Molenzorg
navigatie Mere (Erpe-Mere), Oost-Vlaanderen
Foto van Gotegemmolen, Mere (Erpe-Mere), Foto: Damien De Leeuw, Herzele | Database Belgische molens © Foto: Damien De Leeuw, Herzele

Gotegemmolen
Gotegemstraat 1
9420 Mere (Erpe-Mere)
op de Molenbeek
kadasterperceel C3
50.902447, 3.962535 (Google Maps)
Familie De Meyer
voor 1387 / 1808-1815
Bovenslag watermolen
Korenmolen
Aangebouwd aan het woonhuis
Metalen bovenslagrad, 2,80 m diameter en 1,20 m breed
2 steenkoppels (1 natuur- en 1 kunststeenkoppel), 4 walsenstoelen, haverpletter, trommel, menger, 2 plansichters, 2 graankuisers
Tot in 2006 beroepsmatig in werking; nieuwe maalgoot in 1999
M: monument, DSG: dorps- en stadsgezicht, L: landschap,
21.04.1993 / 05.11.2004
De Meyer Jean-Paul
Op afspraak, tel. 053 83 29 83 (Emilie De Bock)
50157 (allemolens.nl)

Beschrijving / geschiedenis

De Gotegemmolen is een watermolen met metalen bovenslagrad op de Molenbeek, in de Gotegemstraat 1, in het gehucht Gotegem, bij het Blauwbos, dicht bij de grens met Haaltert.

De watermolen werd al vermeld in 1389 ("à Goteghem emprès le molin") en behoorde bij het Hof te Gotegem.

Uit de penningkohieren Haaltert, 1571 (f° 47 r°): "Jacop van der Nieuwerburch houdt oick in pachte van Bouwen vander Nieuwerburch eenen watermolen ghestaen ende ghelegen te Guetegem tsrs voor 3 p. gr., twee zacken terruwen ghetauxeert up 24 schell. gr. den zack ende zes zacken coorens den zack ghetauxeert up 22 schell. gr., compt tzamen in ghelde 12 p. gr."

In de onmiddellijke omgeving bevindt zich een heuvel, waar volgens de volksmond nog een kasteel gestaan heeft. Hier bestond er een tweede molen: deze werd in 1634 verkocht (zie hierna in bijlage), maar hij verdween tussen 1680 en 1771.

Molenaar Frans Van de Bruelle was in 1655-1656 betrokken in een proces in eerste aanleg voor de Raad van Vlaanderen, tegen de burgemeester, schepenen, pointers en setters van Haaltert en Kerksken over de "settingen" (lasten) op zijn molen.

In het dak komt het jaartal 1808 voor. Een ander jaartal, nl. 1815, lijkt erop te wijzen dat de lemen constructie door steen werd vervangen.

Uit het proces-vebaal van afpaling van de gemeente Mere in 1812: "Il existe deux moulins à eau situés sur le ruisseau, dit Meulebeke, ils servent à moudre le grain. Le 1e appartenant à la veuve Chrétien De Meyer situé Section C n° 481, est bien construit et est le plus imprortant. Le 2e appartenant à Charles Lievens, situé Secton B n° 157 n'est pas comparable au premier tant pour la construction que pour sa situation. J'estime que celui apparteanant à la v(euv)e De Meyer peut être évalué en produit brut de 450 francs, déduction faite du tiers pour réparations et entretien reste en produit net 300,00. J'estime que le 2e peut être évalué en produit brut à 360 francs. Déducton comme dessus reste net 240.00."

De watermolen werd in 1834 ingedeeld in klasse 1, met een kadastraal inkomen van 228 frank.

Eigenaars na 1810:
- 1812, eigenaar: De Meyer Chrétien, de weduwe te Mere
- voor 1834, eigenaar: a) De Maer Petrus, de weduwe te Aaigem en b) De Meyer Donaat, landbouwer te Mere
- 07.05.1834, deling: (verklaring van 23.08.1849) De Meyer Donatus, de kinderen, landbouwers te Borsbeke (onderhandse akte)
- 23.01.1863, deling: De Meyer Constant, molenaar te Mere (notaris De Vuyst)
- 12.09.1872, verkoop: a) De Meyer Constant (voor vruchtgebruik), molenaar te Mere en b) De Meyer-Van Durme Melchior (voor naakte eigendom), landbouwer te Aaigem (notaris De Vuyst)
- 14.10.1891, erfenis: a) De Meyer Melchior (voor 1/2 volle eigendom en 1/4 vruchtgebruik), landbouwer te Aaigem en b) De Meyer-De Meyer Constant (voor 1/4 volle eigendom en 1/4 naakte eigendom), molenaar te Mere (overlijden van vrouw Van Durme)
- 08.04.1894, erfenis: De Meyer-De Meyer Constant, molenaar te Mere (overlijden van Melchior De Meyer)
- 11.07.1912, gift: De Meyer-Janssens Valery Felix, molenaar te Mere (notaris Van Wezemael)
- 02.02.1845, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Valery Felix De Meyer)
- 26.05.1952, erfenis: de kinderen (overlijden van de weduwe Janssens van Valery Felix De Meyer)
- 22.02.1971, deling: De Meyer-Baeten Richard Constant (voor vruchtgebruik) en b) De Meyer-De Bock Paul Frans Octaaf (voor naakte eigendom), te Mere (notaris Van Oudenhove)
- 14.07.1973, einde vruchtgebruik: De Meyer-De Bock Paul Frans Octaaf (1938-2010), te Mere (overlijden van Richard De Meyer)
- 2010, erfenis: De Bock Emilie, te Mere (overlijden van haar man De Meyer Paul Frans Octaaf)

In 1898 werd er een stoommachine geplaatst, die inmiddels sinds lang verdwenen is. Van de firma L. Cesbron Fils & Gendres uit Angers werden vijf walsenstoelen geplaatst. In 1890 werd eeen eerste een geklonken metalen bovenslagrad geplaatst, dat begin 2016 werd vervangen door een gelijkaardig exemplaar.

Op 21 april 1993 werd de molen beschermd als monument (met inbegrip van het sluiswerk, het waterrad en alle roerend werk) en samen met zijn omgeving als dorpsgezicht. Daarenboven werd de vallei van de Molenbeek op 5 november 2004 beschermd als landschap.

De laatste beroepsmolenaar Paul De Meyer (1938-2010) maalde nog tot in 2006 alle soorten bak- en voedermeel. In 1999 werd nog een nieuwe watergoot geplaatst.

Zoon Jean-Paul De Meyer liet in 2016 een nieuw metalen bovenslagrad plaatsen. Het werd vervaardigd door Peusens Molenbouw bvba uit Merelbeke. Het oude wiel uit 1890,
dat na de dood van Paul De Meyer te lang had stilgestaan was grotendeels weggeroest, De bestaande watergoot, die nog in goede staat was, werd teruggeplaatst. Ook het sluiswerk is vernieuwd. Weliswaar dienen de plankjes, die het water stuwen, nog steeds manueel te worden ingebracht.
Het is de bedoeling dat de Gotegemmolen opnieuw een draaiende molen wordt.
Malen zal nog niet voor de nabije toekomst zijn, aangezien het binnenwerk eveneens moet onder handen genomen worden. Dat zal in een latere fase aangepakt worden.

Bouwkundige en technische beschrijving (Agentschap Onroerend Erfgoed, Marten Osstyn)

Aan de beekkant, gecementeerde zijpuntgevel met ijzeren scheprad. Rechthoekige vensters met diefijzers.  Molenaarshuis in het verlengde van de molen onder afgewolfd zadeldak (nok parallel aan de straat, leien), beide met vernieuwd parement van siergevelsteen.
Het geklonken ijzeren bovenslagrad heeft een diameter van 2,80 meter.
Gietijzeren transmissie in gesloten ronde bakstenen kamput met hardstenen afdekking, waarop gietijzeren zuilen ter ondersteuning van de twee maalstoelen.
Twee koppels maalstenen (1 natuur-  en één kunststeenkoppel) op de verdieping.
Vier walsenstoelen (tarwecilindermolens), haverpletter, trommel, menger, twee plansichters, twee graankuisers
Additionele drijfkracht wordt geleverd door een elektromotor, die als hoofdaandrijving fungeert voor vier tarwecilindermo1ens.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Aanvullende informatie

Jaarlijks aantal asomwentelingen:
1994: 300.009
1995: 303.370
1997: 417.301
1998: 499.612
1999: 345.928
2000: 410.104
2001: 219.517
2002: 280.211
2003: 391.948
2004: 136.350
2005: 232.997
2006: 110.400
2007:           0
2009:           0
2010:           0

Brief: "Gotegem waterpeil", Guido Van Rossen, 21.02.2007
Vrijdag 17 september 2004
Geachte Heer minister Peeters,
Voor het probleem hierna beschreven heb ik geen enkel idee, bij welke afdeling, bij de Vlaamse overheid ik moet aankloppen  om te vragen  dit probleem op te lossen. Aangezien een lange tijd voordat  er een oplossing zou kunnen komen, kan leiden tot onherstelbare schade aan een beschermd natuurgebied, wettelijke beschermde planten vegetatie, wil ik hierbij vriendelijk vragen dit probleem te willen bekijken.
Probleem, Gotegem Watermolen
Op de Molenbeek Erpe-Mere (5021) ligt ter hoogte van Haaltert en Aaigem, tussen de Gotegemmolen en De Engelsmolen het  natuurgebied Den Dotter. Dit reservaat , E-289 is erkend op 13 juni 2003. De Gotegemmolen wordt het eerst beschreven in 1387. Dus gedurende 617 jaar wordt hier het water opgehouden. Door deze verhoging van het waterpeil, heeft zich gedurende al die jaren een specifieke Dotter vegetatie ontwikkeld, tussen de Gotegem molen en de Engels molen. Dat maakt de hoofdbrok uit van dit reservaat, Den Dotter.Vandaag is de molenaar gestopt met malen en er is geen opvolging. Dus als de molenaar vanaf nu zijn balken wegneemt, zal het peil van de molenbeek dalen. Wij kunnen natuurlijk de molenaar vragen om het waterpeil te behouden op zijn peil van vroeger. Als nu iemand anders de molenaar vraagt, voor welke reden dan ook, het peil te laten zakken, staan wij nergens.Wat als de molenaar zijn watermolen verkoopt. Uit antwoorden  ontvangen van Natuurpunt, Mechelen en het Instituut van Natuurbehoud en anderen heb ik ondermeer het volgende kunnen lezen : xml:namespace prefix = o>
Dotterbloemgraslanden zijn wettelijk beschermd (vegetatiebesluit : BVR 23/7/1998; BS 10/09/98). Ze mogen niet gewijzigd worden wanneer ze gelegen zijn in groengebieden, parkgebieden, buffergebieden en bosgebieden. Zijn ze in het VEN gelegen, dan is zelfs expliciet voorzien dat er niets aan de waterhuishouding mag gewijzigd worden, zonder vergunning. Ook in agrarisch gebied met ecologisch belang en habitatrichtlijngebied geldt een vergunningsplicht voor vegetatiewijziging. Het stuwpeil (pegelpeil in het jargon) en het stuwrecht aan een watermolen is per definitie eigendom van de eigenaar van de watermolen. Dat stuwrecht kan echter wel apart aan een andere partij overgedragen, doorgaans "verkocht" worden (incl. een notariële akte edm).
Het is inderdaad een probleem om het waterpeil op te houden. Er is het waterrecht van de molenaar, die het recht (maar niet de plicht) heeft om het waterpeil zo in te stellen dat zijn molen genoeg water heeft om te kunnen malen. Anderzijds is er de 'behoefte' van de landbouw en de waterbeheerders om het water zo snel mogelijk af te voeren. Dit laatste zal vermoedelijk gebeuren. Misschien moeten we de habitatrichtlijn erbij halen om het waterpeil toch hoog genoeg te proberen houden. momenteel hebben wij er geen pasklaar antwoord voor.
Ik weet niet of het behouden van de schotbalken een ideale situatie is voor de natuurwaarden. Indien de beek niet meer geruimd wordt kan je verwachten dat er een zekere verondieping plaats zal grijpen waardoor het peil weer wat zal stijgen. Anderzijds mogen we het aquatische milieu niet vergeten (de reservaatseigendommen situeren zich bijna altijd uitsluitend in het terrestrische milieu). Door het water op te houden krijgen we een heel andere samenstelling van de levensgemeenschap die vergelijkbaar is met die van stilstaande wateren. Een meer natuurlijke stroming en peilschommelingen zijn misschien eerder te prefereren dit in combinatie met structuurverbetering van de waterloop en aanwezigheid van meer dood hout in beek (blijkt essentieel voor tal van organismen).
Als dit waterpeil al eeuwen zo is ingesteld en waardevolle natuur zich op die manier heeft kunnen ontwikkelen, zou ik er ook voor opteren om dit zo te houden. Ook vanuit cultuurhistorisch oogpunt is dit te verdedigen en heb je misschien waardevolle medestanders. Dotterbloemgraslanden zijn wettelijk beschermd (vegetatiebesluit : BVR 23/7/1998; BS 10/09/98). Ze mogen niet gewijzigd worden wanneer ze gelegen zijn in groengebieden, parkgebieden, buffergebieden en bosgebieden. Zijn ze in het VEN gelegen, dan is zelfs expliciet voorzien dat er niets aan de waterhuishouding mag gewijzigd worden, zonder vergunning. Ook in agrarisch gebied met ecologisch belang en habitatrichtlijngebied geldt een vergunningsplicht voor vegetatiewijziging.
Zij die zeggen dat hier een eenvoudig antwoord voor mogelijk is, zou ik per definitie niet geloven.Ik vrees dat je met een stevig probleem zit. Ik tracht te analyseren:
Het stuwpeil (pegelpeil in het jargon) en het stuwrecht aan een watermolen is per definitie eigendom van de eigenaar van de watermolen. Dat stuwrecht kan echter wel apart aan een andere partij overgedragen, doorgaans "verkocht" worden (incl. een notariële akte edm. Ik veronderstel dat jullie niet de eigenaar zijn van het stuwrecht, dus je zal moeten ondergaan wat de "eigenaar" ervan ermee aanwil. Dat is natuurlijk een erg ongelukkige situatie. Je kan (moet eigenlijk bijna) afspraken maken met de nieuwe moleneigenaar, als hij de molen nog wil laten functioneren, of je kan trachten van het stuwrecht te kopen. Dat eerste wil doorgaans nog wel lukken, als de eigenaar van goede wil is, het tweede is vrij onwaarschijnlijk, hoewel er een aantal voorbeelden van zijn elders in Vlaanderen, waar bijvoorbeeld het Vlaamse gewest het stuwrecht heeft gekocht. Ik veronderstel dat na 617 jaar er wel een evenwichtige situatie heeft ontwikkeld en dat het dottergrasland de moeite is om het in stand te houden.
Ik weet dat aan die kant van brussel, echt goede dottergraslanden een gelukkige uitzondering zijn. Mocht het geen goed ontwikkelde vegetatie zijn, dan denk ik dat je best kan trachten over te schakelen naar iets compleet nieuw. Dat zal dan een glanshavervegetatie zijn (Weidestreepzaad, Fluitekruid, Margriet, Beemdkroon, Zwarte Knoop, Trosdravik, ....), voorwaar ook niet slacht en veel eenvoudiger en duurzamer omdat er geen artificiële structuren (watermolen, sluis, stuwplanken edm moeten in stand gehouden worden. Dus puur pragmatisch gezien is de laatste situatie te verkiezen boven de eerste, maar naar zeldzaamheid en soortenrijkdom in jullie streek, is het eerste te verkiezen. Aan u de keus zou ik zeggen. Wat betreft het opvolgen van de grondwaterpeilen: op het vlak van kennis van gewenste grondwaterpeilen voor verschillende vegetatietypen zijn we momenteel in Vlaanderen al ver gevorderd. Het is mogelijk om te zeggen wat ideale peilen zijn voor het optimaal laten ontwikkelen van deze of gene vegetatietype.
Mocht je daar meer informatie over nodig hebben, dan kan ik je die wel bezorgen, of je kan ze steeds komen opzoeken in de bib van het Instituut voor natuurbehoud. Een vereiste daarbij is echter steevast dat je een minimum aan kennis hebt van de grondwaterfluctuaties in uw gebied. Daartoe moet er uiteraard gemeten worden Momenteel zijn er ca. 200 natuurgebieden in Vlaanderen waar het grondwaterpeil (en deels ook de grondwaterkwaliteit) wordt opgevolgd. Aangezien er in uw regio bijzonder weinig meetgegevens beschikbaar zijn, zou het bijzonder leuk zijn mochten jullie daarmee willen starten. In bijlage wind je wat praktische informatie in verband met het plaatsen en opvolgen peilbuizen.
Hier volgt een publicatie en de waterloopbeheerplannen van de overheid waar bevestigd wordt dat men iets zal doen rond de Gotegemmolen.
1) Nieuwsbrief over de deelbekkenbeheerplannen, Molenbeek Erpe-Mere DE WATERSTAND,  juni 2006  op blz 2  (Provincie Oost-Vlaanderen)
De Gotegemmolen is de enige nog werkende molen in Erpe-Mere. Voor deze molen staat voorop dat hij maalvaardig blijft. Wel willen we met de molenaar en deandere betrokkenen afspraken maken over het gewenste waterpeil in de omgeving van de molen. Tussen de Gotegemmolen en de Engelsmolen loopt de grens met Aaigem (Erpe-Mere) en Heldergem (Haaltert)- het reservaat Den Dotter. In dit fraaie natuurgebiedje is door het ophouden van het water een typische en waardevolle vegetatie van dotterbloemen ontstaan.
2) Deelbekkenbeheerplannen (Provincie Oost-Vlaanderen)
Actie A.6.04, blz 40
De invloed van een watermolen op de waterhuishouding kan vrij ingrijpend zijn. Daarbij spelen aspecten zoals: de buffercapaciteitpeilbeheer (tijdstip, vernatting, verdroging), effecten van het opstuwen van water (overstorten die onder water komen, overloopgebieden die geactiveerd worden), aanleg van vistrappen, maalvaardig blijven van de molen. Door de betrokken actoren samen te brengen kan elke situatie ter hoogte van een watermolen apart aangepakt worden, binnen het kader van het deelbekkenbeheerplan. Deze specifieke aanpak laat toe om per molen gerichte acties te nemen:
- Gotegemmolen: afspraken op het vlak van peilbeheer.
- Engelsmolen : aanleg by-pass langs oude bedding van de Molenbeek.
Stap 1: In kaart brengen van de watermolens met hun kenmerken (knelpunten).
Stap 2: Bepalen aan welke watermolens een aanpassing vereist is.
Stap 3: Uitwerken van oplossingen.
Stap 4: Afwegen van de verschillende oplossingsscenario's.
Stap 5: Uitvoeren van het beste scenario.
Stap 6: Controle en opvolging.
3) Denderbekken
    Ontwerp Bekkenbeheerplan
    Openbaar onderzoek 22 november 2006 - 22 mei 2007, blz 189
In heel Vlaanderen is geen enkel stroomgebied te vinden met zo een rijk patrimonium aan watermolen als de molenbeek Erpe-Mere. De invloed van een watermolen op de waterhuishouding kan ingrijpend zijn : ze hebben immers een waterophoudend effect  en vormen tevens een vismigratieknelpunt. Er zal voor een aantal molens een integrale studie uitgewerkt worden waarbij de wensen en de noden van verschillende betrokkenen zal bekeken worden. Zo is er door het ophouden van water stroomopwaarts de Gotegemmolen een typische en waardevolle vegetatie van dotterbloemen ontstaan en is het voor de beheerders van Natuurreservaat Den Dotter zeer belangrijk dat dit stuwend effect gehandhaaft blijft. Aan de Engelsmolen zal onderzocht worden of de oude bedding van de Molenbeek kan ingericht worden als vispassage.
4) Openbaar onderzoek
waterbeheerplannen Denderbekken
Informatie en inspraakvergadering
6 februari 2007, VMM Dr De Moor straat, Aalst
Presentatie van gebiedspecifieke acties :
Uitwerken van een aangepast beleid op het niveua van iedere watermolen gelegen in het deelbekken van de Molenbeel Erpe-Mere.
Case 1 : Gotegemmolen in Erpe-Mere
Te onderzoeken aspecten zijn :
-behoud maalvaardigheid
-waterberging/actief peilbeheer met oog voor allerhande randvoorwaarden
-vismigratie
- groene energie
 Provincie is in contact met Mola en VZW Levende Molens
Oost-Vlaanderen
-------------------------------
Op de Molenbeek (Erpe-Mere) ligt op het grondgebied van Mere de Gotegemmolen.Tussen de Engels molen en de Gotegem molen ligt een groot gedeelte van het reservaat Den Dotter.
De Gotegemmolen wordt het eerst beschreven in 1387. Dus gedurende meer dan 600 jaar wordt hier het water opgehouden (minstens 1 meter). Door deze verhoging van het waterpeil, heeft zich gedurende al die jaren een specifieke dotterbloem vegetatie ontwikkeld, tussen de Gotegem molen en de Engels molen.  Vandaag is de molenaar gestopt met malen en er is geen opvolging. Dus als de molenaar vanaf nu zijn balken wegneemt, zal het peil van de molenbeek in dit gebied met minstens 1 meter dalen. Daardoor kan de typische dotterbloem vegetatie onder druk komen te staan of zelfs verdwijnen. Wij kunnen natuurlijk de molenaar vragen om het waterpeil te behouden op zijn peil van vroeger. Als nu iemand anders de molenaar vraagt, voor welke reden dan ook, het peil te laten zakken, staan wij  beheerders van Den Dotter, nergens. Wat als de molenaar zijn watermolen verkoopt.
Dotterbloemgraslanden zijn wettelijk beschermd (vegetatiebesluit:BVR 23/7/1998; BS 10/09/98). Ze mogen niet gewijzigd worden wanneer ze gelegen zijn in groengebieden, parkgebieden, buffergebieden en bosgebieden. Zijn ze in het VEN gelegen, dan is zelfs expliciet voorzien dat er niets aan de waterhuishouding mag gewijzigd worden, zonder vergunning. Ook in agrarisch gebied met ecologisch belang en habitatrichtlijngebied geldt een vergunningsplicht voor vegetatiewijziging.
Guido Van Rossen, 17.02.2007

In memoriam Paul De Meyer
De laatste beroepsmolenaar van Mere is vrijdag 15 januari 2010 overleden.
Paul De Meyer was de laatste beroepsmolenaar die de  "Gotegemmolen" bemaalde.
In de vijftiger jaren nam hij de zaak van zijn vader over. Een paar jaar terug werd hij ernstig ziek en de molen viel stil in 2006.
Paul zou donderdag 21 januari 2010, 72 jaar worden.
Aan Emmy en zijn kinderen veel sterkte toegewenst.
Marc

Verkoop van de watermolen te Gotegem - 1634. Transcriptie: Georges Souffreau, Woubrechtegem
Compareerde voor leenmannen van(de) baronnie van Resseghem en(de) Borsbeke, in persoone, Gillis van den Wijnghaerde fs Pieters, den wel(cken) voor ons heeft gheexhibeert de l(ette)ren van procuratie verleent bij Pieter van den Wijnghaerde en(de) Anthonnyne van der Nieuwerburch, zijne huysvr(auwe), ghepasseert voor den notaris en(de) ghetuyghen, Arnouldt Adriani, den vij novembris 1633, danof dinhauden van worde te worde hier naer volght:
Also, door den doot en(de) aflijvicheyt van wijlen Jan van(der) Nieuwerburcht, is commen te succederen ofte (ver)sterfven op Anthonnyne van der Nieuwerburch, zekeren watermolen met zes partykens van goeden daer aen gheleghen, so en(de) ghel(ijck) de zel(ve) ghestaen en(de) gheleghen zyn inde prochie van Haeltert, ghemeijnlijck ghenaempt den molen van Ghueteghem, daer in dat Gillis van den Wijnghaerde, audsten sone der voorschreven Anthonynne, gheprocreëert  bij Pieter van den Wijnghaerde, pretendeert ghepreserveert? te wesen als wesende leenroerich onder den heerlijcken hove van Resseghem en(de) wel(cken) molen ende toebehoorten, nu (ver)cocht is aen Jan van(den) Steene, alles met consente vande persoonen hier boven ghementionneert. Also dat tusschen heml(ieden) is ghemouveert nopens t' gheniet ofte optreckinghe van de coop reken(inghe) ende om(m)e tzelve te ..., zo zyn op den date ghecompareert voor mij, openbaer notaris, ter presentie van ghetuyghen hieronder ghenaempt, de voorschrevene Anthonynne van der Nieuwerburcht, gheassisteert en(de) ten overstaene van(den) voorschr(even) P(iete)r van den Wijnghaerde, haeren man en(de) momboir, de wel(cke) deuchdel(ijck) heeft gheapprobeert , ter eender zijde, en(de) den voorn(oemden) Gillis van (den) Wijnghaerde, hunnen zone, ter andere zijden. Ende hebben bekendt ende gheleden, bekennen en (de) lijden, mits desen, gheaccordeert en(de) ghetransporteert te wesen, inder voughen ende manieren naer volghende. Te weten dat den voorschr(even) Gillis van den Wijnghaerde van(den) voorschr(even) Van den Steene ofte ghenaempt andere die den coop blyken zal, zal trecken den hilft van(de) coopsom(m)e van(den) voorsch(reven) molen en(de) goedinghen te procederen (verder onduidelijk) ... en(de) nopende de andere helft van(de) voorschr(even) coopsom(m)e, zal worden ghedeijlt in drye paerten, want van den voorschreven Pieter van(de) Wijnghaerde uytghesondert van zyne voorschr(even) huysvr(auwe), zal trecken een derde paert, op conditie dat, inghevalle de voorschreven Anthonynne compt toverlyden voor de voorschreven rate, dat de zel(ve) Pieter maer en zal proffitteren de hellicht van(de) sel(ve) derde paert der zel(ve) penn(inghen). Item Michiel Stevens, die ghetraut hebbende Pierijne van (den) Wijnghaerde, insghelycx een derde paert, midtsg(aede)rs de kinderen van Henderick van Ieghem, daer moeder af was, Barbara van (den) Wijnghaerde, insghelycx een derde paert. Ende door dien den bovenschreven Pieter van den Wijnghaerde en(de) Anthonynne van (der) Nieuwerburch, midts hunnen ouderdom ongheleghen is om te compareren voor de mannen van(den) sel(ven) leenhove van Resseghem, so hebben zij, midts desen, ghegheven volcommen laste en(de) procuratie irrevocable, aen den voorschreven Gillis van (den) Wijnghaerde, aenden voorschreven Jan van den Steene, te goeden ende erfven den voorschreven molen en goedinghen te (ver)coopen, te goeden en(de) erfven, midtsg(ae)ders van de coopsom(m)e te ontfanghen, quitantie te gheven ende alles daer te doen en (de) te handelen.
Aldus ghedaen binnen de prochie van Haeltert, ten woonhuyse van Pieter van den Wijnghaerde, desen vij dach der maent van septembre (1633)
Voorts heeft den voorn(oemden) comparant noch gheexhibeert zeker contract van coopmanschap, by hem vuyt crachte van zyne voors(eyde) procuratie aengheghaen met Francois van den Bruele, danof dinhauden van worde te worde hier naer volght:
Opden xvij January 1634, zo zyn (ver)gaedert in goeden gheselschap, ten huyse van Adriaen de Bruijcker, weert binnen Haeltert, Gillis van den Wijnghaerde, bij procuratie van Pieter van den Wijnghaerde, zijnen vader en(de) Anthonynne van der Nieuwerburch, zyne moeder ende Aernouldt Adriani, notaris resideren(de) binnen Brussel, ter eender zyde en Frans van den Bruele, ter andere zijden. Alwaert den voors(eyden) Gillis, vuyt crachte van voors(eyde), bekent wel en(de) deuchdel(ijck (ver)cocht te hebben, zoo hy doet mits desen, aen bovenschreven Francois van den Bruele, die insghelycx bekent gecocht te hebben den meulen te Ghueteghem, soo tselve ghestaen en(de) gheleghen is, ghereserveert de meubelen van(den) afgaenden mulder met de steenen daer op liggen(de), emmers al t' selve den meulen is competerende, mitsgaeders daer mede gaende ende ontrent een dachwant lants onder landt en(de) weede aen(den) selven meulen gheleghen, daer hy, cooper, mede te vreden is, sonder den selven ghehouden te wesen te leveren de juste maete. Desen coop is gheschiet alsvooren en(de) omme de somme van 22 hondert guldens eens, vrij, suyver ghelt en(de) boven dien zes mants hoeden, soo hy, cooper, daeraff wilt dheede hebben, sonder abstractie van eenighe lasten, hoedanich die souden moghen wesen of tallen tijden souden ghestelt worden ten daghe vande erffenisse, in prompt(elijcke) pennyn(ghen), ten contentemente van(de) (ver)cooper tot den gheheelen coopschat, waer vooren den (ver)cooper hem (ver)obligeert aen zynen cooper, den selven meulen, met het gone datter aencleeft, niet voorder te (ver)coopen aen yemant anders, onder tverbant van zynen persoon en(de) goedinghen p(rese)nt en(de) toecommende ofte degenen die niet en onderhaut ofte volcomt de voorschreven conditien, sal (ver)beuren, ten proffyte van(den) aermen van Haeltert, hondert daelders ende int ghelaghe, twee ponden grooten. Item alle ... die aen(den) voorn(oemden) meulen bij Jan van(de) Steene, als tot nu toe besitter van(den) voorn(oemden) meulen daer aen gedaen is, tzy int opmaecken vanden huyse als andere reparatien, moet hy, cooper, tzijnen laste nemen, midts dat aff te trecken van bovenstaende coopsom(m)e, dewelcke hy, cooper, ghehauden is te betaelen als boven (ver)haelt. Bovendien is hy, cooper, gehauden te betaelen, sonder afftreck, relief ende camerlinckgelt, kerckgeboden, erffven ende onterffven... Ongemindert de p(rinci)pale coopsom(m)e is den coper gehauden te betaelen aenden vercooper, noch ter somme van vyftich guldens, een stuck coorens en(de) een vat tarwe en(de) noch boven dien, eenen dobbelen ducaet aen svercoopers oudsten sone, sonder afftreck alsvooren. Voorts is noch conditie dat ... (enz.)
Zoo oock den cooper tzynen laste nempt, het stoppen van het gat datter metten water door gevloeyt was, sonder eenighen afftreck van(den) coopschat.
Ter p(rese)ntie van Jaecques Roelant, meyer, Jan van den Steene, P(iete)r van Lierde, Adriaen de Brucker en(de) Lieven Callebaut, ten daghe als boven.
Aldus ondert(eeckent) Gillis van den Wijnghaerde en(de) Francois van den Bruele, hier ghesien en(de) ghelesen.
Aldus wel en(de) wettel(ijck) ghepasseert, Adriaen van Melckebeke, officier, in dabsentie van(den) baljuw, Jacques de Grootte, Adriaen Wante? en(de) Franchoys de Roucq, leenmannen.
Actum in vierschaere, den xx feb(ruarij) xvjc xxxiiij (1634). Mij toorconden, als greffier De Roucq.
Bron: Rijksarchief Gent, Ressegem-Borsbeke - Wettelijke passeringen, nr. 105, f° 18 e.v.

WJN, "Op stap langs Gotegemmolen", Het Nieuwsblad, 06.09.2013.
Haaltert - Voor wie een sportieve Open Monumentendag verkiest en niet vies is van een flink streepje natuur organiseert Haaltert zondag een natuurwandeling door natuurgebied Den Dotter. Dit 250 hectare grote paradijs voor vogels en knaagdieren strekt zich uit over Aaigem, Erpe-Mere en Heldergem. De Molenbeek is de levensader van het drassige gebied. Afspraak en start aan de Gotegemmolen - ook al een beschermd monument- in de Gotegemstraat.

Herman Laneau, "Molengemeente heeft geen enkele werkende molen", Het Nieuwsblad, 03.09.2015.
Jean-Paul De Meyer wil de 14de-eeuwse Gotegemmolen, waar zijn vader decennialang molenaar was, restaureren. Foto: hls
Erpe-Mere - Met acht watermolens en één windmolen promoot Erpe-Mere zich op toeristisch vlak terecht als ‘molengemeente’. ‘Helaas is er momenteel geen enkele molen die maalt’, zeggen schepen Reinold De Vuyst en partijgenoot Rie Van den Broeck.
‘In tegenstelling tot jaren geleden is er nu geen enkele molen maalvaardig,’ klagen de N-VA-mandatarissen aan. ‘We kunnen bezwaarlijk de naam molengemeente handhaven als we geen grotere inspanningen leveren. We weten waar het schoentje wringt: de hoge kosten die herstellingen en onderhoud van de molens met zich meebrengen. Een nieuw molenrad kost bijvoorbeeld duizenden euro’s en wie een molenaarscursus volgt, heeft nog bijkomende kosten.’
Rie Van den Broeck is ook lid van de gemeentelijke molencommissie en wil langs die weg de gemeente onder druk zetten voor meer tegemoetkomingen. ‘Voetbalclubs krijgen voor allerlei herstellingen de helft terugbetaald door de gemeente maar moleneigenaars niet. Dat moet veranderen’, vindt hij.

"Nieuw waterrad voor Gotegemwatermolen", webnieuwserpemerelede .be, 31.01.2016.
Aaigem/Mere - Om de Gotegemmolen op de grens van Aaigem met Mere opnieuw maalvaardig te maken, werd recent een nieuw waterrad geplaatst. "Nadat mijn vader in 2005 ziek werd en overleed in 2010 ligt de molen stil, maar ik wil aanknopen met een echt familietraditie", vertelt zoon Jean-Paul De Meyer die ook al een molenaarsopleiding volgde.
Als jongste zoon van de laatste molenaar wil Jean-Paul De Meyer (46) wat graag de familietraditie die tot 1789 terug gaat verderzetten. "Mijn vader vormde de zesde generatie van de molenaars die hier de watermolen uitbaatten. We hebben onze familienaam 'meyer' of molenaar dan ook niet gestolen", vertelt die. Dat een oude watermolen weinig toekomst heeft, beseft de man - beroepshalve hoofdverpleger - goed. "Ik heb altijd een heel goede band gehad met mijn vader die veel te vroeg gestorven is. Daarom wil ik onze watermolen, deels uit nostalgie en deels als eerbetoon na elf jaar stilstand graag terug in ere herstellen." Geen eenvoudige klus. "De kostprijs voor de meer dan noodzakelijke renovatie loopt bijzonder hoog op. Alleen al het vervangen het waterrad kost 35.000 euro. Gelukkig wordt daarvan 80 % gesubsidieerd door de hogere overheid, maar ook het molenaarshuis en binnenwerk zijn aan renovatie toe. Daarvoor ligt de kostprijs heel wat hoger en de subsidies helaas ruim de helft lager." Een eerste horde is in elk geval al genomen. "Tegen de lente hoop ik dat het waterrad terug kan draaien." De waterkracht benutten zit er voorlopig nog niet in. "Ik heb wel al een theoretische molenaarsopleiding van 80 uren gevolgd, maar het praktische luik is nog heel wat zwaarder en ook echt noodzakelijk. Ondanks dat ik vader die 6,5 dagen op 7 maalde vaak hielp, heb ik zelf nooit echt gemalen en dat blijft toch een stiel apart." In Erpe-Mere - niet voor niets een 'molengemeente' - is Jean-Paul overigens niet de enige die werk maakt van de renovatie van een historische watermolen op de Molenbeek. Er zijn plannen om de Engelsmolen op de grens van Aaigem met Heldergem in ere te herstellen en ook in Erpe is dierenarts Jan Vermeir al jaren in de weer om met eigen middelen en beetje bij beetje de watermolen aan de Dorpsstraat terug maalvaardig te krijgen. "De administratieve rompslomp is enorm en dan spreken we nog niet over de kostprijs, maar het zou zonde zijn dergelijke erfgoed te laten verloren gaan", klinkt het resoluut bij de verschillende watermoleneigenaars die daarvoor allen persoonlijk een zware financiële inspanning leveren.

 

Archieven
- Algemeen Rijksarchief, Rekenkamer, Hof te Gotegem, anno 1389.
- Stadsarchief Gent, Penningkohieren Haaltert, 1571, f° 47 r°.
- Rijksarchief Gent, nr. 008, Raad van Vlaanderen, nr. 13.430. Frans van de Bruelle, molenaar te Haaltert, contra burgemeester, schepenen, pointers en setters van Haaltert en Kerksken: settingen op korenwatermolen.

Werken
Lieven Denewet, "Erpe-Mere: de grootste molengemeente in Vlaanderen!", in: Molenecho's, XXI, 1993, nr. 2, p. 72-87;
A. D'Hoker, "De watermolen van Gotegem", in: Mededelingen van de Heemkundige Kring van Mere, II, 1962, p. 22-24, overgenomen in: Molenecho's, V, 1977, nr. 8, p. 58.
Johan De Punt, "Een nieuwe molensteen in de watermolen van Gotegem", in: Mededelingen van de Heemkundige Kring van Mere, 1991, nr. 4, p. 75-
J. De Punt, "Erpe-Mere, molendorp", in: Verbond van de Kringen voor Heemkunde in Oost-Vlaanderen, 1999, nr. 2, p. 3 e.v.
P. Bauters & R. Buysse, "De Oostvlaamse watermolens. Inventaris 1980", Gent, 1980 (Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen. Bijdragen, nieuwe reeks, 11).
P. Bauters, "Oostvlaams molenbestand 1986", Gent, 1985 (Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen. Bijdragen, nieuwe reeks, 25).
D'Huyvetter C., de Longie B. & Eeman M. m.m.v. Linters A., "Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5N1 (A-G)", Brussel - Gent, 1978.
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Eerste aflevering. De arrondissementen Aalst en Dendermonde", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XIV, 1960, 3 (Gent, 1962).
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-N", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2004.
Robert Desart, "Les Moulins à Eau du Hainaut et des Flandres", Soignies, Lemaire, 1968, p. 93.
Johan De Punt, "De watermolens te Erpe-Mere", in: Molinologie, Periodieke uitgave van TIMS-Nederland/Vlaanderen, nr. 14, 2000, p. 22-28, ill., krt.
Julien De Vuyst, "Alles te koop", in: Ons Heem, Mechelen, Tijdschrift over lokaal erfgoed in Vlaanderen, jg. 60, 2007, nr. 1 (jan.-febr.-maart), p. 39a. [Over de te koopstelling in 1800]
Georges Souffreau, "Verkoop van de watermolen te Gotegem - 1634". Transcriptie archieftekst, april 2010.
Mola, "Aantal asomwentelingen van Oost-Vlaamse molens in 2010", in: /West-/Vlaams Molenblad, XXVII, 2011, 1, p. 51.
Georges Souffreau, "Geschiedenis van de koren en oliewatermolen genaamd Gotegemmolen te Haaltert, Mere en Aaigem (voor 1387-2012)", Woubrechtegem, 2012.
"Werken aan de watermolens", Mededelingen van de Heemkundige Kring van Erpe-Mere, jg. 56, 2016, nr. 1, p. 47.

Persberichten
WJN, "Op stap langs Gotegemmolen", Het Nieuwsblad, 06.09.2013.
"Nieuw waterrad voor Gotegemwatermolen", webnieuwserpemerelede .be, 31.01.2016.
Herman Laneau, "Molengemeente heeft geen enkele werkende molen", Het Nieuwsblad, 03.09.2015.
Koen Moreau, “Nieuw rad voor watermolen. Molenaar wil Gotegemmolen in ere herstellen”, Het Laatste  Nieuws, 30.01.2016.

Mailberichten
Maarten Osstyn, Adegem, 19.03.2014.

Overige foto's

transparant

Gotegemmolen

Foto: Damien De Leeuw, Herzele

Gotegemmolen

Foto: Damien De Leeuw, Herzele

Gotegemmolen

Foto: Thomas Piens, 15.03.2008

Gotegemmolen

Foto: John Verpaalen, uitgave als prentkaart door Stichting Levende Molens, Roosendaal, 1993

Gotegemmolen

Uit het renteboek van de aalmoesenije van de Sint-Pietersabdij te Gent, 1652 (Rijksarchief Gent, Sint-Pietersabdij I, nr. 154). Foto: Georges Souffreau, Woubrechtegem


Laatst bijgewerkt: zaterdag 5 december 2020
Stuur uw teksten over deze molen
Stuur uw foto's van deze molen
  

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in databasezoek op provincieStuur een e-mail over molen Gotegemmolen, Mere (Erpe-Mere)homevorige paginaNaar Verdwenen Molens