Molenzorg
navigatie Eliksem (Landen), Vlaams-Brabant
Foto van <p>Koningsmolen<br />'s Hertogenmolen</p>, Eliksem (Landen), Foto: Donald Vandenbulcke, Staden | Database Belgische molens © Foto: Donald Vandenbulcke, Staden

Koningsmolen
's Hertogenmolen

Brouwerijstraat 68
3400 Eliksem (Landen)

op de Kleine Gete
kadasterperceel A113 (volmolen, gesloopt)
A114 (graanmolen, bestaat nog)
40 m Z0 v.d. kerk

50.784889, 5.009631 (Google Maps)
Lieven Callewaert en Judith Heezen (cvba De Koningsmolen)
Voor 1283 / 1406 / 1680 / 1710
Turbine watermolen
Korenmolen
Maakt deel uit van complex
Girard-turbine
Niet meer volledig
Draaivaardig
M: monument, DSG: dorps- en stadsgezicht,
10.06.1999
Geen
Op afspraak

Beschrijving / geschiedenis

De Koningsmolen is een turbinewatermolen op de linkeroever van de Kleine Gete in de Brouwerijstraat 68, op een 400 meter ten zuidoosten van de kerk van Eliksem.

De benaming Koningsmolen - voorheen 's Hertogenmolen - wijst op het vroegere (gedeelde) bezit van de molen van de hertogen van Brabant, waarvan de Spaanse koningen de rechtsopvolgers waren. droegen. Op een figuratieve kaart uit 1737 vinden we de aanduiding "Den Molen van sijne Majestijdt".

De Koningsmolen is een uniek voorbeeld van een watermolen, oorspronkelijk een hertogelijke banmolen en later uitgerust met een zeldzame Girard-turbine, in combinatie met een oude brug over de Kleine Gete, een prachtige Haspengouwse vierkantshoeve met schuren en stallen en een cichoreifabriek met een imposante droogschuur of ast. 

Geschiedenis

De Koningsmolen werd gebouwd voor 1283 en was eeuwenlang één van de belangrijkste graanmolens van het oostelijk deel van het hertogdom Brabant. De molen haalde een jaarproductie van 158 okshoofden (inhoudsmaat, houten vat of ton, 1 okshoofd = 6 vaten = ca. 220 liter)  en oversteeg hierbij ruimschoots alle omliggende molens.

Hertog Jan I van Brabant was in 1283 voor 1/3 eigenaar; de andere delen waren eigendom van de heren van Winde en Wange. De hertog besliste in dat jaar dat de inwoners van Eliksem, Laar, Overwinden, Neerwinden, Hakendover, Wulmersum (gehucht van Hakendover) en Meer hun graan moesten laten malen in de Koningsmolen. Nochtans bedroeg de maalprijs van deze banmolen meer dan die van de molens van Linden, Tienen, Halen en Meldert samen. Deze banplicht hield stand tot op het einde van de 18de eeuw. Dat is bijvoorbeeld de reden waarom Hakendover nooit een eigen graanmolen heeft gehad, maar er waren wel twee molenwegen die naar de Koningsmolen leidden.

Regelmatig werden er werkzaamheden uitgevoerd. Zo werd het molengebouw in 1406 herbouwd in metselwerk van kalksteen en baksteen. Het oorspronkelijk rieten dak werden regelmatig hersteld: in de 15de eeuw gebeurde dit in 1413, 1421 (na een zware storm), 1476 en 1483 (o.m. nieuwe "walmen" of stropoppen voor het dak). De molenstenen werden vervangen in 1432 en 1469.

De houten brug over de Kleine Gete ("Getebrug") werd in 1530 vervangen door een stenen brug  met twee bogen. Bouwer was Pieter Scherx, 'meester werckman van metselrijen der Stadt van Leeuwe'. De passanten waren verplicht doorgangsgeld te betalen aan de molenaar. Deze brug vormt een onverbrekelijk geheel met de molensite. De voorwaarden voor de verhuring van de Koningsmolen én van het doorgangsrecht op de Getebrug worden bewaard, voor de periode 1630-1792, in het archief van de Tolkamer van Tienen in het Rijksarchief Leuven.

De molen werd in 1579 voor drie jaar stilgelegd vanwege de oorlogstoestand. Muitende soldaten staken hem in 1602 in brand. Tijdens de Franse invallen in de latere 17de eeuw zou dit nog enkele keren gebeuren. Een grote overstroming van de Kleine Gete in 1680 vernielde de molen, zodat die geheel herbouwd moest worden. Op 5 maart 1686 werd gemeld aan de overheid dat de "waetermolen sesthien maenden ledigh heeft gelegen”. Hij bleef ook drie jaar buiten werking ten gevolge van de Eerste Slag bij Neerwinden op 29 juli 1693. En als gevolg van de opgelopen vernieling door de Slag bij Eliksem op 18 juli 1705 tussen de Geallieerden en de Fransen, volgde in 1710 een heropbouw. 

De vroegste ons bekende molenaar is Jean Rosendaele die de molen huurde vanaf 1403-1404 voor 150 mud rogge  ("muids de seigle"). Guillaume Gison was huurder in 1783-1789.

Na 1775 werd aan de overzijde, op de rechteroever van de Kleine Gete, een volmolen opgericht, zodat een dubbelmolen ontstond. Het vollen (vooral van saaien) werd na 1860 gestaakt en het gebouw werd in 1870 gesloopt.

In het begin van de 19de eeuw waren de koren- en volmolen in handen van molenaar Jean Massa, die ook burgemeester van Eliksem was. Na zijn overlijden in 1825 verkocht zijn weduwe Marie Catherine Goffin de molen in 1838 aan Pierre Antoine Massa-Stevens (+1887), die eveneens burgemeester van Eliksem werd. Pierre Massa liet de molenaarswoning in 1846 grondig herstellen, getuige het glas-in-loodraam met dat jaartal.

Hun dochter Philomène Massa (1842-1921), huwde in 1877 met (Jacques) Léon Persoons (1832-1899), landbouwer en burgemeester van Ezemaal. Zij werden in 1877 mede-eigenaar van de Koningsmolen.

Alhoewel Leon Persoons als herenboer op zijn vierkantshoeve in Ezemaal bleef wonen, zorgde hij dat de Koningsmolen de draaischijf werd van een eigenaardig agro-industrieel geheel met een brouwerij, een distilleerderij, een margarinefabriek (1878 tot 1922) met het fabrieksmerk "Margarine de Hesbaye" en cichoreibranderij "Chicorée des Rois" (einde 19de eeuw tot na de Tweede Wereldoorlog) met een imposante droogtoren of ast (in baksteen, 15 m hoog, 4 verdiepingen), alles binnen een straal van 100 meter.

In het gezin Persoons-Massa werden drie kinderen geboren: Arthur (1865-1867), Marie Caroline Charlotte Jeanne (°1868) en Bertha Eulalie Lambertine (°1871). De jongste dochter Bertha huwde in 1892 met Jules Guillaume Théophile Van Goidsenhoven (°1868). Jules volgde zijn schoonvader op als burgemeester van Ezemaal en nam ook het industrieel geheel in Eliksem over. 

Het gezin Jules Van Goidsenhoven-Massa bleef eveneens wonen op hun hoeve in Ezemaal en kreeg drie kinderen: Blanche Philomène Guillemine Bertha Marie (1892), Leon Jules Henri Guillaume (1894 - 1953) en Theophile Marie Hortence Paul (1896 - 1974). Laatstgenoemde huwde met Elisabeth Anciaux (1912-2008). Ze kochten op 20 december 1924 het industrieel geheel in Eliksem aan (akte notaris Corthouts). Verkoper was de nv Alimenta uit Sint-Joost-ten-Node die het goed op 24 november 1919 had aangekocht van de weduwe van Leon Persoons (akte notaris Swinnen).

Theophiel Van Goidsenhoven liet in 1925 het klassieke waterrad vervangen door een (tweedehandse) turbine van het zeldzame "Girard"-type.

Zijn oudere broer Leon Van Goidsenhoven, fokker in Chailly-en-Brie (F)  kocht het goed op 10 december 1940 (akte notaris Corthouts). De zaak floreerde nog tot kort na de Tweede Wereldoorlog.

De maalactiviteiten verminderden en in 1958 werd de watermolen stilgelegd. Daarna werd nog wel eens gemalen. vooral met de elektrische motor. De turbine, die onder het slib was geraakt, werd in 1985 weer vrijgemaakt door Molenwacht Vlaams-Brabant, maar daarbij werd het regelmechanisme en het lagerpunt uitgehaald.

De nazaten van André Pittomville en Betty Van Goidsenhoven (die het complex in 1983 hadden geërfd) verkochten  het hele complex in 1995 aan het echtpaar Johan Ulens - Marina Keuleers. Zij maakten er een ecologische boerderij van en verhuurden delen in het kader van plattelandstoerisme. Ecowatt nv, toen nog gevestigd in Rotselaar, onderzocht de mogelijkheid van elektriciteitsopwekking met waterkracht.

De Koningsmolen werd op 10 juni 1999 door Vlaams minister Luc Martens beschermd omwille van het algemeen belang gevormd door de historische en industrieel-archeologische waarde: de molen met hoevegebouwen, cichoreiast, Getebrug met inbegrip van alle toebehoren als monument en samen met de omgeving als dorpsgezicht.

De molenstuw creëert een verval van een tweetal meter en vormde een barrière voor de stroomopwaartse vismigratie. Op de rechteroever is een bypass of nevengeul van ongeveer 240 meter aanwezig, wat ruimschoots lang genoeg is om het door de molenstuw gecreëerd niveauverschil op een vrij natuurlijke manier op te vangen. Via deze bypass kan het water rond de molen omgeleid worden. In de praktijk werd die bypass enkel in gebruik genomen bij werkzaamheden aan de watergevel of de sluis. De Vlaams-Brabantse Provinciale Visserijcommissie lanceerde het voorstel om in de bypass een vistrap met maaskeien Langs de Koningsmolen is een verval van ongeveer 2 meter. Ter bevordering van vismigratie werd de nevengeul in 1999 ingericht met drempeltjes van losse stenen, versmallen en verbreden, wilgen en dergelijke. Het project werd gerealiseerd in samenwerking met het Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer, nadat het een jaar voordien was opgenomen in het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (GNOP)  van de gemeente Landen. Het werd voor 50% gesubsidieerd door de Vlaamse Overheid. Vanaf dan werd het debiet van de Kleine Gete verdeeld tussen de nevengeul en de Watermolen zodat permanente vismigratie mogelijk moest worden.

De toegang tot de visnevengeul is te ver stroomafwaarts gesitueerd, ongeveer 90 m stroomafwaarts van de molenstuw. De uitstroom van een visdoorgang moet in principe de turbulentiezone die door de stuw gecreëerd wordt zo dicht mogelijk benaderen. De ideale situatie wordt bekomen wanneer de uitstroom van de visdoorgang zich op de scheidingslijn van de turbulentiezone bevindt. 

In 2003 en 2004 werd de visnevengeul bij de Koningsmolen onderzocht met behulp van radiotelemetrie. Er werd in deze evaluatiestudie specifiek gekeken naar het gebruik van de visdoorgang door (beek)forellen. Een aantal forellen werden er uitgerust met een radiozender. Hun verplaatsingen laten ons toe te stellen dat, ondanks de niet optimale inplanting van de stroomafwaartse toegang tot de visnevengeul, ongeveer 70% van de gezenderde forellen de toegang tot de nevengeul vinden. Indien de uitstroom van de visnevengeul beter gesitueerd zou zijn, namelijk ter hoogte van de scheidingslijn van de turbulentiezone van de molenstuw, dan zou de efficiëntie van de nevengeul nog verhoogd kunnen worden.

Bij het onderzoek in oktober 2003-maart 2004 door het Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij, afdeling Water, werd vastgesteld dat ongeveer 70% van de gezenderde forellen de toegang tot de nevengeel weet te vinden. Toch migreerde slechts 30% van de gezenderde vissen stroomopwaarts van de nevengeul.

Een zijbeek van de Kleine Gete, de Waerbeek, werd in 2012 gedeeltelijk "ontbuisd" en er werd verbinding gemaakt met de bypass bij de Koningsmolen, zodat die nu meer water ontvangt. Een belangrijke opmerking is dat de nevelgeul voor de bouw van de Koningsmolen de oorspronkelijke bedding van de Kleine Geul uitmaakte. 

In 2005 werd het molencomplex verkocht aan Jan Vaes en Sara Perguy uit Hoegaarden, aangezien Johan Ulens en Marina Keuleers naar de Vogezen zouden verhuizen. De gastenverblijfplaats bleef behouden, maar er werden geen hoevedieren meer gehouden. Onder Jan Vaes vonden er in de hoeve opnames van het kookprogramma van Piet Huysentruyt plaats

Het domein werd in 2007 opnieuw verkocht aan Lieven Callewaert en Judith Heezen. Ze richtten in 2014 de cvba De Koningsmolen op, met als hoofddoel: "het actief meebouwen aan een duurzame en ecologische samenleving door het beheren en ontwikkelen van het domein "De Koningsmolen" als een motor voor maatschappelijke verandering, welke, door diens unieke integratie van wonen, werken en leren, een nieuwe betekenis aan de gemeenschap van deze tijd geeft". Om het doel te bereiken behoorde tot de activiteiten: "productie en distributie van energie, zoals elektriciteit en warmte". Hiertoe wilden ze de Girard-turbine laten herstellen en er groene stroom mee opwekken, naar een ontwerp van architect Willem Brankaer uit Overijse. De provincie Vlaams-Brabant verleende in augustus 2014 een subsidie van 10.000 euro voor het project rond "woningdelen" in Eliksem.

Vlaams minister Geert Bourgeois van Onroerend Erfgoed kende de cvba De Koningsmolen in mei 2015 een erfgoedpremie van 182.983 euro (excl. BTW) toe voor de bestaande molentechnieken (maalinstallatie), de stuw en de rivierwanden. De keermuren/watermuren verkeren in een slechte toestand zodat een dringende basisrestauratie zich opdrong. Dit zou gekoppeld worden aan een integrale restauratie van de molen en site. De molen zou na restauratie weer malen en elektrische stroom produceren. Het geplande nieuwe waterwiel en de installatie van een elektromechanische installatie voor de stroomopwekking zouden geen toelage krijgen. De totale kosten van deze werkzaamheden werden geraamd op 390.769 euro (excl. BTW). Aangezien deze werken (nog) niet uitgevoerd werden, volgde geen uitkering van deze erfgoedpremie.

Eind 2015 kreeg de cvba Koningsmolen een bouwvergunning voor de herbestemming van de hele site tot een dynamische omgeving met een mix van functies (naar een ontwerp van KOPLAMP Architecten uit Roeselare):
- 12 woonhuizen (ondergebracht in de molenaarswoning, voormalige hoeve en stallen en hobbitwoningen)
- 12 gastenkamers met een capaciteit van 30 bedden
- Unieke ontmoetingsruimte in de ast voor workshops, tentoonstellingen, en dergelijke
- Restaurant en ontmoetingsplek in de watermolen
- Wellness met sauna, binnen- en buitenbad in een nieuwbouw op de rechteroever
- Groentenserre

De toekomst

Wegens emigratie van de eigenaars naar de westkust van Canada, werd het domein - 1,3 hectare groot - sinds 31 november 2018 in zijn geheel of in delen te koop aangeboden door vastgoedmakelaar Miss Miyagi uit Leuven. Deze is gespecialiseerd in de verkoop van “buitengewoon vastgoed”. Hun doel is om ongewone gebouwen terug een nieuw leven in te blazen. Ze verkochten onder andere het Papiermoleken in de Oaselaan in Leuven.

Volgens Miss Miyagi biedt het domein De Koningmolen, samen met de aansluitende bouwgrond, veel mogelijkheden voor herbestemming. In het groen én in de dorpskern lijkt dit vooral een uitgelezen kans voor een unieke collectieve woonomgeving. Bij voorkeur zorgen ook een aantal bijkomende publieke functies dat de site toegankelijk is en beleefd wordt voor een grotere groep. Veel studiewerk is al afgerond waardoor de koper een nagenoeg geëffend pad kan betreden.

De huidige gebouwen zijn voorzien van twee woonhuizen en twee studio’s. Het oude landhuis (de molenaarswoning), gekoppeld aan de watermolen, verkeert deels in gerenoveerde staat en is gelegen langsheen de Kleine Gete. Een tweede woning werd voorzien in de oude stallen en is geheel in goede staat. Aan de straatzijde zijn in de oude stallen 2 studio’s voorzien. Daarnaast zijn er 2 grote schuren met bijhorende stallen en een ast met een hoogte van 15 m. Aan de rechteroever is een perceel gelegen waar, onder voorwaarden, gebouwd mag worden.  

Het aan de noordkant tegen de ast aangebouwde volume werd gesloopt. Van de volmolen op de rechteroever zijn geen zichtbare relicten bewaard. Een archeologisch onderzoek zou toelaten om de eventuele aanwezigheid van oude funderingsmassieven in kaart te brengen. 

Er zijn drie scenario's voor herbestemming uitgewerkt. Naast het al vergunde project voor een gemengde bestemming (zie hoger), werkte vastgoedmakelaar Miss Miyagi uit Leuven twee bijkomende scenario’s uit. Deze zijn bij de huidige verkoop niet bindend, maar tonen de mogelijkheden zo concreet en realistisch mogelijk .De scenario's werden afgetoetst met de dienst stedenbouw van de stad Landen, het Agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse overheid, het Regionaal Landschap Zuid-Hageland en de provincie Vlaams Brabant.  

Het tweede scenario is een herbestemming tot een collectief woonproject, met een mix van 15 à 17 woningen met maximale collectieve open ruimte. De watermolen wordt hierin samengevoegd met een deel van het centrale deel van het landhuis  Het derde scenario is een herbestemming tot een woninggroep, met een viertal grote woningen of praktijkruimtes die onafhankelijk van elkaar functioneren. 

In elk scenario is het niet de bedoeling de watermolen als strikt privaat domein te zien. Er zou een wandelpad voorzien worden naar de turbine zodat voorbijgangers ook naar de molen kunnen gaan. De plannen met de watermolen variëren van een ontmoetingscentrum, opleidingscentrum, een informatiepunt, een ambachtencluster tot een horecazaak tot zelfs een bedrijfsklare watermolen. Er wordt geopteerd om de turbine te gebruiken om elektriciteit op te wekken. Het zou mogelijk zijn om via de turbine het volledige domein van elektriciteit te voorzien. Samen met een compact paviljoen aan de overzijde van de Gete (waar de volmolen stond) kan de watermolen, ermee verbonden langs het bestaande bruggetje, zo een publiek hart van de site vormen.

Bouwkundige en technische beschrijving

Molengebouw

Het molengebouw, in kalk- en baksteen opgetrokken, leunt aan bij de molenaarswoning en maakt deel uit van een vierkantshoeve met een binnenplein. De paardenstallen bevatten prachtige gewelven rustend op arduinen pilaren. De molenaarswoning werd, vermoedelijk rond de eeuwwisseling voorzien van een cementbepleistering. Een kleine blauw-witgestreepte ingangsdeur verschaft toegang tot de maalderij. Een dakkapel met luiwerk voor het ophalen van de graanzakken in de voorgevel werd net voor de verkoop aan de huidige eigenaars bij een 'vernieuwen' van het dak (met cementpannen) weggelaten. De hoeve werd al gedeeltelijk gerenoveerd. Bepaalde gebouwen zijn bewoonbaar, andere zijn licht gerenoveerd, maar ook andere zijn in zeer slechte staat. De watermolen zelf verkeert uitwendig in relatief goede staat en het interieur werd met eigen middelen hersteld.

Het sluiswerk  

Bij de molenstuw is er een verval van ruim twee meter. Maal- en lossluis met houten schuiven. De maalsluis heeft een tandheugel op de ijzeren borstboom. IJzeren brug. Krooshek aanwezig.

De bypass of nevengeul 

Op de rechteroever bevindt zich de 240 meter lange bypass of nevengeul waarvan de instroom voorzien is van een sluiswerk met twee schuiven. Voor de bouw van de molen maakte deze geul de hoofdloop uit van de Kleine Gete. De bypass werd in 1999 weer permanent van water voorzien en ingericht als vistrap met maaskeien.

De turbine 

Het waterrad werd in 1925 vervangen door een tweedehandse Girard-turbine in een bakstenen turbinekamer met massieve steunbeer naast de sluis. De turbine heeft een verticale ijzeren spil met een riemschijf. De (nu weggehaalde) riem kon doorheen twee sleuven in de watergevel het binnenwerk aandrijven. De turbine en de riemschijf verkeren in slechte staat en het regelmechanisme en het lagerpunt werden bij een schoonmaakbeurt in 1995 weggehaald. In Vlaanderen bezitten nog slechts vier andere watermolens een Girard-turbine: de Watermolen van Asbeek in Asse, de Oyenbrugmolen in Grimbergen, de Schemelbertmolen in Liezele (Puurs-Sint-Amands) en de Neermolen in Neeroeteren (Maaseik).

Het gaande werk

- Meelzolder

De Koningsmolen bezit geen tandraderen, daar de gehele overbrenging via drijfriemen gebeurde.

Een - nu weggenomen - drijfriem op de riemschijf van de turbineas brengt de kracht van het water over naar de riemschijf op de ijzeren koningsspil. Deze draagt nog vier andere indrukwekkende riemschijven. Drie ervan stonden in voor de rotatie van de peerijzers die de lopers van de drie steenkoppels aandreven. Deze peerijzers zijn voorzien van een taatspot die op sierlijke gietijzeren sokkels zijn geplaatst. Deze werden op afgedankte natuurstenen (Engelse) molenstenen gezet. Van het derde steenkoppel is het peerijzer verwijderd. Van deze drijfriemen is er nog slechts één aanwezig, met verbinding naar het ene nog intacte steenkoppel. De riemaanspanner is bevestigd aan één van de drie gietijzeren pilaren die de moerbalken van de zoldervloer schragen. 

De bovenste riemschijf op de koningsspil werd aangebracht bij de plaatsing van de elektrische motor op de steenzolder. Deze motor kon eveneens alle steenkoppels en toestellen op de steenzolder met riemen aandrijven. 

Het meel werd opgevangen in zakken aan drie meelpijpen zonder goten. Van het middelste steenkoppel is de meelpijp weggenomen. Tegen de deur naar de turbine is een vierde meelpijp vanuit de haverpletter en tegen de wand van het woonhuis zijn er nog vier meelpijpen vanuit de buil.

We treffen in deze zolder drie jacobsladders aan. De eerste, een graanelevator, reikt naar de vloer van de luizolder en leidt het graan naar het nog maalvaardige steenkoppel. De twee andere  zijn gedeeltelijk ontmanteld: een schuingeplaatste jacobsladder, een meelelevator, voedde de buil en de daarachter geplaatste verticale jacobsladder voedde de graankuiser. 

- Steenzolder

Op de steenzolder zijn er drie maalstoelen: een natuurstenen koppel met een recht pandscherpsel voor tarwe- en roggemeel en twee kunststenen koppels. Een ervan heeft een regenboogscherpsel en een diameter van 1,50 meter en diende voor het malen van gerst en haver, .

Het steenkoppel aan de westelijke wand is nog werkklaar; het steenkoppel aan de oostelijke kant mist een deel van de steenkist. Van het middelste steenkoppel ontbreekt de meelpijp. In de kistdeksels zijn telkens twee gaten gemaakt om de stenen te kunnen zien draaien. Bij het nog maalvaardige steenkoppel is een steenkraan opgesteld met twee hendels om met beide handen deze kraan te bedienen voor het lichten van de loper of bovenste molensteen.

Tegen de westelijke wand staat een kleine, ijzeren haverpletter. Het geplette haver valt in een pijp die leidt naar een smalle goot.

Tegen de wand van het woonhuis staat de grote buil, overspannen met een metalen gaas, waarmee drie verschillende bloemfracties bekomen worden. De buil wordt gevoed met de eerder besproken schuine jacobsladder of meelelevator. Van de builkast ontbreken vooraan twee deksels.

In het plafond draaien twee transmissieassen. De eerste as drijft de haverpletter en een verticale archimedesschroef aan die het gereinigde graan van de graankuiser naar het middelste steenkoppel leidt. De tweede as drijft de jacobsladders en de buil aan. Deze lange as reikt over zowat de hele de zolder en wordt aangedreven door een elektromotor, geplaatst op een verhoog tegen de oostelijke wand. Op die manier kunnen ook alle toestellen op motorkracht aangedreven worden.

- Luizolder

Een trap leidt naar de luizolder waar het luiwerk grotendeels verdwenen is. De korte luias met riemschijf stond in voor het mechanisme van de hijsinrichting maar ligt nu gedemonteerd in een hoek. Deze ontmanteling gebeurde in 1994 bij de afbraak van de dakkapel in de voorgevel ter gelegenheid van de renovatie van het dak met cementpannen. 

Op de luizolder bevindt zich eveneens een grote graankuiser met een ijzeren gaatjestrommel. Via een gecreëerde luchtstroom werd het graan van alle takjes en stof gezuiverd door deze te leiden naar een buis doorheen het dak. Het gereinigde graan viel doorheen een valpijp naar een buis met vijzel en werd zo rechtstreeks naar een van de steenkoppels gebracht. De graankuiser werd gevoed door een jacobsladder waarvan enkel de rechtstaande pijpen nog overblijven.  

Op deze zolder staat ook een tuimelvat om boter manueel te karnen.

Andere aanwezige losse toestellen zijn: een 'baskuul', een slijpsteen, twee wanmolens en een hydraulische krik.

Eigenaars na 1830:

- voor 1834, eigenaar: Massa Jean, de weduwe, landbouwster te Eliksem
- 1838, verkoop: Massa Pierre Antoine, molenaar te Eliksem
- 18.12.1877, erfenis: a) Massa-Stevens Pierre Antoine, de weduwe, te Eliksem en b) Persoons-Massa Leon, landbouwer te Ezemaal
- 28.07.1889, erfenis: Persoons-Massa Leon, de weduwe, huishoudster te Ezemaal (overlijden van de weduwe Stevens van Pierre Massa)
- 23.10.1919, verkoop: Société anonyme "Alimenta", te Sint-Joost-ten-Node (notaris Swinnen)
- 20.12.1924, verkoop: Van Goidsenhoven Theophiel Marie Hortense Paul, industrieel te Ezemaal (notaris Corthouts - "bâtiment ayant servi de moulin, fabrique de margarine")
- 10.12.1940, verkoop: Van Goidsenhoven-Baldewijns Leon Jules Henri Guillaume, fokker te Chailly-en-Brie (F) (notaris Corthouts)
- 22.01.1953, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden van Leon Van Goidsenhoven)
- 26.07.1983, erfenis: Van Goidsenhoven Betty Bertha Elisabeth Philomène, echtgenote Pittomville André Emmanuel Joseph, te Eliksem
- 1995, verkoop: Ulens Johan & Keuleers Marina
- 2005, verkoop: Vaes Jan & Perguy Sara uit Hoegaarden
- 2007, verkoop: Callewaert Lieven & Heezen Judith
- 2019: verkoop.

Maarten OSSTYN, Lieven DENEWET, Herman HOLEMANS

Aanvullende informatie

De Schepper Jo, ‘Gesloten hoeve met watermolen’, 1999, op: https:// inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/4344

Beknopte karakterisering
Typologies: boerenwoningen, gesloten hoeven, schuren, stallen, watermolens
Datering: 18de eeuw, tweede kwart 19de eeuw

Beschrijving

De Koningsmolen is een uniek voorbeeld van een watermolen, oorspronkelijk een hertogelijke banmolen (later uitgerust met een zeldzame Girard-turbine) in combinatie met een oude brug/vierkantshoeve/cichoreifabriek met ast, als geheel te dateren vanaf de 15de eeuw (oude kern) tot circa 1900.

Historiek

Ten tijde van het oude Hertogdom Brabant bezat Eliksem de belangrijkste watergraanmolen van de streek: de Koningsmolen. De achtergrond van deze benaming valt niet echt te achterhalen (onder andere de Spaanse koningen en de alom gekende overnachtingen van 'keizer' Napoleon). De molen behoorde toe aan de edele families van Winde en Wange.

In 1283 besliste de hertog Jan I van Brabant dat de inwoners van Eliksem, Laar, Overwinden, Neerwinden, Hakendover, Wulmersum en Meer hun graan moesten laten malen in de Koningsmolen. Nochtans bedroeg de maalprijs van deze banmolen meer dan die van de molen van Linden, Tienen, Halen en Meldert samen.

De auteur Piton beschrijft het vervangen der molenstenen in 1432 en 1469.

Wegens onlusten en oorlogen werd de molen soms stilgelegd zoals in 1579 voor drie jaar. Muitende soldaten staken hem in brand in 1602 en dit gebeurde meermaals tot bij de restauratie in 1710. Hij bleef ook drie jaar buiten dienst ten gevolge van de Eerste Slag bij Neerwinden op 29 juli 1693.

De eerste ons bekende huurder was Jean Rosendaele die de molen huurde van 1403-1404 voor "150 muids de seigle". Guillaume Gison sluit de indrukwekkende lijst van huurders af van 1783-1789.

Als meer recente eigenaars noteren we: Massa Pierre-Antoine (1844), Persons en Van Goidsenhoven. De molen (in werking tot 1958) werd onder deze laatste eigenaar de draaischijf van een eigenaardig agro-industrieel geheel met brouwerij, margarinefabriek (tot 1922) en cichoreibranderij 'Chicoree des Rois' (tot na de Tweede Wereldoorlog) alles binnen een straal van 100 meter.

Beschrijving

Molengebouw en hoeve

De molenaarswoning, vermoedelijk uit de 18de eeuw, die in 1846 een restauratie onderging, maakt deel uit van een industrieelarcheologisch uitzonderlijke site.

Het molengebouw werd in 1406 uit metselwerk van kalksteen en baksteen opgetrokken, maar de molen bestond reeds voordien. De witgekaleide hoevegebouwen rondom het binnenplein, die onlangs werden opgeknapt (hoeve en hoevetoerisme), geven het ganse complex een rustiek aspect.

De paardenstallen bevatten prachtige gewelven rustend op arduinen pilaren. De molen als gaaf ambachtelijk bedrijf leunt aan bij het woonhuis, dat in het glas-in-loodraam het jaartal 1846 laat aflezen. Deze molenaarswoning werd, vermoedelijk rond de eeuwwisseling voorzien van een cementbepleistering. Een kleine blauw-witgestreepte ingangsdeur verschaft toegang tot de maalderij. Een dakkapel met luiwerk voor het ophalen van de graanzakken in de voorgevel werd net voor de verkoop aan de huidige eigenaars bij een 'vernieuwen' van het dak (met cementpannen) weggelaten.

Gaande werk

De waterturbine met verticale as bevindt zich in een turbinekamer naast de sluis. Zij werd door De Molenwacht Vlaams-Brabant van onder het slib gehaald. Het betreft hier een Girard-turbine, evenwel ontdaan van elk regelmechanisme. Naar verluidt ging het om een tweedehandsmachine. Buiten de onlangs gerestaureerde Girardturbine van de molen van Neeroeteren is deze turbine uniek in Vlaanderen. Net als in Neeroeteren wordt de kracht van het water via riemen overgebracht naar de maalderij.

Het moleninterieur onder de maalvloer wordt beheerst door de koningsas, waarop zich vier indrukwekkende wielen bevinden. Ze staan onder meer in voor de rotatie van de twee peerijzers die, voorzien van een taatspot, op sierlijke gietijzeren sokkels zijn geplaatst. Deze werden op afgedankte natuurstenen molenstenen gezet.

Drie gietijzeren pilaren met riemaanspanners schragen de maalvloer. Er zijn nog drijfriemen aanwezig. Tegen de muur komen vijf meelgoten, afkomstig van de buil, naar beneden. Deze molen bezit dus geen tandraderen, daar de gehele overbrenging via drijfriemen gebeurde.

Op de maalvloer bevinden zich nog twee maalstoelen (oorspronkelijk drie). Een (natuurstenen) koppel voor tarwe- en roggemeel is voorzien van een recht pandscherpsel). Het andere (kunststenen) koppel voor gerst en haver voorbehouden, is gescherpt met een regenboogscherpsel (diameter 150 centimeter). Tegen de muur staat een koppel reserve kunststenen. Karen en steenkisten zijn nog aanwezig.

Verder treffen we nog aan: buil, haverpletter, galg met toebehoren, een graankuiser, twee graanelevatoren, één meelelevator, een 'baskuul' een slijpsteen, een archimedesschroef, twee wanmolens en een hydraulische krik. Een trap leidt naar de luizolder waar het luiwerk grotendeels verdwenen is. Er rest enkel nog een as met wiel dat instond voor het mechanisme van de hijsinrichting, onderaan de uitgebouwde daknis.

De maalderij werd in 1958 buiten gebruik gesteld en is nu niet meer maalvaardig.

Sluiswerk en bypass

Bakstenen turbinekamer, groot verval (drie tot vier meter) en massieve steunbeer (kalk- en baksteen). De maalsluis met zijn tandheugel op de ijzeren borstboom alsook een ijzeren doorhangende brug zijn in verval geraakt. Een restant van het krooshek is nog voorhanden. De andere schuiven van de sluis zijn verdwenen. Er werden twee sleuven in de gevel gemaakt waarlangs de drijfriemen het turbinerad met het 'koningswiel' in de maalruimte verbonden.

Op de rechteroever bevindt zich de bypass waarvan de instroom voorzien is van een sluiswerk met twee schuiven. De bypass ligt in een perceel dat eigendom is van de eigenaars van de molen. Er bestaan plannen om de bypass in te richten als vistrap.

Cichorei-ast

De cichorei-ast is achttien meter hoog met zes niveaus. De ast herbergde tot na de Tweede Wereldoorlog de cichoreifabriek 'Chicoree des Rois'. Het gebouw is in vrij goede staat en er zijn nog diverse sporen van de vroegere bedrijvigheid af te lezen. Het gaat om een toren op rechthoekig plan. De gevels zijn omkaderd en onderverdeeld door lisenen met bovenaan muizentandlijst. Gevelopeningen met segmentbogige omlijsting met andere baksteen. Ook ronde openingen bovenaan.

Getebrug

De Getebrug is een stenen brug uit 1530 met twee bogen die werd gebouwd door Pieter Scherx, 'meester werckman van metselrijen der Stadt van Leeuwe'. Eertijds was men hier ook verplicht doorgangsgeld te betalen aan de molenaar. Deze brug vormt een onverbrekelijk geheel met de molensite en verdient op zich bescherming als monument.

Omgeving

In de omgeving van deze historische molensite aan de rand van het dorp Eliksem zijn belangrijke elementen de verlaten industriegebouwen, zoals een bakstenen margarinefabriek op de rechteroever van de Kleine Gete, een brouwerij en hoeve op de linkeroever en de blokvormige cichoreifabriek, achter de molen gelegen. De bovenwaterloop is rijk begroeid met bomen en vlierstruiken die het geheel vrij schilderachtig inplanten.

Is beschermd als
- Gesloten hoeve met watermolen
- Watermolen Koningsmolen en Getebrug
- Watermolen Koningsmolen: omgeving
maakt deel uit van Eliksem

--------------------------------------

Het beschermingsbesluit.
Bij besluit van de Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn van 10 juni 1999 wordt beschermd, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij decreet van 22 februari 1995 :
Wegens zijn historische en industrieel-archeologische waarde :
- als monument :
De "Koningsmolen" met hoevegebouwen, cichoreiast, Getebrug met inbegrip van alle toebehoren, gelegen te Landen (Eliksem), Brouwerij straat 68;
bekend ten kadaster :
Landen, 10e afdeling, sectie B, perceelnummer(s) 491/DEEL;
Landen, 9e afdeling, sectie A, perceelnummer(s) zonder nr., 114G, 115E/DEEL, 115F.
Wegens zijn historische en industrieel-archeologische waarde :
- als dorpsgezicht :
de omgeving v/d turbinewatermolen, gen. de "Koningsmolen", gelegen te Landen (Eliksem), Brouwerijstraat 68; Landen (Ezemaal) Schabergstraat;
bekend ten kadaster :
Landen, 10e afdeling, sectie B, perceelnummer(s) 491;
Landen, 9e afdeling, sectie A, perceelnummer(s) 106T, 106V, 106W, 108M, 108N, 108P, 109K, 109M, 115E/DEEL, 121P, 121R, 122D, 122E, 214L.

Koen Plaisier, "Leven op de koningsmolen.... mijn ervaringen", www. koningsmolen. be (13.01.2014)
Wat bedoeld was als een tussentijdse oplossing om ergens te wonen is uitgegroeid tot een fijne manier van leven.
Ik ben in 17 jaar tijd 15 keer verhuisd. Van de ene plek naar de andere, telkens weer op zoek. De 15e keer was naar de Koningsmolen, wederom als tussenfase. En nu woon ik hier al meer dan een jaar.
Gaandeweg kreeg ik het gevoel ergens bij te horen, deel uit maken van een groep mensen waar ik me thuis bij voel. Wat niet wil zeggen dat we het altijd eens zijn met elkaar. Maar er is ook plek voor verbondenheid over de verschillen heen.
De Koningsmolen is voor mij een plek waar groeikansen ontstaan, om mijn talenten verder te ontwikkelen. Van tuinieren, koken, gesprekken hebben, hout zagen, tot genieten van het niets doen.
Ergens had ik ook een beetje schrik dat het de zoveelste leefgemeenschap zou zijn met veel regeltjes en groepsgevoel-verplichtingen. Maar niets is minder waar. Ik voel me verbonden met de anderen die hier wonen en toch heb ik mijn eigen plek hier, mijn eigen ruimte, mijn eigen vrijheid. Het samenleven verloopt organisch en in vrijheid. Omdat ieder zijn verantwoordleijkheid opneemt voor zichzelf.
Ergens bij horen, groeikansen krijgen en vrijheid zijn voor mij de ideale voedingsbodem om ook zomaar iets voor de anderen te doen zonder er iets voor terug te verwachten. Gewoon omdat het leuk is om voor de andere bewoners iets te doen. En weet je, ze doen dat ook voor mij.
Het is hier echt fijn leven!

Archieven en landkaarten
- Rijksarchief Leuven - 51 - 7631. Schepengriffies arrondissement Leuven, nr. 7631. Akten betreffende de heerlijkheid Eliksem, 16de-17de eeuw.
- Rijksarchief Leuven - 51 - 7632. Schepengriffies arrondissement Leuven, nr. 7632. Varia (17de eeuw), met o.a. Figuratieve kaart van Eliksem, afschrift door secretaris J.F. Wouters in 1737.
- Rijksarchief Leuven - 35 - 12. Tolkamer van Tienen, nr. 12. Voorwaarden voor het verhuren van de molen en het recht van de doorgang op de Gete te Eliksem, 1630-1792 (1 omslag).
- Privaat archief Dr. Hans Jacobs, Tienen, handschrift nr. 543. “Overbrenghinghe” van Eliksem, 05.03.1686 (afschrift door secretaris J.F. Wouters, 1745).
- Jan van Call, “Plan du Passage des Lignes de Brabant, Forcées le 18 Juillet 1705, par les Armees des Allieez (...)”, Kaart van het doorbreken van de Franse linies in Brabant met de slag bij Eliksem op 18 juli 1705 door de Geallieerden onder de hertog van Marlborough en de Heer van Ouwerkerk. 1705/1729, ets op papier, 37,9x46,6 cm, Rijksmuseum Amsterdam, nr. RP-P-1939-1442, ref. FMH 3372.
- Fricxkaart (1712)
- Villaretkaart (1745-1748)
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- "Cadastre primitifs. Plans. Com(mun)ne d'Elixem", opgemaakt door landmeter Gusten in 1830-1834.
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1842)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860)

Gedrukte bronnen
- J(acobs) M. (ed.), "Tableau de classifications des propriétés foncières-1812", Anderlectiana, jg. 3, 1978, 10, p. 10-11.
- Meerts Ch., "Dictionnaire géographique et statistique du Royaume de Belgique (...), Brussel, 1845, p. 219.
- Vander Maelen Ph. & F.J. Meisser F.J., "Dictionnaire géographique de la province de Liège", Brussel, 1831, p. 57.

Werken
- Buysse David, Martens Seth, Baeyens Raf & Coeck Johan, "Onderzoek naar de migratie van forellen door de visnevengeul bij de Koningsmolen in Eliksem", Brussel, Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek, 2006, 22 p.
- Denewet Lieven, "Volmolens in Vlaanderen en Waals-Brabant. Deel 1. Geografische en chronologische inventaris", in: Molenecho's, jg. 15, 1987, 2-3 (themanummer), p. 66, 153.
- De Schepper Jo, "Gesloten hoeve met watermolen’' 1999 (beschermingsdossier) 
- Holemans Herman, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 4: arrondissement Leuven (A-L)", Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem', 1993, p. 31.
- Kempeneers Paul, "Hakendoverse Plaatsnamen (II)", Naamkunde, jg. 23, 1991, p. 92-137 (119).
- Kempeneers Paul, "Sprokkel 395: Het Kasteel van Eliksem", kempeneers.org, geplaatst op 19.07.2018.
- Kempeneers Paul, “Zijsprokkel 148: Eliksem in 1686", kempeneers.org, geplaatst op 10.10.2018.
- Koplamp Architecten, "Koningsmolen te Eliksem (Landen). Bouwhistorische nota", Roeselare, 2013.
- "Landen. Milieujaarprogramma 2013", Landen, Stadsbestuur, 2012, p. 44-45.
- Miss Miyagi, "Aankoophandboek Koningsmolen, Eliksem", Leuven, 2018.
- Piton Ernest, "Au Pays de Landen. Le vallon de la Petite Ghète", Thiunas, jg. 10, 1936, 5-6, p. 1-20.
- Wauters Alphonse, "La Belgique ancienne et moderne. Géographie et histoire des communes belges. Continuation. Arrondissement de Louvain. Canton de Tirlement (Communes rurales, première partie"), Brussel, 1875, p. 54.

De Koningsmolen werd niet opgenomen in:
- Delmeire R., Molens van Groot-Landen, Ons Landens Erfdeel, jg. 8, 1985, nr. 24, 128 p.
- Duwaerts M.A. e.a., De molens in Brabant, Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de

Provincie Brabant, 1961, 325 p.
- Ver Elst André, De Brabantse watermolens in beeld / Les moulins à eau brabançons en images, Zaltbommel, Europese bibliotheek, 116 p.

Persberichten
- Lambrechts Dirk, "Bewoners willen installaties weg van brouwerij en molen. Zuiveringsstation bedreigt dorp", Het Nieuwsblad, 03.06.2005.
-Lambrechts Dirk, "Koningsmolen opnieuw verkocht. Familie Ulens ruilt Haspengouw voor Vogezen", Het Nieuwsblad, 08.06.2005.
- BE, "Jan Vaes, nieuwe eigenaar. 'Bed and breafast heeft toekomst", De Standaard, 12.12.2006.
- Lambrechts Dirk, "Rust keert weer op Koningsmolen", Het Nieuwsblad / De Standaard, 13.12.2008.
- Lambrechts Dirk, "Water en vuur. Koningsmolen met cichorei-ast in top tien van Open Monumenten", Het Nieuwsblad, 13.09.2010.
- Lambrechts Dirk, "Nieuwe bestemmingen voor waardevolle gebouwen. Woningdelen een oplossing voor vierkanthoeves", Het Nieuwsblad, 10.01.2011.
- Dekeyzer Vanessa, "Co-housing in beschermde Koningsmolen. Historische site wordt omgebouwd tot woondorp", Het Laatste Nieuws, 04.06.2014.
- Lambrechts Dirk, "Vierkantshoeve omtoveren in een zelfvoorzienend dorp. Herbestemming van het beschermde monument De Koningsmolen", Het Nieuwsblad, 17.08.2014.
- HCH, "Al vijf gezinnen kiezen voor wonen in Koningsmolen", Het Laatste Nieuws, 06.09.2014.
- VRS, "Koningsmolen wordt klein woondorp in dorp Eliksem", Het Nieuwsblad, 09.09.2014.
- SDB, "784.000 euro voor Sint-Petrushoeve en Koningsmolen", Het Laatste Nieuws, 11.04.2015.
- Dekeyzer Vanessa, "Garageverkoop in Koningsmolen", Het Laatste Nieuws, 26.07.2018.
- Dekeyzer Vanessa, "Koningsmolen zoekt nieuwe bewoners", Het Laatste Nieuws, 26.12.2018.
- IF, "Koningsmolen aan Brouwerijstraat staat te koop. Gezocht: nieuwe bewoners voor historische graanmolen", Het Nieuwsblad, 07.01.2019.

Websites
www. koningsmolen. be (thans offline).
www. missmiyagi.eu
www. molenechos.org
www. onroerenderfgoed.be
www. samenhuizen.be

Personen
- Denewet Lieven, over de geschiedenis
- Van Den Eynde Karel (van vastgoedmakelaar Miss Miyagi), Leuven, over de toekomstplannen

Overige foto's

transparant

<p>Koningsmolen<br />'s Hertogenmolen</p>

Foto: Donald Vandenbulcke, 18.05.2010

<p>Koningsmolen<br />'s Hertogenmolen</p>

Foto: Aim? Smeyers, Alsemberg

<p>Koningsmolen<br />'s Hertogenmolen</p>

Foto: Robert Van Ryckeghem, 24.08.2001

<p>Koningsmolen<br />'s Hertogenmolen</p>

Foto: Robert Van Ryckeghem, 24.08.2001

<p>Koningsmolen<br />'s Hertogenmolen</p>

Foto: Robert Van Ryckeghem, 24.08.2001


Laatst bijgewerkt: dinsdag 8 oktober 2019
Stuur uw teksten over deze molen
Stuur uw foto's van deze molen
  

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in databasezoek op provincieStuur een e-mail over molen <p>Koningsmolen<br />'s Hertogenmolen</p>, Eliksem (Landen)homevorige paginaNaar Verdwenen Molens