Jaarlijks aantal asomwentelingen 2003: 170.244 2015: geen teller 2016: 140.000 (pas een teller beschikbaar vanaf 31.08.21016) 2017: 341.001 2018: 55.056 2019: 48.401 2020: 90.666 2021: 134.134
Molenzorg vzw, "Tien overlijdens van Vlaamse molenvrienden", Molenecho's, XXVI, 1998, 1, p. 6. - ons medelid Antoon Verbraak uit Kalmthout-Achterbroek, geboren in 1943, onverwacht overleden op 01.02.1998, echtgenoot van mevr. Loes Mariën. Hij was bakker en eigenaar sinds 1981 van de "Buitenmolen" te Berendrecht (Antwerpen), die hij maalvaardig liet restaureren (ingehuldigd op 12.05.1996).
Robert Havermans, "De windmolens (te Berendrecht)", Polderheem, 1982. Er bestaat geen enkele windmolen meer, die nog in staat is tot het malen van graan. De enige die nog overeind staat en die grondige herstelling nodig heeft om te kunnen overleven, is de Westmolengeest, eigendom van Alfons van de Moer tot in 1981. Hij werd gebouwd in het jaar 1822. Naast baksteen en hout, kalk en cement, werd er ook roggemeel als bouwstof gebruikt. Niet ver van daar stond vroeger een houten molen, de Oostmolengeest, die volgens oude kaarten o.a. van 1748 stond aan de wijk, thans in de volksmond gekend als de negerwijk, omdat de woningrijen zo laag zijn, wat niets afdoet aan het comfort dat deze huizen bieden. In deze wijk staat ook nog een klein polders monument, nl. de schandpaal van Wilmarsdonk. De Westmolengeest werd gebouwd door de Berendrechtse aannemer Royers. De familie Philips verkocht hem in 1895 aan Piet van de Moer en in 1904 ging hij over in handen van zijn broer Antoon. Tot in 1947 heeft hij gewerkt, meestal tijdens de daguren, maar ook tijdens de nachtelijke uren, wanneer er veel graan op de molen lag te wachten, na perioden van windstilte. "Hoe ge 's nachts durft malen", zei een bijgelovig vrouwtje, "weet ge dan niet, dat 's nachts de heksen hand in hand rond de molen dansen". Een variante op het verhaal van de heksen van Zandvliet, die tijdens de nachtelijke uren hand in hand rond de kerk dansen. Zeer actief was de molen tijdens de laatste wereldoorlog; er werd gemalen volgens de officiële normen, maar ook in 't zwart, graan dat gekocht werd op de " zwarte markt " om het karig broodrantsoen van 225 gram aan te vullen. Van september tot oktober 1944 was alle contact met het overige deel van het land verbroken, ingevolge de krijgsverrichtingen. Toen was de molen de enige leverancier van meel voor het broodbakken. Immers, het dorp was zonder energiebronnen, zodat alleen de wind als krachtbron kon worden aangewend. Thans is het zeer stil om en op de molen geworden, maar zolang er leven is, is er hoop dat hij zijn vroegere glorie zal herwinnen. Die hoop zou kunnen bewaarheid worden, want in 1981 heeft Antoon Verbraak uit Kalmthout hem aangekocht tegenover de familie Van de Moer. Met behulp van officiële instanties, met tijd en geduld, kan dit Berendrechts exemplaar, nog enig in zijn soort, zijn herstelling tegemoetzien. Op het Solftplein stond een stenen molen. De Buitenmolen en de Solftmolen hoorden toe aan dezelfde eigenaar, Carolus Verbeeck-Bresseleers van Stabroek-Putte. De familie Philips uit Berendrecht kocht de West-molengeest en nam de Solftmolen in huur. Deze werd achtereenvolgens verkocht aan Vochten, Bode en Helsen uit Kapellen. De familie Vochten woonde in de molen. Louis Vochten was geboren te Brecht op 22 februari 1852 en overleed te Merksem op 20 december 1925. Voorheen was hij molenaar te 's Gravenwezel. Het gelijkvloers was als woning ingericht, waar de molen een doorsnee had van 10 meter. In het deurportaal kon een kar staan. In dat portaal werd café of estaminet gehouden. Aan tafel had ieder een beperkte plaats. De kinderen hadden hun slaapvertrek achter de meelbakken, onder de trap of naast de graanzolder. Om klederen op te bergen was er niet meer dan één kleerkast; ieder had slechts één stel zondagse kleren. Verder was er naast de molen een bergplaats gebouwd, waar allerlei gerief kon geborgen worden en waar een stootkar stond. Op de gaanderij werden kippen gehouden, en van hieruit schouwde men over de toppen van de bomen. In 1913 sloeg de bliksem in en dit betekende het einde van de Solftmolen. Het afbraakmateriaal kwam terecht in Stabroek, bij de familie Taeymans, een familie van metsers, die er woningen mee bouwden. De molen is weg, maar de grond ligt er nog, zo zouden de Engelsen het humoristisch uitdrukken. Wanneer we dan tegenover de Solftplein, in de huidige Dorpstraat een herberg konden situeren, waar het uithangbord luidde " In 't Molenzicht " dan kunnen we maar al te goed de logica van deze herbergier begrijpen: een beter zicht op de molen had men nergens.
Schrijven van eigenaar Patrick Verbraak, met de intenties voor een nieuwe molentoekomst (26.04.2006). Ik, Patrick Verbraak als eigenaar van de molen te Berendrecht, heb nu in 2006 de kans gekregen om na het afleggen van een lange weg, de droom van mijn vader Antoon Verbraak en van mezelf in werkelijkheid te brengen, met name om de molen - die wijlen mijn vader heeft gerestaureerd - terug te laten malen en de oude hoeve bij de molen te renoveren tot een prachtige taverne-eethuis met grote speeltuin en amussement rond de molen. Met deze werken ben ik volop bezig en zullen klaar zijn het najaar 2006, waarop de opening met receptie zal volgen voor het publiek. De receptie van de "eerste steenlegging" zal normaal plaats vinden op 24-25 juni. Deze werken zijn volledig te volgen op onze website buitenmolen-berendrecht@hotmail.com die ik wekelijks aanpas met foto's en dergelijke. Dit heeft veel met zich meegebracht, maar ik heb er alles voor over en gedaan om deze droom waar te maken. Ik was het aan mezelf en aan mijn ouders verplicht vond ik. Het is mijn grootste streefdoel in men leven. Ik ben enorm fier en trots dat ik dit kan verwezelijken en waarmaken. Hopelijk kan het een succes worden waar we nog jaren van mogen genieten.
Molenaarsverhaal. H.J., "In het havenhuis bij Jeanne Quick", in: www.berendrechtonline.be In één van mijn vorige verhalen schreef ik over het verdwenen gehucht Frederik-Hendrik, de suikerfabriek en ‘estaminet Het Havenhuis' van Jeanne Quick. Alhoewel er een drietal cafés waren op de Frederik, was dat van de hardhorige en altijd nee knikkende Johanna -want zo heette ze officieel- wel veruit het bekendste en best draaiende. Als je door het ‘gat' van den dijk de Frederik binnenreed lag het aan je linkerkant even voorbij de boerderij van Stan Van Meir, schuin tegenover de woning van Til Notelers (Notelteirs) en vlak voor je de dijk opreed naar het kleine haventje. De zolder kon je enkel bereiken via een trap aan de zijgevel. Er was geen radio of muziek in huis en je kwam er enkel om te praten of zat te worden. Achter de tapkast in een vitrine met wit geslepen bloemmotief stonden hoop en al een 20 tal glazen van het merk ‘Witkap Pater' en brouwerijen ‘Het Sas' van Boortmeerbeek. Een stuk of vijf scheve afgebladderde tafeltjes met bijhorende kwakkelstoelen, de vergeelde foto van een verre voorzaat boven de schouw en een reeks gedroogde varkensblazen aan de muur, voltooiden het sobere interieur. Aan de achterzijde kon je ongehinderd tot aan Lillo en de Kruisweg zien. Een eindeloos landschap met in de zomer niets dan wuivend graan en daar tussendoor het kronkelend lint van de Snelle Kreek dat zich eigenzinnig een weg zocht door de rijke velden van de Goudhoek. Precies een schilderij van Brueghel met hier en daar een rij scheef geblazen canadabomen en de bult van een rieten dak dat boven het graan probeerde te groeien. Hoe dikwijls heb ik hier niet aan de waterkant zitten genieten van de roerloze stilte van een warme zomeravond en van het sacrale moment van een adembenemende zonsondergang. Dan bleef ik dromen tot de nevel langzaam zijn witte sluier over ‘t water had getrokken en de karekiet vermoeid zijn laatste tremolo's van die dag had gezongen. Aan de voorzijde van het café keek je uit op het spui (afsluitbare waterlozing), met aan de overkant de suikerfabriek en bijhorend de woningen van Frans Jacobs en Maris Plompen, respectievelijk onderdirecteur en baas van de chemieafdeling van de fabriek. Op gure kille winterdagen met laag jagende wolken en zo nu en dan een klets natte sneeuw tegen de ramen, als de winter kraakte onder je voeten en de poldervlakte een blanke bladzijde sneeuw en ijs was geworden, dan zocht het poldervolk verkleumd en op stijve stelten zijn toevlucht in 't Havenhuis. Boeren, shiftmannen van de suikerfabriek, vissers en stropers met klonters polderklei nog aan hun laarzen, kwamen er al van ‘s morgens vroeg over de vloer om zich te warmen aan de roodgloeiende stoof en de droge kelen te smeren. Officieel mocht er toen die tijd in de cafés geen ‘sterken drank' worden geschonken en af en toe deden de douanen onverwacht een inval. Als je betrapt werd volgde er een fikse boete of schorsing. Maar dat omzeilde Jeanne handig door haar flessen jenever in 't konijnenkot te verstoppen. Dat er zo nu en dan eens een konijnenkeutel aan de fles bleef plakken en mee werd ingeschonken vond men toen niet zo erg, die werd gewoon uit de borrel gevist. Maar laat ons nu eens nader kennismaken met het bont allegaartje dat geregeld over de vloer kwam in 't Havenhuis. In ‘t jachtseizoen hadden Fons van Toontjes (Alfons Van De moer, molenaar van de buitenmolen) en zijn kompaan dokter Van Gestel er iedere zondagavond afspraak met Pjeerke de leugenaar, de rosse vogelvanger en nog enkele andere notoire polderkenners. Dan parkeerden ze de oude ‘Willys Jeep' voor de deur en werd het geschoten wild geteld en verdeeld. Aan eten of naar huis gaan werd er niet gedacht en de strafste verhalen over de visvangst, de jacht en het stropen deden hier de ronde tussen pot en pint. En hoe later op de avond en hoe rijker het bier en de jenever vloeiden, des te zwaarder de palingen en de konijnen werden. Zo vertelde Pjeerke dat hij aan de Drie Blokken eens een paling van een arm dik en met een snor van wel 15 cm had gevangen. Een halve dag had hij nodig gehad om het beest aan land te krijgen. Bij het zien van de opengesperde bek en de vervaarlijke tanden van het monster, was hij op de loop geschoten en was nauwelijks terug durven keren. Uiteindelijk had hij,al zijn moed bijeenrapend,het beest toch met een schup de kop af kunnen kappen. Het schril schreeuwend geluid dat het monster daarbij had gemaakt sneed door merg en been en bezorgde hem nu nog altijd koude rillingen als hij er aan terugdacht. Van het vel had hij en grote netzak voor zijn vrouw en een mooie toiletzak voor zijn dochter laten maken. Het overschot had hij aan fanfare ‘Willen is Kunnen' geschonken om trommels van te maken. Daarop nam de Fons met een uitgestreken gezicht het woord en vertelde dat hij en den ‘doktoor' in de Weipolder eens een haas van bijna tien kilo hadden geschoten, ze dachten eerst dat ze een vos hadden neergelegd. Het waren geen leugens want ze mochten het vragen aan Jef van Spelleskes, die was er bij geweest en had mee helpen dragen. Het enorme beest werd cadeau gedaan aan de nonnekes van 't gesticht (nu RVT) en de arme weeskinderen en de sukkelaars hadden er meer dan een week van gesmuld. In ruil voor dit genereus gebaar hadden de nonnekes beloofd heel erg hard en veel voor hem te zullen bidden, zodat hij nu al min of meer zeker zou kunnen zijn van een plaatske in de hemel. Honderd procent zeker was dat wel niet hadden ze gezegd, maar hij zou hierdoor, als 't zover was, zonder twijfel toch wel een voetje voor hebben bij Sint Pieter. Als dat geen mooie vooruitzichten waren, "schol!" Alhoewel Stafke Rivière nog bij zijn moeder op de Frederik woonde kwam hij maar zelden in ‘t Havenhuis, hij zat meestal na de voetbal in 't café bij Nelekes of in 't gildenhuis bij Ciekes. Maar als hij eens langskwam was het altijd lachen geblazen en haalde hij de gekste toeren uit voor een pint. Een van zijn ‘stunten' bestond erin om achterwaarts met zijn rug tegen de grond, onder vijf stoelen door te kruipen. Dat was trouwens een van de zeldzame gevallen waarvoor hij bereid was zijn hoed even aan de kapstok te hangen en het onafscheidelijk stompje Havana sigaar even uit zijn mond te nemen. Als de ‘stunt' weer eens was gelukt, sprong hij zo blij als een kind een gat in de lucht en nam hij onder luid applaus triomfantelijk zijn zoveelste gratis pint van die avond in ontvangst. Zo rond de klok van middernacht bereikten de palingen en de konijnen altijd hun hoogste gewicht en probeerde Pjeerke de leugenaar er nog een schepke bovenop te doen door voorzichtig nog een haas van elf kilo te schieten. Maar daar werd niet ingetrapt, tien kilo dat kon nog net, maar elf dat was er ver over vonden ze allemaal! Pas als de nieuwe dag al stilaan aan het donker begon te knabbelen en de haan zijn eerste liedjes van die ochtend al had gezongen, werd er aan naar huis gaan gedacht. Maar dan moest de rosse Félix toch nog even kwijt dat hij eerst nog eens vlug die haas zou gaan ‘halen' die hij gisteren in de polder van de Magershoek tussen den ‘bjeet' (biet) had zien liggen. Niemand twijfelde daaraan want stropen kon hij als een oude Belg. Mede door enkele angstvallig bewaarde geheimen en door in steeds kleiner wordende kringetjes rond de langoor te lopen, was het gegarandeerd haas in de pot. Als ze in de ochtendschemering met de open ‘Jeep' heel traag en voorzichtig over de glimmende kinderkopjes naar huis reden, hing er een klammig laagje nevel boven de polders en deed een vroege onzekere zon in 't oosten al pogingen om het herfstlandschap een beetje kleur te geven. De suikerfabriek draaide nu op volle toeren en de kille morgenlucht was doordrongen van de alles overheersende zoete weeë geur van gekookt bietensap. Een opgeschrikte blauwe reiger koos luid klapwiekend het luchtruim toen ze de bocht naar het fort inreden en hoog boven hun hoofden trok er een vlucht snaterende ganzen over,op weg naar het warme zuiden. Even na achten was de buitenmolen opgetuigd en begon de Fons te malen; dan had dokter Van Gestel zijn eerste huisbezoek al achter de rug.
---------------------
Sage: Heksendans rond de molen
Toverheksen? Die hem (heb) ik genoeg gezien, en as (als) ik dan 's nachts deur het venster van mijne meulen keuk, dan zaag (zag) ik ze hand in hand rond de meulen dansen, en da was nie plezierig, da kunde wel geloen. Nee, da's nie waar, maar de mensen vertelden dat hier allemaal maar 'k hem (ik heb) ze zelf nooit nie gezien.
"Hoe ge 's nachts durft malen", zie een bijgelovig vrouwtje, "weet ge dan niet, dat 's nachts deheksen hand in hand rond de molen dansen?"
Sagenmotief: toverwereld - heksen - heksenvergadering en -dans: rond de molen.
Bronnen: M. Van den Berg, “Onderzoek naar de sagenmotieven in de polders ten noorden van Antwerpen”, Leuven, 1955 (licentiaatsverhandeling), p. 141; Robert Havermans, “De windmolens te Berendrecht”, Polderheem, 1982.
--------------
De molenaarsfamilie Philips
Cornelis Janssens PHILIPS, gehuwd met Joanna BUYSEN Cornelis Janssens PHILIPS, een tweede keer gehuwd met Elisabeth BIERSTEKERS 2e huwelijk, hun dochter Joanna Maria Philips getrouwd met Adrianus CUYPERS Cornelis Janssens PHILIPS, gehuwd met Ma. Cornelia WOUMANS 3e huwelijk: weduwe Wouter SCHILLEMANS Johannes
Henricus PHILIPS X Dympna Scholastica BOGAERTS Johannes Josephus Jacoba
PHILIPS Zandvl.iet DECKERS gedoopt te Stabroek op 8-11-1764 11-11- gedoopt te Zandvliet op 27-5-1760(320) overleden 1801/1843 1788 overleden te Stabroek op 6-5-1843 Johannes Henricus Philips, Ekeren (vader bruidegom) Joannes Franciscuss Deckers, Zandvliet molenaar; 1789 wonende te Ettenhoven; 1791 te Hoevenen
Petrus Johannes II, gedoopt te Hoevenen op 20-3-1791, getrouwd met Joanna Maria DE BIE, molenaar te Stabroek Franciscus Anthonius Philips, gedoopt te Hoevenen 5-8-1793, overleden te Stabroek 1-10-1807 Johannes Baptist Philips, gedoopt te Hoevenen 23-9-1795, getrouwd met Maria Anna Josepha DE RIDDER, molenaar Johannes Josephus, gedoopt te Hoevenen 14-1-1799, overleden te Zandvliet op 15-9-1884
Carolus Johannes Philips, gedoopt te Stabroek 10-12-1801 overleden na 1843
Joannes Josephus PHILIPS Berendrecht Anna Cornelia II AERTSEN geboren te .Hoevenen op 14-1-1799 geboren te Lillo 6-4-1804 overleden te Zandvlietop op 15-9-1884 5-8- overleden te Meerdonk 9-8-1866 (Putsebaan 46) 1825 (bij Kieldrecht) overleden, aangifte door Petrus Johannes, 56 jaar en Carolus Josephus Philips, kleinzoon landbouwer en molenaar te Berendrecht verhuisd naar Meerdonk, Ossendrecht en Stabroek
Jacoba Philips, Antonius Aertsen, 66 jr geboren te Berendrecht op 26-5-1826 landbouwer wijk 6 nr.9 Johonnes Carolus Philips. 25 jaar getrouwd met molenaar Jacobus VAN MOL overleden Lamswaarde (NL) 20-11-1848
Petrus Johannes Philips, gedoopt te Berendrecht 4-8-1828, overleden te Zandvliet op 23-4-1914 Johannes Baptist Philips, geboren te Berendrecht op 15-1-1831, overleden te .. Maria Catharina I Philips, gedoopt te Berendrecht op 23-4-1832, overleden na 1858 Carolus Johannes Philips, geboren te Berendrecht 30-5-1836, overleden na 1868 (getekend molenaar) Leopolus Jacobus Philips, geboren te Berendrecht op 30-1-1839, overleden ... Johannes Josephus Philips, geboren te Berendrecht 28-4-1842 overleden ...
www. meeussen.nl/genealogie/ 11/11_734.html
-------------------------
Staf De Lie, "Buitenmolen aan het werk op Vlaamse molendag", polderke.nl (24.04.2016) Berendrecht – Op de Vlaamse Molendag (zondag 24 april) was de Buitenmolen volop aan het werk. Bij een goede noord-westenwind maalde hij tijdens de middag 200 kilo tarwe. Dat was de hele voorraad die ter beschikking stond. Aan de bezoekers legde molenaar Robert van ’t Geloof het verschil tussen meel en bloem uit. “Bloem is meel waar de zemelen zijn uitgehaald”, zegde hij kort samenvattend. Van ’t Geloof kreeg bijstand van de 15-jarige Tim Grootenboer die de molen van Stellendam (Goeree-Overflakkee; Zuid-Holland) bedient. Deze laatste is op zoek naar Franse molenstenen die in zijn gemaal passen. Hij ontdekte dat de stenen die bij het Poldermuseum in Lillo zijn aangebracht, de juiste zijn. Tim gaat nu contact opnemen met de verantwoordelijken om tot een overeenkomst te komen. Vermelden we nog dat het meel of de bloem van het graan dat in de Buitenmolen wordt gemalen zal gebruikt worden door bakker Eric Van Thillo uit Essen. Dit is de broer van de eigenaar van de Buitenmolen Luc Van Thillo. Intussen werd de molen en het bijhorend schuurtje (de taverne) ondergebracht in de stichting “Buitenmolen vzw”, waarvan Luc de voorzitter is. (sdl)
Literatuur
Archieven
Archief Provincie Antwerpen, K 129 A/2 + plan (aanvraag bouwvergunning Lamberechts, 01.01.1822).
Werken
Adriaenssens, "Geschiedenis en merkwaardigheden van Berendrecht", 1939. E. De Kinderen, "De Buitenmolen te Berendrecht", in: De Belgische Molenaar, LXX, 1975, p. 149-150. E. De Kinderen, "Een nieuwe toekomst voor de Buitenmolen van Berendrecht", in: De Belgische Molenaar, LXXV, 1980, p. 116-117. H. Holemans & P.J. Lemmens, Molens van de Voorkempen en van Groot-Antwerpen, Nieuwkerken, Ten Bos, 1983, p. 25-26. G. Kockelberg, Historische molenvermeldingen in en om Antwerpen. Een blik op de 1000-jarige geschiedenis der Antwerpse molens", Antwerpen, 1986, p. 88-89. Lieven Denewet, "De Buitenmolen van Berendrecht eindelijk uit de wachtkamer!", in: Molenecho's, XXIV, 1996, nr. 2, p. 68-69. Robert Havermans, "De windmolen van Berendrecht". "De windmolens (te Berendrecht)", Polderheem, 1982. Jean Bastiaensen, "Geslacht Philips", Vlaamse Stam, 2001, nr. 1, p. 31. Hugo Lambrechts-Augustijns, "Molenaars Lambrechts" (monografie). Hugo Lambrechts-Augustijns, artikel in Poldermuseum Lillo. F. Brouwers, "De toekomst van een verleden. Levende molens in de provincie Antwerpen", s.l., Levende Molens Werkgroep Kempen-Antwerpen, (1997). F. Dirks, "Plechtige inhuldiging van de Buitenmolen", in: Natuur- en Stedenschoon, LXV, 1997, nr. 4, p. 31. F. Dirks, "De restauratie van de stenen stellingwindmolen van Berendrecht is klaar" in: Natuur- en Stedenschoon, LXIV, 1995, nr. 4, p. 28-29. Molenzorg vzw, "Tien overlijdens van Vlaamse molenvrienden", Molenecho's, XXVI, 1998, 1, p. 6. John Verpaalen, "Molennieuws van her en der [Harelbeke-Stasegem, Berendrecht Buitenmolen, Brugge Bonne Chiere, rosmolens te Izenberge en te Ertvelde), in: "Levende Molens, jg. 9 (1987), nr. 3, p. 21-22, ill; en nr. 4, p.29-30, ill.; G. Geerts, "Lettre de mon Moulin", in: Polderheem, Uitgegeven door de Heemkundige Kring van de Antwerpse Polder, Antwerpen-Zandvliet, jg. 9, 1974, nr. 1, p. 11-14, ill.; J. Verpaalen, "De dag dat Toon Verbraak een traantje wegpinkte", in: Levende Molens, juli 1996 (ter gelegenheid van de inhuldiging). Lieven Denewet, "Honderd bespookte molens in Vlaanderen. Een verzameling molensagen van de kuststreek tot het Maasland", Molenecho's, XX, 1992, nr. 2-3. M. Van den Berg, “Onderzoek naar de sagenmotieven in de polders ten noorden van Antwerpen”, Leuven, 1955 (licentiaatsverhandeling), p. 141. "In het havenhuis bij Jeanne Quick", manuscript in archief Molenecho’s.. Hugo Vermeiren, “Oude herbergen in de Polder (10) Berendrecht”, Polderheem, 2013, nr. 1. Hugo Vermeiren, “Het dijkfort in Berendrecht”, Polderheem, 2013, nr. 2.
Persberichten SDL, "Berendrecht", in: De Standaard, Het Nieuwsblad, Het Volk, 28 juli 2007. Erik Vandewalle, "Restauratie molen vroegtijdig afgebroken. Ook horecaplannen aan Zandweg vallen in het water", in: Gazet van Antwerpen, 11.09.2008. EvdW, "Bod Buitenmolen te laag", in: Gazet van Antwerpen, sept. 2008. SDL, "Buitenmolen", Het Nieuwsblad, 30.09.2008. ""Buitenmolen op 77.000 euro afgeklopt", Gazet van Antwerpen, 01.10.2008. "Te koop", Gazet van Antwerpen, 25.10.2008. Persbericht. SDL, "Nieuw uitvaartcentrum naast molen van Berendrecht", in: Het Nieuwsblad, 06.11.2008. "Herveiling voor molen", Gazet van Antwerpen, 16.03.2009. SDL, "Molen opnieuw te koop", in: Het Nieuwsblad, 24.03.2009. "Buitenmolen haalt geen 100.000 euro", in: Gazet van Antwerpen, 7 april 2009. SDL, "Molenactiviteiten", Het Nieuwsblad, 01.07.2009. Staf Delie, "Vragen over Buitenmolen in districtsraad", Het Nieuwsblad, 14.02.2012. SDL, "Bestuur wil molens redden van de ondergang", Het Nieuwsblad, 02.07.2013. Erik Vandewalle, "Berendrecht. District en buurt vrezen voor toekomst molen. Beschermd monument staat opnieuw te koop", Gazet van Antwerpen, 18.03.2014. Staf Delie, “Berendrechtse molen gered door Essense zakenman. Gaat opnieuw malen en krijgt pannenkoekenhuis”, Het Nieuwsblad, 11.07.2014. Erik Vandewalle, "Historische Buitenmolen gered", Gazet van Antwerpen, dig., 15.07.2014. Staf Delie, "Berendrechtse Buitenmolen draait op Pinkstermaandag", Het Nieuwsblad, 21.05.2015. Stef Delie, "Westmolen draait weer", Het Nieuwsblad, 26.05.2015. KMW, “Berendrecht. Zakenman kocht molen vorig jaar aan”, Gazet van Antwerpen, editie Noord, 26-27.09.2015, p. 38. Staf De Lie, "Berendrechtse molen in rouwstand om Parijs", Het Nieuwsblad, 14.11.2015. Staf De Lie, "Buitenmolen stil door klein mankement", Het Nieuwsblad, 01.12.2015. Staf De Lie, “Molenaar zoekt archiefstukjes”, Het Nieuwsblad, 03.02.2016. Staf De Lie, “Schoolklassen leren ‘Buitenmolen’ kennen”, Het Nieuwsblad, 04.03.2016. Staf De Lie, "Cafetaria Buitenmolen open", Het Nieuwsblad & Gazet van Antwerpen, 12.03.2016. Staf De Lie, "Buitenmolen draait weer", Het Nieuwsblad, 04.04.2016. Staf De Lie, "Molens aan bod in Poldermuseum", Het Nieuwsblad (dig.), 17.04.2016. Staf De Lie, "Buitenmolen aan het werk op Vlaamse molendag", polderke.nl (24.04.2016) S(taf) D(e) L(ie), "Molenbrood in de Buitenmolen", Gazet van Antwerpen, 27.05.2016. S(taf) D(e) L(ie), "Minigolf bij molen. Ook nieuwe parking en grotere cafetaria", Gazet van Antwerpen, 09.08.2016. Staf De Lie, "Roefeldag in Polderdistrict", Het Nieuwsblad, 03.10.2016. FSE, "Gratis minigolf aan Buitenmolen", Het Laatste Nieuws, 04.04.2018. Erik Vandewalle, "Nieuwe taverne in schaduw Buitenmolen", Gazet van Antwerpen, 01.04.2018. Staf De Lie, "Wandeling langs trage wegen", Het Nieuwsblad, 11.10.2018.
Mailberichten - Robert Van't Geloof, Hendrik-Ido-Ambacht (vrijwillige molenaar), 04.04.2017, 30.01.2019, 24.08.2022. - Hugo Lambrechts-Augustijns, 14.01.2017.
|