Molenzorg

Aartrijke (Zedelgem), West-Vlaanderen


Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Noordmolen
Noordermolen
Molen Lievens
Grote Molen
Oude Molen

Ligging
Noordstraat 10
8211 Aartrijke (Zedelgem)

hoek met Brugse Heirweg
400 m NW v.d. kerk
kadasterperceel B1671

Geo positie
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen, oliemolen
Gebouwd
voor 1553 / begin 17de eeuw / 1835
Verdwenen
ca. 1580, oorlog / 1944 - 28 mei, sloop
Allemolens
01685 (Ten Bruggencatenummer)
Beschrijving / geschiedenis

Op de hoek van de Noordstraat (ter hoogte van nr. 40) met de Brugse Heirweg bevond zich tot 1944 de Noordmolen, een staakmolen op open voet. De Noordmolen of Grote Molen was de oudste molen van Aartrijke en werd voor het eerst vermeld in 1553 als de muelenwal daer den muelen op staet met den zuutzijde anden dixmuschen heerwech. De latere Brugse Heirweg lag dan ten zuiden van de molen zoals te zien op de Grote Kaart van het Brugse Vrije door Pieter Pourbus (1571) gekopieerd door Pieter Claeissens (1601).

De molen werd op het einde van de 16de eeuw vernield en in het begin van de 17de eeuw op dezelfde plaats heropgebouwd. De weg werd vóór 1696 verlegd en kwam ten noorden van de molen te liggen zie de Ferrariskaart. In 1702 en in 1800 vermeld als den ouden meulen en l'Anchien Moulin. 

In 1835 gebeurde een heroprichting als een driezolder-staakmolen, om graan te malen en olie te slaan. Een rosmolen maakte het malen op windstille dagen mogelijk. Een postkaart van rond 1900 beeldde molen en pijlerkapel samen af.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Termote Joseph, molenaar te Aartrijke
- na 1835, mutatie: Desopper-Termote Pierre, landbouwer te Varsenare
- 10.05.1844, verkoop: Termote Joseph Emmanuel, molenaar te Aartrijke (notaris Van Sieleghem)
- 13.03.1856, verkoop: Lievens Joseph, landbouwer te Zedelgem (notaris Vansieleghem)
- 21.02.1884, verkoop: a) Lievens Charles Louis, eigenaar te Aartrijke, b) Lievens Maria Louisa, eigenaar te Aartrijke en c) Lievens Alide, eigenares te Aartrijke (notaris Van Hacné)
- 12.02.1903, erfenis: a) Lievens Charles Louis, molenaar te Aartrijke en b) Lievens Alide, zonder beroep te Aarsele (overlijden van Maria Lievens)
- 21.02.1906, verkoop: Lievens (later gehuwd met Donck) Arseen, molenaar te Aartrijke (notaris Dekeyser)
- 21.09.1935, gift: Lievens-Denoo Maurits Jozef Adriaan, molenaar te Aartrijke (notaris Dekeyser)

In de 19de en 20ste eeuw werkten hier generaties van de molenaarsfamilie Lievens. Arsène Lievens kocht de molen op 21 feb 1906. In de koopakte staat te lezen: "1°/ Eenen koornwindmolen, genaamd den noordmolen, met den wal waarop hij is staande, te Aertrycke". De laatste molenaar was Maurits Lievens. In 1938 was de molen nog in goede staat, zowel van binnen als van buiten. De molenaar voerde ook zelf allerlei herstellingen uit, zoals timmerwerken om de molen te verstevigen. Hij meende dat, blootgesteld aan hevige winden, het stroomlijnprofiel Dekker op de roeden, een groot gevaar zou opleveren.

Bij feest of processie waren zijn wieken met guirlandes en veldbloemen versierd. Op de wal werd dan het rustaltaar geplaatst, waar o.a. pastoor Flour met brede gebaren zijn zegen over het dorp en zijn bewoners uitsprak.

Op Pinksterdag 28 mei 1944 werd de staakmolen gesloopt. De bijbehorende boerderij Lievens bleef de benaming "De Noordmeulen" dragen. De vroegere molenaarswoning van de familie Pollet werd in 2007 gesloopt.

Tijdens de gemeenteraad van 28 juni 2012 werd principieel beslist om de straatnaam ‘Noordermolen’ toe te kennen aan een deel van de oude trambedding gelegen tussen de Noordstraat en de Eernegemsestraat te Aartrijke. Alvorens deze straatnaam definitief werd toegekend, organiseerde de gemeente van 9 juli tot 9 augustus 2012 een openbaar onderzoek. Bij opmerkingen of bezwaren konden deze schriftelijk ingediend worden bij de gemeente. De ingebrachte bezwaren (zie bijlage) misten blijkbaar hun effect niet: de gemeenteraad beliste in zitting van 18 oktober 2012 om de benaming "Norodmolen" definitief in te voeren. Ondertussen is het straatnaambord geplaatst.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bijlagen

NDZ, "Nieuwe straatnaam te Aartrijke: Noordermolen", Het Nieuwsblad, 11.07.2012.
Foto: Verzameling Ons Molenheem, Alfred Ronse
Zedelgem - Tijdens de gemeenteraad van 28 juni 2012 werd principieel beslist om de straatnaam ‘Noordermolen’ toe te kennen aan een deel van de oude trambedding gelegen tussen de Noordstraat en de Eernegemsestraat te Aartrijke.
Deze straat had tot nu toe geen officiële straatnaam. Er stonden immers in het verleden geen huizen langs, zodat er ook geen nood was aan huisnummers of een straatnaam. Door de bouw van het nieuwe appartementsgebouw ‘Zonneberg’ op de hoek van de Noordstraat en de oude trambedding, is er nu echter wel degelijk behoefte aan een officiële straatnaam en aparte huisnummers.
De naam ‘Noordermolen’ verwijst naar de gelijknamige molen die vroeger gesitueerd was op de hoek van de Brugse Heirweg en de Noordstraat. De Noordermolen of Noordmolen was Aartrijkes oudste molen. Hij dateert minstens uit de 16de eeuw en werd in 1943 afgebroken.
Alvorens deze straatnamen definitief toe te kennen, organiseert de gemeente van 9 juli tot 9 augustus 2012 een openbaar onderzoek. Hebt u opmerkingen of bezwaren tegen de voorgenomen naamkeuze, dan moet u deze binnen de dertig dagen (ten laatste op donderdag 9 augustus om 12 uur) schriftelijk indienen bij het gemeentebestuur van Zedelgem. U kunt ook contact opnemen met de archivaris Johan Braet op het nummer 050 / 81 44 14 of via archief @zedelgem.be

Ons bezwaar tegen de voorgestelde benaming "Noordermolen"
Wij zijn van oordeel dat enkel de benaming "Noordmolen" historisch correct is. De benaming "Noordermolen" is een dichterlijke vervorming door schrijver F.R.Boschvogel (schuilnaam van Frans Ramon) in zijn roman "Niet wanhopen Maria-Christina" (Tielt, Lannoo, 1948). Daarin komen taferelen voor die geïnspireerd zijn op gebeurtenissen op het molenhof. Het was een gebruikelijke methode bij streekauteurs om, ondanks duidelijke verwijzingen naar plaatselijke toestanden, de namen van personen en plaatsen in mindere of meerdere mate te vervormen zodat de privacy - toen dat woord bij ons nog niet bestond - beschermd werd. Deze (op zich verdienstelijke) naamsvervorming weegt echter niet op tegenover de benaming "Noordmolen" die al ruim 4 eeuwen gangbaar was en is.
Lieven DENEWET namens Molenzorg Vlaanderen vzw

-----------------------------------------

Kyndt Omer, Fr. Boschvogel en de Noordermolen te Aartrijke, Oost-over-de-Waere (Heemkring voor Westkerke en Roksem), VI, 2002, 2, p. 36-39.

Niet wanhopen Maria-Christina

Frans Ramon  Boschvogel schreef het boek "Niet wanhopen Maria-Christina" in 1948. Het behandelt de donkere periode uit de Franse Revolutie en de godsdiensttroebelen die toen in het Houtland plaatshadden.

Maarten Engelbrecht, hoofdfiguur uit het boek, is een molenaar. Zijn opstandige levenswandel is gesitueerd in het dorp Aartrijke waar Boschvogel geboren is. Vaak heeft Boschvogel de Noordmeulen te Aartrijke bezocht om er zijn parate kennis over de molen op te slaan.

Samen met de andere staakmolens uit Aartrijke verdween ook deze molen uit het landschap circa 1945.

Het boek "Niet wanhopen Maria-Christian" is een van de meest boeiende werken. Wat een vruchtbare en bezielde pen, wat een historsiche bagage. Op het eendere ritme van de zoevende moleneinden schreef Boschvogel zijn verhaal. Boschvogel doet ons hart sneller kloppen. Het is bovendien een eresaluut aan alle huidige en toekomstige molenaars. Zij moeten het waarmaken. Opnieuw wenken de molens in ons dierbaar Vlaanderen. De eertijds oude molentraditie wordt opnieuw heropgenomen. De molen van Roksem zal opnieuw worden hersteld...

We laten Boschvogel zelf aan het woord:

   De Zuiderwind die tegen de voorweeg strijkt is zo schuchter als een kinderadem. Straks gaat hij liggen. En de moleneinden die nauwelijks nog kruipen zullen stilvallen. Het meel schuift onwillig uit de goot. Het leven op de molen dooft langzaam uit. Als van iemand die wegdommelt in een zalige noenedut.
   Een molenaarsoog ziet de dingen anders. Het lest de groei en de bloei van het dorpsleven van de daken af, die als zovele bladzijden zijn uit de wisselvallige dorpskroniek.
   Op vijftien roeden van het huis staat de Noordermeulen, de anderhalf eeuw oude molen van de Engelbrechts. Er zitten koele flitsen in de romp, maar op de molenkap gloeien de eerste zonneglanzen. De vier teerlingen waarop het molengevaarte rust die met kennis gekalkt en geteerd werden blikkeren wit-zwart in de koele morgen. Het molenkruis staat nog naar het Zuidwesten gekeerd. Andries spuwt in zijn handpalmen, wentelt de windas om. De molen schiet wakker en terwijl hij lekker schuurt en in zijn kloeke voegen kraakt wendt hij de kop naar het Noordwesten waar hem een milde zeebries vlak in de armen waait. Andries lost de vang. De wind ligt in de zeilen en stuurt de moleneinden op. Eerst traag van lieverlede krachtiger en voller. De mulder gaat de steiger op. De trap wiegt lustig onder zijn dreunende klompen en rilt van het wonder leven dat de molen heeft ontstoken.

   Andries klimt naar de steenzolder en zet de molenstenen aan. Daar liggen de zakken graan hoog opgestapeld. Hij stort een zak koren in de steenkist, daalt naar de maalzolder af, om de meelgoot in het oog te houden en luistert naar de vertrouwde geluiden van het maalbedrijf.
Hier zit hij goed opgelost in de eenzaamheid van deze hoge molen. Hier tracht hij te vergeten. Dit vroege werk is een vlucht uit het huis en uit het dorp die onder hem liggen.

   Achter het donkere groen der Houtlandse bossen, ligt heel het wijde blote noorden voor hem. Met zijn kinderkopje heeft Andries door dit hoge kijkgat gehangen en naar de zachte omtrekken der zilveren duinen gezocht, de torens geteld, de leeuwerik gevolgd en op de wolken gevaren, die als weidse zeilschepen uit het zeegat kwamen aangedreven. Toen was hij de snode wereld ontstegen. De geruchten van de ratelende ketskarren, de flarden van speelse kinderkreten, gedoofd door het zoeven en gonzen van het maalbedrijf waren onwezenlijk diep en ver. Hij zat in de hemel!
   Maarten Engelbrecht begaat de Noordermolen. Hij heeft nooit sterker dan heden ondervonden hoe het leven van een molen een mens kan ontsteken. De oude molen die nog de spanjolen gezien heeft, doet jong en zot in de bruisende wind.
   Het hart van Maarten klopt op het eendere rhytme der zoevende moleneinden. En de onstuimige hartstocht van de molen, die met de winden paart, giet een huiver door zijn bloed. Hij is een levend deel van de Noordermeulen geworden.

   Hij staat op de kijkuit. De bossen donkeren tegen de vriesklare lucht als een oprukkend eskadron. En waar het land open ligt, door 't winterwerk gezeeuwd en licht gebeurd of bekleed met 't schrale koren staan de boezems en dellingen uitgetekend door de sneeuw, die achter de zilverbermen konden standhouden.

   En zon over de wijde wereld, zon op alle daken. Zon vooral op dit ene dak dat hem toejuicht. Hier woont Eleonore.

   De molen wiegt als een schip dat tegen de baren vecht. En op het schip staat kloek en zegezeker Maarten Engelbrecht, die de zeilen viert en het stuurwiel keert, die het brullen van de baren met dreunende bevelen overdondert.

  Zal je hem de baas kunnen, wees gerust, vader, --- de Noordermolen. Zijn molen, door de eeuwen vergrijsd, en verweerd, door de zilte zeewind doorpekeld.

   Het meel bruist stuivend, het spuugt uit en vult zak na zak. De "lichte" mag hij niet lossen. Zijn oor staat scherp naar het schuren en slepen der razende molenstenen.

Tot daar deze kleurrijke en magistrale beschrijving van de Noordermolen uit Aartrijke, het geboortedorp van Fr. R. Boschvogel. De molenaar Maarten Engelbrecht is een harde werker. Zijn molen is een monument.

Houtlandse molens waren F.R. Boschvogel bijzonder geliefd. In zijn boek "Album vanhet Houtland" schrijft hij in samenwerking met zijn vriend Roger Haelewijn, over de Koutermolen te Kortemark, de Oostmolen te Gistel. Met een bijzondere voorliefde schrijft hij over de Plaetsemolen uit Aartrijke, die hoog en heerlijk boven mensen en daken troonde. Bij feest of processie waren zijn wieken met guirlandes en veldbloemen versierd. Op de wal straalde het rustaltaar, waar pastoor Flour met brede gebaren dorp en verten zegende met het Allerheiligste. Boschvogel dacht eraan, in een tijd dat er nog zoveel molens draaiden, en schoonheid schonken aan het Vlaamse landschap. Toch is er van teloorgang in 2002 geen sprake. Vrijwillige molenaars laten de molens regelmatig draaien en zorgen voor het onderhoud. Molenbewegingen allerhande zetten zich in voor het bewaren en voortbestaan. Staat en provincie, gemeenten komen tussen met de noodzakelijke subsidies. Veelal zijn toeristische routes ontworpen die de molen in volle daglicht stellen.

Samen met Werkgroep Kern Ettelgem hadden we het geluk een molententoonstelling in te richten in de ruime lokalen van Johan Becue. Deze tentoonstelling had plaats op 25, 26 en 27 september 1986 en lokte zeer veel bijval. De schrijver Fr. R. Boschvogel was een welkome gast op deze tentoonstelling. Van dan af zijn we vrienden gebleven. Om de veertien dagen fietste hij van Aartrijke naar Westkerke heen en terug. We zijn hem dankbaar gebleven voor zoveel getrouwheid.

Onze tentoonstelling met documenten, boeken en korte verhalen is een huldetentoonstelling aan zijn persoon. Hij is op 22 september 2002, precies honderd jaren geleden geboren. In ons gastenboek schreef hij in 1986, in zijn sierlijk handschrift volgende woorden:
"Zoveel molens die hun oude liedeen zingen, zoveel Vlaamse molenschatten, wij danken O. Kyndt, hij male verder. Fr. R. Boschvogel

Dit suggestiesteuntje kunnen we best gebruiken. Vlaamse molens mogen inderdaad niet vergaan.

Omer Kyndt
Herfstmaand 2002

Literatuur

Bonduel L., Het Zedelgem, Veldegem, Loppem en Aartrijke van toen. Een verzameling foto's en prentbriefkaarten aangevuld met beknopte historische gegevens, Brugge, 1983, p. 142.
Boschvogel F.R. en Jonckheere D., Aartrijke in de oude tijd, Torhout, s.d.
Boschvogel F.R., "Niet wanhopen Maria-Christina", Tielt, Lannoo, 1948, 390 p., ill (streekroman gebaseerd op taferelen rond de Noordmolen - dichterlijk vervormd tot Noordermolen)
Urbain Naert, Verdwenen molenbestand... Molens te Aartrijke, in: Molenecho's, XII, 1984, p. 312-313;
Kyndt Omer, Fr. Boschvogel en de Noordermolen te Aartrijke, Oost-over-de-Waere (Heemkring voor Westkerke en Roksem), VI, 2002, 2, p. 36-39.
J.P. en P. Emeldam, De molens van Aartrijke, in: Het Houtland, XIII, 1971, 3, p. 6-12.
Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1993.
Boschvogelroute Zedelgem, Aartrijke, s.d., p. 2.
C. Devyt, De West-Vlaamse windmolens in de oorlogsjaren, Biekorf, 1945.
Janssens D., Straatschouwingen te Aartrijke, jaar 1744, in Ledenblad heemkundige kring David Jonckheere, jg. 5, nr. 18, 1981, p. 42-47.
Maes R., Een onbekende Aartrijkenaar zoekt op…, in Tijdschrift voor de leden van de Heemkundige Kring "David Jonckheere", jg. 11, nr. 42/43, 1987, p. 72-75.
Pollet J., Aartrijke 1100 jaar, in Zilleghem. Handelingen van de Kring voor heemkunde en geschiedenis Pastoor Ronse, jg. 14, nr. 1, 1993, p. 4-40.
J. Pollet, Aartrijke 1100 jaar, in Zilleghem. Handelingen van de Kring voor heemkunde en geschiedenis Pastoor Ronse, jg. 14, nr. 1, 1993, p. 4-40.
J. Pollet, "De molen van Frans Termote in moeilijkheden - 1827", Noortover, jg. 1991-1992, nr. 4, p. 83-89.
J. Pollet, Bijdragen tot de geschiedenis van Aartrijke (898-1740), Zedelgem, 1982, p. 9-11, p. 16, p. 36, p. 37-38, p. 52, p. 73-74, p. 100, p. 104-105, p. 106, p. 125, p. 137, p. 143-149, p. 190, p. 195.
J. Pollet, Bijdragen tot de geschiedenis van Aartrijke (1740-1814), Zedelgem, 1986, p. 174-176.
Simaey W., Oorlogsherinneringen uit Aartrijke (1940-1945), in Artiriacum. Tijdschrift van de Heemkundige Kring Ambacht Aertrijcke, jg. 23, nr. 1, 2000, p. 22-24.
Van Vlaenderen P. & Vranckx M.,Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West- Vlaanderen, Gemeente Zedelgem met deelgemeenten Aartrijke, Loppem en Veldegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL47, 2010.
Urbain Naert, "Lievens... van bij ons", Aartrijke, Heemkundige kring Aartrijke, 1979. 84 p.
Mailbericht Stefaan Pollet (kleinzoon molenaar Arsène Lievens), 03.08.2012.

Persberichten
NDZ, "Nieuwe straatnaam te Aartrijke: Noordermolen", Het Nieuwsblad, 11.07.2012.

Overige foto's

<p>Noordmolen<br>Noordermolen<br>Molen Lievens<br>Grote Molen<br>Oude Molen</p>

Foto Alfred Ronse - collectie en prentkaart Stichting Levende Molens, Roosendaal. Achteraan de molenaarswoning van de familie Pollet, gesloopt in 2007

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zaterdag 2 februari 2019

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens