Molenzorg

Westkapelle (Knokke-Heist), West-Vlaanderen


Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Molen Deroo

Ligging
Sluisstraat 40
8300 Westkapelle (Knokke-Heist)

zuidzijde
200 m O v.d. kerk
ten W v.d. Natiënlaan
kadasterperceel E424


toon op kaart
Type
Staakmolen met open voet
Functie
Korenmolen
Gebouwd
1772 / 1871
Verdwenen
1871 - 17 januari, afgebrand / 1903, sloop
Beschrijving / geschiedenis

De molen Deroo (naar de molenaars uit de tweede helft van de 18de eeuw) was een houten korenwindmolen aan de zuidzijde van de Sluisweg (nr. 40), ten westen van de drukke Natiënlaan, op 200 meter ten oosten/noordoosten van de kerk van Westkapelle.

Deze staakmolen werd in 1772 opgericht, mits octrooi verleend door de Oostenrijkse keizerin Maria-Theresia op 27 juli 1772 aan Willem Bellaert.

De ligging werd steeds gunstiger, aangezien in 1785 de steenweg naar het Hazegras (de huidige Sluisstraat) doorgetrokken was. Vanaf dit ogenblik beschikte Westkapelle weer over twee molens.

In 1786 werden het huis en de molen te koop aangeboden. Dat weten we uit onderstaande verkoopsadvertentie uit de Gazette van Gend van 10 en 24 augustus 1786: Op 16 augustus 1786 wordt verkocht in Westkapelle, in de herberg van Pieter Beaudens: een huis en korenwindmolen, staande op 90 roeden erf in het Dorp van Westkapelle, gestaan en gelegen van zuiden tegen den nieuwen Kalsydeweg van Westkapelle naar Haeze-Gras, “zijnde het gemelde huis en molen in dit jaar geheel nieuw gemetst”. Verkoopsvoorwaarden te bekomen in de herberg van Pieter Baudens in Westkapelle.

In 1791 was Pieter Verruyst er molenaar: ,,Pieter Verruyst meulenaere onder de heerelijckhede van den Caneunicsche”. In 1811 was dat Joannes Lamote: ,,huijs en molen met het hovenierhof west daeraen, competerende Joannes Lamote, daer hy woond”.

Molenaars en eigenaars:
- 1772, oprichting: Bellaert Willem
- augustus 1786: te koop gesteld
- 1791, molenaar: Verruyst Pieter
- 1811, molenaar: Lamote Joannes
- voor 1834, eigenaar: Tytens-Lateste Martinus, te Lissewege
- 14.01.1834, verkoop: Lateste (later gehuwd met Rotsaert) Auguste, molenaar te Westkapelle (notaris Jacqué): "een huys en de hovenierhof daer den molen van Westcappelle op staet" (Mestdagh, nr. 1975, anno 1840)
- 15.02.1845, verkoop: Deroo-Vandaele Jacobus, molenaar te Westkapelle (notaris Claeys)
- 17.10.1863, deling: Deroo-Vandaele Louis, molenaar te Westkapelle (notaris Prott)
- later, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Vandaele)
- 19.08.1876, deling: Deroo Louis, molenaar te Westkapelle (notaris Debusschere)
- later, huwelijk: Deroo-Vermeire Louis, molenaar te Westkapelle
- later, erfenis: de weduwe, die hertrouwt met Serpieters Karel, en de kinderen (overlijden van Louis Deroo)
- 19.07.1888, deling: Serpieters-Vermeir Karel Jan, herbergier te Westkapelle (notaris Fraeys)

Op 17 januari 1871 brandde de molen af. De schade werd hersteld. In 1903 volgde de sloop.

Lieven DENEWET, Maurits COORNAERT & Herman HOLEMANS

Bijlagen

* Molens te Westkapelle
De ommeloper van 1447 toont het dorp met centraal de kerk en het kerkhof gelegen op een verhevenheid. De kaart duidt de Aermermolen, de Verbrande Molen en de Kalveketemolen aan. De Kalveketemolen en de Zuidmolen worden na 1648 (her)opgericht.

* Molens van Sint-Anna-ter-Muiden (voorheen op Westkapelle)

SINT-ANNAMOLEN A: ,,elle avoit faict estoupper ung chemin de moullin, appele den bogaert, cheminant vers le moulijn de la Mude” (1552) RK 13718, RBB 1552-53, f° 8v°; ,,een wintmuelen... mde prochye van St. Anne ter Mude, ghenaempt sint Anne muelen” (1581) RV 16050, f° 19r°; ,,daer de muelen van st tanne stondt” (1602) Aanw. 3655, f° 81r°.
De oudst bekende molen van Mude stond in het 33e Grey, nl. buiten het stadsgebied. Is in de godsdiensttroebelen vernietigd. Het bewuste stuk molenweg lag vermoedelijk in de buurt van de kerk.

SINT-ANNAMOLEN B: ,,oost vanden muelenwal daer wijlent een muelen up plach te staene” (1577) Jonckheere 1200, f° 13v°; ,,den muelenwech met den muelewal ten noorthende” (1602) Aanw. 3655, f0 104vo; ,,en cette dixme s’est erige a present ie moulin de Saint Anne a Muyde” (1648) Oud Kerkarchief 416, Ligger Tienden, f° 87r°. Rond 1645 bouwde men een nieuwe molen, even buiten het stadsgebied, 300 m ten westen van de kerk. Daar lag een mote waar blijkbaar vroeger een molen gestaan had. Die was misschien in de oorlog van Maximiliaan vernield.

MOLENWEG C: ,,ung chemin de moullin, appele den bogaert, cheminant vers le moullin de la Mude” (1552) RK 13718, RBB 1552-53, f° 8v°; ,,anden paelsteen anden muelenwech” (1577) Jonckheere 1200, fo l4ro; ,,mette oostsyde anden verdonckerden muelewech” (1602) Aanw. 3655, Omm. Grey, f° 104r°. De weg naar de SINT-ANNAMOLEN A liep door het 25e en 22e Grey.

MOLENHUIS B: ,,metten houden muelewal ende tmuelenhuus van St Tanne muelen ten zuuthende wylent hierop staende” (1602) Aanw. 3655, Omm. Grey, f° 121r°. Het vroegere molenhuis bij de SINT-ANNAMOLEN A.

MOLENBILK: ,,eenen bilck van 6 strynghen, met twee pitten ten zuutwesthende” (1602) Aanw. 3655, f° 120v°; ,,een leen groot 13 ghem. 75 roeden in Ste Anne ter Muyden, genaemt den meulenbilck” (1642) BB 3, f° 37r°:,,heet den muelenbilck” (nota ca.1700) Jonckheere 1250, f° 120 v°. Een leengoed dat bestond uit 5 gemeten in het 28e Grey en 8 gemeten in het 33e Grey, 300 m ten noorden van de SINT-ANNAMOLEN A. Feitelijk heette alleen dit laatste perceel Molenbilk, Die weide werd vermoedelijk door de uitbater van de genoemde molen gebruikt.

MOLENWERF: (het 26e Reig begint) ,,upt land dat men heet de mulenewerf, nu toebehorende Jacob Clayman et vitri, scipman theys” (1447) KOO, A 8, f° 355v°;,,bi Lonins vliete, metten westhende anden dyc vanden muelnewerve” (1451) ABB, A 190, Renten SD, f° 45 r°; (perceel in het 14e Grey) ,,byder ouder sluus van Reyghersvliete, ende zuudtwest vanden Palinchuuse... metten westhende anden Oostdyck, gheseit ten muelenwerve” (1531) ABB, A 192, Renten SD, f° 177v°; (het 14e Grey) ,,beghinnende ten muelenwerfve zuudt byde Palyncstede, ende ande zuudtzyde vanden Brusschen bilck” (1602) Aanw. 3655, f° 63v°. Volgens M. Gysseling, Toponymie van Oudenburg, p. 90, beduidt werf een kleine ronde hoogte. Hier wordt misschien een molenwal bedoeld. We vinden echter geen bewijs dat op de bedoelde plaats een molen gestaan heeft. Ook blijkt uit de attestaties niet duidelijk of die werf lag in de noordoosthoek van het 26e Reig, of op het noordeinde van de Oostdijk A. Terloops wijzen we erop dat we in 1367 een Jan Claymans ontmoeten te Heist (HE, p. 34). Verder vermeldt de ligger van het St.-Klaraklooster in het 23e Reig een perceel van ,,Jacob f. Pieters Weyts, stierman te Heys” (ABB, C 230, f° 75v°, 1467).

Literatuur

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1891 (oprichting, 1772)
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1927 (Bernard Naert uit Brugge, bij het Hazegras, 1786).
RPW 1791-92, f° 13 v° (1791)
Rijksarchief Brugge, Ommelopers Mestdagh, nr. 1979 (1811)
Rijksarchief Brugge, Ommelopers Mestdagh, nr. 1975 (1840)

Werken
M. Coornaert, Westkapelle en RamskapelIe - De geschiedenis, de topografie en de toponimie van Westkapelle en Ramskapelle, met een studie over de Brugse Tegelrie. Tielt 1981.
M. Coornaert, Een overzicht van de molens in het Noordvrije, in: Liber Amicorum René De Keyser, Speciale uitgave, Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago, 1985, p. 43-78.
J. Ballegeer, "Molens in de Zwinstreek", in Rond de poldertorens, jg. 47, nr. 2, 2005.
Herman Holemans, "West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 8. Gemeenten V-Z , Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2005.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: vrijdag 1 december 2017

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens