Molenzorg

Beveren-Leie (Waregem), West-Vlaanderen


Het vroegere molenerf. Foto: Aagje Vanwalleghem, 2009
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Beveren Stampkot

Ligging
Kortrijkseweg 104
8791 Beveren-Leie (Waregem)

900 m ZO v.d. kerk
kadasterperceel B329


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Oliemolen
Gebouwd
1744-'45
Verdwenen
1882, sloop
Beschrijving / geschiedenis

In 1744 kreeg Lauwenaar Augustin van den Broucke toestemming van Anna-Rosa du Jardin uit Kortrijk om een molen op te richten op het erf van een hoeve aan de Kortrijkseweg. De houten windmolen op gemetste teerlingen werd opgetrokken in 1744-1745. Het "Beveren Stampkot" is een stampmolen waar oliehoudende zaden geperst worden. In de overeenkomst tot cijnspacht van 1744 werd de site omschreven als een "oliewintmuelen met den huijse stallingen en voordere edificien daermede gaende ghebouwen …". Op een kaart uit het OCMW-archief te Kortrijk van 1752 lezen we de aanduiding "den olije windt meulen genaemt de ven meulen" en de weergave van een dwars op de steenweg gelegen boerenhuis en een houten staakmolen. In 1765-1768 was Augustin van den Broucke nog steeds olieslager. Volgens het landboek van Beveren bij Harelbeke, opgemaakt door J.B. Bouin in 1768, zijn de hoeve en de molen eigendom van Joannes Du Jardin.

Rond 1800 kwam de molen in het bezit van de Harelbekenaar Joseph de Coninck. In de periode 1815-1834 werd de molen uitgebaat door stamper in olie Joseph Callens. Rond 1830 zijn de hoeve en de molen eigendom van de kinderen van Guillelmus Goemaere. Het primitief kadasterplan (circa 1834) geeft een evenwijdig met de steenweg gelegen boerenhuis, een dwars op de steenweg gelegen landgebouw en een molenwal weer. Zelfde situatie op de Atlas der Buurtwegen (1844).

Joos Coemare, landbouwer te Desselgem, erfde de molen op 4 maart 1836. In 1857 is Eugeen Callens er olieslager; eind 1857 werd de molen overgenomen door Joannes Claerhout. Deze Jan Claerhout wist de molen op 15 september 1870 aan te kopen (akte notaris Reyntjens). Volgens het kadaster werd er in 1874 een dwarsvolume tegen de achtergevel van het boerenhuis opgetrokken in opdracht van mulder Jan Claerhout. Diezelfde Jan Claerhout bouwde in de eerste helft van de jaren 1880 een "stoomgraanoliemolen" ten westen van het boerenhuis, die volgens het kadaster in 1882-1884 in gebruik genomen werd. In 1881 plaatste Joannes Claerhout er, na toestemming van het gemeentebestuur, een stoommachine met een vermogen van 12 PK "tot het stampen van koeken". De bouw van de nieuwe oliemolen betekent het einde van de houten windmolen: in 1882 werd de windmolen gesloopt door molenbouwer Deconinck uit Deerlijk.

Volgens het kadaster liet nijveraar Karel Claerhout in 1893 de stoomgraanoliemolen uitbreiden, waardoor er een L-vormig grondplan ontstond. In datzelfde jaar kreeg hij de toestemming om er een nieuwe stoommachine te plaatsen. Volgens het kadaster bouwde Karel Claerhout in 1893 ook de twee landgebouwen ten zuiden van het boerenhuis.

In de periode 1900-1910 werd de met stoom aangedreven maalinrichting verder uitgebaat door olieslager en mulder Karel Claerhout. Volgens het kadaster werden in 1901 het dwarsvolume tegen de achtergevel van het boerenhuis en de stoomgraanoliemolen uitgebreid. In 1903 werd volgens het kadaster in het verlengde van de bestaande oliemolen een vlasfabriek opgetrokken en in 1904 kreeg Karel Claerhout een vergunning om er een stoomzwingelarij te installeren.

In 1914 trok Karel Claerhout met zijn gezin naar Kortrijk. Vanaf dan werd de site bewoond door landbouwers en vlashandelaars; vanaf 1914 werd de site uitgebaat door vlashandelaar Arsène Dermauw. Het kadaster registreerde in 1914 de herbestemming van de stoomgraanoliemolen en de vlasfabriek tot een "zwingelarij met dynamo"; bij de herbestemming werd de stoommachine verwijderd.

Architecturale beschrijving van de molensite
gelegen hoeve met losse bestanddelen, slecht zichtbaar vanaf de openbare weg door de begroeiing aan de straatkant. Erftoegang met recent, ijzeren hek tussen lage, betonnen pijlers. Verharde erfoprit.
Evenwijdig met de straat gelegen boerenhuis, daterend van het einde van de 18de of het begin van de 19de eeuw. Wit beschilderde, verankerde baksteenbouw op een gepekte plint en onder een zadeldak bedekt met zwarte pannen. Licht getoogde openingen (beluikte vensters) met bewaard houtwerk. Dwarsvolume tegen de achtergevel van 1874/1901.
Eind 18de- of begin 19de-eeuws landgebouw dwars op het boerenhuis en twee vrijstaande landgebouwen van 1894 ten zuiden van het boerenhuis. Niet zichtbaar vanaf de openbare weg.
Aan de westzijde van de site bevindt zich de vlasfabriek van 1904. Baksteenbouw onder pannen zadeldaken (nok loodrecht op de straat) of golfplaten zadeldak (nok evenwijdig met de straat). Oostgevels met schuifpoort op hangrail, laadluiken en deuropeningen.

De molenhoeve en de vlasfabriek zijn opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.

M. Debrouwere, E. Ducatteuw, S. Creyf & A. Vanwalleghem

Bijlagen

Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (72).
Beveren-aan-Leie
Het Stampkot stond langs de Gentsche baan op 't Ganzenpaneel, ter plaatse waar heden nog de schouwe staat van Claerhouts olieslagerij; 't werkte boven met knotsen.
De molen werd afgebroken in 1884 (lees: 1882) en vervangen door stoomkracht. Ligt nu ook stil. De vlashandel heeft hier het maalbedrijf vervangen.

Literatuur

Archiefbronnen
Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Beveren-Leie, 1875/6, 1882/11, 1894/5, 1901/5, 1904/10, 1914/7.
OCMW-archief Kortrijk,Beschrijvinghe en consistentie van de groote canten ende aboutten van eene behuysde hofstede, lant ende planteryen, gestaen ende gelegen op de prochie van harelbeke buyten en beveren, alsmede van de gronden van erfven gehouden ende heerlycke renten geldende aen het hospitael van onse lieve vrauwe binnen de stadt Cortryck, in Register van alle de leenen, heerlycheden, hofsteden, landen, boschen ende meerschen competerende aen het hospitael van Onse Lieve Vrouwe in Overleye binnen de stadt Cortryck gedaen maecken door de Eerweirdige Mevrouw Marie Terese Dumortier, F. de Bal, 1752.
Rijksarchief Kortrijk, Gemeentearchief Beveren-Leie, nr. 54: Lant Bouck ende Beschrijvinghe... van Beveren bij Harelbeke, J.B. Bouin, 1768.

Werken
M. Debrouwere & E. Ducatteeuw, Toponymische wandelingen door Beveren-Leie (4), in De Gaverstreke, jg. 14, 1986, p. 93.
M. Debrouwere & E. Ducatteeuw, Van molens en molenaars te Beveren-Leie en Desselgem, in De Gaverstreke,jg. 6, 1978, p. 284, 294-295.
M. Debrouwere & E. Ducatteeuw, Nog over de molens en de molenaars van Beveren-Leie en Desselgem, in De Gaverstreke, jg. 9, 1981, p. 413-415.
A. Vanwalleghem & S. Creyf, Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Waregem met deelgemeenten Sint-Eloois-Vijve, Desselgem en Beveren-Leie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL45, 2010.
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1993.
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (72).

Overige foto's

<p>Beveren Stampkot</p>

Algemeen zicht. Foto: Aagje Vanwalleghem, 2009

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: vrijdag 1 januari 2016

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens