Molenzorg

Beveren (Roeselare), West-Vlaanderen


Foto coll. Raes, Heule
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Noordmolen
Stenen Molen
Molen Termote
Molen Delbeke

Ligging
Onledegoedstraat 58
8800 Beveren (Roeselare)

oostzijde
kadasterperceel A495


toon op kaart
Type
Stenen stellingmolen
Functie
Korenmolen, oliemolen
Gebouwd
1773, hout / 1844, hout / 1869, steen
Verdwenen
1844, storm / 1870, houten molen verplaatst naar Woesten / 1918, oorlog
Beschrijving / geschiedenis

De Noordmolen of Stenen Molen (die naar de molenaars tijdelijk ook Delbekens of Termotes molen genoemd werd) was een grote stenen stellingmolen, ingericht om graan te malen en olie te slaan.  Hij stond aan de oostzijde van de Onledegoedstraat (nr. 58). De molen stond op het erf van een boerderij, het Noordmolenhof, waarvan de gebouwen na jarenlange leegstand in de jaren 1990 werden afgebroken.  Daar staat nu een villa met de benaming "Noordmolenhof". De achterin gelegen gronden werden verkaveld rond een nieuw plein genaamd Onlede-erf.

De eerste molen stond evenwel iets zuidelijker, ten oosten van de Onledegoedstraat (nr. 4), op het kadasterperceel A531. Het was een kleine houten staakmolen ingericht als snuif- en boekweitmolen ("stampen ende fabyckieren snuyftabak ende pellen van bouckwee"). Het werd opgericht in 1773 door Pieter Vermandere, een 37-jarige tabakssnijder uit Beveren die gehuwd was met Regina Vancompernolle. Ze hadden toen vier minderjarige kinderen.

Het molentje was aanvankelijk opgericht zonder octrooi door de ontvanger van de prins van Izegem. Vermandere kocht het aan en wilde het overbrengen op een stuk grond bij zijn woning op de Kouter. Hij beweerde dat hij naderhand vernam dat hij daartoe de toestemming nodig had van Hare Majesteit. Daarom richtte hij op 22 april 1773 een verzoekschrift aan de Rekenkamer te Brussel. Volgens Vermandere was de houten molenkast slechts 5 voeten (ca. 1,4 m) lang en 9 voeten (ca. 2,5 m) hoog. Wegens de kleine opbrengst van het molentje hoopte hij op een kleine verschuldigde som.  

Vermandere had al op 22 maart 1773 de steun gekregen van de burgemeester en schepenen van de parochie Beveren. Er volgde een uitgebreid onderzoek de commodo en incommodo tijdens drie opeenvolgende zondagen (16, 23 en 31 mei) aan de kerken van Beveren, Roeselare, Gits, Ardooie en Lichtervelde. Al wie bezwaren had tegen de oprichting, diende dit schriftelijk kenbaar te maken bij ontvanger-generaal Taffin van Hare Majesteits domeinen te Kortrijk.  Er kwam geen enkel verzet binnen.

Ontvanger Taffin van Kortrijk adviseerde gunstig en stelde een jaarlijkse cijns van slechts 1 gulden voor, gezien de kleine waarde en opbrengst van de molen in vergelijking met koren- en oliemolens waarvoor minstens 1 à 2 mud verschuldigd was. Ook meende Taffin dat de toestemming door een eenvoudige akte kon verleend worden, aangezien de aanvrager de onkosten van een octrooi niet zou kunnen dragen.

De Rekenkamer volgde hem hierin, maar stelde een jaarlijkse cijns van een halve mud tarwe voor.

Op 29 juli 1773 bekwam Pieter Vermandere de keizerlijke akte.  De molen mocht enkel dienen om tabak te malen en boekweit te pellen.  De begunstigde was een jaarlijkse cijns van een halve mud tarwe verschuldigd aan de ontvanger van de domeinen te Kortrijk. Dat moest dubbel betaald worden in het eerste jaar en bij elke eigendomswissel. Als borg werden de molen en het terrein gehypothekeerd. 

De molen komt al voor op de Ferrariskaart van rond 1775 aan de oostzijde van de Onledegoedstraat (nr. 4), een weinig ten noorden van het kruispunt met de Schoolstraat.  De molen stond werd later omgevormd in een koren- en oliemolen en stond ook bekend onder de benaming Koutermolen (Koutermolenwegh in 1787).

Kort vóór 1800 werd de molen verkocht aan François Osstyn, molenaar uit Hooglede. Zijn dochter Antoinette huwde met de nieuwe molenaar Auguste Leenknecht uit Rumbeke.

Op 30 januari 1844, toen de houten molen in het bezit was van bakker Leo Cauwe uit Ardooie,  waaide hij om door een rukwind, alhoewel het niet echt stormde. Binnen waren net twee werklieden aan het werk. Eén van hen geraakte zwaar gewond aan het hoofd en verloor het bewustzijn. De schade werd op 2 à 3000 frank geschat.

De molen werd onmiddellijk herbouwd, aanvankelijk opnieuw als een staakmolen, maar nu op het nieuwe perceel meer in het noorden aan dezelfde Onledegoedstraat. We zien hem daar aangeduid op de topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1860).

De staakmolen werd in 1869  herbouwd als een stenen stellingmolen om graan te malen en olie te slaan. De staakmolen verhuisde in 1870 naar de Beukhoek in Woesten (zie aldaar).

De romp was uit rode baksteen opgetrokken en had een eiken gaanderij. De molenkap was een zetelkap van het traditionele type met rechte voorgevel en twee spruitbalken. De korenmolen was uitgerust met twee koppels Franse molenstenen (van 1,60 en 1,50 m diameter) en een haverpletter. De olieslagerij met het koppel verticaal geplaatste pletstenen bevond zich op het gelijkvloers. Na ca. 1900 werden de pletstenen enkel nog gebruikt voor het pletten van lijnkoeken of gebrande cichoreiwortels. Het wiekenkruis was ca. 24 meter lang en bestond uit houten pestels en einden. Pas in 1916 werd de versleten buitenpestel en zijn einden door een stalen roede vervangen. Sinds ca 1870 werd ook gebruik gemaakt van stoomkracht: naast het molengebouw verrees een schoorsteen.

De stenen molen stond er nog maar pas toen Leo Cauwe overleed (1845). Zijn weduwe en drie minderjarige kinderen verkochten de molen aan Leonard Jonckheere-Tavernier, molenaar te Roeselare (1815-1874). Hij kocht in 1867 ook het Stampkot te Beveren aan, met de bedoeling deze concurrent uit te schakelen (zie aldaar) en liet in 1870 een stoommachine plaatsen. Zijn zoon Gustaaf Jonckheere-Van Hollebeke (1865-1898) nam de molen over. Zijn weduwe woonde in Torhout en liet de molen draaien door Alidor Delbeke uit Zwevezele, vandaar de benamingen Delbekens molen, maar ook nog Jonckheerens molen.

Op 18 oktober 1918 werd de molen door de terugtrekkende Duitse soldaten opgeblazen. Na de oorlog werd de site verder als boerderij uitgebaat door de familie Termote. Na jarenlange leegstand werd ze afgebroken om plaats te ruimen voor een verkaveling.

Lieven DENEWET, Hooglede

Bijlagen

Bekendmaking van het voornemen van Pieter Vermandere uit Beveren om naar zijn woonplaats op de "Bevers Cauter" een kleine windmolen om snuif te malen en boekweit te pellen over te brengen, 6 mei 1773
Pieter Vermandere woonende op de prochie van Beveren by Rousselaere, requeste gepresenteert hebbende aen Haere Majesteyts Rekencaemer tot Brussel, om te mogen transporteren eenen cleenen windtmolen die hij gecocht heeft aenden ontfanger van den Prince van Iseghem ende te stellen aen syn wooninghe op de selve prochie op een stuck landt bij den Bevers Cauter, om aldaer met den selven snuyf te maelen ende bouckwee te pellen.
De gonne die eenighen intrest connen hebben door het versouck van Pieter Vermandere worden geadverteert van hunnen redens van oppositie te   verleenen bij geschrifte in handen vanden ontfanger generael van Haere Maj[jestei]ts Domeinen binnen Cortryck Taffin, ende dit corts naer de publicatien deser die sullen gedaen worden drye achtereenvolgende sondaeghen, op pene datter naer het expireren van diere sal gedisponneert worden op de vraeghe vanden voorseyden Pieter Vermandere sonder voorder formaliteyt, fait tot Cortryck den 6 may 1773.
[Get.:] Taffin

Literatuur

Geert Hoornaert, Gabriël Verbeke & Lieven Denewet, "Een historische kijk op Beveren-Roeselare tot 1796", Roeselare, 2011, 311 p.

Personen
Filip Devoldere, Bredene
Wilfried Devoldere (VVF), Roeselare
Paul en Frans Muylle, Beveren-Roeselare
Norbert Raes,  Heule

Verzamelingen
Documentatiecentrum VVF-Roeselare
Norbert Raes, Heule

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1882 [octrooi Kroontjesmolen, 1769]
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1907 [aanvraag Van Troyen, 1778]
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1909 [aanvraag Van Troyen, 1779]
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1929 [vermeldingen Kruisboom- en Rooseboommolen, 1782]
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 5313 [oprichting Noordmolen, 1773]
Rijksarchief Brugge, Archief van de Franse Hoofdbesturen, nr. 1237 [volkstelling 1796]
Rijksarchief Brugge, Brugse Vrije, nr. 7271. Rekening Beveren en Onlede, 1785 [over de Plaatsmolen]
Rijksarchief Brugge, Brugse Vrije - Schifting Sanders, nr. 790 [schaderapport Beveren-Roeselare, 1706]
Rijksarchief Brugge, Notariaat Charles Louis Dehaese Beveren-Roeselare, nrs. 11 (1872-1873), 12 (1874-1875), 13 (1876) [verkopingen, hypotheken, leningen i.v.m. de Kruisboommolen, deKroontjesmolen en de Plaatsmolen)
Rijksarchief Gent, Vorstelijke Domeinen Oost-Vlaanderen, nr. 97 [aanvraag Van Troyen, 1779]
Rijksarchief Kortrijk, Bruine Pakken, nr. 6310 [oprichting Noordmolen, 1773]
Rijksarchief Kortrijk, Kerkarchief Beveren-Roeselare, nr. 21 [volkstelling 1786]
Sint-Andriesabdij Loppem. Bibliotheek - Pretiosa 6 / Handschriften, Tiendenregisters Sint-Maartensabdij Doornik. Boek 7. Beveren-Roeselare, Emelgem, Zarren, 1645.
Stadsarchief Roeselare, Rekeningen Roeselare-Ambacht, nr. 1062 (1656-1657), 1063 (1663-1663), 1064 (1663-1664) [schepen Coolaert Darluyn, oprichter van de Kruisboommolen]
Stadsarchief Roeselare, Stadsrekening 1529-1530 [vermelding Plaatsmolen te Beveren]

Gedrukte bronnen en kaarten
Atlas des Communications vicinales de la Commune de Beveren. Arrondissement administratif de Roulers. Province de Flandre Occidentale [Atlas der Buurtwegen - Beveren-Roeselare], 1846
Gemeente Beveren. Oorspronkelijke Kadastrale Legger of Alphabetische-Lyst der Grond-Eigenaren, met omschryving van derzelver ongebouwde en gebouwde vaste eigendommen,... Brugge, P.C. Popp, [1846].
Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris, ca. 1775.
Kadastrale kaart van Beveren-Roeselare door P.C. Popp, ca. 1840.
Standaerd van Vlaenderen, 23 maart, 8 april, 27 april 1841 [verkoop Kroontjesmolen]; 3 februari 1844 [Noordmolen omgewaaid] (exemplaren in: Stedelijke Bibliotheek, Brugge)

Bibliografie
J. AMEEUW, Daar bij die molen... Windmolens uit het Roeselaarse. De Kroontjesmolen te Beveren-Roeselare, in: De Gidsenkring, XVI, 1978, 5, p. 12.
D. AMEYE, Beveren, Emelgem en Zarren rond 1645, in: 't Stamboompje, XII, 1984, 2, [p. 2-7], 6, p. 9-13.
S. ANECA, Van Aardappelhoek- tot Zwingelaarsstraat. Meer dan 650 straatnamen in Roeselare verklaard, Roeselare, 2006.
F. CALLEWAERT, Roeselare-Beveren. Zuidhoeksroute, Roeselare, 1978, 1988².
A. CATTRY & C. VANDENAWEELE, Dopen Beveren-Roeselare 1814-1899, Roeselare, 2004.
K. DE FLOU, Woordenboek der toponymie van Westelijk Vlaanderen (...), 18 dln., Gent-Brugge, 1914-1938.
F. DEVOLDERE, De molens van Beveren (bij Roeselare), Mededelingenblad Werkgroep West-Vlaamse Molens, II, 1986, 5, p. 5-8.
F. DEVOLDERE, (Over moelns in Beveren), Mededelingenblad Werkgroep Westvlaamse Moelns, III, 1987, 5.
W. DEVOLDERE, Burgemeesters, schepenen, pointers en andere magistraten van de heerlijkheid Roeselare Ambacht, in: 't Stamboompje, XXXIII, 2005, 4 en XXXIV, 2006, 1-4.
W. DEVOLDERE, De bevolking van Beveren-Roeselare in 1786, Roeselare, 1996.
W. DEVOLDERE, De Franse telling van Beveren-Roeselare 1796, Roeselare, 1997.
W. DEVOLDERE, Oorlogsschade te Beveren-Roeselare anno 1706, in: 't Stamboompje, XXVI, 1998, 2, p. 27-29.
W. DEVOLDERE, Schaderapport Beveren-Roeselare anno 1684, in: 't Stamboompje, XXVI, 1998, 4, p. 62-63.
R. DEWULF, Volkstelling 1814. Deel XIX. Beveren-Roeselare, Brugge, 1983.
R. DEWULF, Volkstelling 1748 - de prochie Beveren (Roeselare), Brugge, 1989.
N. FAVOREL, Zantingen, dl. XIX, Roeselare, 1988, p. 152.
H. HOLEMANS, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990,  dl. 1, Gemeenten A-B, Kinrooi, 1993, p. 53-55.
K. LIEVENS & M. DECEUNINCK-VANMIDDELEM, Van toponymie tot een stukje lokale geschiedenis van Beveren. Voordracht gegeven voor het Davidsfonds op maandag 25 november 1991, Roeselare-Beveren, 1991.
J. MAES, Vlaamse windmolens. 102. - Gewezen Beverense Molens, in: De Belgische Molenaar, LXIX, 1974, 23, p. 338-339.
P. PRUIM & F. CALLEWAERT, Roeselare in oude prentkaarten, waarin enkele afbeeldingen van Beveren, 2 dln., Zaltbommel, 1972-1978.
A.T. VAN BIERVLIET, Herbergen onder het Brugse Vrije te Gits en omgeving in 1780, in: Rollariensia, IV, 1972, p. 83-95.
G. VERBEKE, Beveren-Roeselare in de Grote Oorlog, Brugge, 2006.

Overige foto's

<p>Noordmolen<br>Stenen Molen<br>Molen Termote<br>Molen Delbeke</p>

Foto coll. Raes, Heule

<p>Noordmolen<br>Stenen Molen<br>Molen Termote<br>Molen Delbeke</p>

Foto coll. Raes, Heule

<p>Noordmolen<br>Stenen Molen<br>Molen Termote<br>Molen Delbeke</p>

Foto coll. Raes, Heule

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zaterdag 22 april 2023

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens