Deze molen was ongeveer op de grens tussen Tongeren en Blaar gelegen. Hij behoorde aanvankelijk aan het O.L.Vrouwekapittel toe en was vermoedelijk banaal voor de onderhorigen van Riksingen en Henis, want er bestond een directe verbinding met deze dorpen, de Molenstraat ducens de de Siegelsmeer ad novum molendinum, vermeld in 1311.
Voor 1300 had het kapittel deze molen in erfpacht gegeven aan het Begijnhof. Volgens het testament van kanunnik Hendrik Herrot lagen een aantal huizen en tuinen in de nabijheid van de Nieuwermolen die hij aan het kapittel legateerde.
De Nieuwermolen werkte nog in 1469, zoals blijkt uit het stadsprivilege van Lodewijk van Bourbon. Daarna is hij verdwenen en toen Jan Theunissen in 1637 deze molen opnieuw wilde oprichten stuitte hij op verzet van het lakenmakersambacht. De plaatsnaam leefde voort tot in de 18e eeuw.

Henry BAILLIEN

Henry Baillien, "De molens bij de Moerenpoort te Tongeren", Het Oude Land van Loon, XXIII, 1968, p. 169-202.
"Watermolens Zuid-Limburg", Tongeren, Werkgroep Molenzorg Zuid-Limburg, s.d.