Molenzorg

Izegem, West-Vlaanderen


Prentkaart (coll. D. Vandenbulcke, Staden)
Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Bosmolen I
Beursmolen

Ligging
Meensesteenweg 200
8870 Izegem

noordzijde
hoek met Leenstraat
Bosmolens (wijk)
2,2 km ZW v.h. centrum
kadasterperceel D1316


toon op kaart
Type
Staakmolen met open voet
Functie
Korenmolen
Gebouwd
voor 1392
Verdwenen
1918 - 17, 18 oktober, oorlog
Beschrijving / geschiedenis

De Bosmolen was een houten korenwindmolen op de noordzijde van de Meensesteenweg (nr. 200), op de hoek met de Leenstraat, op de wijk Bosmolens op 2,2 kilometer ten zuidwesten van het centrum van Izegem. Er bestonden in de eerste helft van de 17de eeuw en rond 1840 (Poppkaart) zelfs drie "Bosmolens", waarvan er slechts één na 1900 nog overbleef.

De oudste  Bosmolen dateerde van 1382 toen de eigenaar van het "Goed te Beurs" de toestemming kreeg een molen op te richten op de hoek van de huidige Meensesteenweg en de Leenstraat. Dit was de "Beursmeulene". In de loop der eeuwen vervormde die naam in Buzze , Bus (1553) en Bosch (1746). De molen gaf zijn naam aan de hele wijk. Het landboek van Lust (1653) spreekt van "eenen meulenwal daer een windt meulene ende een rousmeullene (rosmolen) up staet ghenaemt de buschmeullen".

Op 23 juni 1843 werd notaris Ivo Wautier naar het Gesticht der zusteers van Maria, geroepen. Hij was vergezeld van de Izegemnaren bakker Eugenius Sabbe en slotenmaker Eduard Verhelle.
Zuster Maria Theresia Holvoet, geboren in Kuurne en onderwijzeres in de armenschool van het klooster, had besloten om een belangrijke schenking te doen ten voordele van dit klooster. Ze overhandigde een rente op een kapitaal van 2721.09 frank. Die rente was gehypothekeerd ten laste van Franciscus Ghijselen, zoon van de overleden Jacobus en molenaar uit Izegem en bezet op eenen koornwindmolen genaemd den boschmolen met woonhuijs en ontrent zes en twintig aren zeven en vijftig centiaren medegaende erf op Iseghem.
De rente was oorspronkelijk bedoeld voor haar zuster Marie Anne Holvoet, maar na haar overlijden (Izegem, 15 augustus 1842, als zuster van Liefde) kwam die erfenis Maria Theresia toe.
Er werd nog een andere ‘rente’ geschonken aan het klooster: een rente van duijst acht en tachentig francs drij en veertig centimen capitael, eveneens aan 5 %, gehypothekeerd ten laste van de weduwe en kinderen Carolus Vande Casteele, landslieden uit Izegem, aan Marie Anne Holvoet en bezet op een partij zaailand in Izegem, groot ontrent tachtentig aren. Ook dit had ze via de erfenis bekomen.
Hoe moesten die renten besteed worden?
Daarin was zij duidelijk:
Een derde deel in brooddeeling aen de arme kinders die de school van het gesticht der zusters van Maria te Iseghem bijwoonen.
Een derde in kleederen of lijnwaed voor die zelve kinderen en een derde deel gelezen missen voor haer, haere overledene familie en voor de overleden zusters van voorzeijd gesticht. Deze missen zijn aen tien francs ider als zij gedaen zijn in de kapelle van tgesticht en maer aen eenen franc en half als zij zouden elders gedaen zijn.
Verder bepaalde de schenkster dat Moeder overste en de bestuurder het geld op een andere manier mochten besteden, wanneer zij waerlijk in nood zouden zijn en andersints geene genoegzaeme middels van bestaen hebben.
Bij opheffing van het klooster mochten de voorzitter van het armbestuur en den roomsch-catholijken Pastor van Iseghem beslissen wat er met het geld gebeurde. Het mocht echter niet geschonken worden aan de erfgenamen van de laatste (langstlevende) zuster. Het zou het beste zijn, aldus de schenkster, dat tweederde voor brood, kleederen of lijnwaed voor de armen van Iseghem en een derde deel in gelezene missen voor de geefster, haar overleden familie en zusters voornoemd besteed zou worden.
Toeval of niet, maar beide stukken grond, zijn plaatsen (of toch in de buurt) waarop deze kloosterorde telkens een school (resp. Sint-Tilloschool en de school H. Familie) hebben opgericht.

Eigenaars na 1830:
- voor 1830, eigenaar: Ghyselen-Deleu Frans, molenaar te Izegem
- 13.07.1850, deling: Deleu David, olieslager te Rollegem-Kapelle (notaris Wautier)
- later: en consoortenn
- 25.02.1860, verkoop: de kinderen (notaris Wautier)
- 08.02.1888, verkoop: Callens-Ghyselen Bruno Leo Frederik, molenaarsknecht te Izegem (notaris Pycke)
- 12.04.1910, erfenis: Deleu Louisa, dienstmeid te Izegem (overljiden van Bruno Callens)
- 19.10.1918, erfenis: Deleu Odiel Octave, bakker te Kortrijk (overlijden van Louisa Deleu)

De molen werd op 17-18 oktober 1918 door de binnenvallende geallieerde troepen beschoten zodat hij omwiel en versplinterde.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bijlagen

Foto's van de Bosmolen
- In het boek "Izegem 14-18, deel II” is een Duitse oorlogsfoto afgedrukt met een staakmolen die als de Bosmolen werd geïdentificeerd.
- Verzamelaar Willy Verschaeve uit Lauwe bezit een op fotopapier afgedrukte kleine opname van een draaiende houten staakmolen op de achtergrond, op de voorgrond een bataljon marcherende Duitse soldaten.  Op de achterzijde staat in potlood (Iseghem-Boschmolen).

"Belangrijke schenking aan de Zusters van Maria in 1843", Ten Mandere digitaal. Nieuwsbrief nr. 32 (29.04.2017).
Op 23 juni 1843 werd notaris Ivo Wautier naar het Gesticht der zusteers van Maria, geroepen. Hij was vergezeld van de Izegemnaren bakker Eugenius Sabbe en slotenmaker Eduard Verhelle.
Zuster Maria Theresia Holvoet, geboren in Kuurne en onderwijzeres in de armenschool van het klooster, had besloten om een belangrijke schenking te doen ten voordele van dit klooster. Ze overhandigde een rente op een kapitaal van 2721.09 fr. Die rente was gehypothekeerd ten laste van Franciscus Ghijselen, zoon van de overleden Jacobus en molenaar uit Izegem en bezet op eenen koornwindmolen genaemd den boschmolen met woonhuijs en ontrent zes en twintig aren zeven en vijftig centiaren medegaende erf op Iseghem.
De rente was oorspronkelijk bedoeld voor haar zuster Marie Anne Holvoet, maar na haar overlijden (Izegem, 15 augustus 1842, als zuster van Liefde) kwam die erfenis Maria Theresia toe.
Er werd nog een andere ‘rente’ geschonken aan het klooster: een rente van duijst acht en tachentig francs drij en veertig centimen capitael, eveneens aan 5 %, gehypothekeerd ten laste van de weduwe en kinderen Carolus Vande Casteele, landslieden uit Izegem, aan Marie Anne Holvoet en bezet op een partij zaailand in Izegem, groot ontrent tachtentig aren. Ook dit had ze via de erfenis bekomen.
Hoe moesten die renten besteed worden?
Daarin was zij duidelijk:
Een derde deel in brooddeeling aen de arme kinders die de school van het gesticht der zusters van Maria te Iseghem bijwoonen.
Een derde in kleederen of lijnwaed voor die zelve kinderen en een derde deel gelezen missen voor haer, haere overledene familie en voor de overleden zusters van voorzeijd gesticht. Deze missen zijn aen tien francs ider als zij gedaen zijn in de kapelle van tgesticht en maer aen eenen franc en half als zij zouden elders gedaen zijn.
Verder bepaalde de schenkster dat Moeder overste en de bestuurder het geld op een andere manier mochten besteden, wanneer zij waerlijk in nood zouden zijn en andersints geene genoegzaeme middels van bestaen hebben.
Bij opheffing van het klooster mochten de voorzitter van het armbestuur en den roomsch-catholijken Pastor van Iseghem beslissen wat er met het geld gebeurde. Het mocht echter niet geschonken worden aan de erfgenamen van de laatste (langstlevende) zuster. Het zou het beste zijn, aldus de schenkster, dat tweederde voor brood, kleederen of lijnwaed voor de armen van Iseghem en een derde deel in gelezene missen voor de geefster, haar overleden familie en zusters voornoemd besteed zou worden.
Toeval of niet, maar beide stukken grond, zijn plaatsen (of toch in de buurt) waarop deze kloosterorde telkens een school (resp. Sint-Tilloschool en de school H. Familie) hebben opgericht.

Literatuur

P. De Clercq, "De oude windmolens te Izegem", in: De Mandelbode, 21 en 28 februari 1953; 7, 21 en 28 maart 1953 en 4, 11 en 18 april 1953;
Pieter De Clercq, "De oude molens van Izegem", in: Ten Mandere, I, 1960, nr. 1, p. 22-36 en nr. 2, p. 9-21;
Rafaël Verholle, "Verkoping van de prinselijke goederen in 1828", Ten Mandere, VI, 1965, 2/3, p. 26.
A. Vandromme, "Izegem, vroeger en nu", Izegem, 1971;
H. Holemans, "Windmolens te Izegem", in: Ons Molenheem, Kinrooi, 1991, nr.. 4, p. 3-11, ill.
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel III. Gemeenten H-J", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1995.
J. Vandromme, Bijdrage tot de Toponomie van Izegem, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, KU Leuven, 1975, 2 delen.
Lieven Denewet & Luc Goeminne, "Molenmakers in Vlaanderen. Het werkboek van Coussée uit Meulebeke (1881-1911)", Molenecho's. Vlaams tijdschrift voor molinologie, XXII, 1994, nr. 3-4 (speciaal themanummer 7), p. 108-331. Voor Izegem p. 230-232 en de Kotjesmolen op de voorkaft, voor Emelgem p. 212-217.
"Izegem 14-18", deel II (met Duitse oorlogsfoto)
Hendrik Priem, De twee molens van het Kotje, in Ten Mandere, jg. 2017, nr. 2.
"Belangrijke schenking aan de Zusters van Maria in 1843", in: Ten Mandere-digitaal. Nieuwsbrief nr. 32 (29.04.2017).
Charlotte Degezelle, "Alle dagen oorlog. '14-'18 in hartje West-Vlaanderen", Rumbeke, 2014, p. 62. 

Mailberichten
Pierre Mattelaer, 05.07.2011
Herman Vanhoutte, 17.08.2011

Overige foto's

<p>Bosmolen I<br>Beursmolen</p>

Duitse oorlogsfoto (coll. Eddy Lambrecht)

<p>Bosmolen I<br>Beursmolen</p>

Prentkaart van schilderij. Verzameling Ons Molenheem

<p>Bosmolen I<br>Beursmolen</p>

Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zondag 30 april 2017

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens