren de investeringen in nieuwe technologie te zwaar, want op 17 maart 1863 trad Charles Verbruggen, advocaat te Aalst, voor notaris Louis-Ghislain Rens te Geraards-bergen op als curator van het failliete papier-bedrijf van de familie Chiffer de Baere. Zeven dagen later werd het hele familiebezit verkocht aan François Van Nieuwenhove, landbouwer te Over-boelare. Het is onduidelijk of de nieuwe eigenaar het papierbedrijf verderzette.

Op 13 september 1870 werd voor notaris Louis Ghislain Rens te Geraardsbergen de hele onderneming (met name de papiermolen, de stallingen, het koetskuis, de magazijnen en de tuin, Enige Sectie 441-444, 446) door Amélie Anseau, weduwe van Van Nieuwenhove, toegewezen aan Victor Fontaine (1840-1909) en zijn echtgenote Marie Van Damme (1841-1909).

De familie van Victor Fontaine was allang geen onbekende in de lokale karton- en papierindustrie. In 1833 waren de gebroeders Maximilien en Benjamin Fontaine eigenaar geworden van de stenen papierwindmolen, die gelegen was op het Solleveld te Geraardsbergen en die toebehoorde aan de familie Erasmus.

Ondanks een slechte start (de explosie van de stoomketel op 16 september 1846 vernielde een deel van het bedrijf) wisten zij in de daarop-volgende jaren een mechanische bordpapierfabriek uit te bouwen. In 1876 werd hun bedrijf deels verder gezet door de gezusters Emma en Marie Fontaine, de laatstgenoemde gesteund door haar echtgenoot Alexander Toussaint. Met de ontbinding van hun firma in 1887, verdween de naam Fontaine voorgoed uit de op dat ogenblik belangrijke industrietak in de Denderstad.

Helemaal anders is het gelopen met het bedrijf van Victor Fontaine en diens nazaten te Goefer-dinge. De nieuwe eigenaar-uitbater schakelde onmiddellijk over van handgeschept naar mechanisch karton. Reeds op 4 juli 1871 vroeg hij van hogerhand de toestemming om in de bestaande fabrieksgebouwen een supplementaire stoomketel (constructeur: Garrit et Dehasp uit Edingen) van 4 atm. te plaatsen. De provinciale overheid stemde toe op 20 januari 1872.

Het ingediende grondplan bij de aanvraag toont een verdere uitbreiding van het fabrieksareaal. Er was opnieuw sprake van een watermolen met rad en aangebouwde langwerpige woning. De karton-fabriek zelf, opgetrokken in L-vorm recht tegenover de Molenbeek en de molen, herbergde naast de stoommachine en dito ketels een pers- en droogkamer. De vloeroppervlakte van de onder-neming was in 1873 toegenomen tot 900 m². Maar ook het opdrijven van de mechanische drijfkracht bleef niet lang uit. Op 27 december 1872 vroeg Fontaine de toelating aan het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen voor de plaatsing van een zwaardere stoommachine (constructeur: Balthazar Hamal uit Brussel) van 10 pk, wat hem toegestaan werd op 8 februari 1873. Het aantal pk bleek in de komende periode van grote expansie snel onvoldoende, want Victor Fontaine voelde de noodzaak om op 22 februari 1879 opnieuw de toestemming te vragen voor de installatie van een stoommachine (constructeur: P. Dumortier-Dupret uit Brussel) van 40 pk. Na het proefdraaien op 18 november van voornoemd jaar, kreeg hij op 23 april 1880 uiteindelijk een vergunning.

Het ingeleverde grondplan d.d. 10 november 1877 illustreert een volgende fase in de bouwcampagne rond de oude molen. Het bedrijf van 1.390 m² ontwikkelde zich verder weg van de beek. De gebouwen werden in U-vorm aan elkaar geregen. De vroegere ketel- en machinekamer werden omgevormd tot magazijnruimte, terwijl naast een nieuwe stoomhuis ook één pers- en twee ruime droogkamers en een kalkmagazijn werden opgericht. De oude watermolen werd geïntegreerd in het woonhuis (Sectie A 442d, 550 m²)14. Bedrijfsuitbreiding vond nogmaals plaats in 1894 (tot 1530 m²), 1907 (tot 1980 m²), mede door de installatie van een grotere stoomketel van 10 atm.) en 1909 (tot 2010 m²). Het U-vormig patroon van de plattegrond van de fabrieksgebouwen was inmiddels verdwenen. Een massief quasi recht-hoekig bedrijfscomplex zat geprangd tussen de Molenbeek en een andere beek die door de Duitsenbroek vloeit.

Op 24 januari 1903 vroeg Fontaine de toestemming aan het provinciebestuur om zijn papierfabriek en woning te mogen verlichten au moyen d’un moteur dynamo produisant un courant de 20 ampères et 66 volts et d’une batterie d’accumula-teurs d’une capacité de 108 ampères heures. Op een bijgevoegd plan, opgemaakt door A. Baeyens, werd hiervoor een speciaal gebouwtje voorzien. Op 19 juni bracht de Bestendige Deputatie een gunstig advies uit.

Na het overlijden van Victor Fontaine in 1909 gingen zijn opvolgers op 31 juli van dat jaar (voor notaris François Rens te Geraardsbergen) over tot de stichting van de commanditaire handels-vennootschap Anciens Etablissements V. Fontaine – Van Damme, L. et A. Fontaine, successeurs.
De opzet van deze maatschappij was de fabricatie en de verkoop van karton en bordpapier. De stichtende beheerders waren zijn weduwe en zeven kinderen.
1. Marie Van Damme, zonder beroep, weduwe van Victor Fontaine;
2. Léon Fontaine, industrieel te Goeferdinge;
3. Henri Fontaine, ingenieur te Goeferdinge;
4. Jeanne Fontaine, zonder beroep, echtgenote van Jules Ragé, jurist te Sint-Jans-Molenbeek;
5. Marie Fontaine, zonder beroep en echtgenote van François Crusener, sigarenfabrikant te Geraardsbergen;
6. Albert Fontaine, industrieel te Goeferdinge;
7. Jules Fontaine, jurist te Ukkel;
8. Nelly Fontaine, zonder beroep te Goeferdinge.

Léon en Albert traden op als stille vennoten. De maatschappij, opgericht voor dertig jaar vanaf 1 augustus 1909 met zetel te Goeferdinge, beheerde op dat ogenblik naast 32.032 m² onroerende goederen (een woonhuis, een industrieel complex, stallingen, koetshuizen en andere afhankelijk-heden, zeven arbeiderswoningen, een tuin, een boomgaard en weiland) tevens al het bedrijfs-materieel (zowel vaste als mobiele werktuigen, paarden, wagens, vrachtwagens, basisgrondstoffen en afgewerkte producten).

Ondanks W.O. I en de daaropvolgende crisisjaren, wist het bedrijf zich te handhaven. Van enige bedrijfsexpansie is in deze periode niets te merken, toch moet de modernisering van de drijfkracht (zoals de vervanging van de stoommachine door elektrische motoren) geleidelijk gebeurd zijn. In de twintiger jaren van de 20ste eeuw werd nog geïnvesteerd in een treinspoor, dat zorgde voor een rechtstreekse verbinding van het goederen-vervoer tussen het station van Geraardsbergen en de kartonfabriek. Een investering die slechts tijdelijk rendeerde door de introductie van het vrachtwagenvervoer.

Amper één jaar voor het uitbreken van W.O. II werd op 26 juli 1939 voor notaris Camille Hau-champs te Elsene de oude vennootschap met be-houd van de firmanaam omgevormd tot een personenvennootschap met beperkte aansprake-lijkheid (P.V.B.A.). Het maatschappelijk kapitaal bedroeg 210 deelbewijzen, elk met een maximale waarde van 1000 Belgische frank. De beheerders waren:
1. Henry Fontaine, burgerlijk ingenieur te Schaarbeek (30 deelbewijzen);
2. Jeanne Fontaine, zonder beroep en weduwe van Jules Ragé, te Elsene (30);
3. Marie Fontaine, zonder beroep en weduwe van François Crusener, te Elsene (30);
4. Albert Fontaine, industrieel te Goeferdinge (30);
5. Jules Fontaine, raadsheer bij het Hof van Cassatie te Ukkel (30);
6. Nelly Fontaine, zonder beroep, echtgenote van Albert D’Ieteren, industrieel te Etterbeek (30);
7. Victor Fontaine, industrieel te Overboelare (15);
8. Jeanne Fontaine, zonder beroep, echtgenote van Jean Dieu, zonder beroep te Elsene (15);
Laatstgenoemde werd aangeduid als secretaris, terwijl Henry Fontaine als voorzitter fungeerde. Albert en Victor traden op als stille vennoten, Henry en Nelly Fontaine als commissarissen.

Tijdens het Interbellum wist de maatschappij haar onroerend bezit te Goeferdinge te consolideren. In Overboelare werden vier nieuwe arbeiders-woningen met tuin en aanpalende gronden (Sectie A 1036a, 1037b, 1038b-e, 5.983 m²) verworven. De inventaris van het fabrieksmaterieel vermeldde: une mécanique à cartons [kartonmachine], deux machines motrices [2 drijfmachines], trois autoclaves [3 autoclaven], une chaudière à vapeur [stoomketel], un défibreur (meuleton) [ontvezel-machine], une machine hachepaille [strohak-machine], trois piles hollandaises [3 hollander-kuipen], matériel de forge [smeedmaterieel], dynamo [dynamo] et accumulateurs [accumulato-ren], matériel de bureau [bureelmaterieel]. De duur van de vennootschap werd opnieuw vastgesteld op dertig jaar.

Ook de moeilijke oorlogsjaren (er kwam harde concurrentie door de import van goedkoop stro-karton uit Groningen) overleefde het bedrijf, dat in deze periode tot 52 arbeiders tewerkstelde. Een laatste uitbreiding van het complex tot 2.650 m² gebeurde in de periode 1957-‘61. Hierbij werd over de Molenbeek een betonnen overwelving gebouwd.

Op 11 juli 1969 werd voor notaris Jean-Louis Rens te Geraardsbergen de duur van de P.V.B.A. een laatste maal met dertig jaar verlengd mits een verhoging van het maatschappelijk kapitaal tot 250.000 Belgische frank of 250 deelbewijzen van elk 1.000 Belgische frank. Ditmaal waren slechts twee vennoten van de partij: Emile Fontaine, beheerder-zaakvoerder te Goeferdinge (234 deel-bewijzen) en Marie Josée Vanden Borre, onder-wijzeres te Ukkel (13). De laatstgenoemde werd aangeduid als secretaris, terwijl Emile Fontaine (+) als voorzitter optrad.

Eigenaars rond 1990: Anciens Etablissements Fontaine-Van Damme bvba, Gemeentestraat 158, 9500 Goeferdinge,

In september 1976 brak een kleine brand uit in een opslagruimte van de kartonfabriek, maar de productie van in hoofdzaak kartonnen zakken voor nagels kon worden verder gezet tot 1981. De snelle opkomst van de plasticverpakking gaf tenslotte de genadeslag aan deze industrietak. Vanaf 1983 werd in fasen begonnen met de afbraak van de oude fabrieksgebouwen.

Vandaag staat nog weinig overeind van het oude kartonbedrijf. De meeste bakstenen gebouwen onder schild- en zadeldaken en de fabrieksschoorsteen zijn verdwenen. Van het hoofdgebouw uit 1957-‘61 staat alleen de skelet-bouw nog overeind. De Lancashire-stoomketel van 10 atm. uit 1905 met voorverwarmer (nog aanwezig in 1978!) werd, samen met de andere oude machines, afgevoerd naar Overboelare (Willy Carion) voor afbraak, de nieuwere machines werden verkocht in Frankrijk. Toch zijn er nog voldoende gebouwen en materiële relicten aanwezig, die verwijzen naar het interessant bedrijfshistorisch en industrieel-archeologisch verleden als papier- en kartonmolen &-fabriek.

Het bovenslagrad van de oude watermolen werd in 1945 verwijderd, maar de latere eigenaar Milo Fontaine plaatste een nieuw exemplaar voor de productie van elektriciteit. De vijver achter het vroegere bedrijf werd door de eigenaars zelf uitgegraven.

Jacques De Ro, Gent.

Voorgestelde bescherming en motivatie (vzw Molenzorg Vlaanderen)

Een selectie van de overgebleven gebouwen langsheen de waterloop, met inbegrip van het waterrad en het sluiswerk, als aanwijsbare herinnering aan de waardevolle historie als papier- en kartonmolen /-fabriek (dus een relictbescherming), omwille van de (bedrijfs)historische en de industrieel-archeologische waarde.

Samenvatting
Deze watermolen werd voor 1819 opgericht als een oliemolen. In 1863 werd hij ingericht als papiermolen, die vanaf 1870 een grote bloei kende onder Victor Fontaine-Van Damme. In 1872 werd een stoommachine geplaatst, maar de papierfabriek bleef ook in werking met waterkracht. In 1891 en 1914 kwamen er nieuwe stoommachines. In 1894 werd de molen omschreven als een waterbordpapierfabriek en in 1914 als een bordpapierfabriek door water en stoom. Van het gebouwencomplex werd veel afgebroken, enkel het laatst toegevoegde gebouw bestaat nog. Het interieur van de papierfabriek is verdwenen. Ook het rad verdween, maar in de jaren 1990 werd opnieuw een bovenslagrad aangebracht voor elektriciteitsopwekking. Dat experiment ligt nu ook stil. Omwille van het belangwekkend industrieel verleden als 19de-eeuwse papierfabriek, kan een bescherming overwogen worden.

Landkaarten
- Stadsarchief Gent, Penningkohieren van Overboelare van 1571, f° 20v°
- Villaretkaart (1745-1748)
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Figuratieve kaart van Bartholomeus Van Damme, 30.01.1786
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)

Werken
- Luc Goeminne, "De watermolens en de windmolens van de abdij van Grimminge in de middeleeuwen", Het Land van Aalst, jg. 46, 1994, p. 275-278.
- "Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Eerste aflevering. De arrondissementen Aalst en Dendermonde", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XIV, 1960, 3 (Gent, 1962);
- Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 3. Gemeenten G-H-I", Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 2000;
- Jacques De Ro, "Waterkracht versus mechanische drijfkracht. Evolutie van de watermolens in Geraardsbergen en deelgemeenten. Deel 2", in: Gerardimontium, 2004, nr. 195, p. 11-23.
- J. De Ro & Molenzorg vzw, "Pleidooi voor de bescherming van vier watermolens in vier dorpen van Geraardsbergen", Molenecho's, XXXIV, 2006, 4, p. 249-271.

Overige foto's

transparant

Papiermolen Fontaine<br />Kartonfabriek Fontaine - Van Damme

Foto: Lieven Denewet

Papiermolen Fontaine<br />Kartonfabriek Fontaine - Van Damme

Foto: Robert Van Ryckeghem, 13.10.2009

Papiermolen Fontaine<br />Kartonfabriek Fontaine - Van Damme

Foto: Robert Van Ryckeghem, 13.10.2009

Papiermolen Fontaine<br />Kartonfabriek Fontaine - Van Damme

Verzameling Ons Molenheem


Laatst bijgewerkt: donderdag 11 februari 2021
Stuur uw teksten over deze molen
Stuur uw foto's van deze molen
  

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in databasezoek op provincieStuur een e-mail over molen Papiermolen Fontaine<br />Kartonfabriek Fontaine - Van Damme, Goeferdinge (Geraardsbergen)homevorige paginaNaar Verdwenen Molens