De rosmolen op het erf van het Hof Vermeire is een binnenrosmolen op de hoek van de Langendorpweg (nr. 1) en de Spanjaardstraat. Hij werd niet beschreven door Luc Devliegher in zijn studie over de rosmolens in de West-Vlaamse kuststreek.
De maalstoel met gietijzeren onderaandrijving, een galg en een slijpsteen zijn nog aanwezig. Het looppad van het paard is vervangen door een verhoogde betonnen vloer, zodat de aandrijving naar het steenkoppel nu ondergronds is. De hoeve met de binnenrosmolen is sinds 1974 in het bezit van Julien en Annie Vermeire-D'hoedt. Zoon Peter Vermeire en zijn vrouw Els Gille zijn de huidige bewoners.
Lieven DENEWET
De boerderij (Elise Hooft, Agentschap Onroerend Erfgoed)
Het betreft een 18de-eeuwse hoeve met twee lange in L-vorm geplaatste losse bestanddelen omheen een verzorgd, deels omhaagd erf, met centraal een zomerkeuken. De eerste vermelding van een hoeve op deze plaats is terug te vinden in ommelopers van 1478 en 1554. In de keldergewelven van het boerenhuis is het jaartal "1729" aanwezig, de zijpuntgevel van het stalvolume draagt het jaartal "1776" in grote, licht verheven bakstenen cijfers. De kaart van Ferraris (ca. 1775) toont de twee huidige hoofdvolumes, met ten oosten van het boerenhuis een haaks aangebouwd volume, waardoor een U-vormige opstelling bestaat. Op het Primitief Kadasterplan (1830) is het oostelijke volume weg. De kaart laat de L-vormig geplaatste volumes van stal en schuur zien en een kleine volume van de huidige zomerkeuken. Rond 1880 worden aan de noordzijde van het lange woonhuisvolume een aantal uitbouwen gerealiseerd. Het is een grote hoeve met twee langwerpige 18de-eeuwse bakstenen volumes onder pannen zadeldaken, in L-vorm aan de noord- en westzijde van het erf geplaatst. Erftoegang ten zuiden, met twee geel bakstenen overhoeks geplaatste hekpijlers. Ten zuiden van het huis het rechthoekige volume van de zomerkeuken. Witgekalkt boerenhuis met gepekte plint, van het langgeveltype. Laag huis met twee opkamertraveeën en vijf traveeën en aansluitende stal, nu gerenoveerd o.m. tot garage. Het volume is onder één doorlopend zadeldak gevat met mechanische pannen; boven de oorspronkelijke paardenstal, een bakstenen dakvenster met puntgevel. Licht getoogde muuropeningen, beluikte vensters met schrijnwerk met kleine roedeverdeling. Aan noordzijde van het woonhuis, twee aanbouwen onder apart zadeldak in bruine baksteenbouw, daterend van 1880. Haaks op het huis, langs de Spanjaardstraat, langwerpig stalvolume met geïncorporeerd dubbel wagenhuis onder pannen zadeldak met twee dakvensters, één met bakstenen puntgevel en één opklimmend. Baksteenbouw met verschillende baksteensoorten (geel, bruin, rood). Opvallende witgekalkte zuidpuntgevel met jaartal "1776". Langsgevel aan straatkant witgekalkt met gepekte plint en gestut door acht steunberen; kleine stalvensters. Erfgevel in blote baksteenbouw met aflijnende geprofileerde gootlijst; kleine stalvensters, poorten met afgeronde hoeken. Zomerkeuken in witgekalkte baksteenbouw onder pannen zadeldak met aansluitend lager volume onder dakschild. Rechthoekige deuren en kleine stalvensters.
Werken - Elise Hooft m.m.v. B. Boone, G. Callaert, V. De Bodt & P. Santy, Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Jabbeke, Deelgemeenten Snellegem, Stalhille, Varsenare en Zerkegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen, 2007. - G. Monteyne, "Stalhille, parel van het Noorden", Jabbeke, 2000, p. 133, 154.
Informanten - M. Desmedt aan Elise Hooft, 2007. - Donald Vandenbuclcke aan Lieven Denewet, aug. 2008. - Julien Vermeire aan Lieven Denewet, 19.03.2010.
Stalhille (Jabbeke), West-Vlaanderen
