De Moulin Leclercq of Molen de Fexhe is een stenen korenwindmolen op een hoogte, aan de zuidzijde van de Grand'Route. Vanwege de bebouwing is de stenen grondzeiler moeilijk zichtbaar van op de  straat.

Hij werd gebouwd in 1843. De Chestret de Donceel bekwam op 3 augustus 1843 de toestemming van de Bestendige Deputatie van de provincie Luik om hem op te richten.

Volgens de Kadastrale atlas van P.-C. Popp (ca. 1860) staat de "Moulin à vent et pass." op het perceel sectie B 210d en was hij toen in het bezit van De Chestret, Hyacinthe-Isidore-Félicité, et Gilot, Joseph, meunier, Donceel.

Enkel de gewitte romp met de  boven elkaar geplaatste vensteropeningen blijft nog over. De romp is ingericht als woning.

Lieven DENEWET

Literatuur

Archives
Archives de l'Etat à Liège, "Etablissements insalubres, dangereux ou incommodes", reg. 1, n° 758 (03.08.1843).
P. Pieyns-Rigo, "Inventaire dea autorisations d'établissements insalubres et dangereux établis dans la province de Liège (1815-1908). Tome 1", Bruxelles, Archives Générales du Royaume, 1985, p. 51.

Ouvrages
Merveilleux témoins du temps jadis... Moulins à vent. Moulins à eau en Hesbaye-Meuse-Condroz, ed. Hesbaye-Meuse-Condroz Tourisme, s.l.n.d., s.p.
Philippe Vander Maelen, "Dictionnaire géographique de la province de Liège", Bruxelles, 1831.
Henri Del Vaux de Fouron, "Dictionnaire géographique de la Province de Liège", Liège, Jeunehomme, 1841.
Charles Meerts, "Dictionnaire géographique et statistique du royaume de Belgique", Bruxelles, Vanderborght, 1845.
Hervé Hasquin e.a., "Commnunes de Belgique: dictionnaire d'histoire et de géographie administrative. Wallonie", 2 vol., Bruxelles, La Renaissance du livre, 1980-1983.
Herman Holemans, "Enquète auprès des communes de la Province de Liège", 1984.
Lucien Simon, "Moulins de chez nous", Dison, Fondation Adolphe Hardy, 1992, p. 96.