De Kapellemolen was een stenen koren- en oliewindmolen, type stellingmolen, aan de oostzijde van de Brugsesteenweg (nr. 197), ten noorden van de Kasteeldreef.

Hij werd opgericht in 1837. De gemeenteraad van Egem verleende op  27 april 1837  een gunstig advies aan het verzoek van Pieter van Craeymersch, eigenaar-molenaar van de Plaatsmolen te Egem, om een nieuwe stenen "koornoliemolen" te mogen oprichten, Het advies van de gemeenteraad luidde gunstig omdat de houten Lepelkotmolen op dat ogenblik neergeveld lag tengevolge van de storm in november 1836. De Bestendige Deputatie van de provincie West-Vlaanderen gaf de toestemming op 18 mei 1837. De Kapellemolen kwam op een stuk cijnsgrond, eigendom van notaris Ch. A.J. III Lebrun te Egem. Maar ook de Lepelkotmolen werd in 1837-1838 in steen herbouwd, zodat op 500 meter van elkaar aan de Brugsesteenweg, twee nieuwe stenen molens kwamen.

De Kapellemolen werd uitgebaat door Pieter Van Craeymeersch, zijn zoon Louis en zijn dochters Rosalie en Melanie. Toen deze laatste op 20 oktober 1871 trouwde met August Van Hove uit Zwevezele, nam laatstgenoemde de Kapellemoeln over. Molenaar en olieslager A. Van Hove hertrouwde na de dood van zijn vrouw (1874), in 1875 met Julie Vergote uit Wingene en overleed plots in zijn molen op 7 januari 1891. De weduwe verliet de Kapellemolen op 19 september 1892. 's Anderendaags werd hij betrokken door Conrard Dewitte uit Koolskamp, die het bedrijf in 1905 overliet aan zijn zoon Henri.

Henri Dewitte installeerde in november 1905 een stoommachine om te kunnen malen bij windstilte. Voorlopig maakte hij ook nog van de windmolen gebruik gemaakt, maar vrij spoedig maalde hij nog enkel met stoom. Henri verliet de molen met Allerheiligen 1913.

De ongebruikte Kapellemolen, eigendom van de gebroeders Jules en Alidor Maes, erfgenamen van Pieter Van Craeymeersch, werd ontmanteld in december 1913. Hij was de laatste draaidende windmolen te Egem. Bij de aftocht van de Duitse troepen werd de molenkuip op 17 oktober 1918 vernield toen het wegenkruispunt op Egemkapelle opgeblazen werd.

Opeenvolgende eigenaars:
- 1837, opbouw: Van Craeymeersch-Van Maldeghem Petrus, molenaar te Egem (op grond van Lebrun Carolus Andreas, notaris te Egem)
- 1865, verkoop (van de grond) Eggermont Norbertus, notaris te Gent
- 1866, verkoop: (van de grond) Devriese-Ghekiere Constant, brouwer te Egem
- 12.03.1878, erfenis (van het gebouw) Van Craeymeersch-Van Maldeghem Petrus, de weduwe en de kinderen (ovelrijden van Petrus Van Craeymeersch)
- 20.03.1887, erfenis: (van het gebouw) Maes-Van Craeymeersch Constant, de weduwe, landbouwster te Egem
- 11.06.1896, erfenis: (van de grond) Devriese-Ghekiere Constrant, de weduwe en de kinderen (overlijden van Constant Maes)
- 18.05.1900, gift: (van de grond) a) Devriese Arthur, brouwer te Egem, b) Devriese Josephina en c) Devriese Marie (notaris Van Campenhout)
- 07.09.1903, erfenis: (van het gebouw) a) Maes Jules, b) Maes Alidoor en c) Maes Euphrasia, handelaars te Egem (overlijden van de weduwe Van Craemeersch van Constant Maes)
- 26.09.1903, verkoop (van de grond) Devriese-Desort Arthur, brouwer te Egem (notaris Snoeck)
- 04.02.1913, erfenis: (van de grond) Devriese Arthur en de kinderen (overlijden van vrouw Desort)

Lieven DENEWET, Valère ARICKX & Herman HOLEMANS

Archieven
Familiearchief Maeseele, Dagboeken van veldwachter Victor Maeseele, 1887-1924, I nrs. 791, 1713; II, nr. 1164, III, nr. 389.

Werken
V. Arickx, Geschiedenis van Egem. Deel I: een dorp voor de Franse Revolutie, Kortrijk, 1982, p. 41.
V. Arickx, Geschiedenis van Egem. Deel II: Egem sedert de Franse Revolutie, Kortrijk, 1982, p. 324-325, 335-336, 339-340, 374.
K. De Flou, Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Deel II, Brugge, 1921, kolom 942, Deel V, Brugge, 1925.
E. Vandecaveye & W. Devoldere, Egem in oude prentkaarten, Tielt, 1978.
Lieven Denewet & Luc Goeminne, Molenmakers in Vlaanderen. Het werkboek van Coussée uit Meulebeke, in Molenecho's; Vlaams tijdschrift voor molinologie, jg. 22, nr. 3-4, 1994, p. 263-266.
K. Devooght & P. Santy, Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Pittem met deelgemeente Egem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL49, 2010.
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten D-G", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1994.
Emiel Van De Caveye, "De verdwenen Egemse molens", De Roede van Tielt, 1975, 2, p. 11-15.