Molenzorg

Esen (Diksmuide), West-Vlaanderen


Foto 1914 (coll. L. Denewet, Hooglede)
Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Roggeveldmolen
Maesenaeres molen

Ligging
Roeselarestraat 126
8600 Esen (Diksmuide)

hoek met Steenstraat en Oude Roeselarestraat
Roggeveld
kadasterperceel D806


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
voor 1639 / 1657
Verdwenen
1639, verplaatst naar Diksmuide / 1914 - 20 oktober, oorlog
Beschrijving / geschiedenis

De Roggeveldmolen was een graan- op oliewindmolen op een hoge wal, type driezolder-staakmolen, in het gehucht Roggeveld, en behoorde bij de boerderij aan de zuidzijde van de Roeselarestraat (nr. 126), op de kruising met de Steenstraat en de Oude Roeselarestraat. De molen zelf stond op de zuidzijde van de Oude Roeselarestraat, tegenover het huisnummer 128. Hij stond op 2,9 km km ten zuidoosten van het dorp.

De molen werd ook wel "Maesenaeres molen" genoemd naar de familie die sinds 9 oktober 1763 de molen in erfpacht had.

Jan Ghyselen, zoon van Pieter, bezat in de jaren 1630 een graanwindmolen op het "roggevelt". Hij kreeg op 12 september 1639 de toestemming  van de Rekenkamer van Rijsel om deze molen te verplaatsen naar Diksmuide op de "rempards" achter het begijnhof, uit vrees van "brand ofte ruine" van de vijand.
Jan Ghyselen bekwam in 1657 eveneens de toestemming van de Rekenkamer van Rijsel om op het Roggeveld een nieuwe windmolen te bouwen.

De molen staat aangeduid op de zgn. Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen en op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) als "Roggeveldmolen". Vreemd genoeg komt hij niet voor op de, nochtans - ook wat molens betreft - nauwkeurige topografische kaart van Vandermaelen (1850). Dit zou kunnen wijzen op een tijdelijke verdwijning rond 1850.

Op 4 maart 1779 diende Philippe Cys een aanvraag in bij de Finaciële Raad in Brussel om in Esen een korenwindmolen te mogen oprichten. Dat leidde tot verzet van andere molenaars: Joseph Joye, meester-molenaar in Esen, Pieter Wullepit uit Esen en Carel Wullepit uit Woumen. Er volgde geen octrooi.
Judocus (Josse) Van Biervliet, zoon van Jan, molenaar te Werken, deed op 10 mei 1786 en op 19 november 1787 een aanvraag voor de oprichting van een graan- en oliewindmolen te Esen.
Jan D'Hondt deed eveneens op 10 mei 1786 een aanvraag voor de oprichting van een graan- en oliewindmolen te Esen, maar op een andere plaats. Tegen hun aanvragen rees veel verzet, o.a. van de burgemeester en schepenen van Diksmuide en van de molenaars van Diksmuide.
Norbert de Ceuninck, kuiper uit Veurne, kreeg op 31 augustus 1786 het octrooi om te Esen een oliewindmolen op te richten. De oprichting kwam er en  hij deed op 3 november 1787 en op 2 april 1794 een aanvraag om zijn oliemolen om te vormen tot een korenmolen. Deze handigheid (eerst olie-, dan korenmolen) deed heel wat beroering ontstaan bij de andere korenmolenaars van Esen. In de bundel wordt melding gemaakt van de andere twee molens te Esen, namelijk de "Hoogen Molen", eigendom van de familie Mergaert-Elle te Diksmuide, en de "Roggheveltmolen" van Joseph Joye.

Een speciaal voorval deed zich voor op maandagavond 23 november 1885 rond 18 uur. Bij de terugkeer van het doopsel van het kindje van molenaar Aloïs Maesenaere in de kerk van Esen, liet men paard en kar staan langs de Roeselarestraat, terwijl men het hekken open deed. Het paard verschrikte, liep weg en reed langs de "kalsijde" tegen een boom. Meter en "minne" konden zonder wonden uit de wagen kruipen en men vond de "kersteling" ongedeerd in de kap van het voertuig. Eind goed, al goed dus.

Eigenaaars:
- 1787, eigenaar: Joye Joseph
- voor 1834, eigenaar (van de grond): Maes-Debacker Petrus Judocus, landbouwer te Esen
- 27.12.1844, erfenis: (van de grond) en de kinderen (overlijden van vrouw Debacker)
- later, verkoop: (van het gebouw) Maesenaere Louis, molenaar te Esen (erfpacht sinds 08.10.1763)
- 26.02.1873, verkoop: (van de grond) Maesenaere-Seys Louis, molenaar te Esen (notaris Steverlinck)
- later, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Louis Maesenaere)
- 04.02.1893, deling: a) Maesenaere-Seys Louis, de weduwe (voor vruchtgebruik) en b) Maesenaere-Van Honsebrouck Aloïs (voor naakte eigendom), molenaar te Esen (notaris Valcke)
- 24.10.1903, erfenis: Maesenaere-Van Honsebrouck Aloïs, molenaar te Esen (overlijden van de weduwe Seys van Louis Maesenaere)

De staakmolen werd op 20 oktober 1914 kapotgeschoten door het Belgische leger. De verbouwde hoeve " 't Molenhof" herinnert aan deze molenlocatie.
Het gehucht "Roggeveld" vormde de plaats voor Duitse rustkwartieren (cf. Roeselarestraat), een aantal bunkers werden gebouwd in dit kader.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bijlagen

Gazette van Brugge en van de Provincie West-Vlaanderen, 30 november 1885
"Maandag namiddag deed men het kind van M. Aloïs Maesenaere, molenaar van het Roggeverld 's avonds rond den zessen, waneer men te huis kwam van den dood, liet men peerd en karre staan langs de strate terwijl men het hekken open deed. Het peerd verschoot, liep weg en reed langs de kalsijde tegen een boom.
Meter en minne konden ongekwetst uitkruipen en de kersteling werd ongedeerd in de kappe van het voertuig teruggevonden.

Literatuur

Archieven
Archives départementales du Nord, Série B (Chambre des Comptes), n° 1669.
Algemeen Rijksarchief Brussel, Chambres de Comptes de Flandre et de Brabant, nr. 775 / 2 (1639).

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1909. Verzoekschrift van Philippe Cys om in Esen een graanwndmolen te mogen bouwen, 4 maart 1779.
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1926. Judocus van Biervliet, molenaar in Werken en Jan D'Hondt vragen elk toelating om een graan- en oliewindmolen op te richten in Esen op een verschillende plaats, 1786.
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1927. Octrooi voor Norbert de Ceuninck, 31.08.1786.
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1941 Norbert de Ceuninck vraagt om zijn oliemolen te mogen omvormen in een korenmolen, 02.04.1794; eerder al op 03.11.1787)
Rijksarchief Gent, Archief Raad van Vlaanderen - Correspondentie der Fiscalen, nr. 30.899.

Uitgegeven bronnen

Gazette van Brugge en van de Provincie West-Vlaanderen, 30 november 1885 (paard op de vlucht)

Werken
Paul Huys, "Dossiers over betwistingen rond molens in 1780-1787 (Uit het Archief van de Raad van Vlaanderen in Gent)", Molenecho's, jg. 26, 1998, p. 107-112.
Luc Ervinck & Siegfried Debaecke, "Het drama van Esen", Koksijde, 1996, p. 25.
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten D-G", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1994.
H. Missiaen & P. Vanneste m.m.v. F. Gherardts  & O. Scheir, Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Diksmuide, Deel I: Deelgemeenten Diksmuide, Beerst, Esen, Kaaskerke, Keiem en Lampernisse, Deel II: Deelgemeenten Leke, Nieuwkapelle, Oostkerke, Oudekapelle, Pervijze, Sint-Jacobskapelle, Stuivekenskerke, Vladslo en Woumen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL18", 2005.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: dinsdag 11 juli 2017

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens