Molenzorg

Gent, Oost-Vlaanderen


De Papegaai is de staakmolen rechts. Aquarel (Stadsarchief Gent).
Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Papegaai
Papegaaimolen
Wispelberg
Wispelkooi
Kooimolen
Kaaimolen
De Koeie
De Koeye

Ligging
Casinoplein 23
9000 Gent

westzijde
zijde Coupure-Rechts (nr. 308)
Meulegat (vroeger)
kadasterperceel F2200


toon op kaart
Type
Staakmolen met open voet
Functie
Korenmolen
Gebouwd
voor 1389
Verdwenen
1828 (sloop molen), 1835 (afvoeren molenwal)
Beschrijving / geschiedenis

Op de Coupure Rechts, in de buurt van de Wispelbergstraat en Papegaaistraat stonden verscheidene molens. De meest bekende is de Papegaai(molen) op een hoge wal ("Meulenberg") aan de westzijde van het huidige Casinoplein (nr. 23), zijde Coupure-Rechts (nr. 308).

De molen mag niet verward worden met molen "de Papegaai"  die buiten de Brugse poort stond (zie aldaar).

De eerste vermelding dateert van 1389. De molen droeg vele verschillende benamingen:

Papegaai
- 1389: "van eenre muelen touerbrouc (te Overbroek) die men heet papegay" (Stadsarchief Gent, 330/8, 318 v°).
- 1557: "inde prochie van sente Martin tackerghem naest de papegaeymeulene" (Stadsarchief Gent, 301/108, II, f° 35)
- 1798, 29 januari 1798 (10 pluviôse jaar VI), 8 februari (20 pluviôse jaar 6): 
Verkoping van een woning in de Twaalfkamerenstraat, “voorby het Roozemaryntjen, noord den Papegaey-Molen”.

Wispelberg
- 1406: van eenre muelen teckerghem die men eedt wispelberg (Stadsarchief Gent, 301/19, 24 r°)
- 1562: "cooren wintmuelene (...) ghenaempt Wispelberch daermen alle jare den ghaey vanden drie guldens schietende es binnen der prochie van sente Martens tackerghem" (Stadsarchief Gent, reeks 330, reg. 76, f° 149 v°)

Papegaaimolen, Wispelberg
- 1531: Een bunder landts .. in de prochie van Ackerghem, tenden XII Cameren, up de nortzijde vander straten, de papegay meullene, ghenaemt den Wispelberch, daer neffens gheerft ant nordt.

Wispelkooi - Papegaaimolen
- 1572/1573: "Den Wispelbeerch of Papegaijmuelne, behoort Lievin Goethals, ghetauxt 8 lb. gr. tsiaers (Stadsarchief Gent, 153/2, reg. 18, f° 79r° (huisgeld van 1572) en reg. 19, f° 46r° (huisgeld van 1573)
- 1584: van eene cooren wintmuelene ghenaempt de wispelkoye ende nv papengaymuelen (Stadsarchief Gent, 330/102, 55 r°).

Kooie, Wispelberg
- 1710: Eenen coorenwintmeulen ghenaemt de Coye aleas Wispelberch, soo de selven metten berch, op ende afrede ghestaen ende gheleghen is binnen de prochie van Ackerghem.

In 1691 behoorde de molen toe aan Francis van Doresele: "Item een ander extrait uijt den lantboeck vande aude quotidiane van St Baefs tot betoog vande erectie vanden meulen genaemt de Papegaijmeulen, gestaen t'akergem als vooren, competerende Fransies van Dooresele van voor daete vanden jaere 1584 cotte n° v°".

De reden van de dubbele naam "Wispelbergmolen" en "Papegaaimolen" vinden we vermeld in een stuk uit 1562: "cooren wintmuelene (...) ghenaempt Wispelberch daermen alle jare den ghaey vanden drie guldens schietende es binnen der prochie van sente Martens tackerghem" (Stadsarchief Gent, reeks 330, reg. 76, f° 149 v°). De "papegaai" op de hoogste molenwiek diende als schietdoel, zoals ook blijkt uit een schilderij in het Gentse STAM. Sinds de vijftiende eeuw kwamen de Gentse schuttersgilden Sint-Joris, Sint-Sebastiaan en Sint-Antonius de papegaai kwamen afschieten, die op de sprang op een van de wieken was vastgemaakt. Omdat een koningschieting in die tijd een hele gebeurtenis was, wekt het geen verbazing dat de molen vanaf de 16de eeuw bij voorkeur Papegaaimolen werd genoemd en dat men de straat die er naar toe leidde Papegaaistraat noemde. Ook een huis aldaar werd bedacht met de benaming Papegaaihuis: "een huus zo datte metter poorte, schueren, stallen ende tlandeken daerachtere, midtsgaeders drie huussekens neffens tvoorn. huus ende zynen anderen toebehoorten, eertvast, wortelvast ende naghelvast ghestaen ende gheleghen es ten galghenberghe ghenaempt tpapegayhuus" (1579).

De Gentse molenaarsfamilie Labaut bezat meerdere molens in Gent, waaronder de Papegaaimolen.

We zien hem aangeduid op de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen.

De Cooremuelen werd in 1827 door de stad Gent voor 6600 florijnen aangekocht om hem te laten afbreken, aangezien hij het werken belemmerde, daar waar later het Casino en de veeartsenijschool zich bevindt. De stad Gent liet de molen in 1828 afbreken. De molenwal bleef nog over. De stad stelde het terrein met daarop de molenberg van de vroegere Papegaaimolen gratis ter beschikking om af te graven (hetgeen gebeurde in 1835) voor de bouw van het Casino.

Lieven DENEWET & Paul HUYS

Bijlagen

Gent - De Molenberg aan de Papegaaistraat (Gazette van Gend, 08.10.1789)
Een huis in de Twaalfkamerenstraat te Gent, waarvan de lochting "abouteert het Papegaey-straetjen, daer over den Molenberg".

Literatuur

Archiefbronnen
Stadsarchief Gent, Reeks 330 (Wezenboeken), 8, 318 v° (1389)
Stadsarchief Gent, Reeks 301 (Jaarregisters van de Keure), 301/19, 24 r° (1406)
Stadsarchief Gent, 301/108, II, f° 35 (1557)
Stadsarchief Gent, reeks 330, reg. 76, f° 149 v° (1562)
Stadsarchief Gent, 153/2, reg. 18, f° 79r° (huisgeld van 1572)
Stadsarchief Gent, 153/2, reg. 19, f° 46r° (huisgeld van 1573)
Stadsarchief Gent, Reeks 330 (Wezenboeken), 102, 55 r° (1584)
Stadsarchief Gent, Reeks 179/4, farde 1 (15.03.1691, kopie van 1758)
Stadsarchief Gent, Reeks 98/8, kaart 9e deel, tussen f° 93-94. "Nieuwen Ommelooper" Akkergem-Rooigem (bij Gent), 1694.
Ferrariskaart (ca. 1775)

Gedrukte bronnen
Gazette van Gend, 08.10.1789
Gazette van Gend, 29.01.1798 (10 pluviôse jaar 6)
Gazette van Gend, 08.02.1798 (20 pluviôse an 6).

Werken
Paul Huys, "De Gentse molenaarsnering in het verweer (1690-1691)", Molenecho's, jg. 27, 1999, 3, p. 150-157.
Luc Van Durme, "Inventaris van de namen van de middeleeuwse Gentse windmolens", Molenecho's, XL, 2012, 1, p. 28-36.
Luc Van Durme, "Klapwiekend vrouwvolk in het middeleeuwse Gent", in: "Voor Magda: artikelen voor Magda Devos bij haar afscheid van de Universiteit Gent", Gent, Academia Press, 2010, p. 705-718.
Paul Huys, "Over de naamgeving van windmolens. Volkskunde in Vlaanderen. Huldeboek Renaat van der Linden". Brugge, 1984.
Paul Huys, "Molen en molenaar te kijk gesteld. Molinologische opstellen II", Gent, 1996, p. 296, 298.
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962).
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 3. Gemeenten G-H-I", Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 2000.
"Duizend jaar Ekkergem", Gent, 1974.
Noël Kerckhaert, "Oude Oostvlaamse huisnamen", Kultureel Jaarboek voor de Provincie Oost-Vlaanderen, nrs 4, 16, 21, 32, 34, 37 (1977, 1981,1983,1990,1991,1993), dl. 6, p. 45 (vermeldingen van de Wispelbergmolen, "staende teckerghem an tscutters meersch", in 1406, 1415, 1428 en 1483)
"De Coupure in Gent. Scheiding en verbinding", Gent, Academia Press, 2009.
L. De Wilde, "Onze Windmolens" (waarin: "2. De windmolens te Gent"), De Belgische Molenaar, 48ste jg., nr. 13/14, 5 juni 1953, s.p.
L. De Wilde, "Onze Windmolens" (waarin: "2. De windmolens te Gent"), De Belgische Molenaar, 48ste jg., nr. 13/14, 5 juni 1953, s.p.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: woensdag 19 juli 2023

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens