Molenzorg

Beveren (Roeselare), West-Vlaanderen


Foto: coll. Raes, Heule
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Kroontjesmolen
Molen Raes

Ligging
Heirweg 69
8800 Beveren (Roeselare)

noordwestzijde
kruising met de Lichterveldestraat en de huidige R32
kadasterperceel B356


toon op kaart
Type
Staakmolen met open voet
Functie
Korenmolen, oliemolen
Gebouwd
1779
Verdwenen
1918 - 18 oktober, oorlog
Beschrijving / geschiedenis

De Kroontjesmolen was een houten koren- en oliemolen, type driezolder-staakmolen, op de hoek van de Heirweg (nr. 69) en de Lichterveldestraat en de huidige R32. Zijn benaming is afkomstig van de vroegere herberg "De Croone" die op deze hoek stond.

De molen werd in 1779 gebouwd. Dat jaartal stond ingegrift op de steenbalk: de zware horizontale balk op de top van de staak of standaard. De olieslagerij bevond zich in de onderste zolder en was uitgerust met een koppel pletstenen. Op het einde werd dat koppel gebruik om lijnkoeken gebrande cichoreiwortels te pletten. Bij het uitbreken van de eerste wereldoorlog was de molen al uitgerust met twee stalen roeden. 

De oprichting was het gevolg van een intrigespel tussen twee opeenvolgende particulieren enerzijds en de heer van Beveren anderzijds.

Op 10 juni 1769 richtte Placidus Hoste ("Osten"), een verzoekschrift aan Hare Majesteit om in Beveren een graan- en oliewindmolen op te richten. Placidus was baas-brouwer ("basse brauwere") in Beveren en uitbater van de herberg "Het Haenken". De molen zou komen ten noorden van de kerk, "noordt van de oude straete leedende van Brugghe naer Rijssel" (de huidige Heirweg). Hoste liet zijn verzoek ondersteunen door een verklaring ondertekend door 25 "groote ghelande, notable inwoonders ende ghebruijkers der plaetse ende prochie van Beveren". (Zeven ervan ondertekenden met een kruisje). Daarin wezen ze op de noodzaak van een nieuwe molen ten noorden van de kerk, aangezien de wegen naar het centrum van Beveren in het winterseizoen vrijwel onbruikbaar waren. De andere molenaars waren door de toenemende bevolking genoodzaakt hun graan ook op zon- en heiligdagen te laten malen, tegen het gebod in van de Heilige Kerk.

Tijdens het onderzoek de commodo et incommodo op 6 augustus 1769 kwam enkel het verzet binnen van Jean François Joseph de Beer, heer van Beveren en "sinds immemoriale tijden" eigenaar van een windmolen (de Plaatsmolen) in dezelfde parochie. Hij baseerde zijn verzet op het feit dat de gevraagde derde korenmolen zijn eigen molen zou beschadigen, zowel in zijn waarde als in het gewin van de molenaar. De Beer wilde de voorkeur hebben boven alle anderen om windmolens op te richten, omdat hij de dorpsheer was. Hij vroeg zelfs dat hem stilzwijgend het exclusief recht zou toegekend worden om molens op te richten. Tegelijkertijd verklaarde hij er in Beveren geen nood was aan een nieuwe molen. Hij liet deze bewering staven door attestaties van verschillende inwoners.

In zijn advies van 21 september 1769 veegde baron Bonaert deze argumentatie van tafel: "raisons qui ne sont d'aucune admissibilité, attendu qu'il est libre à un chacun de pousser sa fortune, et surtout quand cela se fait en vue de commerce, comme est la demande du suppliant, pour pouvoir en même temps tordre huile". Hij ergerde zich ook aan zijn vraag om hem stilzwijgend een gunst te verlenen. En aan zijn attestaties kon geen geloof gehecht worden, want hij kon die bij des païsans de sa paroisse gemakkelijk losweken. De aanvrager had ook een lijst van getuigen die wel wezen op de noodzaak van een derde molen (zie hoger). Tenslotte merkte baron Bonaert op dat de aanvrager zich van kasselrij had vergist: Beveren viel niet onder de kasselrij Ieper, maar onder het Brugse Vrije of onder de kasselrij Kortrijk. (Blijkbaar wist baron Bonaert het zelf ook niet zo goed!).

De Rekenkamer onderschreef de visie van baron Bonaert in al haar punten en meldde op 7 oktober aan de Financiële Raad dat niets de toekenning van het octrooi in de weg stond. De Rekenkamer stelde een jaarlijkse cijns van 2 mud tarwe voor, te betalen aan ontvanger Taffin van de Domeinen van West-Vlaanderen in het departement Kortrijk. De Financiële Raad bevestigde deze stelling zodat keizerin Maria Theresia op 21 oktober 1769 het octrooi verleende aan Placide Hoste. Hij was een jaarlijkse cijns van twee mud tarwe verschuldigd aan  de ontvanger van de domeinen van West-Vlaanderen te Kortrijk. Dat moest dubbel betaald worden in het eerste jaar en bij elke eigendomsoverdracht. Als borg werden de molen en het terrein gehypothekeerd. Hoste diende de molen binnen het jaar op te richten, op straffe van vervallen verklaard te worden van zijn octrooi.

Op 9 mei 1770 werd bij keizerlijke akte een administratieve vergissing rechtgezet. De cijns moest niet overgemaakt worden aan de kasselrij Ieper in het kwartier van West-Vlaanderen, maar aan het kwartier van Oost-Vlaanderen, aangezien Beveren bij Roeselare in het Brugse Vrije was gelegen! We vinden het ongelooflijk hoe deze vergissing kon gebeuren. Baron Bonaert uit Ieper had er nochtans al op gewezen (zie hoger).

Placide Hoste slaagde er niet in de molen op te richten. Hij verkocht het octrooi aan Joseph Surmont die het octrooi doorverkocht aan... Jean François Joseph de Beer, heer van Beveren! Deze betaalde jaarlijks de verschuldigde cijns van 2 mud tarwe, maar richtte de molen niet op! Hij wilde gewoon beletten dat in Beveren een derde korenmolen kwam...

Tien jaar later deed een tweede particulier een poging om in Beveren een derde korenmolen op te richten: molenaar Pieter Joseph Van Troyen in februari 1779. Het jaar voordien had hij een gelijkaardige, maar mislukte poging ondernomen in Lichtervelde. Hij liet zijn verzoekschrift vergezellen door een verklaring van inwoners van Beveren die wezen op de noodzaak van deze derde korenmolen. De nieuwe heer van Beveren, baron François Antoine de Plotho (1729-1792), daarentegen wees op de nutteloosheid van de nieuwe molen: het dorp Beveren was slechts 766 bunders groot en had slechts 1400 communicanten. Net als tien jaar voordien, vroeg de heer van Beveren wederom dat hij een voorkeursbehandeling zou krijgen. Tevens wees hij er op dat hij de bezitter was geworden van het octrooi dat op 21 oktober 1769 verleend werd aan Placidus Hoste. (De vorige heer van Beveren, Jean François Joseph de Beer, was zijn schoonbroer). Om die reden bracht baron Dons de Lovendeghem, ontvanger-generaal van de domeinen van Oost-Vlaanderen, op 23 februari én 12 juni 1779 een negatief advies uit. Hierop richtte Pieter Joseph Van Troyen op 3 juli 1779 een tweede verzoekschrift aan de Rekenkamer. Daarin beschuldigde hij de heer van Beveren het octrooi van 1769 te hebben gekocht om te beletten dat een nieuwe molen zou worden gebouwd. Volgens de bepalingen van dat octrooi moest deze molen binnen het jaar worden opgericht, anders zou het octrooi vervallen verklaard worden.

Op 30 juli 1779 maande de Rekenkamer de heer van Beveren aan om binnen de drie maanden gebruik te maken van zijn verworven octrooi en zijn koren- en oliemolen moest oprichten, anders zou aan Van Troyen het octrooi worden toegekend! Deze brief moet indruk op de Plotho hebben gemaakt. Hij ging effectief over tot de oprichting van deze molen. Gevolg was dat Van Troyen zijn octrooi niet kreeg. Of hoe een dubbeltje rollen kan: degene die echt een nieuwe molen wilde bouwen (Van Troyen) kreeg zijn zin niet, terwijl degene die liever geen nieuwe zag (de heer van Beveren) deze wèl oprichtte... Markies Eustache Amédée de Calonne de Courtebourne uit Gent, gehuwd met een dochter van baron François Antoine de Plotho d'Inghelmunster, verkocht de Kroontjesmolen (met woonhuis, bijgebouwen, zaailand en meers) in 1841 aan de weduwe en kinderen van Edouard Vancanneyt. De molen was sinds 1840 in gebruik door Francis Bouckaert en later door Antonius Ledoux. Landbouwer Isidoor Verholle-Vergote was eigenaar sinds 1873. Zijn kinderen verkochten de molen in 1883 aan Isidoor Raes-Vanclooster (1852-1926), afkomstig van de Plaatsmolen van Beveren. In 1916 plaatste hij in een afzonderlijk gebouw een armgasmotor, zodat hij in windstille dagen toch kon malen.

Op 18 oktober 1918 werd de molen door de Duitsers gedynamiteerd. Een foto toont ons het resultaat: de molenkast was naar beneden gevallen doordat de teerlingen ten gevolge van de explosie waren weggeslagen. De wiekenas was doorgebroken en de roeden stonden in x-stand tegen de molenkast. Een deel van de kapconstructie wordt nu nog bewaard bij afstammeling Koen Raes, zoon van wijlen Norbert Raes, in de Magerstraat te Heule.

Na de oorlog maalde Odiel Raes (°Handzame 23.05.1883 - +Beveren-Roeselare 26.11.1950 en gehuwd met Augusta Holvoet) verder met een mechanische maalderij met 3 steenkoppels en een haverpletter. De gebroeders Paul en Frans Muylle hielden er een zaak in veevoeders. Ze spraken nog altijd over: "We gaan gaan werken op de meulen".  "Muylle Hobbyvoeders" wordt thans (2023) uitbaat door Michiel Muylle, Frans Muylle en Greet Muylle-Verhelle. De opgestelde molensteen aan de buitenzijde verwijst naar de maalderij en de vroegere windmolen.

De mechanische maalderij werd later een mengerij van granen en zaden, en veevoerhandel. Bakstenen gebouwen rondom een gekasseid erf. Het woonhuis uit de tweede helft van de 19de eeuw werd in de jaren 1990 afgebroken en vervangen door een loods.

Bouwkundige beschrijving van de maalderij (Agentschap Onroerend Erfgoed, 1999)
Achterin gelegen maalderij uit het einde van de 19de eeuw: zes traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (mechanische pannen), rechte baksteenfriezen. Centraal laadvenster in puntgevel met overkragend, gestileerd windbord op korbelen; katrol. Getoogde en rechthoekige muuropeningen; schuifpoort. Binnenin metalen draagbalken op dito pijlers; oorspronkelijke machinerie uitgebroken. Rechts, aanleunende travee onder lessenaarsdak; hok voor opeenvolgend diesel- en elektrische motor.

Links aanleunend volume uit de jaren 1950; drie traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak; laadvenster onder plat dak. Aflijnende lisenen en baksteenfriezen. Muuropeningen onder betonnen lateien; vensters met roedeverdeling van gewapend beton; schuifpoort met rechts ervan samengestelde molensteen. Boven de nok mantel voor 'elevateurs'.

Bijlagen

Steunschrift door inwoners van Beveren voor de oprichting van een derde korenwindmolen te Beveren ten noorden van de kerk, 3 juli 1769
Wij onderschreven groote ghelande notable inwoonders ende ghebruijkers der plaetse ende prochie van Beveren verclaeren attesteren ende certificeren bij desen voor waer ende waerachtigh dat het seer ghedienstigh ende profijtabel soude wesen, soo voor de groote ghelande ende ghebruijkers van dese selve prochie voorseijdt als voor alle andere voordere aenghelande dat'er eenen nieuwen cooren windtmolen gestelt wierde noordt van de kercke van dese geseijde prochie ende noordt van de oude straete leedende van Brugghe naer Rijssel, gemerckt wij van den selven onvoorsien zijn, ende dat de straeten ofte weghen die naer dese plaetse zijn leedende ghedeurende het winter saisoen bijnaer inpraticabel zijn, ende daerenboven dat de moelenaeren van de andere molens hun genoodtsaekt vinden door de groote vermenighvuldigheijdt der gemeenten (:jeghens het gebodt van de heilighe kercke:) hunne graenen op sondaeghen ende heilighdaeghen te moeten maelen, soo dat wij ter causen dies sonder groot schaede niet en connen gedient worden van de selve molens, heeft Placidus Hosten aen ons groote-ghelande ende ghebruijkers der voorschreven prochie van Beveren gepresenteert te stellen eenen nieuwen cooren windtmolen 't sijnen profijte ende tot onsen dienst welcke presentatie als zijnde ons ten uijttersten aengenaem ende favorable, wij seer geirne hebben geaccepteert. Bij aldien het aen onse geduchte ende ghenaedighe Souveraine zal believen te verleenen het daer toe noodigh octroi ofte consent.
In teecken der waerheijdt van al het gonne voorschreven hebben wij dese onderteekent ende verleent om te dienen daer ende soo het behoort ofte behooren zal.
Actum dese derden julij XVIJ neghen en ‘tsestigh ons toorc[onden] als versouckers.
Dit is het maercq van Baltazar van Neste
Mij present Pieter Jacobus Perneel
Ioannes de Coninck
Joannes vande Watere
Het maercq van Pieter Mulle
mij present Martinus vande Putte
Ioannes vande Waetere
Het maercq van Joannes de Jonghe
Mij present Ioanne van de Waetere
Het maercq van Pieter Cappelleman
Ende het maercq van Joannes van Collie
Mij present Ioannes van de Waeter
Pieter Joannes de Grendel
Hinderijck van Antwerpen
Emanuel van Neste
Pieter de Grendele
Het maercq van Joannes Maes
Pieter de Grendele mij present
Joannes Bijle
Het maercq van Joannes Chijs
Mij present Pieter Stenbes
Hendrijck Maes
Joaennes de Puijdt
H.H. Keirsschieters
Pieter Vermander
BRON: Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1882

Octrooi voor Placidus Hoste om in Beveren een koren- en oliewindmolen op te richten, 21 oktober 1769
Marie Thérèse par la Grace de Dieu Imp[ératri]ce douairière des Romains etca. A tous ceux qui ces présentes verront salut. Reçu avoir l'humble suplication et requête de Placide Osten contenant qu'il souhaiteroit pour l'avantage du public d'ériger un moulin à vent à moudre grains et à battre huile au village de Beveren près de Roulers au quartier de la Westflandres Châtellenie d'Ipres, du côté du nord de l'église joignant le chemin nommé la vielle rue de Bruges à Lille, et qu'à cet effet il nous auroit très humblement suplié de lui faire expédier nos lettres patentes d'octroi à ce afferant. Savoir faisons que Nous les choses susdites considérées et inclinant favorablement à lad[it]e suplication et requête, avons par avis de nos très chers et féaulx les trésorier g[e]n[er]al cons[eille]r et commis de nos Domaines et Finances, à la délibération de notre très cher et très aimé Beaufrère et Cousin Charles Alexandre administrateur &a &a, octroié consenti et accordé comme nous octroions consentons et accordons par les présentes aud[i]t Placide Osten qu'il pourra faire construire aud[i]t village de Beveren près de Roulers au quartier de la Westflandres Châtellenie d'Ipres du côté du nord de l'église joignant le chemin nommé la vielle rue de Bruges à Lille, un moulin à vent à moudre grains et à battre huile, à charge de païer à la recette de nos domaines de Westflandres département de Courtray une reconnoissance annuelle de deux hoeuds de froment à commencer de la date des présentes et aussi longtems qu'il existera, laquelle reconnoissance devra se paier double la première année, de même qu'à la première échéance qui suivra chaque mutation de propriétaire, soit par succession, transport, vente, donation, ou autrement, que le même moulin ne pourra servir à d'autre usage qu'à battre huile et moudre grain, que pour asssurance du païement de la d[it]e reconnoissance led[i]t moulin avec tous ses ustencils et le terrein sur lequel il sera construit seront et demeureront affectés et hypotequés pour à faute de payement de lad[it]e reconnoissance pouvoir s'en saisir sans aucune forme de procès ou debat et qu'en cas de difficulté, procès ou debat au sujet dud[i]t moulin, led[i]t Placide Osten sera tenu de les soutenir à ses frais, risque et péril, à charge aussi qu'il devra faire construire led[i]t moulin endéans l'an à peine d'être déchu du présent octroi, et qu'avant de pouvoir jouir de l'effet des présentes, il sera tenu de les produire tout à ceux de notre Conseil des Finances que de notre Chambre des Comptes pour y être respectivement vérifiées, enterinées et enrégistrées à la conservation de nos droits et hauteurs. Si donnons en mandement à nos très chers et féaux les chef et présidens et gens de nos Privé et Grand Conseils, à Ceux de notre Conseil des Finances, Président et Gens de notre Conseil en Flandres, à ceux de notre Chambre des Comptes et à tous autres nos justiciers, officiers et sujets qu'il appartiendra que de cette notre présente grace et octroi aux charges et conditions susdites ils fassent, souffrent et laissent led[i]t Placide Osten, ses hoirs, successeurs et aiant cause pleinement et paisiblement jouir et user sans leur faire, mettre ou donner, ni souffrir leur être fait, mis ou donné aucun trouble ou empêchement au contraire. Car ainsi nous plait'il.
En témoignage de ce Nous avons fait mettre notre grand scel à ces présentes, données en notre ville de Bruxelles le 21me 8bre l'an de grace 1769, et de nos Règnes le 30me.
Mandat au Chef et Président.
Très Cher et bien Ainé. Aiant fait expédier cejourd'hui en faveur de Placide Osten lettres patentes d'octroi pour l'érection d'un moulin à vent à moudre grains et à battre au village de Beveren près de Roules au quartier de la Westflandres Châtellenie d'Ipres. Nous vous ordonnons au nom de S[a] M[ajesté] de les parapher et de les faire sceller, fait &a.
Lettres d'avertance seront écrites à la Chambre des Comptes de S[a] M[ajesté]
Et  copie  sera envoiée au  Receveur  de la West-flandres département de Courtray Taffin pour son information et direction.
BRON: Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1882

Maning door de Rekenkamer van Brussel dat de heer van Beveren binnen de drie maanden zijn molen diende op te richten of dat anders het octrooi zou verleend worden aan Van Troyen, 30 juli 1779
Mons[ieu]r le Baron sur le raport qui a été fait de votre rescription du 12. Juin d[ernie]r relative à la demande du nommé Van Troyen, tendant à pouvoir ériger un moulin à vent à Beveren près de Roullers, il a été résolu de vous charger et de vous ordonner au nom et de la part de S[a] M[ajesté] comme nous le faisons par la présente de déclarer au Baron de Plotto, que si endéans 3 mois à compter de la date de cette, il n'a pas fait usage de l'octroi qu'il possède du chef de son prédecesseur dans la seig[neu]rie de Beveren et qui avoit été accordé primitivement à Placide Osten sous la date du 21. 8bre 1769, à l'effet d'ériger dans le même endroit un moulin à vent à moudre grains et battre huile, l'octroi sollicité par le susdit Van Troyen lui sera exempédié. Vous nous informerez en son tems si le B[aro]n de Plotto aura fait construire ou non le moulin don til s'agit. A tant Mons[ieu]r le Baron, Dieu vous ait en sa S[ain]te Garde. Ecrit en la Chambre des Comptes de Sa Majesté l'Im[pératri]ce Douai[riè]re et Reine Apost[oliqu]e le 30. Juillet 1779.
Les Président et Gens desd[i]ts Comptes bien vôtres.
L'auditeur Ransonel
en l'absence du greffier
[Boven] Envoyé copie de cette le 2 août 1779 à le B[ar]on de Ploto
BRON: Rijksarchief Gent, Vorstelijke Domeinen Oost-Vlaanderen, nr. 97.

--------------------

Rijksarchief Brugge, notariaat depot notaris C. Mergaert Staden. Notaris Charles Louis Dehaese Beveren Roeselare. nr. 11 1872 en 1873

nr. 139 30.12.1872 Richard Raes, molenaar te Beveren is 5600 frank schuldig aan zijn broer Isidore Raes, bijzonder, zonder beroep, ook won. te Beveren, als nu te Handzame, intrestvoet 5 %. Hypotheek op huis met land te Beveren sectie A nrs. 600m en 600n. evenals op een windkoornmolen en wal, groot ca. 6 a 15 ca, sectie C deel al den westen van nr. 736a, noord de gezeiden stwg te Beveren (is van de platse naar de statie).

nr. 102  -  19.08.1873 Constant Raes, molenaar te Handzame, verkoopt aan Antoine Uyttenhove, landbouwer en grondeigenaar te Beveren, een partij land te Beveren, genaamd het kraekestuk, sectie C nr. 21 C, groot 58 a 90 ca. – 4300  frank...

nr. 96 – 8.8.1873 Rosalia Constantia Lievens, weduwe van Pieter Jan Vandecasteele, bijzondere, won. Beveren, is schuldig aan Bruno De Coster, landbouwer en grondeigenaar te Gits, voor wie hier meecomparerende is Louis Joye, molenaar te Gits, een hoofdsom van 2000 frank, ten titel van lening,  intrestvoet 5 %. hypotheek op 4de deel onverdeeld in volle eigendom en 4de deel onverdeeld in vruchtgebruik met haar kinderen Theresia, Barbara, Petrus, Aloïse, Eduard, Charles Vandecasteele. behuisde hoeve te Beveren Sectie A, 701 707 725 731 738 739a 740a, 2 ha 11 a 80 ca.

nr. 84 akte 289 14.07.1873 venditie bij overlijden van Ignatius Raes te Beveren (zonen zijn o a Richard en Constant Raes molenaars) zie ook nr. 78  dd 11.06.1873 – beschrijving eigendommen van Ignatius Raes. en nr. 77 11.06.1873

nr. 21 akte 01.03.1873 Louise Vermeersch, weduwe Antonius Ledoux, molenaarster en landbouwer te Beveren doet afstand van alle recht van pacht op een standaard koren en oliemolen, genoemd het kroontjemolen, met woonhuis e.d.m. en 93 a 82 ca land te Beveren, noord van het dorp, sectie B 352 tot en met 357, zal het verlaten tegen 8 deze lopende maand.

nr. 12 jaren 1874 en 1875

nr. 60 dd 26.06.1874 Richard Raes, molenaar te Beveren, verkoopt aan Charles Desimpel, meesterbroodbakker en winkelier te Beveren : een korenwindmolen en wal te Beveren, groot 6 a 15 ca en volgens kadaster 5 a 80 ca. sectie C nr 736b, noord stwg van de Beveren plaets naer de statie van den ijzerenweg. als verkoopt hij ook een onlangs nieuw gebouwen huis sectie A nrs 600 m en 600 n 12500 frank als koopsom.

nr. 58 22.06.1874. openbare verkoping door Richard Raes van de twee kopen (hierboven vermeld doch hierboven vermelde akte is van latere datum)

nr. 2 akte 10.01.1875 Charles Desimpel en zijn vrouw Rosalie Raes, molenaars en bakkers en winkeliers te Beveren zijn 5000 frank schuldig aan Petrus, Louis en Isabelle Joye, broers en zuster te Gits. intrestvoet  5%; hypotheek o.a. op hun korenwindmolen te Beveren, sectie C nr 736B.

nr. 3 akte 10.1.1875 Theophile Denys molenaar en koopman te Menen, verkoopt aan Richard Raes, voor heen molenaar te Beveren, de westerse helft ener tweewoonst en d een grooten stenen koren en oliewindmolen hebbende twee koppels maelsteenen, eenen koppel plettersteenen en veders al de draaiende werken te Menen, buiten de Kortrijkpoort (9000 frank)

nr. 13 -  jaar 1876

nr. 131 akte 14.11.1876 Charles Desimpel, meester broodbakker, molenaar en winkelier te Beveren verkoopt aan Joseph Dewulf, landbouwer te Beveren, een onlangs nieuw gebouwd woonhuis van 2 woningen mt zwingelkot, stalling enz. te Beveren sectie A nrs; 600 m en 600 n zuid de stwg van Beveren plaats naar statie van de ijzerenweg, oost den kouterwegel. Heden bewoond door Antonius Lievens en Petrus Beit.

 

Literatuur

Geert Hoornaert, Gabriël Verbeke & Lieven Denewet, "Een historische kijk op Beveren-Roeselare tot 1796", Roeselare, 2011, 311 p.

Personen
Filip Devoldere, Bredene
Wilfried Devoldere (VVF), Roeselare
Paul en Frans Muylle, Beveren-Roeselare
Norbert Raes,  Heule

Verzamelingen
Documentatiecentrum VVF-Roeselare
Norbert Raes, Heule

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1882 [octrooi Kroontjesmolen, 1769]
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1907 [aanvraag Van Troyen, 1778]
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1909 [aanvraag Van Troyen, 1779]
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1929 [vermeldingen Kruisboom- en Rooseboommolen, 1782]
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 5313 [oprichting Noordmolen, 1773]
Rijksarchief Brugge, Archief van de Franse Hoofdbesturen, nr. 1237 [volkstelling 1796]
Rijksarchief Brugge, Brugse Vrije, nr. 7271. Rekening Beveren en Onlede, 1785 [over de Plaatsmolen]
Rijksarchief Brugge, Brugse Vrije - Schifting Sanders, nr. 790 [schaderapport Beveren-Roeselare, 1706]
Rijksarchief Brugge, Notariaat Charles Louis Dehaese Beveren-Roeselare, nrs. 11 (1872-1873), 12 (1874-1875), 13 (1876) [verkopingen, hypotheken, leningen i.v.m. de Kruisboommolen, deKroontjesmolen en de Plaatsmolen)
Rijksarchief Gent, Vorstelijke Domeinen Oost-Vlaanderen, nr. 97 [aanvraag Van Troyen, 1779]
Rijksarchief Kortrijk, Bruine Pakken, nr. 6310 [oprichting Noordmolen, 1773]
Rijksarchief Kortrijk, Kerkarchief Beveren-Roeselare, nr. 21 [volkstelling 1786]
Sint-Andriesabdij Loppem. Bibliotheek - Pretiosa 6 / Handschriften, Tiendenregisters Sint-Maartensabdij Doornik. Boek 7. Beveren-Roeselare, Emelgem, Zarren, 1645.
Stadsarchief Roeselare, Rekeningen Roeselare-Ambacht, nr. 1062 (1656-1657), 1063 (1663-1663), 1064 (1663-1664) [schepen Coolaert Darluyn, oprichter van de Kruisboommolen]
Stadsarchief Roeselare, Stadsrekening 1529-1530 [vermelding Plaatsmolen te Beveren]

Gedrukte bronnen en kaarten
Atlas des Communications vicinales de la Commune de Beveren. Arrondissement administratif de Roulers. Province de Flandre Occidentale [Atlas der Buurtwegen - Beveren-Roeselare], 1846
Gemeente Beveren. Oorspronkelijke Kadastrale Legger of Alphabetische-Lyst der Grond-Eigenaren, met omschryving van derzelver ongebouwde en gebouwde vaste eigendommen,... Brugge, P.C. Popp, [1846].
Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris, ca. 1775.
Kadastrale kaart van Beveren-Roeselare door P.C. Popp, ca. 1840.
Standaerd van Vlaenderen, 23 maart, 8 april, 27 april 1841 [verkoop Kroontjesmolen]; 3 februari 1844 [Noordmolen omgewaaid] (exemplaren in: Stedelijke Bibliotheek, Brugge)

Bibliografie
J. AMEEUW, Daar bij die molen... Windmolens uit het Roeselaarse. De Kroontjesmolen te Beveren-Roeselare, in: De Gidsenkring, XVI, 1978, 5, p. 12.
D. AMEYE, Beveren, Emelgem en Zarren rond 1645, in: 't Stamboompje, XII, 1984, 2, [p. 2-7], 6, p. 9-13.
S. ANECA, Van Aardappelhoek- tot Zwingelaarsstraat. Meer dan 650 straatnamen in Roeselare verklaard, Roeselare, 2006.
F. CALLEWAERT, Roeselare-Beveren. Zuidhoeksroute, Roeselare, 1978, 1988².
A. CATTRY & C. VANDENAWEELE, Dopen Beveren-Roeselare 1814-1899, Roeselare, 2004.
K. DE FLOU, Woordenboek der toponymie van Westelijk Vlaanderen (...), 18 dln., Gent-Brugge, 1914-1938.
F. DEVOLDERE, De molens van Beveren (bij Roeselare), Mededelingenblad Werkgroep West-Vlaamse Molens, II, 1986, 5, p. 5-8.
W. DEVOLDERE, Burgemeesters, schepenen, pointers en andere magistraten van de heerlijkheid Roeselare Ambacht, in: 't Stamboompje, XXXIII, 2005, 4 en XXXIV, 2006, 1-4.
W. DEVOLDERE, De bevolking van Beveren-Roeselare in 1786, Roeselare, 1996.
W. DEVOLDERE, De Franse telling van Beveren-Roeselare 1796, Roeselare, 1997.
W. DEVOLDERE, Oorlogsschade te Beveren-Roeselare anno 1706, in: 't Stamboompje, XXVI, 1998, 2, p. 27-29.
W. DEVOLDERE, Schaderapport Beveren-Roeselare anno 1684, in: 't Stamboompje, XXVI, 1998, 4, p. 62-63.
R. DEWULF, Volkstelling 1814. Deel XIX. Beveren-Roeselare, Brugge, 1983.
R. DEWULF, Volkstelling 1748 - de prochie Beveren (Roeselare), Brugge, 1989.
N. FAVOREL, Zantingen, dl. XIX, Roeselare, 1988, p. 152.
H. HOLEMANS, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990,  dl. 1, Gemeenten A-B, Kinrooi, 1993, p. 53-55.
K. LIEVENS & M. DECEUNINCK-VANMIDDELEM, Van toponymie tot een stukje lokale geschiedenis van Beveren. Voordracht gegeven voor het Davidsfonds op maandag 25 november 1991, Roeselare-Beveren, 1991.
J. MAES, Vlaamse windmolens. 102. - Gewezen Beverense Molens, in: De Belgische Molenaar, LXIX, 1974, 23, p. 338-339.
P. PRUIM & F. CALLEWAERT, Roeselare in oude prentkaarten, waarin enkele afbeeldingen van Beveren, 2 dln., Zaltbommel, 1972-1978.
A.T. VAN BIERVLIET, Herbergen onder het Brugse Vrije te Gits en omgeving in 1780, in: Rollariensia, IV, 1972, p. 83-95.
G. VERBEKE, Beveren-Roeselare in de Grote Oorlog, Brugge, 2006.
Geert Hoornaert, Octrooi-aanvragen tot het oprichten van molens, 1776-1788, Rollarius, XVIII, 1989, 6.
De Gunsch A., Metdepenninghen C., Tansens A. & Vanneste P., Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kanton Roeselare, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17N1, Brussel - Turnhout, 1999.
Jacques Lorthiois, "Flandre Occidentale. Meuniers et moulins de West-Flandre", L'Intermédiaire des Généalogistes, n° 170, XXIX, 1974, 2, p. 116-126 (118).

Overige foto's

<p>Kroontjesmolen<br>Molen Raes</p>

Foto: coll. Raes, Heule

<p>Kroontjesmolen<br>Molen Raes</p>

Foto: coll. Raes, Heule

<p>Kroontjesmolen<br>Molen Raes</p>

Foto: coll. Raes, Heule

<p>Kroontjesmolen<br>Molen Raes</p>

Foto: coll. Raes, Heule

<p>Kroontjesmolen<br>Molen Raes</p>

Na de vernieling in 1918. Foto: coll. Raes, Heule

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zaterdag 22 april 2023

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens