Molenzorg

Poesele (Deinze), Oost-Vlaanderen


Foto Mario van Hoogstraten, 1961 (coll. Stichting Molendocumentatie, De Hollandsche Molen, Amsterdam)
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Poeselemolen
Smetsmolen

Ligging
Poekestraat 35A
9850 Poesele (Deinze)

noordzijde
500 m NW van de kerk van Poesele
kadasterperceel A63
(tot 1809: zuidzijde, Poekestraat 34)


toon op kaart
Type
Staakmolen met open voet
Functie
Korenmolen, boekweitmolen
Gebouwd
1574 / 1639 / 1810
Verdwenen
ca 1580 (oorlog) / 1809, vernield / 1963, 23 juli, storm
Beschrijving / geschiedenis

De Poeselemolen (naar de laatste eigenaars Smetsmolen genoemd) is een houten korenwindmolen en was altijd de enige windmolen van het dorp. Hij stond tot 1809 aan de zuidzijde van de Poekestraat (nr. 34) en sinds de heropbouw in 1811 aan de noordzijde van deze straat (nr. 35 A), op een halve kilometer ten noordwesten van de kerk van Poesele.

We zien hem aangeduid op:
- Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen (aan de zuidzijde van de Poeselemolen)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) met enkel het molenperceel
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "M(oul)in de Poesele" (aan de noordzijde van de Poeselestraat)
- Kadasterkaart van P.C. Popp (ca. 1855) met de benaming "Poesele Molen"

De molen werd opgericht door Jacob van Renterghem in 1574. De molen werd rond 1580 vernield tijdens de Troebelen. Christiaen Braet liet in 1639 een nieuwe molen oprichten, rechtover de plaats waar de eerste molen stond, op het stuk grond dat het klein kouterke van het Goed ter Briele werd genoemd. De heer van Nevele betwistte het maalrecht van molenaar Braet maar werd in het ongelijk gesteld. Zijn kleindochter Brigitte Braet huwde met Jan Baptist Van de Voorde, afstammeling van Judocus. De weduwe van Christian Braet was in 1667 eigenares van de Pietendriesmolen te Knesselare.

De molen werd grondig hersteld in 1746 en 1768. De laatste heroprichting gebeurde door Adriaan Declercq, schepen van Poesele in  1810, ter vervanging van de molen die in 1809 werd vernield. Adriaan huwde in 1777 te Poesele met Maria-Theresia Van de Voorde van Lotenhulle, kleindochter van Laureins Van de Voorde.
Uit het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Poesele in 1812: "il existe un seul moulin dans la commune. Il appartient au sieur JBte Declercq et a été construit en 1811. Le propriétaire l'exploite lui-même. L'expert estime qu'à raison de son peu d'étendue et attendu que la commune est peu considérable, le produit qu'on en retire est beaucoup moindre que celui qu'on en tiererait dans une commune plus peuplée, ce qui influerait beaucoup sur sa valeur locative, s'il était mis en bail. Son revenu brut doit être évalué à 270 francs, en déduisant le tiers pour réparations le revenu net se trouve établi à 180 francs."

Florentinus Van de Voorde (°Lotenhulle 28.10.1778, †Poesele 05.06.1836), zoon van Carel Franciscus Van den Voorde en gehuwd met Francisca Bisschop, was eigenaar en uitbater van de Poeselemolen vanaf 1837. Zijn zoon Jan Baptist (°Poesele 23.07.1832, †Poesele 24.07.1875) volgde hem op. 

De Bestendige Deputatie van de Provincie Oost-Vlaanderen verleende in 1855 de toestemming aan Jan-Baptist Van de Voorde om een stoommachine toe te voegen. Naast de molen verrees een stoommaalderijgebouw met schoorsteen.

In de jaren 1920 kon men niet minder dan 22 molens kon zien vanop Poeselemolen.
Op 25 november 1941 maalde Theoduul De Smet (+1948)  voor de laatste keer.

In het begin van de jaren 1960 was de molen erg in verval geraakt. Een onweer, op 23 juli 1963, velde de molen definitief. Hij kwam neer in de gebouwen van de vroegere maalderij die eveneens geheel werden verwoest.

Opeenvolgende eigenaars sinds 1811:
- 1811, eigenaar: Jan Baptist Declercq, molenaar te Poesele
- voor 1834, eigenaar: Van de Voorde Florent, molenaar te Poesele
- later, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Florent Van de Voorde)
- 08.02.1855, deling: Van de Voorde Jan-Baptist, molenaar te Poesele (notaris De Keyser)
- later, eigenaar: Van de Voorde Jean Alphonse, minderjarige en consoorten
- 09.11.1875, verkoop: Van der Vennet-De Coster Karel, olieslager te Lotenhulle (notaris Schelpe)
- 07.03.1882, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Karel Van der Vennet)
- later, eigenaar: Van Haecke Theophiel
- 03.05.1892, verkoop: De Smet Aloïs, molenaar te Poesele (notaris Roels - houten windmolen en een gebouw met machineschouw en verdere gerieven)
- 07.04.1932, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Aloïs De Smet)
- 27.04.1932, erfenis: de erfgenamen: a) De Smet Achiel, b) De Smet Maria Prudentia, c) De Smet Alidorius, d) De Smet Basiel en e) De Smet Theoduul
- 18.07.1935, deling: De Smet-Maerschalck Theoduul, landbouwer te Poesele (notaris De Muelenaere)
- 29.01.1948, erfenis: de weduwe, de kinderen en de kleinkinderen (overlijden van Theoduul De Smet)

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bijlagen

Uit het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Poesele, 1812
"Il existe un seul moulin dans la commune. Il appartient au sieur JB(aptis)te Declercq et a été construit en 1811. Le propriétaire l'exploite lui-même. L'expert estime qu'à raison de son peu d'étendue et attendu que la commune est peu considerable, le produit qu'on en retire est beaucoup moindre que celui qu'on en tirerait dans une commune plus peuplée, ce qui influerait beaucoup sur sa valeur locative, s'il était mis en bail. Son revenu brut doit être évalué à 270 francs, et déduisant le tiers pour réparations le revenu net se trouve établi à 180 francs."

Sloef (Maria Stallaert), "De molen van Poesele", wizzewasjes.be (15.01.2004)
Bij haar eerste communie kreeg mske een fiets op twee wielen. Ervoor reed ze op het fietske met dikke banden maar dat was een doortrapper.
En mske kon wel goed met die nieuwe fiets rijden, maar het starten ging nogal waggelig. En ze maakten vele uitstapjes in de buurt, zoals naar het kasteel van Poeke én de molen van Poesele.
Indertijd was het dorpsplein van het dorp van haar kindertijd een gezellig pleintje met in elke hoek een vertrekkende straat, één naar Tielt, de andere naar de hoofdbaan, één naar Poeke, de vierde ging naar wie-weet-waar maar op die baan ligt nu het nieuwe kerkhof. De vijfde straat die op het plein uitkwam moest mske nemen om naar huis te gaan, voorbij de smid. Alle straten waren gekasseid en je kon gerust in het midden van de straat lopen, er kwam geen verkeer.
Toen ze naar Poeke fietste, kreeg ze de indruk: “dit is het eind van de wereld”, want je kwam op het dorpsplein aan dat omringd stond met grote bomen en er was geen andere zichtbare weg.
Enerzijds zou mske nog eens willen gaan kijken, maar anderzijds is ze bang, bang om weer dezelfde bouw- en vernielzucht te vinden als overal.
Aan de foto van die molen te zien, zal die er zeker niet meer staan of zouden ze een houten molen restaureren?

"Op bezoek te Adegem - Blakkeveld", Ons Meetjesland, IV, 1971, 2.
Op zondag 9 mei 1971 was het Heemkundig Genootschap van het Meetjesland, samen met vele andere belangstellenden, te gast op het buitenverblijf van tandarts Marcel Haers, te Adegem, Blakkeveld.
De heer Haers, die zijn praktijk en woonst heeft te Aalter in de Stationstraat, kocht enkele jaren terug een hoevetje met omringende weiden, niet ver van de Zwepe, op het Blakkeveld. Het woonhuis heeft vroeger ook nog dienst gedaan als herberg en droeg toen als uithangbord «In de Elyzese Velden».
Voor tandarts Haers was het «kwestie om er - «tussen het tandentrekken in» - eens uit te kunnen, te genieten van de heerlijk zuivere lucht en rust van een ongerept stukje Meetjeslandse buiten. Welnu, in de laatste paar jaar is het hoevetje van weleer uitgegroeid tot een gezellig, landelijk buitengoed, waar het goed is om te leven en waar men van een fascinerende aanblik kan genieten op de uitdeinende heuvelruggen van Adegem, Oostwinkel en Ursel. Wie dit oude hoevetje vroeger heeft gekend raakt maar niet uitgepraat over het werk dat tandarts Haers, zijn gezin en enkele vrienden hier reeds presteerden.
De grote verdienste van onze gastheer zit hem echter in het feit dat dit buitenverblijf tevens vrij vlug aan het uitgroeien is tot een klein museum. Afkomstig van St-Margriete, uit een kroostrijk boerengezin, heeft tandarts Haers zijn afkomst nooit verloochend en voelt hij zich nog steeds sterk aangetrokken tot alles wat met de oude vlaamse boerenstiel en met de landelijke gewoonten te maken heeft. Wat er immers op dit buitengoed van het Blakkeveld aan boerenalaam, aan oude voertuigen, aan oude gebruiksvoorwerpen in een paar jaar door hem werd samengebracht, grenst aan het ongelooflijke» (Naar Cyr. Van De Bouchaute, in «Eikels worden Bomen», juni 1971).
Inspecteur Ryserhove gaf in open lucht een korte historische schets over de omgeving en leidde dan - in vier verschillende beurten de talrijk opgekomen bezoekers en leden van de Meetjeslandse Heemkundige Kring rond op de tentoonstelling, daarbij op een deskundige en gemoedelijke manier uitleg verstrekkend.
Uit de opgemaakte inventaris van het geëxposeerde vermelden wij volgende stukken: (...)
Huisraad e.a. : (...) een gedateerd stuk balk van de omgewaaide molen te Poesele (1844).

Literatuur

Archieven en landkaarten:
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadasterkaart van P.C. Popp (ca. 1855)

Literatuur
- Aloïs Janssens, Nevele in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1973, 30
Molens in het Land van Nevele, in: Het Land van Nevele, XXII, nr. 4, p. 343 e.v.;
- Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Tweede aflevering. De arrondissementen Eeklo en Gent, in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962)
- F. De Potter & J. Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks I, deel 6, Gent, 1864-70.
- A. Bollaert, De molen van Poesele, Het Land van Nevele, XXII, 1991, 4, p. 352-353.
- A. Bollaert & J. Luyssaert, Perceelsreconstructie van Poesele in de 17de eeuw met toponymie van de l7de eeuw tot heden, Het Land van Nevele, XII, 2-3, 1981.
- H. Holemans, Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 6. Gemeenten O-R, Opwijk, 2006, p. 50-51.
- Sloef (Maria Stallaert), "De molen van Poesele", wizzewasjes.be (15.01.2004)
- "Op bezoek te Adegem - Blakkeveld", Ons Meetjesland, IV, 1971, 2.
- D. De Vleeschouwer, Over de molenaarsfamilie Van de Voorde", Het Land van Nevele, jg. 40, 2009, 4, p. 87-203.
- A. Bollaert & A. Braet, "Vijftig jaar geleden verdween Poesele molen (1574-1963)", Het Land van Nevele, XLIV, 2013, 2, p. 82-126.

Mailberichten
- Maria Stallaert, 30.03.2013.
- Leo van der Drift, Den Haag, 17.02.2014

Overige foto's

<p>Poeselemolen<br>Smetsmolen</p>

Foto: coll. Koninklijk Instituut van het Kunstpatrimoium, Brussel.

<p>Poeselemolen<br>Smetsmolen</p>

Amateurfoto 10.06.1961 (coll. Maria Stallaert)

<p>Poeselemolen<br>Smetsmolen</p>

Verzameling Ons Molenheem

<p>Poeselemolen<br>Smetsmolen</p>

Gestutte molenkast. Verzameling Ons Molenheem

<p>Poeselemolen<br>Smetsmolen</p>

Na de val in 1963. Verzameling Ons Molenheem

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: dinsdag 1 december 2020

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens