De Moulin de Rechivral, genoemd naar het gelijknamig gehucht, bezit een ingebouwd metalen bovenslagrad. De molen ligt op de flank van een helling, waarbij de waterloop via een goot in het gebouw geleidt wordt. Het natuurstenen gebouw is goed bewaard gebleven, maar het metalen bovenslagrad is aan roestvorming onderhevig. Het binnenwerk is nog integraal aanwezig. De familie Cravatte is de huidige eigenaar. Als eerste molenaar, van 1857 tot 1861, wordt Mathieu Rossion vermeld. Op de Ferrariskaart van 1770 staat de molen getekend langsheen de Laval. De molen werd blijkbaar verplaatst, want op de kaart van Van der Maelen is de molen getekend op een dertigtal meter achter de Laval. Op 27 oktober 1792 gaf de heerlijkheid Laval-Remagne haar domein in eeuwige pacht aan de familie Cawet, die er het gebruik zal van verwerven op 1 mei 1803. In 1849 worden de molen en de molenaarswoning door brand verwoest. De twee gebouwen worden heropgericht maar met wijziging van de volumes. In 1857 vinden we er de molenaarsfamilie Vermeersch, afkomstig van Leffinge. Rond het jaar 1918 wordt de molen verkocht aan de familie Remacle, die overgekomen zijn van de nabijgelegen molen van Héropont. Om watertekort op te vangen werd een motor met zuiggas geplaatst. Na het vertrek van Alphonse Remacle naar Frankrijk, is Ernest Cravatte met zijn gezin zich op de molen komen vestigen. Hij was niet alleen molenaar maar tevens smid. Zo heeft hij het metalen wiel nog volledig hersteld met klinknagels. Ook bracht hij verbeteringen aan, en plaatste een Blackstone motor. Julien Cravatte was de laatste molenaar. Hij legde de molen stil bij de invoering van de B.T.W.-administratie rond 1970. Samenstelling: Aimé Smeyers, Alsemberg
|