Molenzorg
navigatie Meldert (Aalst), Oost-Vlaanderen
Foto van Nedermolen<br />Mooie Molen<br />Watermolen, Meldert (Aalst), Foto: Maarten Osstyn, 28.08.2008 | Database Belgische molens © Foto: Maarten Osstyn, 28.08.2008

Nedermolen
Mooie Molen
Watermolen
Nedermolenstraat 3
9310 Meldert (Aalst)
op de Molenbeek
600 m NW v.d. kerk
kadasterperceel D172
50.935493, 4.127416 (Google Maps)
De Mooie Molen bvba
voor 1095 / 1599 / 1688 / 2004-2006
Bovenslag watermolen
Koren- en oliemolen
In de lengterichting van de waterloop, onderbouw in Meldertse zandsteen
Verwijderd
Verdwenen
Grondige renovatie in 2004-2008
---,
Niet beschermd, wel op vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed
Geen
Als hotel-restaurant
51398 (allemolens.nl)

Beschrijving / geschiedenis

De Nedermolen (pas in de 20ste eeuw ook Mooie Molen genoemd) van Meldert is een watermolen op de Molenbeek in de Nedermolenstraat nr. 3, op 600 meter ten noordwesten van de kerk van Meldert.

Zijn geschiedenis gaat terug tot de 11de eeuw en werd opgericht door de monniken van de abdij Affligem. Vermelding in 1095 en 1151. Sinds 1377 staat de molen bekend als "Nedermolen", nog steeds eigendom van de abdij van Affligem.

Na de vernieling in de godsdiensttroebelen, werd de molen heropgericht in 1599 (binnenin bewaarde houten latei met dat jaartal). Het molenaarsgebouw heeft een kern uit de 17de eeuw met een onderbouw in Meldertse zandsteen. Op een later aangebrachte gevelsteen lezen we "1688".

Tot de Franse inval op het einde van de 18de eeuw behoorde de watermolen toe aan de abdij van Affligem. Dat abdijgoed werd aangeslagen als nationaal goed en op 10 februari 1804 openbaar verkocht aan Philippe Vanhecke uit Gent.

Uit het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Meldert uit 1816: "Il existe dans la commune de Meldert un moulin à eau, à deux roues, exploité par le propriétaire du moulin à vent et appartenant au sieur Philippe Vanhecke, rentier à Gand. L'expert évalue le revenu à 700 francs d'après des informations et comparaison de celui de Moorsel, le tiers déduit pour frais d'entretien et de réparations, ci 467 (francs)".

De watermolen werd in 1834 ondergebracht in klasse 1 met een kadastraal inkomen van 380 frank.

De Bestendige Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen gaf op 8 juli 1854 de toestemming aan Hubert Isidore Devis om aan zijn graanwatermolen een olie-inrichting toe te voegen.

Eigenaars na 1800:
- tot kort voor 1800, eigenaar: abdij van Affligem
- 10.02.1804, verkoop: Vanhecke Philippe, te Gent
- 1816, eigenaar: Vanhecke Philippe, rentenier te Gent
- voor 1834, eigenaar: Van der Plancken Ursule, weduwe Rollier Gaspard, zonder beroep te Gent
- 1854, uitbater: Devis Isidore Hubert, molenaar
- 22.12.1860, deling: Vandersmessen-Vanderplancken Francis, de weduwe, eigenares te Beveen-Waas (notaris Lammens)
- 25.09.1887, erfenis: Borluut d'Hoogstraete-Vanderplancke Balthazar Marie Ghislain, de weduwe, eigenares te Gent (overlijden van de weduwe Francis)
- 20.07.1892, deling: de Formanier de la Cazerie-Borluut d'Hoogstraete August Marie Catherine Nicolas Bernard, ei genaar te Gent (notaris Nève)
- 31.05.1902, erfenis: en de kinderen: a) de Formanier de la Cazerie Alberic Alfred, zonder beroep te Sint-Andries (Brugge) en b) de Formanier de la Cazerie Alice Henriette, echtgenote van Caloen de Basseghem (overlijden van vrouw Borluut d'Hoogstraete)
- 02.09.1932, deling: van Caloen de Basseghem-de Formanier de la Cazerie Robert, zonder beroep te Varsenare (notaris Van der Eecken)
- 14.03.1936, verkoop: a) Van Ginderachter-Van Hoorebeke Raymond Joseph, nijveraar te Gent en b) Van Ginderachter-De Geest Pierre Camille Joseph, ingenieur te Waterschoot (notaris De Vis)
- 2004, eigenaar: De Mooie Molen bvba

De stoomachine werd in 1921 verwijderd, zodat opnieuw uitsluitend met waterkracht werd gemalen. De molen werd in 1937 stilgelegd en omschreven als woonhuis. Na de tweede wereldoorlog werd het waterrad verwijderd. Zo was in 1968 enkel nog de molenas te zien.

In februari 2004 zijn zeer ingrijpende verbouwingswerken gestart. Alleen het eigenlijke 17de-eeuwse molengebouw (met een onderbouw in Melderste zandsteen) bleef behouden. Alle andere gebouwen werden met de grond gelijk gemaakt omdat ze niet meer konden hersteld worden. De nieuwe eigenaar Willy eraert bouwt alles in oorspronkelijke toestand weer op en maakt gebruik van zoveel mogelijk afbraakmaterialen. De prachtige schoorsteenmantel uit de 17de eeuw was een zeer waardevol element van het interieur. Het binnenwerk is echter verdwenen. Aan de molen zal opnieuw een waterrad geplaatst worden. Het gebouw wordt een taverne-restaurant met drie logeerkamers. Er zullen fietsen verhuurd worden ten behoeve van het plattelandstoerisme.

De rioleringswerken in de Nedermolenstraat in Meldert trokken een lelijks streep door de plannen.
De Mooie Molen, waar in 2005 zo hard gewerkt werd om het gebouw te renoveren en dat zijn deuren in 2006 had moeten openen als restaurant-hotel, werd zwaar getroffen. In februari 2006, toen de restauratiewerken grotendeels klaar waren, gebeurde het. Door de rioleringswerken in de straat, begon de voorgevel plots te scheuren. De ramen waren nog maar pas geplaatst en men was volop met het pleisterwerk bezig toen plots een muur begon te scheuren. De voorgevel en de gevel aan de kant van de beek vertoont serieuze barsten. De gevel van De Mooie Molen moest gestut worden, de tweede fase van de rioleringswerken werd even uitgesteld. Door de schade zaten de initiatiefnemers nu een stuk achter op ons schema. Normaal gezien hadden ze de zaak tegen de zomer 2006 willen openen, maar dat lukte niet. De voorgevel was zodanig beschadigd dat die moet gesloopt worden en volledig opnieuw herbegonnen moet worden.
Als dit toch moest gebeuren is het een geluk dat het gebouw al grotendeels opgeknapt was toen deze problemen begonnen, want de Molen in zijn oude staat had deze schade wellicht niet overleefd.

Inmiddels is de renovatie beëindigd. Het molengebouw zelf wordt gebruikt als restaurant en is opgenomen in een eerder modern hotel. Van de twee vroegere bovenslagraderen is het ene asgat vervangen door een raam, terwijl in het tweede asgat nog het restant van de eikenhouten wateras ligt.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Aanvullende informatie

Van Nieuwenborgh Henri, "Familie De Vis. Notoire bloedverwanten en hun patrimonium doorheen Aalst en Affligem", Erembodegem, Uitgeverij Flying Pencil, 2016, 154 p.

De historiek van de familie De Vis

In Aalst en omstreken komt de familienaam De Vis veelvuldig voor zonder dat er altijd een duidelijk familieverband kan aangetoond worden. Zo is er de bekende, tragische geschiedenis van molenaar Petrus De Vis die samen met zijn knecht in 1706 op tweede pinksterdag vermoord werd door Franse soldaten die op de vlucht waren na de verloren veldslag bij Ramillies, een gemeente in Waals-Brabant. In deze weinig bekende veldslag was het John Churchill, voorvader van de latere, grote staatsman Winston Churchill, die zijn troepen naar de overwinning leidde.

Deze Petrus De Vis, die een houten molen exploiteerde op de plaats waar nu de Oude Molen op de Molenberg te Hekelgem staat, was echter geen nakomeling van Arnoldus De Vis, de eerste stamvader van het geslacht De Vis die we konden terugvinden. Arnoldus had ook een zoon die Petrus heette maar die stierf een natuurlijke dood in 1720. Gezien beiden molenaar waren en dezelfde naam droegen mogen we er wellicht van uitgaan dat zij familie waren. Het vak van molenaar werd in die jaren immes steeds uitgeoefend binnen eenzelfde familie.

Arnoldus De Vis mag beschouwd worden als de stamvader van de familie De Vis. Hij werd geboren in 1628 en is genealogisch de oudste die we konden terugvinden. Hij was getrouwd met Catharina Jeuman of Querman? De schrijfwijze van haar naam, die we in de doopregisters terugvonden, is immers voor interpretatie vatbaar. Een lang leven werd Arnoldus niet gegund want hij overleed in 1650 op 32-jarige leeftijd.

Uit dit huwelijk werd slechts één zoon geboren, Petrus De Vis, deze werd gedoopt te Meldert op 8 januari 1648. Hij huwde met de veertien jaar jongere Maria De Ridder en werd pas voor de eerste keer vader van een zoon Joannes toen hij vijftig jaar was. Uit dit huwelijk werden verder nog geboren: Judocus, Wilhelmus en Joanna Maria. Petrus was pachter van de watermolen van Melle. Hij stierf in 1720 en werd naast de kerk van Meldert begraven.

Joannes De Vis, zoon van Petrus en Maria De Ridder, werd geboren te Meldert op 19 januari 1699 en huwde een eerste maal met Anna Van Lierde en een tweede maal met Catharina Van Immerseel.
Uit zijn eerste huwleijk had Joannes zes kinderen namelijk: Jacobus, Judoca, Ferdinandus, Elisabeth, Jacoba en Joanna Maria. Uit zijn tweede huwelijk kwamen nog vier kinderen voort:  Joannes, Anna Maria, Judocus en Petrus.

De eerste molen die in Meldert opgericht werd door de monniken van de Abdij van Affligem dateert uit de 12de eeuw. Heel precies werd hij in het jaar 1151 voor het eerst vermeld. Het was een stenen watermolen aan Meldert-Vijver, bij de bevolking vandaag gekend als de "Mooie Molen". In de 15e eeuw bezat de abdij naast de molen in Meldert nog zo'n vijftien andere watermolens, gelegen in o.a. Zellik, Erembodegem, Asse, Schaarbeek, Leefdaal en Mollem. Ook de gekende Bellemolen in Essene behoorde tot hun patrimonium. Later deed de abdij ook een beroep op windmolens, deze werden o.a. opgericht op de  Boekhoutberg en op de Molenkouter te Hekelgem.

In 1667 staken de Fransen de molen te Meldert in brand. Zoals een steen in de zijgevel aangeeft werd hij heripgebouxd in 1688.

Op 8 februari 1720 werd een pachtcontract afgesloten tussen zijne Eminentie Thomas Philippus de Alsascia de Bossu, kardianaal en Proost van Affligem en Petrus De Vis voor de pacht van deze watermolen en dit voor een termijn van 9 jaren. De jaarlijks te betalen pacht bedroeg 300 gulden.  De familie De Vis waren dus pachters van de abdij van Affligem en zijn nooit eigenaar geweest van deze molen. Sommige bronnen citeren nochtans dat zij deze eigendom van de abdij voor een appel en een ei zouden verworven hebben nadat deze aangeslagen en openbaar verkocht werd door de Franse bewindvoerders.

Joannes De Vis overleed op 27 augustus 1768 en werd twee dagen later, op 29 augustus, begraven.

De verdere geschiedenis van de watermolen verliep als volgt: in de 19de eeuw verving een stoommachine de kracht van het water als energiebron. Tot WOI was deze moen actief, nadien volgde het verval en een gedeeltelijke afbraak in 1921. In het jaar 1937 werd de eeuwenoude watermolen omgebouwd tot herberg en kreeg hij de naam "Mooie Molen" mee. Het waterrad werd na WOII verwijderd en in 1959 werd er een nieuw molenhuis opgetrokken. Vandaag bestaat het complex uit een hotel, restaurant met zalen voor feesten en seminaries alsook een wellnesscentrum.

Judocus De Vis, gedoopt te Meldert op 25 januari 1743 huwde eveneens te Meldert op 7 januari 1777 met Anne Marie Van Den Houte. Uit dit huwelijk stamden twee zonen: Joannes Baptist en Egidius. Op 9 oktober 1793 sloot Joannes, Henricus van Frankenberg en Schellendorf, bij de gratie Gods priester, krardinaal, aartsbisschop van Mechelen, primaat der Nederlanden en prelaat van de Abdij van Affligem een pachtcontract voor een termijn van negen jaren met Judocus voor een partij land en de exploitatie van de staakmolen gelegen aan de Hoogstraat te Meldert. Deze pacht werd vastgesteld op 320 gulden per jaar. We kunnen daaruit beslutien dat vanaf die datum de familie De VIs twee molens in pacht had in Meldert: een watermolen en op een steenworp daar vandaar ook een staakmolen.

Judocus De Vis was ook bedesetter (een beambte die bepaalde  hoeveel belasting iedereen moest betalen - zetter, schatter). Daar hij deze belastingen inde was hij tegelijk ook ontvanger te Meldert.

Joannes (Jan) Baptist De Vis werd geboren te Meldert op 1 september 1778. Hij huwde te Hekelgem op 15 juni 1808 met Joanna Benedicta De Witte, geboren te Hekelgem op 26 augustus 1787. Zij was de dochter van de laatste griffier van de abdij van Affligem. Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren: Catharina, Juliana, Benedictus Emmanuel, Carolus Ludovicus, Petrus Paulus en Isidoor-Hubertus.

Jan Baptist De Vis was molenaar, gemeenteraadslid en van 1848 tot 1854 burgemeester van Meldert. Hij was een zeer gerespecteerd man waarvoor de boeren hun pet afnamen als hij passeerde. Als het weer het toeliet reed hij met paard en open tilbury om zijn talloze eigendommen te inspecteren. Het was hij die in 1827-1828 de Nieuwe Molen, ook de Molen De Vis genoemd, op de Boekhoutberg te Hekelgem liet bouwen. Volgens sommige geschriften zou dit voor zijn zoon Carolus Ludovicus geweest zijn alhoewel die toen nog vrij jong was. Het betrof een stenen bergmolen die aanvankelijk alleen gebruikt werd als graanmolen. Jan Baptist werd in 1830 ook eigenaar van de Oude Molen te Hekelgem, wat verderop gelegen.

Naast de bestaande staakmolen bouwde Jan Baptist in 1822, op een perceel grond gelegen op de hoek van de Hoogstraat en Kokerij te Meldert, tevens en boerderij die later bekend werd als het Moljers Hof of Molenaarshof.

Joanna Benedicta De Witte overleed in Meldert op 22 januari 1840 en haar echtgenoot Jan Baptist De Vis op 11 juli 1843.

Het te verdelen fortuin was aanzienlijk. Naast bossen, weiden en landerijen omvatte het ook vier molens, namelijk de Oude en de Nieuwe Molen in Hekelgem, de staakmolen te Meldert en en watermolen te Moorsel, wijk Waver.

Minder dan een maand na het overlijden van Jan Baptist werd op 5 augustus 1843 voor Honoré D'Huygelaere, notaris te Aalst de erfenis onder zijn vijf kinderen verdeeld. Op 16 en 17 augustus 1843 werd er overgegaan tot de verkoop van de inboedel vanhet sterhuis. Het betrof de verkoop van o.a. meubelen, zilverwerk, huisgerief, wijnen en bouwmaterialen. Op de affiche die hiervoor gedrukt werd staan eveneens vele molenonderdelen, namelijk:  "5° Molengerief in: 4 Molenassen, Steenbalk, 7 Molenborsten, 4 dito Roeden of Lassen, 8 Vangen, 2 Waterassen, Borstreepen, Asreepen, Steenreepen, Pingels, Hooyen en Aerdwinnen, Kalseyde en Arduinsteenen" (...).  De 2 Molenassen, 3 Borsten, 3 Eyken en 2 Duymplanken, bevinden zich aen den ouden steenen Molen te Hekelgem, alwaer dezelve dageluyks konnen gezien worden. De oproeping en verkooping der zelve zal nogtans te Meldert geschieden gelyk van alle de andere voorwerpen".

Op de eerste verkoopdag werden er 390 loten verkocht voor de totale som van 3.494,90 frank. Op de tweede verkoopdag werden nogmals 374 loten afgehamerd en dit voor een totaal bedrag van 3.097,50 frank. De verkopen die het meest opbrachten waren een merriepaard aan 235 frank, een veulen aan 257 frank, een koe aan 190 frank en een varken aan 50 frank. Deze openbare verkoop was een echt succes met veel bieders en kopers.

In totaal werden er tussen 23 december 1796 en 5 oktober 1810 heel precies 7171  kavels verkocht die aan de Abdij van Affligem toebehoorrden.Op 17 februari 1804 werd de watermolen te Meldert, die toen gepacht werd door Judocus De Vis, evenens openbaar verkocht. Volgens een pachtcontract afgesloten tussen de abdij en Petrus De Vis in 1720 blijkt dat de molen samen met elf dagwand land en weiden in pacht gegeven werden. De vijvers kon de molenaar enkel gebruiken voor hun waterkracht. De monniken mochten immers enkel vis eten en dus was het logisch dat het visbestand op de vijver onder hun beheer bleef. Een paar maanden later, op 15 december 1720 overleed Petrus De Vis echter. Daarom werd er en nieuwe pachtovereenkomst opgemaakt tussen de abdij en Joannes, de toen nog minderjarige zoon van Petrus. Op het schattingsverslag dat opgemaakt werd op 27 december 1720 tekende Joannes als "aankomende" molenaar samen met twee voogden. De inboedel werd toen geschat op 410 gulden en 7 stuivers.

Een nieuw pachtcontract werd afgesloten tu ssen Judocus, de szoon van Joannes De Vis en de abdij van Affligem op 9 oktober 1793, zoals dat toen de gewoonte was voor 9 jaar en dit van kerstavond tot kerstavond. We gaan er dus van uit dat dit pachtcontract verviel op 25 december 1802. Heeft de Franse bezetter getolereerd dat Judocus en zijn zoon Jan Baptist hun werkzaamheden verder zetten tot de uiteindelijke verkoop of is er in de pachtoverenkomst toch een vergissing geslopen? In een proces verbaal lezen wij immes volgende verwijzing: "den watermolen gelegen op het grondgebied van de gemeente Meldert, afkomstig van de abdij van Affligem en verpacht door de voormalige religieus Hirôme Ha(e)nen, syndicus van de voormalige abdij van Affligem, voor negen jaar die zal eindigen met Kerstmis 1804 aan Judocus De Vis."

Voor de verkoop van geconfisqueerd goed werd steeds dezelfde werkwijze gevolgd. Eerst werd er een expert aangesteld die de onroerende goederen moest opmeten en schatten. In het geval van de Nedermolen (of Mooie Molen) was het een zeker Pierre Van Ker die het schattingsverslag opmaakte. Hij werd daarbij geholpen door een molenmaker die de inboedel van de molen moest inventariseren. Het draaiend en roerend werk van de molen was volgens de heersende wetgeving immers eigendom van de molenaar.
Naast de watermolen moet ook een hofstede gestaan heben die de famiie De Vis eveneens huurde van de abdij. Dit blijkt uit de beschrijving van de te verkopen goederen: "Een huis gebouwd in hout, gedekt met stro, in staat van reparatie, bestaande uit drie plaatsen beneden, een kelder, een zolder, en paardenstal en een gebouw voor de watermolen".

Begin 1804 werd de verkoop van dit onroerend goed officieel aangekondigd. Het startbod bedroeg 5.486 frank voor de gebouwen en het land en 420 frank voor de hoogstammige bomen. De definitieve toewijzing vond plaats op 17 februari 1804. Er werd een eerste kaars aangestoken en burger Bigands wonende te Gent bood 14.000 frank. Het doven van de tweede kaars eindigde met een bod van 16.400 frank van burger Depaege eveneens wonende te Gent. De koper bleek echter en stroman die het goed kocht in opdracht van burger Philippe Van Den Hecke, wonende te Gent. Hij werd zo de nieuwe eigenaar van de watermolen te Meldert.

Wat het vermogen van de fgamiie De Vis betreft wordt er dikwils gesuggereerd dat de basis gelegd werd na de Franse Revolutie toen de eigendommen van de abdij van Affligem geconfisqueerd en voor een appel en ei verkocht werden. Deze aangelegenheid vormde een voedingsbron voor de nieuwe roman die Louis Paul Boon van plan was om te schrijven. Bij zijn overlijden had hij al 44 blaadjes neergepend en op zijn schrijftafel vonden de nabestaanden nog vele notities met getuigenissen en straffe anekdotes over de Aalsterse tak. Probleem is echter dat fictie en non fictie door elkaar gemixt werden toen Louis' nazaten er toch een verhaal van maakten met de titel" De Kasteelheertjes of de ondergang ener familie van Aalterse grootgrondbezitters in onze twintigste eeuw".

We citeren er een fragment uit: "Het is 'zwart goed': het moet een doodzonde genoemd waarvoor geen vergiffenis te schenken is, als men voor wat waardeloos Frans papieren geld zich dat kerkelijk goed durft toe te eigenen. Maar is de abdij niet eeuwenlang geusgezind, vrijzinnig, liberaal geweest? En zou men als katholiek waarlijk een zonde tegen de Heilige Geest begaan, als men zich van haar gronden en bezittingen meester maakt? En ook onder de katholieke families aarzelt men niet, om voor een appel en ei eigenaar te worden van een deel der honderden en honderden hectaren land en bos en weiden, waarover de abten regeren. Voor de molens stelden alleen de zonen der familie De Vis een bod van niemendal, en kregen alles toegewezen: de houten windmolen en het omliggende erf aan de tweesprong van Moorsel en Baardegem, de watermolen en de nabijhorende vijver en bossen van Meldert, en de stenen windmolen op de Boechoutberg in Hekelgem".

Alleen al in deze paragraaf staan er aantal onwaarheden.
De watermolen, ook de Nedermolen of Mooie Molen genoemd, te Meldert is nooit de eigendom van de familie De Vis geweest. Judocus De Vis en zijn opvolgers huurden hem enkel van de abdij.
Ook de zin over de stenen windmolen op de Boekhoutberg klopt niet. De Nieuwe Molen werd immers door Jan Baptist De Vis zelf opgericht en de staakmolen, waarop later de Oude Molen opgericht werd, was al van in het jaar 1633 geen eigendom meer van de abdij van Affligem.
Met "de houten windmolen en het omliggende erf" wordt de staakmolen op het kruispunt Hoogstraat en Kokerij te Meldert bedoeld. Hiervan weten we dat deze aanvankelijk gepacht werd van de abdij van Affligem door Judocus De Vis. Nazicht van de chronologie van de toewijzingen der geconfisqueerde goedern leert ons dat de koper van dit zwart goed niet de naam De Vis droeg. Enkele jaren later is dit wel hun eigendom geworden. In 1822 zou Jan Baptist trouwens naast deze staakmolen een hofstede laten bouwen.
"Aan de basis van elk groot fortuin ligt een misdaad" zal Boontje geredenerd hebben en in vele gevallen klopt dit ook. Langs de andere kant is het ook een feit dat schrijvers graag hun verhaal aandikken en dat getuigenissen vaak met en korreltje zout moeten genomen worden.

Intekendatum: 15.12.2005, 11 u.
Molen:  Meldert (Aalst, O..-Vl.), Mooie Molen - watermolen met twee (verwijderde) bovenslagraderen
Bouwheer & ontwerper: Stad Aalst, dienst Ruimtelijke Ordening - sectie Planning; dienst Openbare Werken
Opdracht: Algemene offerte-aanvraag voor de opmaak van 2 gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen "Meldert Groen Recreatief" - Mooie Molen en Meldert Groen Recreatief Faluintjes - Dienst Ruimtelijke Ordening - sectie Planning.
Plaats aanbesteding: Stadhuis, Grote Markt 3, Aalst
Offertes: Grontmij V & B, Mechelen; Studiegroep Omgeving cvba, Berchem (Antwerpen); Groep Planning nv, Brugge; Technum Gent nv, Sint-Denijs-Westrem; D + A Consult, Halle; Studiebureai Vansteelandt bvba, Eke; Goossens Luc, Affligem

-----------

Edmond Schoon, "Verkoop van de watermolen te Meldert op 17 februari 1804", in: De Faluintjes", jg. 21, 2008, nr. 2 en 3.

Voorafgaande aan de publicatie van de processen-verbaal van de openbare verkopen van alle geconfisqueerde goederen van de oude abdij Affligem wou ik de lezers van de Faluintjes niet langer in het ongewisse laten over het verkopen als "zwart goed" van de watermolen te Meldert. Het schrijven van een afzonderlijk artikel drong zich op, omdat ik bij de processen-verbaal van deze verkoop, twee pachtcontracten en twee schattingsverslagen aantrof. Dit was de eerste maal dat ik zo een uitgebreide documentatie van het te verkopen goed in de archieven vond. De Nederlandstalige documenten worden ongewijzigd weergegeven.
 
1- De molen.
De watermolen te Meldert dateert zeker van voor het jaar 1151 toen hij de eerste maal vermeld werd. Wegens zijn ligging op een boogscheut van de abdij en de aanwezigheid van grote vijvers in zijn nabijheid mag de molen als een der parels van de verpachte abdijgoederen aangestipt worden. Ook zou er een hof aangehecht geweest zijn. In totaliteit zou de molenaar toen een oppervlakte, vijvers inbegrepen, van 22 bunder 31 roeden gepacht hebben .
 
Volgens een eerste pachtcontract afgesloten tussen de abdij Affligem en Jan (Joannes) De Vis (°1709 - + Meldert 27/08/1768) op 9 oktober 1720 blijkt dat de molen samen met elf dagwand (2 bunder 3 dagwand) land en weiden in pacht werd gegeven. (zie bijlage I)
De vijvers werden daarin niet vermeld, de "Molenvijver" alleen al besloeg een oppervlakte van 6 bunder en de voedende "Meeter" vijver 2 bunder en 25 roeden. Dit was dus maar een fractie van de bovenvermelde 22 bunder uit het jaar 1151. Het is natuurlijk mogelijk dat de pachter bijkomend land en/of weiden huurde met een tweede pachtcontract.

De vijvers, waarvan de molenaar de waterkracht mocht gebruiken, bleven als visvijver onder het beheer van de abdij. Een clausule uit het contract bevestigd dit. Daarin werd gesteld dat de "Heeren meesters" na het vissen, vijf dagen hadden om de vijver te zuiveren, zonder dat de molenaar daarvoor een schadevergoeding kon vragen. Tijdens deze periode kon de molenaar niet malen bij gebrek aan water.
De jaarlijkse pachtsom bedroeg eerste helft 18de eeuw 300 gulden bovenop de verschillende beden, dorpslasten, en andere belastingen die geheven werden. De betaling moest geschieden in de handen van de rentmeester, om de zes maanden de helft van de pachtsom. De molenaar diende ook al het onderhoud van de molen en de gebouwen ten zijne laste te nemen. Ook diende bij overname van molen door een nieuwe pachter, in dit geval Jan de Vis, bij het einde van de pachttermijn de vorige pachter, Peeter De Vis, vergoed te worden na taxatie voor de waarde van "zoo van steenen alse ende voorts alle draegende werk, t gene in den voorschreven molen gevonden zal worden, ofte ommers van zoo veele meer naer costume ende landsrecht". Dit betekent dat bij het verhuren van deze molen de costumen van het Land van Assche toegepast werden. Tevens is er sprake van een nieuw opgericht "kousmoleken" door Peeter De Vis, dat op zijn kosten gebouwd werd en dus zijn eigendom was. Dit diende na zijn dood of bij het einde van de pachttermijn ook vergoed te worden door de nieuwe molenaar.

Een schattingsverslag (zie bijlage III) opgesteld op 27 december 1720, dus ongeveer 2 maand later dan het pachtcontract, laat vermoeden dat Petrus De Vis die de vader was van Jan De Vis, misschien zijn einde voelde naderen en vond dat er een nieuw pachtcontract in de abdij Affligem diende opgesteld te worden op naam van zijn minderjarige zoon, Jan De Vis. Tenminste een van de ouders van Jan De Vis was bij het opstellen van het schattingsverslag reeds overleden, dit blijkt uit de ondertekening van het schattingsverslag door twee voogden naast Jan De Vis zelf, die de aankomende molenaar genoemd werd. De inboedel van de molen werd toen geschat op 410 gulden 7 stuivers ½ penning zonder de waarde van het over te nemen "kousmoleken".
 
Een tweede pachtcontract werd afgesloten op 9 oktober 1793 tussen Judocus (Joos) De Vis (°Meldert 25/01/1743 - + Meldert 13/07/1811) en de abdij Affligem. (zie bijlage II)
Hierin werd de watermolen verpacht samen met 3 bunder land, één dagwand meer dan in 1720. Werd er met den elastiek gemeten? Dit voor een periode van 9 jaar, van Kerstavond tot Kerstavond, voor een pachtsom van 320 gulden per jaar buiten alle geheven belastingen. Het was hem verboden het gepachte land onder te verhuren.

Drie clausules die het vermelden waard zijn:
1- "bij overmacht (heijerkracht) zoals hagelslag, overstroming, e.d., diende de molenaar de abdij ten laatste drie dagen na zo een tegenslag te verwittigen en de schade op zijn kosten te laten schatten voor het verkrijgen van een gedeeltelijke kwijtschelding van de pachtsom,
2- hij was ook verplicht buiten de hooi-, zaai-, of oogsttijd, twee karwijen te verrichten met ten minste twee paarden, en zo hij er meer had, met vier, over een afstand gelijk aan de afstand van Aalst naar Brussel,
3- hij was ook verplicht, zonder tegenspraak, te planten op de gepachte gronden, langs de kant van de aanpalende wegen, grachten, of bermen, hetzij hoogstammige wilgen, populieren, of witte abelen. Deze moesten aangeplant worden op een afstand van 25 voeten  of in hedendaagse maat, ongeveer 7 m van elkaar verwijderd. De abdij had ook het recht op dezelfde plaatsen hoogstammige eiken, beuken of grauwe abelen te planten, in dit geval werden de poten door hun geleverd maar diende de pachter ze af te halen en te planten. De poten moesten geplant worden in putten van 4 op 4 voeten (ongeveer 1 m x 1 m). Hij moest de bomen "in de was" houden, hij mocht ze niet knotten en hij moest ze behoorlijk "verdoornen", m.a.w. afschermen tegen beschadigen van de schors door dieren. Alleen de stammen van de geknotte bomen kwamen hem toe.
 
2- De verkoop.
Voor het verkopen van een geconfisqueerd goed werd steeds dezelfde werkwijze toegepast. Voorafgaand aan definitieve toewijzing in de verkoopzaal van de prefectuur werd er een expert aangesteld voor het schatten en eventueel opmeten van de verschillende percelen. Vanaf de eerste schattingen gebruikte men steeds voorgedrukte formulieren die aangevuld werden met de nodige gegevens. Voor de schatting van de watermolen te Meldert was dit niet het geval. De aangestelde expert, Pierre Van Keer wonende te Dendermonde, schreef het volledig schattingsverslag eigenhandig. Uitzonderlijk was ook, dat hij voorafgaand aan zijn schatting een "molenmaker" aanstelde die de inboedel van de molen moest inventariseren. Alle bewegende delen van de molen waren volgens de oude costumen eigendom van de molenaar, ze werden door hem onderhouden en hersteld. Dit eigendomsrecht bleef ook nadat de Franse wetgeving ingevoerd werd van toepassing.
 
Op de 29ste nivôse 6de republikeins jaar (18 januari 1798) begaf molenmaker, Joannes De Ridder, zich ter plaatse en stelde zijn verslag op. (zie bijlage IV)
Daaruit blijkt dat de molen tussen 1720 en 1798 aangepast werd. In die periode werden er een tweede waterrad en een bijkomend koppel molenstenen in gebruik genomen. Ook werd aan een van deze twee aandrijvingen een kleine molen gekoppeld. Vermoedelijk bedoelde men daarmee het "Kousmoleken". De totale waarde van het molenwerk en het gebouw van het "Kousmoleken" werd toen geschat op 2333 gulden 10 stuivers.
 
Nadien, expert Pierre Van Keer vergat de datum te noteren, ging de expert samen met Jean Baptist De Cooman, "Commissaire du Directoire exécutif près L'Administration municipale du canton de Lebbeke" ter plaatse voor de schatting. En hij schreef: (vrije vertaling)
Proces-verbaal van schatting door expert.
Het jaar zes van de Franse Republiek, één en ondeelbaar. In uitvoering van de opdracht aan mij gegeven door de Centrale Administratie van het Departement van de Schelde op 5 nivôse jaar 5 (25 december 1796) genotuleerd de zevende van dezelfde maand.
Ik, ondergetekende Pierre Van Keer, expert verblijvende te Dendermonde, heb me begeven, samen met Jean Baptiste De Cooman commissaris bij de municipale administratie van het kanton Lebbeke, door mij daartoe uitgenodigd, naar een nationaal goed genaamd "Den Watermolen", gelegen op het grondgebied van de gemeente Meldert, afkomstig van de voormalige abdij Affligem, en verpacht door de voormalige religieus Hirème Ha(e)nen, syndicus in de voornoemde abdij, voor negen jaar, die zal eindigen met Kerstmis 1804, aan Josse (Judocus) De Vis.
En na het genoemde goed verkend te hebben samen met Jean Baptiste De Cooman, commissaris, en zowel van hem, als van de ontvanger der domeinen van het arrondissement de nodige inlichtingen ontvangen te hebben, voornamelijk over het voordeel van zijn opdeling of niet (in loten), heb ik beslist samen met de commissaris dat het niet opgedeeld dient te worden. Vervolgens heb ik me door de burger Josse De Vis het huidige pachtcontract van het genoemde goed laten voorleggen, welk in totaliteit slaat op een huis, drie bunder bewerkende land en weide en een watermolen.
Beschrijving:
Een huis gebouwd in hout, gedekt met stro, in staat van reparatie, bestaande uit drie plaatsen beneden, een kelder, een zolder, een paardenstal en een gebouw voor de watermolen met een genaamd "Steenbedde", toebehorende aan de Republiek, waarvan de watergoten voor één derde gebouwd zijn in gehouwen steen en bakstenen en het andere gedeelte in hout, opgericht op een terrein van drie bunder bewerkende land en weide, palende oost aan de straat, west en zuid aan een nationaal goed van de abdij Affligem, noord aan de erfgenamen van Pierre Robijns.
Welke goederen, hierboven beschreven, werden verhuurd voor een bedrag van vierhonderd en vier pond twee stuivers twee penningen.
De genoemde Josse De Vis is onder andere belast met het betalen van de belastingen, voormalige tienden en het onderhoud van het gebouw. Deze lasten schat ik op een jaarlijks bedrag van honderd en twee pond negen stuivers negen penningen. Wat de opbrengst van het goed brengt, alle lasten inbegrepen, op een jaarlijks bedrag van vijfhonderd en zes pond elf stuivers en elf penningen.
Na deze beschrijving en de prijs van de goederen van deze aard gelegen te Meldert, schat ik dit goed in totaliteit op een bedrag van vijftienduizend negenhonderd zevenenvijftig pond vijf stuivers drie penningen. à £ 15 957 " 5 " 3.
Het gebouw van het "Causmoleken" met drie paar stenen en al het drijfwerk van de drie molens behoren toe aan de genoemde Josse De Vis volgens de bijgevoegde kopie van de schatting van 27 december 1720 en heden geschat door de molenmaker, Jean De Ridder, verblijvende te Dendermonde, op een bedrag van twee duizend drie honderd drieëndertig gulden en tien stuivers, in ponden Tournois gelijk aan vier duizend twee honderd zesentachtig pond drie stuivers en tien penningen, waarvan de kopie bijgevoegd werd.
De belendende vijvers zijn uitgebaat door de abdij maar de molenaar heeft het genot van het water zonder enige vergoeding te hoeven betalen en kunnen niet van de molen gescheiden worden.
Namelijk:
- Een vijver genaamd "Den molenvijver" met een oppervlakte van zes bunder, palende aan: oost Daniël Luypaert, west en zuid aan de beek, en noord aan de straat.
- Een vijver genaamd "Den meeter" met een oppervlakte van twee bunder vijfentwintig roeden, palende aan: oost, west, noord en zuid, de voormalige abdij Affligem.
Welke vijvers ik schat op een bedrag van vijfendertig duizend vijfhonderd veertig pond zestien stuivers twee penningen.
In totaliteit schat ik het goed op een bedrag van éénenvijftig duizend vierhonderd achtennegentig pond een stuiver en vijf penningen. En de opbrengst op een bedrag twee duizend vijfhonderd vierenzeventig pond achttien stuivers.
De honderd veertig hoogstammige bomen schat ik op een bedrag van vierhonderd twintig pond te verkopen in één lot.
Van dit alles heb ik een proces-verbaal opgesteld dat Jean Baptiste De Cooman, commissaris, en Josse De Vis samen met mij hebben ondertekend, de dag, maand en jaar als boven.
Ingeschreven te Gent, de 17de germinal jaar 8.
 
De effectieve verkoop liet echter lang op zich wachten. Begin 1804 werd met de speciale affiche n° 334 van het departement van de Schelde, artikel 12, de verkoop aangekondigd. De te verkopen goederen werden beschreven zoals ze door de expert opgenomen werden in het proces-verbaal van schatting behalve de pachtprijs die in franken vermeld werd, die bedroeg 404 frank 10 centiemen.
Bij controle op de Ferrariskaart van 1778 ziet men duidelijk de Molenvijver en verderop de Meetervijver aan de overkant van de meeterstraat liggen. Achter de eerste Meetervijver bevonden zich nog twee vijvers, ook "Meetervijvers" genoemd. Deze twee laatste waren toen niet meer in gebruik als vijver maar wel als weide. Zij werden afzonderlijk op een andere datum verkocht.
Een eerste bod kon uitgebracht worden op 10 februari 1804 om één uur 's middags. Het startbod bedroeg 5486 fr. voor gebouwen en het land en 420 frank voor de hoogstammige bomen.
De definitieve toewijzing had plaats op 17 februari 1804, eveneens om één uur 's middags.
Er werd een eerste kaars aangestoken en burger Bigants uit Gent bood 14 000 frank.
Het doven van de tweede kaars eindigde met het bod 16 400 frank van Burger Depaege die eveneens te Gent woonde. Bij het doven van de derde kaars had niemand het bod verhoogt en de eigendom werd toegewezen aan Burger Emmanuel Depaege.
Zoals toen gebruikelijk was, bijna alle goederen werden zo verkocht, was de koper een stroman die in opdracht of met een volmacht kocht in plaats van de toekomstige eigenaar. In dit geval was de opdrachtgever de Burger Philippe Van Den Heche, particulier, wonende te Gent. Hij werd dus de nieuwe eigenaar van de watermolen te Meldert.
Hieronder de niet vertaalde tekst van de overdracht en inschrijving te Meldert.
"Le soussigné, Emmanuel Depaege, particulier, demeurant à Gand, acquéreur pour command d'une maison et moulin à eau avec onze bonniers vingt cinq verges de terre, pré et étang, provenant de l'ex abbaye d'Affligem, situés en la commune de Meldert, troisième arrondissement, occupés par Josse De Vis, lesquels biens le soussigné a acquis en vente publique faite par-devant le Préfet du Département de l'Escaut, le vingt sept pluviôse an douze sous le n° douze de l'affiche, déclare par la présente nommer pour command de l'acquisition susdite, le Citoyen Philippe Van Den Hecke, particulier, demeurant à Gand, qui déclare accepter ladite nomination de command sous les clauses, charges et conditions contractés par le déclarant envers la République.
Fait à Gand, ce vingt huit pluviôse an douze. (18 februari 1804)
E. Depaege, P. Van Den Hecke.
Enregistré à Gand, le 30 pluviôse an 12, reçu un francs dix centimes. 
 
Le soussigné, Philippe Van Den Hecke à Gand, déclare au maire de la commune de Meldert qu'il a acquis dans la vente nationale du vingt sept pluviôse an douze sous l'article douze de l'affiche, onze bonniers vingt cinq verges de terre, pré et étang, situés à Meldert, provenant de l'ex abbaye d'Affligem, occupés par Josse De Vis, en foi de quoi j'ai fait la présente déclaration au maire de ladite commune pour valoir au besoin.
Gand, le quatorze prairial an douze,(3 juni 1804). Van Den Hecke.
Déposé le double de la présente à la mairie de Meldert, ce seize prairial an douze. » (5 juni 1804)

3- De molenaarsfamilie. (zie bijlage V) Parenteel Joannes De Vis
Een volledige stamboom van de familie De Vis is er, voor zover ik weet, tot op heden nog niet gepubliceerd. Wel kan ik de lezer een geamputeerde stamboom aanbieden in de bijlage V, achteraan dit artikel.
Een overzicht van de opeenvolgende molenaars kunnen we er wel uit distilleren.
- Petrus De Vis, vanaf einde 17de eeuw tot 9 februari 1720. (zie bijlage III)
- Jan De Vis (9 februari 1720 tot ~ 1768)
- Judocus De Vis (~ 1768 tot ~ 1811)
- Joannes Baptist De Vis (~ 1811 tot 1843)
De laatste molenaar te Meldert, Joannes Baptist De Vis, bouwde in 1827 op de Molenberg te Hekelgem de zogenaamde "Nieuwe Molen", een forse bakstenen windmolen. zijn nazaten bleven op de Molenberg te Hekelgem malen tot ook deze molen in 1952 buiten gebruik werd gesteld.
Aan het malen met de watermolen te Meldert kwam een einde bij de dood van Joannes Baptist De Vis. De inboedel van zowel de boerderij als de bewegende delen van de molen werden verkocht op 16 en 17 augustus 1843 te Meldert. De molenstenen en ander molengerief werd overgebracht naar Hekelgem. 

Bijlage I. Pachtcontract van 9 februari 1720.
Zijne Eminentie Thomas Philippus de Alsascia de Bossu, cardinael & &, mitsgaders den eerweerdigen Heere Proost ende religieusen des Godshuijs van Afflighem, saluyt: doen te weten dat wij t'onsen, ende t'onsen Godshuijse meesten oorboire ende profijte in pacht hebben gegeven, zoo wij doen mits dezen aen Jan De Vis die den selven pacht ook is accepterende dat is te weten den watermolen gelegen onder de parochie van Meldert met elf dagwand land ende weijden daer aenne gelegen, zoo en gelijk het selve land ende molen den voorleden termijn nog heeft gebruijkt sonder hem iets voorders toe te seggen, ofte te doen volgen, eenen termijn van negen achtereenvolgende jaeren waervan het eerste jaer van betaelinge vallen ende verschijnen zal te Keersmisse seventien hondert éénentwintig ende soo voorts van jaere tot jaere tot het expireren van den voorschreven termijn, dies sullen wij ende den huerling optie ende keus hebben met de drij eerste jaeren te mogen scheijden mits opseggende een alf jaer te vooren, omme ende voor de somme van drij hondert guldens 'sjaers, Telken valdage precies te betaelen, te weten: van alf tot alf jaere, op pene van pachtbracke jndien het ons belieft maer andersints niet, ende dat in handen van onsen rentmeester ofte elders daer het hem zal aengewezen worden, boven alle lasten van beden, settingen, contributien, logementen, XXste penningen ende generalijk van alle andere dorpslasten, geene uijtgesteken ofte gereserveert hoedanig die ook zauden mogen wesen, die geduerende den voorschreden termijn op den voorschreven molen ende land zauden mogen gestelt worden, geene uijtgesteken ofte gereserveert ende voort op de naervolgende conditiën, ten eersten den voorschreven huerling schuldig ende gehauden zal zijn promptelijk "naer voorgaende taxatie te doen bij mannen hen daerin verstaende op te brengen ende te betaelen den prijs ofte melioratie, zoo van steenen alse ende voorts alle andere draegende werk, 't gone in den voorschreven molen gevonden zal worden, ofte ommers van zoo veele meer naer costume ende landsrecht in de molens gewoon is te taxeren ten waere den voorschreven pachter konde proberen dat hij de voorschreven prijsije aen den afgaenden pachter ofte rentmeester hadde betaelt.
Item, dat den huerling naer expiratie vanden voorschreven termijn jnsgelijks zal profiteren den prijs die in de voorschreven molen alsdan zal bevonden worden, .. naer het afscheijden ende doot van Peeter De Vis, voorschreven pachter moet hem pachter goedt gedaen worden de prijsije van het nieuw kousmoleken 't gene hij op sijnen kost heeft gemaekt volgens lands recht ende costume ende op alle andere conditiën alvooren vermeld.
Item, is conditie dat hij pachter zal moeten onderhauden alle de huijsinge, schuere, stallingen, molen & van plecken, recken, decken, naer lands recht, ende de labeurende landen wel oeffenen ende mesten mitsgaders de straeten maeken, de grachten openen ende de beken ruijmen op pene dat de beleijden zullen komen tot sijnen laste.
Item, zal schuldig zijn den molen van het water hauden op sijnen behoorelijken die hem zal gestelt worden van de Heeren meesters opdat de gelande bij faute van dien geene schade ofte jntrest komen te leijden, op pene dat hij de schaede op zijnen koste zal moeten repareren.
Item, zullen de Heeren meesters vijf dagen hebben om naer het visschen den vijver te suijveren, zonder kwijtschel te mogen vraegen ende sal voorts doene alle het gene eenen goeden en getrauwen pachter ofte mulder gehauden is te doene ende te laeten, belovende den voorschreven huerling alle het gone voorschreven is, pointuëlijk te volbrengen daervooren verbinden de sijnen persoon ende goederen, have ende erve present ende toekomende, ende sal den huerling gehauden tot meerdere assuratie van de jaerlijksche betalinge ende het volbrengen van alle de bovengeschreven conditiën dies aensogt zijnde te moeten stellen, goede ende souffissante borge t'onsen contentemente onder verbintenisse ende obligatie als vooren.
Renuncierende aen alle exceptien ende remedien van rechte die hem hier eenigsints te stade zaude mogen komen.
Aldus gedaen ende verhuert ter goeder trauwe op den negensten februarij 1720.
Bij ordonnantie van sijne Eminentie, ende was onderteekent: P. A. Van Vecht, F. H. De Wolf, syndicus ende Jan De Vis.
 
Bijlage II. Pachtcontract van 9 oktober 1793.
Wij, Joannes Henricus van Frankenberg en Schellendorf, bij de gratie Gods, priester, cardinael, aerdsbisschop van Mechelen, primaat der Nederlanden, prelaet der abdije van Afflighem, &, &, &, mitsgaders de zeer eerweerdige Heeren proost ende religieusen der selve abdije van Afflighem, salut.
Doen te weten dat wij t'onsen en t'onsen Godshuijse besten profijte in pachte hebben uijtgegeven soo wij doen mits desen aen Judocus De Vis, Meldert, die deze ook is accepterende te weten over drij bunders land ende molen, dit voor een termijn van negen achtereenvolgende jaeren waervan het eerste jaer van betaelinge vallen ende verschijnen zal Kers-avond 1700 ses en negentig ende zoo voorts van jaere te jaere tot het expireren van den voorseijden termijn, te weten: voor de somme van drijhondert twintig gulden t'sjaers ende is't dat den muer die moet getrokken worden aen den vijver, aen den mulder te preserveren van groote schade, niet gemaekt en word, alsdan voor de somme van twee hondert twintig guldens 'sjaers alle jaeren precies uijtterlijk binnen de drij maenden naer den valdag in eene reijse te betaelen ten comptoire van onse rentmeester tot Aelst ofte elders daer het hem zal geordonneert worden boven alle lasten van pointingen en settingen, thienden, contributien als andersints geen uijtgesteken nog te gereserveert die geduerende den zelven termijn die daerop zullen konnen ofte mogen gestelt worden ende en zal den pachter nog te ten deele nog ten geheele zijn gepacht land mogen overlaeten ofte voorts verhueren sonder onsen expressen consente op de pene van pachtbrake als vooren, en in cas van eenig verhuert goed het selve sonder onsen consente tot hem niet en zullen mogen trekken op pene voorseijt ende en zal het land de drij laeste jaeren niet vermogen te verhantsaeijen sullende in cas van afscheijden den pachter gehauden wesen ten minsten twee jaeren voor sijnen termijn expireert, het land te doen opseggen, ende voorts te doen als eenen goeden pachter getrouwelijk verobligeert is te doen ende te laeten, ende ingevalle dat de vruchten te velde staende door heijerkracht, hagelslag ofte overvloet van wateren beschadigt ofte bedorven wierden, â?Tt welke Godt wilt verhoeden, sal den pachter daer van alsulken kwijtschel van pacht genieten als nae rechte ende reden hehooren zal mits doende d'advertentie binnen derden dage aen ons ofte onsen gecommitteerden omme de schaede te visiteren ende dat t'zijne laste te doen taxeren op pene van geenen kwijtschel te genieten, den pachter verbind sig ook van jaerlijks sonder eenig vergeld te doen buijten den ougst, hoeijtijd oft saeijtijd drij correweijden met twee peerden ende in cas hij er meer is hebbende met vier peerden dies aensogt zijnde jder ten minsten soo verre als de distantie van Aelst na Brussel, ook zal den pachter zonder eenige contradictie op den opgepachte landen, meerschen ofte weijden op de canten abouterende aen wegen, grachten ofte berms op sijnen kost moeten planten ter distantie van vijfentwintig voeten van elkanderen 't sij wilgen, popeliere ofte witte abbeele opgaende poten, ende daer tusschen ter distantie van twelf voeten en half van de respective opgaende, eenen tronk naer sijn goedunken van welke plantagie alvoren zal beginnen, hij gehauden zal zijn inken te doen aen onse rentmeestersse, die belast is daervan behoorelijke notitie te hauden ende de selve aen ons jaerlijks te suplieren ende cas wij goed vonden van t'onsen profijte op de selve plantagie te planten opgaende eijken, bueken ofte grauw abbeele, plantsoenen zullen de selve door ons gelevert worden aen den pachter die gehauden zal zijn de selve te haelen ter plaetse daer het hem sal aengewesen worden, worden de welnamentlijk geconditionneert dat de te maeken putten zullen ten minsten moeten zijn ter wijde ende diepte van vier voeten vierkant zonder dat den pachter die minder zal mogen maeken op pene dat men die 'Tsijnen koste zal doen maken op de forme voorseijt, welke boomen hij in den was sal moeten hauden zonder eenige van die te mogen tronken ende behoorelijk verdoormen tegen het schueren van de beesten ende en sal den pachter geen gesag hebben aen eenige opgaende boomen dan alleenelijk aen den tronk van de tronkboomen, alles op pene van pachtbraeke, in cas den pachter zulks niet en verstonde te doen ofte daer jegens het minste relneteerde alle welke conditiën ende voorwaerden den pachter is accepterende onder verbintenisse van sijnen persoon, hoirs ende van zijne goederen, present ende toekomende onder clasule solidare ende sal dies aensogt tot het volbrengen van alle de bovenstaende conditiën moeten stellen, suffissante borge ten contentemente van de Heeren verhuerders met renuntiatie in forma aen het beneficie van aeder divisie ofte excusie.
Aldus verhuert ter goedertrauwe binnen Afflighem, den 9 oktober 1793 ende waeren ondert. H. Haenen, Syndicus ende J. De Vis.

Bijlage III.  Schattingsverslag van de watermolen van 27 december 1720.
Op heden, dezen zevenentwintigsten december een duysend zevenhondert twintig, zoo hebben wij onderschreve getaxeert als molenmaekers van onzen style, den watermolen gestaen ende gelegen onder de parochie van Meldert, lande van Assche, toebehoorende aende vermaerde abdije van Afflighem, ten verzoeke van den Eerzaemen Jan Peeter De Vis, desederende aen hunnen broeder Jan De Vis, ook zone van Petrus, als pachter van den zelven molen bekent zijnde ende luijd als volgt:
 
In den eersten het buijtenwiel met zijne harmen en boutenschilt boord ende toebehoorten geprezen op ... 36 -  0 - 0
Item, de waterasse met haere twee tappen banden en toebehoorten geprezen op ... 36 - 0 - 0
Item, het camwiel met zijne cammen, bouten ende toebehoorten, geprezen op  ...    42 - 0 - 0
Item, het spillegeloop met zijne ijzere spillen, banden, bouten ende toebehoorten, geprezen op ... 11 - 0 - 0
Item, het staekijzer als rijnpanne spoor ende toebehoorten, getaxeert op de somme van ... 30 - 0 - 0
Item, den loopenden steen is dik bevonden, wezende zestien duijms, thien duijmen ende drij quaert Brusselsche maete a veertien guldens en thien stuijvers den duijm komt ter somme .. 155 - 17 - 1/2
Item, den liggenden steen, wesende vijftienders zijnde onmeetbaer is in weirde van ... 43 - 10 - 0
Item, het rinckhout met zijne blokken ende toebehoorten, geprezen op ... 23 - 0 - 0
Item, de steenkuijp met twee deksels, tremelhouten, graenbak, kleijn baksken, graenijzer ende toebehoorten, geprezen op ... 6 - 0 - 0
Item, de grahouten met haere blokken, windhaes ende de handwinde met zijne toebehoorten is getaxeert op de somme van 10 - 0 - 0
Item, de scherplanken met de pasbrugge met het ligijzer ende den ligboom ende alle zijne toebehoorten is getaxeert op .. 8 - 0 - 0
Item, den steenreep met den valijreep, commandel ende toebehoorten geprezen op ... 5 - 0 - 0
Item, twee pulmen van buijten en binnen met haere toebehoorten gepresen op ... 4 - 0 - 0
                                                                                                                                     410 - 7 - 1/2
 
Aldus gedaen, gepasseert ter goeder trouwe bij ons meesters molenmaekers van onzen stiel ten jaere, maend ende dag voorschreven, in teeken der waerheijd hebben wij dit onderteelkent ende waeren onderteekent, J. F. Witte als voght, Jan De Rudder als bijstaenden voght, Jan De Vis als nu aenkomenden mulder, Jan Gekeer.
1720 en Harnant Van Bogaert.
 
Bijlage IV.  Schattingsverslag van de watermolen van 29 nivôse 6de republikeins jaar (18 januari 1798).
Op heden dezen negen-en-twintigsten nivôse, zesde jaer der fransche République, zoo heb ik onderschreven molenmaeker van style geprezen den watermolen gestaen ende gelegen onder de commune van Meldert, canton van Lebbeke, Departement der Schelde, voordskomende van de gewesene abdije van Afflighem, ten verzoeke van den borger Petrus Van Keer als gecommissioneerden experten bij het canton van Lebbeke tot het prijzen der Nationale Goederen gelegen binnen hetzelfde canton.
Te weten:
In den eersten ende alvoren het waterwiel met zijne armen, bouten, schelftboord en toebehoorten, geprezen op ... 20 - 0 - 0
Item, de waterasse met haere twee tappen, banden ende toebehoorten op ... 6 -0 - 0
Item, het camwiel met zijne cammen, armen ende de bouten en toebehoorten op ... 20 - 5 - 0
Item, het spillegeloop met zijne ijzere spillen, banden, bouten en toebehoorten geprezen op ... 11 - 0 - 0
Item, het staekijzer, als rijnpanne, spoor en toebehoorten op ... 29 - 0 - 0
Item, den loopende steen, zijnde witten steen, de wijde zes voeten en vier duijmen, over zijn kruijs gemeten is dik bevonden zeventien duijmen Brusselsche maete geprezen op ... 442 - 0 - 0
Item, den liggenden steen is dik bevonden twelf duijmen maete als voren geprezen op ...312 - 0 - 0
Item, het rinkhout met zijne blokken en toebehoorten op ... 6 - 0 - 0
Item, de steenkuijpe met haere deksels, tremelhouten, graenbak, kleijnbaksken, graenijzer ende toebehoorten geprezen op ... 68 - 0 - 0
Item, de grahouten met haere blokken, winthaes en handwinde met haere toebehoorten op ...10 - 10 - 0
Item, de scheurplanken, pasbrugge met het lichtijzer, lichtboom en toebehoorten op ...3 - 0 - 0
Item, den steenreep met den valyreep, commandel en toebehoorten op ... 4 - 0 - 0
Item, twee palmen van buijten en binnen met haere toebehoorten gepresen op ... 3 - 0 - 0
Item, het waterwiel met zijne bakken en armen en bouten en met zijne toebehoorten gepresen op ... 36 - 0 - 0
Item, de assche met haer twee tappen en banden met toebehoorten gepresen op ... 36 - 0 - 0
Item, het staekijzer als reijpanne en spoor gepresen op ... 26 - 0 - 0
Item, in den eersten het buijtenwiel met zijne armen, bouten, schultboord, bakken en toebehoorten gepresen op ... 36 - 0 - 0
Item, de waterasse met haere tappen, banden ende toebehoorten gepresen op ... 20 - 0 - 0
Item het camwiel met zijne cammen, armen ende bouten ende toebehoorten gepresen op ... 16 - 0 - 0
Item, het spillegeloop met zijne ijzere spillen, banden ende bouten ende toebehoorten gepresen op ... 10 - 0 - 0
Item, het staekijzer als rijnpanne, spoor ende toebehoorten gepresen op ... 4 - 0 - 0
Item, den loopende steen, wijde vijf voeten gemeten over kruijs is dik bevonden vijftien duijmen Brusselsche maete a twintig guldens den duijm komt tot ... 300 - 0 - 0
Item, den liggenden steen is dik bevonden elf duijmen maete als voren komt ... 220 - 0 - 0
Item, het rinckhout met zijne blokken ende toebehoorten gepresen op ... 4 - 0 - 0
Item, de steenkuijpe met haere deksels, tremelhouten, graenbak, kleijn baksken, graenijzer en toebehoorten geprezen op ... 6- 0 - 0
Item, den meelbak, meelgoot, lightboom, lightijzer ende toebehoorten geprezen op ... 3 - 12 - 0
Item, de scheurplanken met de pasbrugge ende haere toebehoorten geprezen op drij guldens dus ... 3 - 0 - 0
Item, de twee pilmen van buijten en binnen ende haere toebehoorten geprezen op ... 3 - 0 - 0
Item, de sakwinde met het clamdier, binnenreep, zakreepen ende toebehoorten gepresen op ... 2 - 0 - 0
Item, de watergote met haere twee hooen ende toebehoorten geprezen op ... 7 - 0 - 0
Kleijnen molen
Item, de tuijmelas met haere twee banden en tappen geprezen op ... 8 - 0 - 0
Item, de wieg met haere spillen, banden, bouten en stekken geprezen op ... 8 - 0 - 0
Item, het camwiel met zijne armen en ijzerwerk geprezen op ... 4 - 0 - 0
Item, de twee pilmen geprezen op ... 8 - 0 - 0
Item, de twee scheirplanken met de pasbrugge geprezen op ... 3 - 0 - 0
Item, het staekijzer als rijnhals, panne en spoor geprezen op ... 11 - 0 - 0
Item, het rinkhout met zijne blokken geprezen op ... 23 - - 0
Item, de steenkuijp met haere deksels, grooten ende kleijnen bak ende tremelhouten geprezen op ... 10 - 0 - 0
Item, den meelbak met de meelgoot geprezen op ... 1 - 3 - 0
Item, den loopende steen wezende viertiender gemeten over zijn kruijs is dik bevonden twelf duijmen Brusselsche maete a negen guldens den duijm komt ter somme van ... 108 - 0 - 0
Item, den liggende steen is dik bevonden acht duijmen maete als voren komt ter somme van ... 72 - 0 - 0
Eijndelinge het batiment van het nieuw kausmoleken gepresen op .. 400 -0 -0
                                                                                                                    2333 -10 - 0
Aldus geprezen bij mij onderschreven ter goeder trouwe, den dag, maend en jaer als voren,
Joannes De Ridder. 

Bijlage V. Parenteel van Joannes De Vis.

De molenaarsfamilie De Vis door Edmond Schoon

PETRUS DE VIS Zoon: I JOANNES DE VIS, geboren op 20 januari 1699 JOANNES overleed op zaterdag 27 augustus 1768 in MELDERT, ± 60 jaar oud. JOANNES trouwde op 22 februari 1721 met Anna VAN LIERDE JOANNES trouwde een tweede keer op donderdag 13 december 1731 in OSSEL-BRUSSEGEM met CATHARINA VAN IMMERSEEL, 20 jaar oud, geboren op zaterdag 31 oktober 1711 in OSSEL-BRUSSEGEM. CATHARINA overleed op vrijdag 7 april 1780 in MELDERT, 68 jaar oud.

Kinderen van JOANNES DE VIS en CATHARINA VAN IMMERSEEL:
1. JOANNES BAPTISTA DE VIS, geboren op maandag 31 mei 1734 in MELDERT.
2. ANNA MARIA DE VIS, geboren op woensdag 7 juni 1741 in MELDERT.
3. JUDOCUS DE VIS (II-a), geboren op vrijdag 25 januari 1743. Overleden op zaterdag 13 juli 1811.
4. PETRUS DE VIS, geboren op vrijdag 18 februari 1746 in MELDERT.
 
II-a JUDOCUS DE VIS, geboren op vrijdag 25 januari 1743 in MELDERT als zoon van JOANNES DE VIS (I) en CATHARINA VAN IMMERSEEL.
JUDOCUS is overleden op zaterdag 13 juli 1811 in MELDERT, 68 jaar oud.
JUDOCUS trouwde, 33 jaar oud, op dinsdag 7 januari 1777 in MELDERT met
ANNE MARIE VAN DEN HAUTE, 40 jaar oud, geboren op zondag 17 juni 1736 in MELDERT.
ANNE MARIE is overleden op vrijdag 25 oktober 1811 in MELDERT, 75 jaar oud.
Kinderen van JUDOCUS DE VIS en ANNE MARIE VAN DEN HAUTE:
1. JOANNES BAPTIST DE VIS (III-a), geboren op dinsdag 1 september 1778.
Overleden op dinsdag 11 juli 1843.
2. EGIDIUS DE VIS, geboren op donderdag 28 september 1780 in MELDERT.
 
III-a JOANNES BAPTIST DE VIS, geboren op dinsdag 1 september 1778 in MELDERT als zoon van JUDOCUS DE VIS (II-a) en ANNE MARIE VAN DEN HAUTE.
JOANNES BAPTIST is overleden op dinsdag 11 juli 1843 in MELDERT, 64 jaar oud.
JOANNES BAPTIST trouwde, 29 jaar oud, op woensdag 15 juni 1808 in HEKELGEM met
JOANNA BENEDICTA DE WITTE, 20 jaar oud, geboren op zondag 26 augustus 1787 in HEKELGEM als dochter van BENEDICTUS-EMMANUEL JOANNA BENEDICTA is overleden op woensdag 22 januari 1840 in MELDERT, 52 jaar oud.
Kinderen van JOANNES BAPTIST DE VIS en JOANNA BENEDICTA DE WITTE:
1. CATHARINA PAULA JULIANA DE VIS (IV-a), geboren op donderdag 10 augustus 1809.
Overleden op maandag 3 april 1848.
2. BENEDICTUS EMMANUEL Overleden op dinsdag 18 januari 1881.
3. JOANNA DE VIS, geboren op vrijdag 13 december 1811 in MELDERT.
JOANNA is overleden op woensdag 14 juni 1843 in MELDERT, 31 jaar oud.
4. CAROLUS LUDOVICUS DE VIS (IV-c), geboren op zondag 8 augustus 1813.
Overleden op zaterdag 3 november 1888.
5. PETRUS PAULUS DE VIS (IV-d), geboren op dinsdag 12 september 1815.
Overleden op maandag 18 maart 1878.
6. ISIDOOR HUBERTUS DE VIS (IV-e), geboren op Tweede Kerstdag vrijdag 26 december 1817.
 
IV-a CATHARINA PAULA JULIANA DE VIS, geboren op donderdag 10 augustus 1809 in MELDERT als dochter van JOANNES BAPTIST DE VIS (III-a) en JOANNA BENEDICTA DE WITTE.
CATHARINA PAULA JULIANA is overleden op maandag 3 april 1848 in Moorsel, 38 jaar oud.
CATHARINA PAULA JULIANA:
(1) trouwde met PETRUS JOSEPHUS VAN BAELEN, geboren omstreeks 1809. PETRUS JOSEPHUS is overleden op woensdag 23 augustus 1843 in Moorsel, ± 34 jaar oud.
(2) trouwde met CAROLUS GUILLELMUS ROSELT, geboren op dinsdag 4 juli 1815 in MESEN.
 
IV-b BENEDICTUS EMMANUEL NATHALIE is overleden op woensdag 3 april 1889 in HEKELGEM, 77 jaar oud.
Kinderen van BENEDICTUS EMMANUEL 1. CECILIA JOANNA DE VIS, geboren op zondag 6 maart 1836 in HEKELGEM.
CECILIA JOANNA is overleden op maandag 16 februari 1903 in HEKELGEM, 66 jaar oud.
2. PRUDENTIA JOANNA DE VIS, geboren op maandag 27 februari 1837 in HEKELGEM. PRUDENTIA JOANNA is overleden op donderdag 21 mei 1874 in BRUSSEL, 37 jaar oud.
3. HONORINA JULIANA DE VIS (V-a), geboren op woensdag 7 maart 1838.
Overleden op zaterdag 12 april 1930.
4. CAROLUS FRANCISCUS DE VIS, geboren op donderdag 7 februari 1839 in HEKELGEM. CAROLUS FRANCISCUS is overleden op vrijdag 14 februari 1840 in HEKELGEM, 1 jaar oud.
5. HORTENSIA FELICITAS DE VIS (V-b), geboren op zaterdag 3 oktober 1840.
Overleden op dinsdag 14 december 1920.
6. FLORENTINUS HUBERTUS DE VIS, geboren op woensdag 4 januari 1843 in HEKELGEM. FLORENTINUS HUBERTUS is overleden op dinsdag 21 maart 1843 in HEKELGEM, 0 jaar oud.
7. AUGUSTUS EUGENIUS DE VIS, geboren op woensdag 17 januari 1844 in HEKELGEM. AUGUSTUS EUGENIUS is overleden op vrijdag 9 januari 1874 in HEKELGEM, 29 jaar oud.
8. HENRICUS THEOPHYLUS DE VIS, geboren op vrijdag 11 juli 1845 in HEKELGEM.
HENRICUS THEOPHYLUS is overleden op vrijdag 24 april 1846 in HEKELGEM, 0 jaar oud.
9. MARIE JOSEPHINE DE VIS, geboren op maandag 28 december 1846 in HEKELGEM.
> MARIE JOSEPHINE is overleden op zaterdag 18 mei 1867 in HEKELGEM, 20 jaar oud.
10. ODILLA PAULA DE VIS, geboren op woensdag 19 april 1848 in HEKELGEM.
ODILLA PAULA is overleden op maandag 17 maart 1851 in HEKELGEM, 2 jaar oud.
11. MARIA LUDOVICA DE VIS, geboren op zaterdag 7 april 1849 in HEKELGEM.
MARIA LUDOVICA is overleden op zaterdag 4 augustus 1849 in HEKELGEM, 0 jaar oud.
12. JOSEPH ANTOINE DE VIS, geboren op zaterdag 16 maart 1850 in HEKELGEM.
JOSEPH ANTOINE is overleden op dinsdag 13 maart 1855 in HEKELGEM, 4 jaar oud.
13. MARIE FRANCOISE DE VIS (V-c), geboren op donderdag 1 mei 1851. Overleden op dinsdag 19 mei 1942.
14. PAULE LEONIE DE VIS, geboren op maandag 26 april 1852 in HEKELGEM.
PAULE LEONIE is overleden op donderdag 10 februari 1853 in HEKELGEM, 0 jaar oud.
15. ROSALIE PETRONILLE DE VIS (V-d), geboren op woensdag 28 september 1853.
Overleden op zaterdag 14 februari 1931.
16. GILLES ALPHONSE DE VIS (V-e), geboren op dinsdag 2 januari 1855.
Overleden op woensdag 30 december 1925.
17. JUSTINE CAROLINE DE VIS (V-f), geboren op zaterdag 22 maart 1856.
Overleden op maandag 25 november 1940.
 
IV-c CAROLUS LUDOVICUS DE VIS, geboren op zondag 8 augustus 1813 in MELDERT als zoon van JOANNES BAPTIST DE VIS (III-a) en JOANNA BENEDICTA DE WITTE.
CAROLUS LUDOVICUS is overleden op zaterdag 3 november 1888 in HEKELGEM, 75 jaar oud.
> CAROLUS LUDOVICUS trouwde, 23 jaar oud, op zaterdag 7 januari 1837 in HEKELGEM met EUGENIE BARBARA LESPIRT, 21 jaar oud, geboren op dinsdag 3 oktober 1815 in HEKELGEM als dochter van CAROLUS LUDOVICUS LESPIRT en ANNE CLAIRE JOSEPHA CLOCHERET. EUGENIE BARBARA is overleden op dinsdag 13 november 1894 in HEKELGEM, 79 jaar oud.
Kinderen van CAROLUS LUDOVICUS DE VIS en EUGENIE BARBARA LESPIRT:
1. JOANNES EUGENIUS DE VIS, geboren op vrijdag 2 juni 1837 in HEKELGEM.
JOANNES EUGENIUS is overleden op woensdag 12 februari 1919 in HEKELGEM, 81 jaar oud.
2. JEANNE CELESTINE DE VIS, geboren op zaterdag 6 april 1839 in OPWIJK.
JEANNE CELESTINE is overleden op zaterdag 7 mei 1921 in HEKELGEM, 82 jaar oud.
3. EULALIE ADELAÃ?DE DE VIS, geboren op dinsdag 29 december 1840 in OPWIJK.
EULALIE ADELAÃ?DE is overleden op maandag 12 juli 1909 in HEKELGEM, 68 jaar oud.
4. BENOIT FLORENT DE VIS, geboren op maandag 27 februari 1843 in OPWIJK.
BENOIT FLORENT is overleden op zondag 17 augustus 1919 in HEKELGEM, 76 jaar oud.
5. PAULUS AUGUST DE VIS, geboren op vrijdag 4 april 1845 in OPWIJK.
PAULUS AUGUST is overleden op vrijdag 8 maart 1918 in HEKELGEM, 72 jaar oud.
6. EDMONDUS ISIDORUS DE VIS (V-g), geboren op donderdag 3 juni 1847.
Overleden op zaterdag 22 augustus 1891.
7. CAMILIUS ANDREAS DE VIS (V-h), geboren op donderdag 2 augustus 1849.
Overleden op zaterdag 24 maart 1900.
8. CAROLUS DESIDERIUS DE VIS, geboren op donderdag 6 november 1851 in HEKELGEM.
CAROLUS DESIDERIUS is overleden op vrijdag 30 oktober 1896 in HEKELGEM, 44 jaar oud.
9. JOSEPHUS OSCAR DE VIS, geboren op maandag 25 juli 1853 in HEKELGEM.
JOSEPHUS OSCAR is overleden op dinsdag 13 september 1921 in HEKELGEM, 68 jaar oud.
10. MARIA JOANNA DE VIS (V-i), geboren op zondag 10 december 1854.
Overleden op woensdag 9 juni 1920.
11. ANATOLE PAULUS DE VIS (V-j), geboren op zondag 9 maart 1856.
Overleden op zaterdag 8 maart 1924.
12. VICTORIUS JOSEPHUS DE VIS, geboren op zondag 9 januari 1859 in HEKELGEM.
VICTORIUS JOSEPHUS is overleden op zaterdag 3 februari 1923 in TERNAT, 64 jaar oud.
13. THEOPHYLUS GUSTAEF DE VIS, geboren op maandag 12 november 1860 in HEKELGEM.
THEOPHYLUS GUSTAEF is overleden op zaterdag 13 juli 1861 in HEKELGEM, 0 jaar oud.
 
IV-d PETRUS PAULUS DE VIS, geboren op dinsdag 12 september 1815 in MELDERT als zoon van JOANNES BAPTIST DE VIS (III-a) en JOANNA BENEDICTA DE WITTE.
PETRUS PAULUS is overleden op maandag 18 maart 1878 in Moorsel, 62 jaar oud.
PETRUS PAULUS trouwde, 33 jaar oud, op woensdag 4 oktober 1848 in LEBBEKE met MARIE JOSEPHINE DE GEEST, 43 jaar oud, geboren op vrijdag 16 augustus 1805 in LEBBEKE. MARIE JOSEPHINE is overleden op maandag 5 oktober 1885 in Moorsel, 80 jaar oud.

IV-e ISIDOOR HUBERTUS DE VIS, geboren op Tweede Kerstdag vrijdag 26 december 1817 in MELDERT als zoon van JOANNES BAPTIST DE VIS (III-a) en JOANNA BENEDICTA DE WITTE.
ISIDOOR HUBERTUS is overleden in MELDERT.
ISIDOOR HUBERTUS trouwde met JOANNA DE PAUW, geboren in 1817 in ESSENE.
JOANNA is overleden in MELDERT.
 
V-a HONORINA JULIANA DE VIS, geboren op woensdag 7 maart 1838 in HEKELGEM als dochter van BENEDICTUS EMMANUÃ > HONORINA JULIANA is overleden op zaterdag 12 april 1930 in ASSE, 92 jaar oud.
HONORINA JULIANA trouwde met AUGUST SUYS.
 
V-b HORTENSIA FELICITAS DE VIS, geboren op zaterdag 3 oktober 1840 in HEKELGEM als dochter van BENEDICTUS EMMANUÃ > HORTENSIA FELICITAS is overleden op dinsdag 14 december 1920 in HEKELGEM, 80 jaar oud.
HORTENSIA FELICITAS trouwde met MARTIN TISTAERT, geboren op zaterdag 7 februari 1835 in ASSE. MARTIN is overleden op woensdag 12 maart 1879 in HEKELGEM, 44 jaar oud.
 
V-c MARIE FRANCOISE DE VIS, geboren op donderdag 1 mei 1851 in HEKELGEM als dochter van BENEDICTUS EMMANUEL. MARIE FRANCOISE is overleden op dinsdag 19 mei 1942 in EREMBODEGEM, 91 jaar oud.
MARIE FRANCOISE trouwde met FELIX ROELANDT, geboren op woensdag 12 september 1855 in EREMBODEGEM.
FELIX is overleden op donderdag 30 november 1922 in EREMBODEGEM, 67 jaar oud.
 
V-d ROSALIE PETRONILLE DE VIS, geboren op woensdag 28 september 1853 in HEKELGEM als dochter van BENEDICTUS EMMANUÃ > ROSALIE PETRONILLE is overleden op zaterdag 14 februari 1931 in BRUSSEL, 77 jaar oud.
ROSALIE PETRONILLE trouwde met ACHILLE EMMANUÃ ACHILLE EMMANUEL.
> V-e GILLES ALPHONSE DE VIS, geboren op dinsdag 2 januari 1855 in HEKELGEM als zoon van BENEDICTUS EMMANUÃ > GILLES ALPHONSE is overleden op woensdag 30 december 1925 in GEEL, 70 jaar oud.
GILLES ALPHONSE trouwde met CATHARINA SEGHERS, geboren op maandag 17 april 1871 in BORCHTLOMBEEK. CATHARINA is overleden na 1944, > 73 jaar oud.
 
V-f JUSTINE CAROLINE DE VIS, geboren op zaterdag 22 maart 1856 in HEKELGEM als dochter van BENEDICTUS EMMANUÃ > JUSTINE CAROLINE is overleden op maandag 25 november 1940 in EREMBODEGEM, 84 jaar oud.
JUSTINE CAROLINE trouwde met VICTOR DUCK.
VICTOR is overleden in 1912 in NIEUWPOORT.
 
V-g EDMONDUS ISIDORUS DE VIS, geboren op donderdag 3 juni 1847 in HEKELGEM als zoon van CAROLUS LUDOVICUS DE VIS (IV-c) en EUGENIE BARBARA LESPIRT.
EDMONDUS ISIDORUS is overleden op zaterdag 22 augustus 1891 in ASSE, 44 jaar oud.
EDMONDUS ISIDORUS trouwde in ASSE met VAN ROY, geboren op woensdag 19 april 1854 in ASSE. is overleden op woensdag 25 januari 1905 in ASSE, 50 jaar oud.
 
V-h CAMILIUS ANDREAS DE VIS, geboren op donderdag 2 augustus 1849 in HEKELGEM als zoon van CAROLUS LUDOVICUS DE VIS (IV-c) en EUGENIE BARBARA LESPIRT.
CAMILIUS ANDREAS is overleden op zaterdag 24 maart 1900 in HEKELGEM, 50 jaar oud.
CAMILIUS ANDREAS trouwde, 31 jaar oud, op woensdag 9 februari 1881 in HEKELGEM met MARIA ROSALIA ERMENS, 28 jaar oud, geboren op maandag 30 augustus 1852 in HEKELGEM als dochter van HENRICUS ERMENS en MARIA PHILIPPINA VAN ASCH. MARIA ROSALIA is overleden op woensdag 30 juni 1937 in APPELTERRE, 84 jaar oud.
Kinderen van CAMILIUS ANDREAS DE VIS en MARIA ROSALIA ERMENS:
1. LOUISA MARIA CHARLOTTE DE VIS, geboren op dinsdag 13 december 1881 in HEKELGEM.
2. EUGENIA MARIA FRANCISCA DE VIS, geboren op woensdag 16 mei 1883 in HEKELGEM. EUGENIA MARIA FRANCISCA is overleden op donderdag 28 januari 1886 in HEKELGEM, 2 jaar oud.
3. PHILIPPINA JOANNA DE VIS, geboren op vrijdag 27 november 1885 in HEKELGEM.
4. ERNEST DESIDERIUS CELESTINUS DE VIS, geboren op zaterdag 16 april 1887 in HEKELGEM.
 
V-i MARIA JOANNA DE VIS, geboren op zondag 10 december 1854 in HEKELGEM als dochter van CAROLUS LUDOVICUS DE VIS (IV-c) en EUGENIE BARBARA LESPIRT.
MARIA JOANNA is overleden op woensdag 9 juni 1920 in HEKELGEM, 65 jaar oud.
> MARIA JOANNA trouwde, 37 jaar oud, op donderdag 8 september 1892 met PHILIPPE DE NAYER, 51 jaar oud, geboren op dinsdag 17 augustus 1841 in ELSENE. PHILIPPE is overleden op maandag 8 januari 1894 in ELSENE, 52 jaar oud.
 
V-j ANATOLE PAULUS DE VIS, geboren op zondag 9 maart 1856 in HEKELGEM als zoon van CAROLUS LUDOVICUS DE VIS (IV-c) en EUGENIE BARBARA LESPIRT.
ANATOLE PAULUS is overleden op zaterdag 8 maart 1924 in HEKELGEM, 67 jaar oud.
ANATOLE PAULUS trouwde, 28 jaar oud, op woensdag 7 januari 1885 in HEKELGEM met JOANNA MARIA ADOLPHINE DE WITTE, 22 jaar oud, geboren op woensdag 18 juni 1862 in HEKELGEM als dochter van HENDRIK ADOLF DE WITTE. JOANNA MARIA ADOLPHINE is overleden op woensdag 24 juni 1931 in HEKELGEM, 69 jaar oud.
Kinderen van ANATOLE PAULUS DE VIS en JOANNA MARIA ADOLPHINE DE WITTE:
1. HENDRIK ADOLF DE VIS, geboren op vrijdag 20 maart 1885 in HEKELGEM. HENDRIK ADOLF is overleden op zaterdag 12 november 1949 in HEKELGEM, 64 jaar oud.
2. CELESTINA CAMILLA STEPHANIA DE VIS, geboren op woensdag 14 december 1887 in HEKELGEM. CELESTINA CAMILLA STEPHANIA is overleden op woensdag 12 augustus 1964 in HEKELGEM, 76 jaar oud.
3. MARIA CLEMENTIA CHARLOTTA DE VIS, geboren op zondag 8 juli 1888 in HEKELGEM. MARIA CLEMENTIA CHARLOTTA is overleden op zaterdag 12 augustus 1922 in HEKELGEM, 34 jaar oud.
4. VICTOR JOZEF DE VIS, geboren op maandag 2 juni 1890 in HEKELGEM. VICTOR JOZEF is overleden op zondag 4 juni 1916 in HEKELGEM, 26 jaar oud.
5. KAREL DESIDEER PETRUS DE VIS, geboren op dinsdag 21 december 1897 in HEKELGEM. KAREL DESIDEER PETRUS is overleden op zaterdag 12 maart 1921 in HEKELGEM, 23 jaar oud.
6. EUGEEN MARIA JOZEF DE VIS (VI-a), geboren op donderdag 2 maart 1899. Overleden op vrijdag 20 december 1963.
 
Affligem, 23 oktober 2007,
Edmond Schoon.

-------------------

Bezoek van een dievenbende

"De Binders, da was een dievenbende, en dedie bonden de mensen helen voeten vast, en as ze nie wouen zeggen waar dat helen geld lei, dan hielden ze de voeten boven 't vuur. Dedie hemmen ne keer in Mellert, op de Watermolen gebonnen. Mijn vader was toen een klein jongsken. En hij was van 1842. En 't klooster (van Affligem) was afgeschoten, en de paters waren moeten gaan lopen. Maar in de Watermolen zat enen verscholen. En dienen had die binders gehoord, en hij was gaan lopen. Maar een van die binders voelden aan da bedde, en 't was nog werm, en azo wisten ze dat daar iemand zat".

Omzetting in Algemeen Nederlands

"De Binders" waren een dievenbende. Ze bonden de voeten van de mensen vast. Als die niet wilden zeggen waar hun geld lag, hielden ze hun voeten boven het vuur. Op een keer hebben ze in de watermolen van Meldert "gebonden". Min vader was toen nog een kleine jongen. Hij was geboren in 1842. En het klooster (van Affligem) was afgeschoten en de paters hadden moeten vluchten. Maar één hield zich schuil in de watermolen. Hij hoorde die "binders" komen en hij was weggelopen. Maar één van die binders voelde aan het bed dat het nog warm was. Zo wisten ze dat daar iemand geweest was.

--------------

"In de revolutie wierden de kinderen in de vijver gedoopt, aan de watermolen. De rovers kwamen daar binnen, in da Molenhuis, langs 't dak, langs Van De Wiele".

-------------
Jan de Lichte dienen had nen dupo in Mellertvijver, waar dat de watermolen is. Dienen zijn pieird was averecht beslagen, voor hem niet te kunnen pakken.

Omzetting in Algemeen Nederlands
Jan de Lichte had een depot (opslagplaats) in Meldert-vijver, waar de watermolen staat. Zijn paard was omgekeerd beslagen (= hoefbeslag) om hem niet te kunnen pakken.

Aan de molen breekt een donker kalf je nek

Als ge aan de Mooie Molen durfden omloenken, spronk er nen donkeren metten op anen nek, en dienen brak a den nek.

Omzetting in Algemeen Nederlands
Als je aan de Mooie Molen durfde omkijken, sprong er een donker kalf op uw nek en die brak uw nek.

De vensterluiken slaan open en toe

In de Mooie Molen heeft het geweest dat 't spookten. De blaffeturen (vensterluiken) vlogen open en toe. De mensen hadden daar schrik af. Ze zijn daarvoor naar (de paters van) Affligem gegaan. Tein (dan) was 't gedaan.

a. Zegspersonen: 1) Helena Van Nieuwenborgh, 86 jaar in 1969, landbouwster, Herdersem; 2) Francis August Baert, °Meldert 07.09.1878, landbouwer, Kokerij 44, Meldert; 3) Joannes Franciscus Van der Elst, °Mazenzele 03.03.1889, metselaar, Steenweg 67, Mazenzele; 4) Alphonse Van der Veken, °Meldert 24.06.1904, asfaltarbeider, Kokerij 26, Meldert; 5) Margaretha Plas, °Meldert 08.07.1902, huishoudster, Kokerij 26, Meldert (echtgenote van nr. 4).
b. Bron: L. Pauwels, Sagenonderzoek ten oosten van Aalst en in Noord-West-Brabant", Leuven, 1969 (licentiaatsverhandeling), deel 2, p. 659-660; deel 1, p. 239, 340 (publ.: Heemkundige Kring De Faluintjes (Baardegem-Herdersem-Meldert-Moorsel), III, 1990, 2 (april), p. 75: enkel de eerste twee sagen)
c. Sagenmotieven: 1), 2), 3) historische sagen - benden: de Binders / Jan de Lichte; 4) geestenwereld - plaaggeesten: zwart kalf; 5) geestenwereld - bespookte plaatsen: molen
d. Molengegevens. Type: watermolen, oorspronkelijk met onderslagrad, later met 2 bovenslagraderen. Functie: koren- en (later, tot ca. 1920): ook oliemolen. Ligging: Nedermolenstraat 3, kadasterperceel D 172, oorspronkelijk opgericht voor 1095, herbouwd in 1599 en 1688. Gebouw grondig gerenoveerd in 2004-2006, maar helaas zonder rad en binnenwerk.

Archieven
Rijksarchief Gent, Scheldedepartement (PV1) - domeinen, nr. 5917. Verkoop van huis en watermolen te Meldert bij Aalst (abdij Affligem) - verkocht op 20 pluviose an 12 of 10 februari 1804, met achteraan het register: 1 proces-verbaal, pachtcontract van 9 oktober 1793, pachtcontract van 9 februari 1720, prijzij van 27 december 1720 en prijzij van 29 nivose an 6 of 9 januari 1797.

Werken
- De Potter F.-Broeckaert J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, Gent (1900), reeks V, dl. III
- Danny Wille, "Haalt de Meldertse Nedermolen of mooie molen zijn 900ste verjaardag?" in: De Faluintjes, 1995, nr. 1, p. 50;
- "De mooie molen te Meldert" in: De Faluintjes, IX, 1996, nr. 1, p. 6-7;
- "Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Eerste aflevering. De arrondissementen Aalst en Dendermonde", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XIV, 1960, 3 (Gent, 1962);
- Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-N", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2004;
- Frans Ringoot, "De Mooie Molen te Meldert (bij Aalst)", in: Ons Molenheem, jg. 31, 2006, nr. 1, januari-maart, p. 3-5, ill.
- Nele Vermoesen, "Oude site wordt nieuwe attractie. Historische ,,Mooie Molen'' wordt hotel-restaurant", in: Het Nieuwsblad, 16.07.2005.
- Jos Laeremans, "'Mooie Molen wordt opnieuw een toeristische troef'. Uitbaters herstelden molenaarsgebouw in oorspronkelijke staat", in: Het Nieuwsblad, 01.08.2008.
- Edmond Schoon, "Verkoop van de watermolen te Meldert op 17 februari 1804", in: De Faluintjes", jg. 21, 2008, nr. 2 en 3.
- Lieven Denewet, "Honderd bespookte molens in Vlaanderen. Een verzameling molensagen van de kuststreek tot het Maasland", Molenecho's, XX, 1992, nr. 3-4.
- Van de Perre A., Daar bij die Molen… Die Mooie Molen, Heemkundige Kring De Faluintjes - Tijdschrift, XIII, 2000, 2, p. 191 e.v.
- Van Nieuwenborgh Henri, "Familie De Vis. Notoire bloedverwanten en hun patrimonium doorheen Aalst en Affligem", Erembodegem, Uitgeverij Flying Pencil, 2016, 154 p.

Mailberichten
- Georges Souffreau, Woubrechtegem, 27.06.2015.

Overige foto's

transparant

Nedermolen<br />Mooie Molen<br />Watermolen

Bemerk het jaartal 1688 en het asgat. Foto: Maarten Osstyn, 28.08.2008

Nedermolen<br />Mooie Molen<br />Watermolen

Tijdens de renovatie. Foto: Lieven Denewet, 2004

Nedermolen<br />Mooie Molen<br />Watermolen

Oude prentkaart (coll. De Mooie Molen, Meldert)

Nedermolen<br />Mooie Molen<br />Watermolen

Oude prentkaart (coll. De Mooie Molen, Meldert)

Nedermolen<br />Mooie Molen<br />Watermolen

Houten latei met het jaartal 1599 (coll. De Mooie Molen, Meldert)


Laatst bijgewerkt: zondag 29 november 2020
Stuur uw teksten over deze molen
Stuur uw foto's van deze molen
  

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in databasezoek op provincieStuur een e-mail over molen Nedermolen<br />Mooie Molen<br />Watermolen, Meldert (Aalst)homevorige paginaNaar Verdwenen Molens