De Molen van Vosberg of Lage Vosbergmolen (genoemd naar zijn ligging) was een houten korenwindmolen aan de zuidzijde van de Lage Vosbergstrat, op een th ans onbebouwd perceel ten westen van de woning met huisnummer 40.

De standaardmolen werd opgericht bij toelating gegeven op 30 september 1844 door de Bestendige Deputatie van de provincie Antwerpen. Aanvrager Louis Mertens uit Walem had daartoe, op 5 augustus 1844, van Anna Catharina De Pooter, weduwe van Pieter de Maeyer en echtgenote van Jan Baptist Van Dijck, een stuk grond gekocht van 1660 centiaren.

De molen staat nog niet aangeduid in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1842), maar wel op de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) en de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855).

Opeenvolgende eigenaars:
- 05.08.1844, verkoop: (van de grond) door De Pooter Anna Catherine, weduwe Demayer Pierre François en latere echtgenote Van Dijck Jan-Baptist, landbouwer te Rumst (notaris Van Hooghten).
- 1844, opbouw: Mertens Louis Philip, zonder beroep te Walem ("construction d'un moulin à vent pour moudre des grains")
- later, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Louis Mertens)
- 25.08.1861, deling: Van Hoeck Pierre Jean François, rentenier te Walem, voorheen bediende op het politiebureau van de 6de wijk te Antwerpen (notaris Hermans)
- 07.01.1865, verkoop: Verlinden-Torfs Charles, molenaar te Keerbergen (notaris De Pauw)
- 03.02.1898, verkoop: Claes-De Belder Petrus Jan, molenaar te Reet (notaris Van Gerven)
- 23.06.1899, verkoop: Verdoodt-Vermeulen Pierre Eduard, molenaar te Zemst en later te Rumst (notaris Fris)
- 26.10.1914, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden van Pierre Verdoodt)

Molenaar Peter Eduard Verdoodt, geboren te Houtem op 14 september 1853, was afkomstig van de 's Gravenmolen te Zemst. Zijn vrouw was er herbergierster in het molenhuis "De Notelaer" van 1890 tot 1899, tot bij hun verhuis naar de Lege Vosbergmolen te Rumst. Peter Verdoodt overleed op 26 oktober 1914 te Rumst.

In 1924 werd de standaardmolen gesloopt.

Het "molenhuis" of boerenhuis en de aangebouwde mechanische maalderij, die aan de straatzijde voor de molen stonden, werden na 1985 gesloopt. Volgens de bouwkundige beschrijving die in 1985 door Monumenten en Landschappen werd opgemaakt, ging het om een gebouw  met een centraal gewitkalkt woonhuisgedeelte van vijf traveeën met aangebouwde bakstenen schuren ten oosten en ten westen. Het telde één bouwlaag onder doorlopend zadeldak (Vlaamse pannen) waarin een dakvenster. Woonhuis met westelijke schuur vermoedelijk opklimmend tot ca. 1800. De oostelijke schuur werd rond 1845 toegevoegd. Beluikte vensters met houten latei en lekdrempel van arduin. Deur met rechthoekige latei en steektrap waarvan de onderste trede gevormd werd door een halve molensteen.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Uitgegeven bron
De Belgische Molenaar, jg. 1924 (melding van de afbraak)

Werken
Neyens J., Rumst van Romeinse nederzetting tot nijverheidsgemeente, Lier, 1958.
H. Holemans & P. Lemmens, "Molens van Klein-Brabant, Mechelen en de Rupelstreek", Nieuwkerken, Ten Bos / Studiekring Ons Molenheem, 1987.p. 79.
Holemans Hermans, "Wind- en watermolens van de provincie Antwerpen. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 3. Gemeenten P-Z", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2011, p. 27.
Plomteux G., Steyaert R. & Wylleman L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10N3 (Ru-Z), Brussel - Gent.

Mailberichten
Jozef Heylen, 22-24.12.2017 (achterkleinzoon van Jef Martinus Verlinden, geboren in Geel-Zammel in 1820, eigenaar van de Banmolen van O.L.Vr.-Waver sinds 1857).