Molen Decadt was een houten korenwindmolen op het gehucht 't Zwaantje en dateerde van rond 1800. Molenaar Decadt die de molen kocht van een zekere Blaevoet was afkomstig uit Elverdinge. Omwille van zijn standplaats werd de molen ook wel Zwaantjesmolen genoemd.

In 1834 behoorde de molen toe aan Ludovicus Baelden uit Houtem, terwijl de grond warop de molen stond eigendom was van Laurent Jacob Morael en kideren, landbouwer te Wulveringem.

De laatste eigenaar-molenaar was Petrus Van de Woude. Hij hield Emeric Debaenst vele jaren als ketser. Hij stelde zijn molen via het kantoor van notaris Florizoone in Wulveringem te koop in 1901. We lezen in krant De Veurnaar van 25 december van dat jaar: "openbare vrijwillige verkoop in eene zitting van eenen koornwindmolen met alle roerende en draaiende werken, woonhuis, schuur... alles bewoond en gebruikt door den verkooper Petrus Van de Woude".

Na de verkoop geraakte de molen vlug in verval en op 21 november 1913 brandde hij volledig af. De "Gazette van Bruge en der provincie West-VLaanderen" publiceerde op maandag 24 november het relaas vande brand: "Vrijdag rond middernacht, zag men op het gehucht 't Zwaantje opeens rook en vlammen opstijgen uit den molen Cats. Het noodsein werd gegeven en weldra snelde men van alle kanten toe. Men poogde den brand te blusschen, doch vruchteloos. Het vernielend element nam zulk vliksemsnelle uitbreiding dat weldra gansch den molen in laaie vlam stond. Rond 2 ure 's morgens doofde het vuur uit bij gebrek aan brandstof. Van den molen blijft enkel nog een puinhoop over."

Jozef AMEEUW & Lieven DENEWET

De Veurnaar (krant), 25.12.1901 (advertentie verkoop)
Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaanderen, 24.11.1913 (verslag van de brand).
Jozef Ameeuw, "Molens van Veurne-Ambacht", Koksijde, De Klaproos, 2004, p. 184-186.
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en water
molens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 8. Gemeenten V-Z , Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2005.
Jacques Lorthiois, "Flandre Occidentale. Meuniers et moulins de West-Flandre", L'Intermédiaire des Généalogistes, n° 170, XXIX, 1974, 2, p. 116-126 (125).