Deze stenen korenwindmolen stond aan de zuidzijde van de h uidige Museumlaan (nr. 33°, ten oosten van de hoek met de Oude Leuvense Baan, op anderhalve kilomter ten noordoosten van het centrum van Tervuren.

Aanvankelijk was het een houten korenwindmolen, gebouwd bij octrooi verleend op 24 juli 1687 aan Jean Meert., molenaar van de domaniale molen van Corda. De windmolen werd op 27 maart 1691 aan "onze souvereine vorst" (de Spaanse koning) verkocht voor 3000 gulden.

De windmolen werd meestal samen met de watermolen (Gordaalmolen) verpacht. Beide molens werden in de 18de eeuw "Zijne Majesteits (wind en water)molens" genoemd,
In de volkstelling van Tervuren van 1702 was Hendrick Herinx de "molder". Hij had een knecht in dienst.
(95) Hendrick Herinx, molder van Sijne Ma(jesteij)ts molens binnen dese Vrijheijt. Eenen knecht. Een koe. 9 gl - 16 st (folio 349r)
In de volkstelling van 1747 was Francis Coeckelberghs, gehuwd met Anna Hendrickx, de molenaar. Ze hadden de ruim 20-jarige "Peeter" als knecht:
(49) Item Francis Coeckelberghs ende Anna Hendrickx gehuijsschen, muijlder van sijne Majesteijts wint ende watermolen alhier, hebbende eenen knecht Peeter oudt in de twintigh jaeren ende eene haertstede. Affges 17-0 over den molen ende huijsvr(ouw)e 40 (gulden) - 10 (stuijvers)

We zien hem aangeduid op de Ferrariskaart van ca. 1775 met het bruin symbool van een standaardmolen. Zijn ligging was wel meer zuidwestwaarts, aan de zuidzijde van dezelfde Museumlaan, ongeveer ter hoogte van de huidige Bijlkensveldstraat.

De windmolen werd herbouwd in 1825 in steen herbouwd, aan dezelfde Museumlaan, maar meer ten noordoosten. 

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Maestraeten Petrus Josephus, rentenier te Brussel
- 28.04.1859, deling: a) Barbier Camille, echtgenote van de Saint Paul Prosper Louis, advocaat te Parijs, b) Barbier Marie, echtgenote van Vanlaville Benoit Jules, eigenaar te Parijs en c) Barbier Reine, echtgenote van Mercier Louis Marie, eigenaar te Beaurouvre (F) (notarsi Muller)
- 06.04.1861, deling: de Saint Paul-Barbier Camille, eigenaar te Parijs (onderhandse akte)
- 1878, regularisatie: de eigenaar is: de Saint Paul-Barbier Prosper Louis, eigenaar te Rubelles (F)
- 06.03.1893, erfenis: a) de Saint Paul Louis Prosper (voor vruchtgebruik), eigenaar te Parijs en b) Mercier Felix (voor naakte eigendom), eigenaar te Beaurouvre (F) (overlijden van vrouw Barbier)
- 03.05.1898, einde vruchtgebruik: Mercier Felix, eigenaar te Beaurouvre (F) (overlijden van Louis de Saint Paul)
- 20.07.1922, verkoop: Van Langendonck-Mammerickx Joseph Eduard, landbouwer te Zaventem (notaris Barre)

De molen verloor zijn wieken in 1895. Een prentkaart toont ons de molen met zijn kap en staartwerk en op de voorgrond de pestels en de gietijzeren askop op de grond.

In 1925 volgde de volledige sloop.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Literatuur

Jules Egied Davidts, "Tervuren in oude prentkaarten", Zaltbommel, Europese Bibliotheek, 1972.
J. Davidts, "Landelijk Tervuren", Tervuren, 1976;
L. Mellaerts, "Tervuren door de eeuwen heen", s.p., 1947;
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961;
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 5: arrondissement Leuven (M-Z)", Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem', 1994, p. 34. 
J. Schouteden - Wéry, "Tervuren en Brabant. Histoire de la région, de la localité et de ses châteaux", in: Annales de la Société Royale d'Archéologie de Bruxelles, XLV, 1941, p.5-128, ill. krten. [Hoofdstuk II behandelt het landschap met de typische gebouwen: hoeven, molens - ook plaatsnamen p. 16-63]
D. Schepens e.a., "De volkstellng van 1703 in oostelijk Vlaams-Brabant", Leuven, Familiekunde Vlaanderen. Regio Leuven, 2014.
Alphonse Wauters, "Histoire des environs de Bruxelles ou description historique des localités qui formaient...", Brussel, 1855.
Mailbericht Herman Swinnen, 15.07.2015.