De Markhovemolen was een houten korenwindmolen in het gehucht Markhove, aan de westzijde van de Ichtegemstraat op de hoek met de Markhovestraat, op 2 kilometer ten noordwesten van de kerk van Kortemark.

Hij wordt voor het eerst vermeld in de ommeloper van 1680 : “aende straete van Cortemarcq loopende naer Marchove meullen”. Hij komt nog niet voor op de kaart van Pieter Pourbus uit 1562. De molen was vermoedelijk de banmolen van de heerlijkheid Markhove.

In de Ommeloper van Markhove van 1785 is er sprake van "de straete loopende vande vischvijver naer Marckhove-meulen".
De molenaar van de Markhovemolen protesteerde in 1810 tegen de oprichting van de "Bonjourtjesmolen" te Torhout, op de grens met Kortemark.
In het "rekwest" van 1818, op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) en de Poppkaart (ca. 1850) is de molen aangeduid of vermeld.

De staakmolen werd in 1841 vervangen door een nieuw exemplaar.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Bossuyt Stephane, de kinderen, te Kortemark
- 1836, erfenis: Pottier Louis, molenaar te Kortemark, afkomstig uit Zerkegem
- 20.09.1847, verkoop: Dewachter Henricus, zonder beroep te Torhout (notaris Van Sieleghem)
- 18.09.1860, verkoop: Bolle-Rosseel Felix, zonder beroep te Kortemark (notaris Dieryckx)
- 22.04.1890, erfenis: de weduwe Sophia Rosseel en erfgenamen (overlijden van Felix Bolle), met molenaar Hector Vanhevel, afkomstig van de Schuddebeurzemolen op de grens Bovekerke-Werken.
- 05.08.1908, afstand: a) Van Overschelde-De Bolle August (voor naakte eigendom), landbouwer te Kortemark en b) Bolle Theresia (voor vruchtgebruik), zonder beroep te Torhout (notaris Tommelein)
- 19.02.1910: a) Van Overschelde-De Bolle August en de kinderen (voor naakte eigendom), landbouwer te Kortemark en b) Bolle Theresia (voor vruchtgebruik), zonder beroep te Torhout (overlijden van vrouw Bolle)
- 06.01.1912, gift: Van Overschelde-De Bolle August en kinderen 

Rond 1840 was Louis Pottier, afkomstig uit Zerkegem, er molenaar. Volgens de kadastrale legger van Popp uit 1846 was het een korenwindmolen van 2de categorie met een aanslagvoet van 228 frank. Louis Pottier verliet de molen en Kortemark in 1850 en verhuisde met zijn gezin naar Bekegem.

In 1860 werd Felix Bolle uit Torhout er molenaar na zijn huwelijk met de Kortemarkse Sophia Rosseel.

Na de dood van Felix in 1890 werd zijn molenaarsknecht Hector Vanhevel er molenaar. Hij was afkomstig van de Schuddebeurzemolen op de grens Bovekerke-Werken. Hij kon echter nooit eigenaar worden van de molen.

De molen werd tijdens de eerste wereldoorlog vernield, waarschijnlijk tijdens het eindoffensief in oktober 1918. De molen werd nooit meer heropgebouwd, maar op de plaats van de windmolen werd in 1935 een maalderij opgericht door Achiel Vanoverschelde, de vroegere eigenaar van de windmolen. Dit bedrijf werd in 1962 stilgezet.

Lieven DENEWET, Marcel WERBROUCK & Herman HOLEMANS

J. Demarée, T. Denoo, A. Desmytter, W. Messeyne, S. Vanhove, Couchezmolen, molenmuseum, leidraad, Kortemark, s.d.
Marcel Werbrouck, Van molens en molenaarsgeslachten: acht eeuwen molengeschiedenis te Kortemark, in: Jaarboek Heemkundige kring "Crekel Beke" Kortemark, 1990, p. 61-126;
Christiaan Debusschere, Molengemeente Kortemark, Kortemark, MolenMagazine, 2003.
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1980, Deel IV, Gemeenten K-L, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1997.
P. Vanneste, S. Baert & S. Creyf, Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortemark, Deel I: Deelgemeente Kortemark en Handzame, Deel II: Deelgemeenten Werken en Zarren, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL42, 2010.
Marcel Stevens, Archiefbeelden Kortemark, Brussel, 2000.
Marcel Stevens, Kortemark. Een tedere terugblik, Roeselare, 1992, p. 94 (iconografie).
Marcel Stevens, Kortemark. Er was geen mooier dorp dan het onze. Een wandeling door het verleden, Roeselare, 1991.
O. Vogels, Kortemark op Krekebeke. Dorp en streke door de eeuwen heen, Zedelgem, 1990, s.p. Marcel Werbrouck, Oude en nieuwe straten te Kortemark na de fusies, s.l., 1978.