Bungensemolen
Molen van Budingen
oostzijde
600 m ten Z. van de kerk
op bypass van de Grote Gete
kadasterperceel D 241
De Bungensemolen is een watermolen die deel uitmaakt van een grote vierkantshoeve aan de oostzijde van de Molenstraat (nr. 9) op een bypass van de Grote Gete, op 600 meter ten zuiden van de kerk van Budingen en op 27,81 meter boven de zeespiegel. Bakstenen gebouw op natuurstenen basis.
De watermolen werd voor 1428 gebouwd. Hij maakte gedurende eeuwen deel uit van de plaatselijke heerlijkheid. Toen de stad Tienen de loop van de Grote Gete verbeterde nam zij, op 16 september 1529, de molen in pacht ten einde alle verwikkelingen te vermijden, die zouden kunnen ontstaan in verband met de sluizen van de molen. Herbouwd in de 17de eeuw.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: de Pitterus, de erfgenamen
- 1838, erfenis: de Pitteurs-de Barré de Commogne, de weduwe, te Namen
- 21.04.1838, deling: de Pitteurs de Budingen-de Cartin d'Yves baron Gustave Antoine, rentenier te Namen (verklaring d.d. 20.01.1861)
- 07.09.1881, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden van Gustave de Pitteurs de Budingen)
- 1884, deling: de Pitteurs de Budingen baron Leon, eigenaar te Warisoulx
- 28.02.1913, erfenis: de Pitteurs de Budingen-Simonis baron Herman Gustaaf Victor Karel Maria, eigenaar te Villers-lez-Heest (overlijden van Leon de Pitteurs de Budingen)
- 13.07.1949, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden van Herman de Pitteurs de Budingen)
- 23.07.1952, deling: de Pitteurs de Budingen baron Henri Gerard Vincent Leon Marie Joseph Ghislain, zonder beroep te Luik (notaris Logé).
Het houten onderslagrad was beschermd door een afdak, was in de jaren 1950 al vervallen, maar draaide nog af en toe. Het werd in 1960 verwijderd. De bypass van de Grote Gete werd nadien dichtgegooid. In de watergevel is, in de natuurstenen basis, het gat nog zichtbaar waar doorheen de wateras (met het waterrad) stak.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961;
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. deel 4, p. 29: arrondissement Leuven (A-L)", Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem', 1993;
A. Wauters, "Toponymie de la Hesbaye liégeoise, Canton de Léau", Wetteren, 1930 e.v., p. 81;
Jules Herbillon & A. Joris, "Les moulins à guède en Hesbaye au Moyen Age", in: Revue belge de Philologie et d'Histoire, t. 42, 1964, p. 495-515, 1 kaart (p. 505).
P. Kempeneers, "Zoutleeuw. Een toponymisch-geschiedkundige studie", Leuven, Instituut voor Naamkunde, Nomina geographica flandrica, Monografie XIX, 2003, 308 blz.
Lieven Denewet, "Honderd bespookte molens in Vlaanderen. Een verzameling molensagen van de kuststreek tot het Maasland", Molenecho's, XX, 1992, nr. 3-4.
"Meldert voormalige Heerlijkheid van het Hertogdom Brabant".
De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.