Deze Stenen Molen of Molen Hendrickx was een stenen korenwindmolen, type bergmolen, aan de zuidzijde van de Molenberg nr. 17 (= ook de huidige straatnaam, de vroegere Hoogstraat), nabij de hoek met de Molenstraat.

Hij werd in 1846 gebouwd. De Bestendige Deputatie van de provinie Antwerpen gaf op 20 juli 1844 zijn toelating. Een sluitsteen in het molenhuis droeg de letters "H.B. (Van Hoogten-Breugelmans, de oprichters) en het jaartal 1846. Deze molen kwam in de plaats van een standaardmolen die elders in het dorp stond (zie: Beerse, Molen van Beerse, Molen Van Hoogten)

Opeenvolgende eigenaars:
- 25.07.1846, verkoop: (van de grond) door Bastijns-Mostermans Henri, steenbakker te Beerse ('notaris Dierckx)
- 1846, opbouw: Verellen-Van Berckhoven Cornelis, molenaar te Beerse ("nouvelle construction d'un moulin à vent sur terrain vierge")
- na 1846, erfenis: de erfganamen (overlijden van beide echtgenoten)
- 07.08.1852, verkoop: Van Bladel Guillaume, handelaar te Turnhout (handelend voor volgende personen: a) (voor 1/2) Bruegelmans Marie Theresia, weduwe in eerste huwelijk van Van Hoogten Joseph, en huidige echtgenote van Koyen Charles, molenaar te  Beerse, b) (voor 1/2) de minderjarige kinderen uit haar eerste huwelijk (Van Hoogten Jean, te Beerse en Van Hoogten François, te Beerse), c) Van Hoogten Charles Henri, te Beerse, Van Hoogten Jeanne Françoise, te Beerse en Van Hoogten Marie Caroline, te Beerse (notaris Dierckx)
- 1869, de goederen van Maria Theresia Breugelmans worden gebracht op naam van Koyen-Breugelmans Charles, molenaar te Beerse
- 30.07.1885, deling: Stevens-Koyen Charles, molenaar te Beerse (notaris Boone)
- 24.06.1889, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Charles Stevens)
- later, erfenis: de kinderen (overlijden van de weduwe Koyen van Charles Stevens)
- 12.11.1911, verkoop: Hendrickx-Broeckx Cornelis, winkelier te Antwerpen en later molenaar te Beerse (notaris Boone - "een steenen graanwindmolen")
- 04.07.1928, verkoop: Hendrickx Victor Carolus, molenaar te Beerse (notaris B oone)
- 03.06.1946, verkoop: pvba D. Druyts en J. Lanslots, te Merksplas (notaris Dierckx - graanwindmolen)

De molen onderging in 1932 en 1937 verbouwingen.
Interessant is dat de molenroeden toen voorzien werd van een uniek stroomlijnprofiel (dat o.m. zijn inspiratie had gevonden bij de systemen Dekker en Bilau) op de binnenroede en dat de staart vervangen werd door een windroos. We hebben wel onze twijfels bij de efficiëntie van de werking van deze windroos.

De kap en roeden werden in 1950 afgenomen.

In 1992 volgde de sloop van de overgebleven romp.

Op de molenkist stond het volgend rijm te lezen, dat ook op andere molnes te vinden was/
IK MAAL MET VLIJT EN NAARSTIGHEID
TOT DIENST VAN ALLE MENSCHEN
MAR HET DOET MIJ LEED EN SPIJT
DAT IK HET NIET KAN NAAR IEDER ZIJNE WENSCHEN

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

J. Geerts, "Beerse in oude prentkaarten", Zaltbommel, 1971
K. Van Nyen, "De molens van Beerse", in: Tijdschrift voor Geschiedenis en Folklore, I, 1938, p. 167-183.
"Te Beerse molen vermeld in 1555", in: Molenecho's, II, 1974, p. 70.
Herman Holemans & P.J. Lemmens, "Molens der Noorder- en Oosterkempen", Nieuwkerken, 1980, p. 24-26.
John Verpaalen, "Molen van Beerse had uniek wieksysteem", in: Vlaamse Molens, herfst 2008.
Hugo Lambrechts, "Wis Weps, Hortense Mostmans. Molenaars op de molen van Beerse (17de – 18de eeuw)", Jaarboek 1996 Heemkundige Kring De Vlierbes - Beerse.
J. Oostvogels & F. Bosch, "Geschiedenis van Verheyens molen", Jaarboek 1980 Heemkundige Kring De Vlierbes - Beerse.
Verbiest F., "Verpachting van de molen te Beerse 1555", Jaarboek 1981 Heemkundige Kring De Vlierbes - Beerse.
Jozef Wijns, "Brieven uit mijn bakhuis. Tiende brief: Janne Den Molenmaker", p. 128.
Mailbericht Jan Backx, Rijkevorsel, 27.09.2014.