Molenzorg

Boom, Antwerpen


Verzameling Ons Molenheem
Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Watermolen Meeus
Molens Rypens
Molens Rijpens

Ligging
Bassinstraat
2850 Boom

hoek met Pachtersrei
kadasterperceel B641 (graanmolen)
B642 (zaagmolen)


toon op kaart
Type
Getijwatermolen
Functie
Korenmolen, zaagmolen
Gebouwd
tussen 1819 en 1828
Verdwenen
1856 en 1868, vervanging door stoommolens
Beschrijving / geschiedenis

De getijdewatermolen Meeus lag aan het bassin Vermeulen in de hoek van de Bassinstraat en de Pachterslei. Het bestond uit een korenmolen (op het kadasterperceel B641), opgetrokken tussen 1819 en 1828, en een zaagmolen (op het perceel B642), gebouwd in 1828. Oprichter was Charles Meeus-Borrewater, zonder beroep te Brussel. 

Kadastrale beschrijving van kort voor 1831:
" eiken houtzaag en graanwatermolen. Groote sterke en nieuwgebouwde zaag- en graanwatermolen, hebbende drie zware en groote ramen bestemd tot het zagen van werkhout welke gelijtijdig werken. Vier paar steenen om graan te malen waarvan twee paar ter zelvertijd met de zaagmolen gebezigt kunnen worden. Er is maar een omgang om alles in werking te brengen en een achterliggende kom, welke bij iedere vloed van de Rupel genoegzaam water ontfangt om gedurende den vollen tijd dat er langs die rivierval is te werken welke men omtrent de drieën half uur tusschen ieder tij berekent".

Na  het overlijden van Charles Meeus op 28 september 1835 erfde zijn weduwe Borrewater de watermolen. Ze verkocht de molen op 15 juli 1843, bij onderhandse akte, aan Jan Antoon Vermeulen-Van Langhenhoven, notaris te Boom.

De zaagwatermolen werd in 1856 opgeheven en werd in het kadaster omschreven als een magazijn, terwijl de graanmolen stopte in 1868 en in het kadaster als een gebouw zonder bestemming werd aangegeven. Een stoommaalderij kwam in de plaats. over.

In 1857 begonnen de gebroeders Louis en Camille Rijpens met de bouw van een maïs- en oliemolen in de Bassinstraat op de plaats waar nu de nieuwe gebouwen staan van het Onze-Lieve-Vrouw-Presentatie Instituut. Deze molens waren niet meer aangedreven door waterkracht, maar door stoom. Tegenover deze molen(s) werd in 1881 de eerste bloemmolen gebouwd. Tussen de Bassinstraat en de Rupel kwamen de nieuwe gebouwen te liggen. In 1888 bezat de molen Reypens een door stoommachine aangedreven dynamo, waarschijnlijk enkel benut om te verlichten, want een in 1897 opgestelde graanmolen werd door een stoommachine aangedreven.

In 1901 werden de molens eigendom van Camille Rijpens; ook de naam “Rijpens Frère” veranderde toen in “Anciens Moulins Rijpens”. In 1908 verwoestte een enorme brand de olie- en maïsmolen. Vier jaar later in 1912 waren ze volledig herbouwd. Maar op 8 oktober 1912 sloeg het noodlot nog eens toe in de vorm van een grote brand die heel de bloemmolen vernielde. Onmiddellijk werd de bouw van de nieuwe bloemmolen aangevat en nog voor de eerste wereldoorlog was de nieuwe bloemmolen in werking.

In 1922 werd de naam “Anciens Moulins Rijpens” veranderd in “N.V. Molens Rijpens”. Door de fusie met en overname van de “Molens van Ruisbroek” (Brabant) in 1979 werkten de molens van Boom niet langer. De activiteiten werden immers helemaal naar Ruisbroek verlegd.

Johan VERMANT, Herman HOLEMANS

Bijlagen

"Groote brand te Boom. Eene olieslagerij vernield", in: Belgische Molenaar, nr. 28 (1908).
Te laat om in ons vorig nummer op te nemen ontvingen wij voorlaatsten vrijdag het bericht, dat de groote olieslagerij van M. Reypens maalder en olieslager te Boom, door eenen geweldigen brand werd vernield.
M. Reypens heeft aan den eenen kant der straat, op den oever van den Rupel, de maalderij en aan den anderen kant de olieslagerij staan; deze laatste, een groot gebouw van verscheidene verdiepen, dat over 11 jaar ook is afgebrand, was dus nog betrekkelijk nieuw.
Zodra het alarm was gegeven, snelden de pompiers deer gemeente toe met twee spuiten, die van Noeveren met eene en die van Willebroeck met twee, waarbij zich dan nog eene spuit van het nijverheidsgesticht zelf aansloot, zoodat er in ’t geheel zes spuiten werkzaam waren.
Men kon niets meer doen dan de omliggende gebouwen vrijwaren. Dit belet niet dat de geburen reeds met hunnen huisraad de vlucht namen.
Onder de bedreigde gebouwen waren ook de stallen, waarin een 20 tal paarden stonden. Ook deze zijn gespaard. Maar de eigenlijke fabriek is geheel uitgebrand. Dak, platfonds, binnenmuren, ramen en deuren, alles is verdwenen, alleen de buitenmuren staan nog recht. De schade, die door de verzekering is gedekt, is zeer groot. Zij zal zeker 100.000 fr. bedragen. Behalve de brandschade is ook veel schade aangericht aan de serren, door het instorten van stukken muur, balken en ander puin. De ramp heeft eene groote ontroering bij de bevolking te weeg gebracht.

Gedicht over de brand van De Bloemmolens in 1908 door Armand Bral (ter beschikking gesteld door Edward De Clerck.Bloemmolens

In achttienhonderd een en tachtig
Rezen gebouwen torenhoog
Aan de Bassinstraat, sterk verheven,
Zij boden daar een groot betoog.

Het werd genaamd de “Molens Rijpens”
Waar er veel graan werd heengebracht
Om fijne bloem daaarvan te malen,
Waarnaar ons bakkers werd betracht.

Daar werkten vele stoere gasten,
Waar ieders taak te wachten stond,
Om er een opdracht uit te voeren,
Van aan de top tot op de grond.

Daarachter lag nog onze Veerdam
Waar boten vaarden op en af,
Veel werd gelost en ook geladen,
Grote vrachten die men er gaf.

Zware paarden trokken de wagens
Met zakken bloem, opeen getast,
Om langs de straten wag te leiden,
Waar men dan zag die forse last.

Platwagens zijn nadien verdwenen,
Voor ’t nieuwe camionvervoer,
Om al die zakken te bestellen
Kreeg ieder weer zijn vaste toer.

De tolbrug lag er in d’omgeving,
Door tal van mensen steeds bezet,
Waar ook de wagens over reden,
En er goed diende opgelet.

Die molens zijn nu stilgevallen,
Het vele werk bestaat niet meer,
Ook dit bedrijf is nu verdwenen,
In die gebouwen van weleer.

Zij staan er kaal en gans verlaten,
Nog met hun naam en ’t jaargetal,
Zo gans ontdaan van alle streling,
Zij bieden thans een groot verval.

Armand Bal

Literatuur

Gemeentearchief Boom
Popp. Kadasterkaart
Herman Holemans, Wind- en watermolens in de provincie Antwerpen. Nieuwkerken, Studiekring Ons Molenheem, 1978.
H. Holemans & P.J. Lemmens, Molens van Klein-Brabant, Mechelen en de Rupelstreek. Nieuwkerken, Ten Bos / Studiekring Ons Molenheem, 1987
B. Lamot, Hoe Boom groeide. Antwerpen, 1957.
P.J. Lemmens, Heemkundige handboekjes. Molens Arrondissement Antwerpen. VIII,2.
E. Steenackers, Boom in het verleden. Lier, 1907.
J. Struye
M. Verelst, De verdwenen watermolen op de Steilse Kil, Molenecho's, VI, 1978.
A. Vinck, Zo was … Boom. Zaltbommel, 1973.
Marcel Verboven, Marcel Vereycken, Johan Vermant, Sprokkelen rond windmolens, Boom, Geschiedkundige studiegroep Ten Boome.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zondag 3 augustus 2014

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens