Deze stenen koren- en oliewindmolen stond aan de Lichterveldestraat, ter hoogte van de huidige straat Tuinwijk, op een halve kilometer ten oosten van de kerk van Kortemark. Hij werd rond 1800, een periode van groei voor het molenbestand. De stenen bergmolen beheerste vanuit het oosten het uitzicht op Kortemark-dorp.

In 1808 en 1810 richtte molenaar Jean Baptiste Hoet  (+1828) bezwaarschriften in, respectievelijk tegen het optrekken van een tweede molen op het gehucht "Huilaart" en tegen de bouw van de "Bonjourtjesmolen" te Torhout, dicht bij Kortemark.

Eigenaars na 1808:
- 1808, eigenaar: Hoet Jan Baptist, molenaar te Kortemark
- 23.04.1828, erfenis: Hoet Ferdinand, broer Joseph en zus, eigenaars te Kortemark (overlijden van Jan Baptist Hoet, volgens een verklaring op 5 april 1849), met molenaar Clemens Messeyne uit Izegem tot 1847
- 27.06.1873, erfenis: Decock Julia en broer en zus, eigenaars te Kortemark (overlijden van Joseph Hoet)
- 09.12.1890, deling: Decock Julia, rentenierster te Kortemark (notaris Devriendt)
- 12.12.1890, erfenis: Decock Julia, de erfgenamen (overlijden van Julia Decock)
- 14.10.1891, verkoop: Van Isacker Louis (weduwnaar Ampe), molenaar te Kortemark (notaris Titeca). Hij was sinds 1875 burgemeester van Kortemark
- 29.03.1901, erfenis: de kinderen, waaronder Felix Van Isacker (overlijden van Louis Van Isacker)

In 1828 erfden Ferdinand Hoet, zijn broer en zus de molen. Naderhand nam de uit Izegem afkomstige molenaar Clemens Messeyne zijn intrek genomen in de molenaarswoning. Hij overleed echter in 1847, zodat Ferdinand en Joseph Hoet, zonen van Jean-Baptist de zaken weer overnamen. Joseph Hoet overleed in 1873, waarna Julia Decock en broer en zus de molen erfden. Nadat  het gezin van Louis Van Isacker-Ampe er rond 1875 introk, kreeg de molen meteen de naam van de nieuwe eigenaar. Deze Louis werd in 1875 burgemeester van Kortemark. Na de dood van Julia Decock in 1890, kocht molenaar Louis Van Isacker (+1901, weduwnaar Ampe) de molen aan in 1891. Zijn kinderen (waaronder Felix) beheerden de molen nog toen de eerste wereldoorlog uitbrak.

Pas op het einde van de eerste wereldoorlog, in 1918, werd de molen vernield. Er bestaan nog verschillende gedateerde foto's van de (nog onbeschadigde) molen, waar op de achterzijde duidelijk "1918" is geschreven of gestempeld.

De kinderen Van Isacker werden met de andere molenaars, op Sinksenmaandag 1920 op het stadhuis te Gistel uit­genodigd bij Alfred Ronse, commissaris voor de oorlogsschade en wederopbouw. Het onderhoud betrof het herstel van de vemielde of beschadigde windmolens. Maar deze molen werd nooit meer heropgericht.

Van de molensite rest nog een deel van een in 1860 gebouwde schuur (Lichterveldestraat z.nr., achteringelegen bij nr. 59). In 1895 werd de schuur deels omgevormd tot woonhuizen. In 1938 werd de vroegere schuur omgevormd tot een timmermanswerkhuis: rode baksteenbouw onder zadeldak (mechanische pannen), links bewaarde huistraveeën met rolluikkast, rechts ateliervenster (ca. 1938). In 1938 werd vooraan het perceel (aan de straat) een nieuw woonhuis opgetrokken.

Lieven DENEWET, Marcel WERBROUCK & Herman HOLEMANS

Kadasterarchief West-Vlaanderen, Mutatieschetsen, Kortemark, 1860/119, 1895/20, 1938/12.
J. Demarée, T. Denoo, A. Desmytter, W. Messeyne, S. Vanhove, "Couchezmolen, molenmuseum, leidraad", Kortemark, s.d.
Marcel Werbrouck, "Van molens en molenaarsgeslachten: acht eeuwen molengeschiedenis te Kortemark", in: Jaarboek Heemkundige kring "Crekel Beke" Kortemark, 1990, p. 61-126;
Christiaan Debusschere, "Molengemeente Kortemark", Kortemark, MolenMagazine, 2003.
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1980, Deel IV, Gemeenten K-L, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1997.
P. Vanneste, S. Baert & S. Creyf, "Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortemark, Deel I: Deelgemeente Kortemark en Handzame, Deel II: Deelgemeenten Werken en Zarren, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL42", 2010.
Marcel Stevens, Archiefbeelden Kortemark, Brussel, 2000, p. 22 (iconografie).
Marcel Stevens, Kortemark. Een tedere terugblik, Roeselare, 1992, p. 94 (iconografie).
Marcel Stevens, Kortemark. Er was geen mooier dorp dan het onze. Een wandeling door het verleden, Roeselare, 1991, p. 16.
Marcel Werbrouck, Oude en nieuwe straten te Kortemark na de fusies, s.l., 1978, p. 49-50.
Info John Verpaalen, 01.02.2012 en 30.06.2012 (aangaande het verdwijningsjaar)