Molenzorg

Beernem, West-Vlaanderen


Verzameling Ons Molenheem
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Walmolen
Molen Van Haecke

Ligging
Legeweg 11A
8730 Beernem

noordzijde
vroegere Molenstraat
900 m W v.d. kerk
kadasterperceel A428

Geo positie
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
voor 1399 / ca. 1700
Verdwenen
1951, sloop
Allemolens
06534 b (Ten Bruggencatenummer)
Beschrijving / geschiedenis

De Walmolen was een houten korenwindmolen iaan de noordzijde van de Legeweg (nr. 11A), op het kadasterperceel A428, op 900 meter ten westen van de kerk van Beernem.

Hij bestond al in de 14de eeuw. Vanaf de heroprichting rond 1700 tot bij de sloop in 1951 waren er, met sommige onderbrekingen, leden van de molenaarsfamilie Van Haecke werkzaam. Toen molenaar-pachter Augustijn Van Haecke, de molen in 1801 moest verlaten naar aanleiding van een stropershistorie. richtte hij op de Lijsterhoek een eigen staakmolen op (zie verder onder Beernem, Lijstermolen).

We zien de molen aangeduid op de:
- Ferrariskaart (ca. 1775), met het bruin symbool van een staakmolen
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met het algemeen winmolensymbool
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen en met de aanduiding "Molen"

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaaar: Vandenborn Frans, de weduwe, landbouwster te Oedelem
- 1836, rectificatie: Vandenborn Jean, landbouwer te Oedelem
- later, verkoop: Caeckaert-Vandenborn Albert, molenaar te Beernem
- 15.04.1842, verkoop: Caeckaert-Depré Pieter, molenaar te Beernem (onderhandse akte)
- 01.12.1857, verkoop: Van Haecke-De Smet Jan en kinderen, landbouwers te Beernem (notaris Van Parijs)
- 27.03.1893, deling: Van Haecke-Defruyt Jan (hertrouwd), molenaar te Beernem (notaris Van Caillie)
- 07.01.1910, erfenis: en kinderen (overlijden van vrouw Defruyt)
- 07.12.1910, deling: Van Haecke Jan, eigenaar te Beernem (notaris Dhoore)
- 22.04.1916, erfenis: de kinderen (overlijden van Jan Van Haecke, eigenaar te Beernem (notaris Dhoore)
- 06.07.1920, afstand: a) Van Haecke Achiel, handelaar te Beernem, b) Van Haecke Jozef, handelaar te Beernem, c) Van Haecke Alfons Jozef, handelaar te Beenem en d) Van Haecke Elisa Maria, zonder beroep te Beernem (notaris Dhoore)
- 02.05.1924, verkoop: a) Van Haecke Achiel, handelaar te Beernem en b) Van Haecke Augustus Josephus, handelaar te Beernem (notaris D'Hoore)
- 22.09.1941, einde erfpacht: Van Haecke-Devos Hector, landbouwer te Beernem

Hector Van Haecke-Devos liet de Walmolen in 1951 slopen.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bijlagen

Volksverhalen

Van een haas en een koekoek: waarom een nieuwe molen wordt gebouwd (1801)

Aanleiding tot de bouw van de Lijstermolen van Beernem (die nu in Westouter staat) is een pensejagershistorie. Rond 1800 was Augustinus (Augustijn) Van Haecke pachter-molenaar van de eeuwenoude Walmolen in de Molenstraat te Beernem.

Op zekere vroege morgen in het voorjaar zat hij aan de Zoetebeek tegenover een klaverveld gereed om met zijn geweer een haas neer te leggen. Zijn opzet werd gedwarsboomd door de komst van boer Laureys De Cock die op het vreemde klaverveld stiekem een kruiwagen voer kwam pikken. Verveeld door deze ongewenste aanwezigheid begon Augustijn het geroep van een koekoek na te bootsen. De maaier hoorde wel het roepen van de vogel maar zag niemand. Haastig laadde hij zijn kruiwagen vol en reed, schuchter en rondkijkend, weg.

De volgende zondagmorgen kwamen de boeren na de mis zoals gewoonlijk samen in de herberg Het Schaeck (later De Zwaan bij mevr. De Muynck) tegenover de Sint-Amandskerk. Bij pot en pint werd gesproken over het weer, de vruchten, het werk op het land, de gebeurtenissen van de voorbije week. Op zeker ogenblik spotte boer De Cock in het bijzijn van Augustijn Van Haecke en andere boeren, met de molenaars: “Die komen nooit in de hemel, want het zijn allemaal dieven”. Geprikkeld wedervoer Augustinus: “Best mogelijk, maar ik heb nog nooit gehoord dat zij van hun dieverij werden verjaagd door het geroep van een koekoek”. Boer De Cock verbleekte bij deze onmiskenbare zinspeling. In zijn boerenhart zwoer hij Augustijn deze steek onder water betaald te zetten.

De gelegenheid deed zich weldra voor. De Walmolen werd publiek verkocht. Augustijn had zijn zinnen op die molen gezet, hij verdiende er zijn brood. Telkens hij een bod deed, bood boer De Cock tegen hem op. Tenslotte steeg de koopsom zo hoog, dat Augustijn bij zichzelf dacht: “Voor zulk een prijs kan ik liever een nieuwe molen bouwen”. Boer De Cock had de molen. Voor Augustijn was het een nederlaag, maar ze was een overwinning waard.

Een weinig later kocht Augustijn Van Haecke een stuk land op de Lijsterhoek, aan de grens van het Beverhoutsveld. De mensen zeiden: “Wat peinst die man toch… een molen en een huis bouwen op zo een moerassige grond … zijn kinderen zullen er wegkwijnen van de moeraskoortsen”…

In 1801 begon Augustijn met de bouw van de nieuwe molen. De molenbouwers waren Jan Hoste van Moerkerke, Adam van Kruishoutem en Caem van Deinze. Ze werkten er vier jaar lang aan volgens de oude werkwijze en met de taaiste houtsoorten. De standaard in het midden van de molen was twee meter dik.

Bezoek van Bakelandt (rond 1801)

 Op zekere dag kwam een net geklede heer voorbij de molen in opbouw. Aan het einde van het gesprek met de molenaar, zei de bezoeker: “Weet ge met wie ge gesproken hebt? Ik ben Baekelandt”. Geschiedenis of waarschijnlijker legende? In 1803 zouden de werken aan de molen een dag zijn stilgelegd om de terechtstelling van Baekelandt en zijn bende in Brugge bij te wonen.

---------

Baekeland hee nog op Beernem geweest op Jan van Haeckenze molen. Da was overdag nen here en hij klaptige tegen de mensen en ging gaan luisteren onze geen geld han. En ot schietinge was Baeckeland was nen chiquen here en luisterdige alleman af onze geen cenzen in under kasse en han. En tons ’t senachts gingt hij uit en roofdige ’t hier al.

(Bovenstaand stuk in het AN)

Bakelandt is nog in Beernem geweest, op de molen van Jan Van Haecke. Overdag was hij een (deftige) heer, hij sprak tegen de mensen en ging luisteren of ze geen geld hadden. En op schietwedstrijden was Bakelandt een keurige heer en  hij luisterde iedereen af (om te vernemen) of ze geen centen in kas hadden. En dan trok hij er ’s nachts op uit en roofde hier alles.

Zegspersonen: 1) Octaaf Vanhaecke (°Beernem 1919 - †Brugge 2002),. Hij was de laatste molenaar op de Lijstermolen te Beernem en de achterkleinzoon van Augustinus (Augustijn) Van Haecke uit het verhaal; 2) Emile Van Vynckt, °Beernem 1886. Hij was landbouwer te Beernem in de Sint-Jorisstraat 83.

Bronnen: 1) J. Vlamynck, De Lijstermolen van Beernem, Heemkundige Kring Bos en Beverveld. Jaarboek XVI, 1983, p. 7-9; 2) O. Mattheeuws, Sagenonderzoek op de grens tussen Oost-, West- en Zeeuws-Vlaanderen, Leuven, 1963 (onuitgegeven licentiaatsverhandeling) , p. 262.

Sagenmotieven: 1) historische sage - plaatsen; 2) benden - Bakelandt.

Molengegevens: De Walmolen en de Lijstermolen waren staakmolens om graan te malen. De Walmolen stond in de Molenstraat, bestond al in 1399 en werd in 1951 gesloopt. De Lijstermolen stond in de Lijsterhoek nr. 10, werd gebouwd in 1801-’05, afgebroken in 1957 en overgebracht naar Westouter, waar hij nu nog staat (thans in restauratie).

 * Bij de inhuldiging van de Lijstermolen te Westouter op 21 juli 1961 werd een koperen haas als windwijzer op de kap geplaatst: een zichtbare verwijzing naar de eerste sage.

Over de bende van Bakelandt, waarvan 24 leden in 1803 te Brugge werden terechtgesteld, leze men vooral: S. Top, De bende van Bakelandt in de geschiedenis, de literatuur, het volkslied en het volksverhaal, Kortemark-Handzame, 1983, 307 p. In dit gedetailleerd werk wordt geen melding gemaakt van het “bezoek” van Bakelandt aan de Lijstermolen te Beernem.

Literatuur

Archieven en landkaarten
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)

Werken
- Joris Vlamynck, "De Walmolen te Beernem". Bos en Beverveld, Jaarboek, XVII, 1984, p. 63-70
- Joris Vlamynck, "De Lijstermolen van Beernem", Bos en Beverveld. Jaarboek, XVI, 1983, p. 7-21.
- Lieven Denewet, "Honderd bespookte molens in Vlaanderen. Een verzameling molensagen van de kuststreek tot het Maasland", Molenecho's, XX, 1992, 3-4, p. 192-193, 225-226.
- John Verpaalen, "Molens van de frontstreek, Veurne, De Klaproos, 1995, p. 141-145;
- Jozef Maes, "Verdwenen molens in het Heuvelland (deel 3)", in: Levende Molens, I, 1978, nr. 8;
- "De Lijstermolen", in: Op de Hoogte, mei-juni-juli 1988;
- Lieven Denewet, "Pleidooi voor de bescherming van de Lijstermolen van Westouter", in: Mededelingenblad Werkgroep West-Vlaamse Molens, XVIII, 2002, nr. 1, p. 1, 5-17;
- "De Lijstermolen of Hazemolen te Westouter", in: Curiosa, februari 1996, p. 21-22.
- Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1993.
- C. Devyt, "De Westvlaamse windmolens in 1951", Biekorf, 1951.
F. Muylaert e.a., "Het Beernem, Oedelem en Sint-Joris van toen", Brugge, M. Van de Wiele, 1982, p. 41.

Overige foto's

<p>Walmolen<br>Molen Van Haecke</p>

Foto: I.J. de Kramer, Leidschendam - copyright Stichting Molendocumentatie, Amsterdam / Prentkaart Studiekring Ons Molenheem

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: woensdag 6 maart 2024

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens