De Jerusalemmolen stond aan de Beselarestraat nr. 66, waar Arnold Van Ryckeghem woonde.

Deze stenen graan- en oliewindmolen werd in 1803 gebouwd als door de gebroeders Van Robaeys. Zij haalden hun financiële ondergang bij de bouw en waren verplicht hun molen in 1815 aan Pieter Beels-Catry te verkopen.Op 3 augustus 1840 werd de molen overgenomen door Henri Joseph Vandenbulcke-Deleu, vlaskoopman te Wervik (akte notaris Delefortrie). Deze liet er in 1857 een stoommachine inbouwen. Vrouw Deleu stierf op 10 mei 1877, waarna ook de kinderen mede-eigenaar werden.

Toen Henri Vandenbulcke, die schepen van Geluwe was, het werk niet meer aankon, werd hij bijgestaan door zijn gebuur Bernardus Van Ryckeghem.
Henri overleed op 28 mei 1885 en zijn dochters Sidonia en Emma Vandenbulcke erfden de molen.

Op 1 maart 1897 kocht zoon Constant Van Ryckeghem-Demyttenaere de molen van de gezusters Vandenbulcke (akte notaris Van Eecke). Hij kwam in 1889 in het huis bij de molen wonen, maar bleef ook met de gemechaniseerde Moerputmolen werken. Vrouw Demyttenaere overleed tijdens de oorlog, op 9 mei 1916.

De Jerusalemmolen bleef werken tot rond 1910. De kap werd in 1912 afgenomen. De overgebleven romp werd in 1914 erg beschadigd en werd in 1925 gesloopt. Molenaar Henricus-Desiderius Van Ryckeghem, geboren op 22 januari 1844, gehuwd met Maria-Louisa Marrecau en overleden op 6 mei 1923.

In de jaren 1920 richtte Constant Van Ryckeghem er een graan- en oliestoommolen op, later aangevuld met een cichoreiast. Bij gift kwam het erf op 5 maart 1934 toe aan: a) Van Ryckeghem-Parmentier Robert Louis, handelaar te  Geluwe en Van Ryckeghem Marie Louise, zonder beroep te Geluwe (akte notaris Dupont).

Een laatste verkoop ging door op 30 mei 1952 (notaris Stockman) aan: a) Goemaere-Dewilde Emiel Achiel, metselaar te Geluwe en b) Goemaere-Vervaeke Achiel Odiel, metselaar te Geulwe. De maalderij was echter niet meer in gebruik en werd in 1954 gesloopt.

Jozef MAES, Beselare

Werken
A. Debuf e.a., Geluwe, zo was het..., Geluwe, 1985.
D. Decuypere, R. Denys, Geluwe in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1973.
E. Huys, Geschiedenis van Geluwe, derde aangevulde uitgave ingeleid door N. Maddens en bijgewerkt door D. Decuypere, Tielt, 1977.
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel III. Gemeenten H-J", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1995.
Jozef Maes, artikel in De Belgische Molenaar.
Luc Leplae, Windmolens in Geluwe, Geluwe, B.G.J.G., 1991, 25 p.
Logie Julien, Het octrooi van de oliewindmolen van Albert Vuylsteke, Verslagen en mededelingen van de Stedelijke Oudheidkundige Commissie Wervik. Jaarboek 2006, p. 31-50.
Jacques Lorthiois, "Flandre Occidentale. Meuniers et moulins de West-Flandre", L'Intermédiaire des Généalogistes, n° 170, XXIX, 1974, 2, p. 116-126 (119).

Mailberichten
Eric Bruggeman-Coucke, namens zijn schoonvader Georges Coucke (Emiel Achiel Goemaere-Dewilde was een oom van hem langs de zijde van zijn vrouw), 02.02.2016.