Deze turbinewatermolen is overheen de Hermeton gebouwd. De molen zelf dateert uit 1791. In 1813 werd het minder diepe woonhuis gebouwd. De molen werd in de jaren 1970 stilgelegd. In de jaren 1980 volgde een leegstand en verkrotting. Een nieuwe private eigenaar kocht het domein aan en renoveerde de gebouwen, met o.m. een vernieuwd dak.

Het interieur van het molengebouw en de bijhorende schuur bleef behouden. Er zijn nog vier steenkoppels aanwezig, een deel van een elevator die van beneden aan de asput loopt tot helemaal bovenaan de vierde verdieping, waar het graan en meel werd gestockeerd. Deze elevator passeert langs een nog aanwezige graankuiser op de derde verdieping waar ook nog de trommel van een buil hangt. Dit restant is nog in verassend goede staat en meet in totaal zo'n zeven meter.

De eerste dam met sluiswerk die een 150 meter stroomopwaarts staat om de voorloop van de molen te voeden is dringend aan herstel toe. Het sluiswerk aan de molen zelf is nog in behoorlijke staat.

De turbine werd pas in de jaren 1950 geplaatst en werkte tot de molen werd stilgelegd. Voorheen was een (aan de watertoevoer te zien) een bovenslagrad, vermoedelijk van het type Poncelet.

Laurens VERHEUGHE & Lieven DENEWET

Literatuur

Philippe Vander Maelen, "Dictionnaire géographique de la province de Namur", Bruxelles, 1832.
Charles Meerts, "Dictionnaire géographique et statistique du royaume de Belgique", Bruxelles, Vanderborght, 1845.
Hervé Hasquin e.a., "Commnunes de Belgique: dictionnaire d'histoire et de géographie administrative. Wallonie", 2 vol., Bruxelles, La Renaissance du livre, 1980-1983.
Herman Holemans, "Enquète auprès des communes de la Province de Namur", 1986.
Lucien Simon, "Moulins de chez nous", Dison, Fondation Adolphe Hardy, 1992, p. 104.
André Lépine, "Les paroisses de l'entité de Doische", Cahier du Musée de Cerfontaine,  n° 219,‎ 1999
André Lépine,  "L'entité de Doissche en 1830 et en 1914", Cahier du Musée de Cerfontaine, n° 280,‎ 2004.