Molenzorg

Schilde, Antwerpen


Prentkaart Nels (coll. A. Smeyers, Alsemberg)
Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Heimolen
Heidemolen

Ligging
Waterstraat 361
2970 Schilde
westzijde
grens met Zoersel
kadasterperceel A160
Geo positie
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
1555-1556 / 1612 / ca. 1700
Verdwenen
ca. 1584, oorlog / ca. 1700, brand / 1940 - 18 mei, oorlog
Allemolens
06513 j (Ten Bruggencatenummer)
Beschrijving / geschiedenis

De Heidemolen was een houten korenwindmolen aan de westzijde van de Waterstraat (nr. 361), tegen de grens met  Zoersel. De molen lag vroeger in de heide (vandaar de molennaam), ver van de bewoonde kernen.

De standaardmolen werd opgericht in 1555-'56. Na zijn vernieling tijdens de godsdiensttroebelen rond 1584 werd hij in 1612 herbouwd. Na een brand omstreeks 1700 werd de molen herbouwd.

We zien hem aangeduid op:
- Fricxkaart (1712),  naam: "Heijde Meul(en)"
- Ferrariskaart (ca. 1775), met het bruin symbool van een standaardmolen: "Hey Meulen"
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1842): "Heimolen, Moulin"
- Topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850°: "Hey Molen".

Eigenaars:
1555-’56: Hendrik Cornelis van Aerde
1612-1707: familie Rigouts
1707-1924: familie van de Werve, Antwerpen
- voor 1834, eigenaar: van de Werve Philemon Louis, te Schilde; molenaar: Van Pelt Henri
- later, eigenaar: van de Werve de Schilde Jacques Joseph Marie François, te Antwerpen
- 09.11.1845, erfenis: de zoon: van de Werve de Schilde Henri Jacques Marie (overlijden van Jacques van de Werve)
- 25.09.1924, gift: de la Boussière Thiennes Françoise Charlotte Thérèse Anne Barbe Marie, zonder beroep te Antwerpen (notaris Cols)
- 29.09.1935, verkoop: Van Riel-Wijnants Adriaan Frans, landbouwer te Schilde (notaris Van der Molen)
- 05.10.1936, verkoop: Vandenbosch Guillaume Paul Joseph, kleermaker te Antwerpen (notaris Adams)

Molenaar Lambrecht Cornelissen Vanmercxplas, die in Schilde op de heijmolen woonde, was op 27 april 1660 betrokken bij ongeregeldheden in een herberg te Brecht, met als waard Jan Lenaert De Bruijn, die ook een verklaring kwam afleggen.

Petrus Asselberghs (°Duffel 1692 - +Schilde, 1761), gehuwd te Waarloos in 1725 met Elisabeth Mertens (1701-1772) pachtte op 27 januari 1725 de windmolen van Schilde.  Het contract werd geschreven bij notaris Hermans te Antwerpen en de condities werden vastgesteld tussen Baron de Cloots van Schilde enerzijds en Peter Asselberghs anderzijds. Half maart van dat jaar betrok hij samen met zijn vrouw het molenhuis. In het boek, dat door de rentmeester van de heerlijkheid werd bijgehouden, lezen we: "Meulder Peeter van Asselberg heeft in pacht aen genomen voor 6 jaar ingaende 1/2 mart 1725 eijndigende 1/2 mart 1731 mits betaelende s' jaars 465 vrij gelt alle lasten buijten sijnsen, mits leverende s' jaars 6 mandelen strooij en het huijs in goeden staet houdende nota op commende heb het huijs in goede ordre doen stellen" Petrus Asselberghs bleef zijn hele leven molenaar op de 'Heimolen'. Hij werd er opgevolgd door zijn zoon Andreas (Schilde, 1743 - 1803) die eveneens tot aan zijn dood molenaar was op de Heimolen.

Kadastrale beschrijvingen:
- 1810: "Il existe deux moulins à vent dans cette commune. Ils sont d'une valeur et dans un position tellement différente qu'ils doivent former deux clesses; ils sont exploités par les fermiers; mais différentes natures de propriétés font partie du bail et leur ventilation a présenté trop de difficultés. Le moulin à vent appartenant à M. Vandewerve est situé sur la route pavée d'Anvers à Turnhout: il formera la première classe et par analogie avec les moulins des communes voisines, il sera évalué brut à f. 637 et net à f. 425. Le second moulin situé à l'entrée des bruyères et loin des habitations formera la seconde classe. Il sera donc évalué brut à f. 300 et net à f. 200."
- 1831: "standaertwindmolen van kleinere inrigting, op een uur afstand van het dorp glegen en maalt bijna niet voor de aangelegene gehuchten, hij heeft twee paar steenen die niet dan bij afwisseling werken, wordt verhuurdt aan Henricus Vanpelt"

Op het laatst had de molen een gesloten voet. De molen was steeds uitgerust met houten borst- of pestelroeden, waarbij de einden niet doorheen de gietijzeren askop kwamen. Er waren licht gebogen dakspanten, een sierlijk afgewerkte baard en makelaar. De molenkast had kruisen in de zijwegen en de voorweeg. Twee aswielen dreven twee schijflopen aan, één per steenkoppel. Er was een houten blokvang.

De molen was buiten gebruik sinds 1920. Hij geraakte erg vervallen, maar werd in 1936 - met één overgebleven molenroede - nog opgeknapt om te dienen als buitenverblijf. Op 18 mei 1940 werd hij door de oprukkende Duitsers in brand geschoten omdat hij als observatiepost had gediend voor de Franse soldaten.

Lieven DENEWET & Jan MATHYSSEN

Bijlagen

Akte van notaris Van Der Buijten Laureys te Loenhout.
Verklaring nopens ongeregeldheden in een herberg te Brecht op 27 april 1660.
Bij de partijen onderandere: Jan Lenaert De Bruijn, waard te Brecht.
Lambrecht Cornelissen Vanmercxplas, woonplaats Schilde op de heijmolen, beroep molenaar.
Bron: Notariaat Antwerpen, rep: 02919 nr 0304 (medegedeeld door Jan Mathysen, Essen-Hoek, 25.02.2012)

T. Rekker, "De Oude Molen", in: De Stad, VI, 1933, 35 (10 nov.), p. 1104-1105; Ibid., X, 1937, 46 (22 jan.), p. 1445.
Artikel en bijschriften
(I) Op een schoonen dag in den herfst ontmoet men een  der vele vrienden, de Jef. Hij is niet alleen mijn vriend, maar een vriend van velen, en wat meer zegt: een natuurvriend. Wij spraken over vele dingen: over natuur, een beetje politiek, processen en andere zaken, waar ge zooal met vrienden over spreekt. Boven onze klappende koppen koepelde een zware met stapelwolken beladen herfstlucht, nu en dan geblonken door een waterig zonneke. ’t Is nu schoon op den buiten, zegt m’n vriend, en ik beaam dit door voor te stellen er uit te muizen, naar de Kempen. Accoord, en een half uurtje later stonden wij op de Kempische vlakten, aan de boorden van een groot ven. Donker groen was het voorplan met hier en daar wat vergeeld gras, iets verder een gerimpeld watervlak, waarin wolkenbanken zich spiegelden. De heidevlakte is hier en daar met boomen bezet, dewelke weerbarstig hunne koppen buigen voor den straffen herfstwind. Tusschen deze wapperende pluimen een molenwiek, deze laatste had onze belangstelling. Wij er heen. Wij stonden voor een troosteloos beeld, het was het sterfbed van een groot figuur, een held, die tegen stormen en zwaar weer had gekampt en niet toegegeven, maar het onderspit voor den tijd, den alles omvattenden tijd, had moeten delven. Geheel vervallen, deels van wieken beroofd, zonder dak en geheel verlaten stond hier deze eens zoo groote gast, een molen. Vroeger zwaaide hij z’n machtige armen door de Kempische lucht en was hij het teeken van welvaart. Zijn vroeger beschuttend dak dekt geen zakken met rogge of tarwe meer, de molensteenen, albinnen, zijn begroeid en verzakt en door de gekierde wanden fluit de herfstwind een doodenliedeke. Een zijner wieken heeft een steuntje gevonden op den grond, zoo niet hij ware reeds gevallen. Nu heeft hij afgedaan, plaats gemaakt voor een puffenden en knallenden motor, den snelgeest van onzen tijd. Nu kunnen zijn wieken rusten van den arbeid en geeft hij rust aan trekkende vogels, welke zich in de oude schoorbalken nestelen. Wij zijn er om heen geloopen, hebben hem bemoedigend toegesproken en getroost, maar ’t gaat niet meer, zuchtte de molen, ik ben uit den tijd. Daar zijn we weggegaan met droefheid in onze harten om het verlies van dezen vriend, om de schoonheid, welke met hem verloren ging. Van verre hebben wij hem nog eenmaal bezien; zijn wiek, welke als een afgekloven vischgraat boven alles uitstak, scheen ons te groeten. Het laatste nut, dat hij voor de menschen heeft, is een goed stookje voor den winter. Vriend Jef is links gegaan en ik rechts, ieder met onze eigen gedachten aan den stervende, die aan de Kempen eens een glorend beeld gaf. T. REKKER
bijschriften
(1) De oude molen …op den boord van een ven,
(2) Een totaal beeld van den verhakkelden wiekenzwaaier,
(3) Een artistieke opname,
(4) Albinnen: de werklooze molensteenen,
(5) De fundamenten en een stukje van de wiek, die tegen den grond aanleunt,
(6) De versleten houten raderen;
(II) bijschrift De oude, vergane molen bij het “Marbollenven” in de Antwerpsche Kempen.

----

De molenaarsfamilie Asselberghs te Schilde, Brecht, Loenhout en Rijkevorsel

Petrus Asselberghs was molenaar op de Heidemolen te Schilde.
Hij werd gedoopt op 29 december 1692 in Duffel en overleed op 9 juli 1761 in Schilde.
HIj was de zoon van Gaspar Asselberghs, gedoopt op 24 feburari 1654 in Broechem, gehuwd op 17 januari 1682 te Duffel met Maria Vermariën.
Petrus Asselberghs huwde op 29 januari 1725 te Waarloos met Elisabeth Mertens, gedoopt op 5 mei 1701 te Warloos en overleden op 13 februari 1772 te Schilde. Zij hadden als kinderen:

Petrus Asselberghs huwde op 29 januari 1725 te Waarloos met Elisabeth Mertens, gedoopt op 5 mei 1801 te Waarloos en overleden op 13 februari 1772 te Schilde. Zij hadden als kidneren:

Gaspar Asselberghs, gedoopt op  8 november 1725, te Schilde
Magdalena Asselberghs, gedoopt op 6 maart 1728, te Schilde
Joanna Asselberghs, gedoopt op 28 oktober 1730 , te Schilde
Joannes Asselberghs, gedoopt op 3 augustus 1733, te Schilde
Petrus Asselberghs, gedoopt op  11 april 1736, te Schilde
Elisabeth Asselberghs, gedoopt op  11 april 1736, te Schilde
Petrus Asselberghs, gedoopt op  28 juli 1737, te Schilde
Maria Catharina Asselberghs, gedoopt op 19 april 1740, te Schilde
Andreas Asseberghs, gedoopt op 26 september 1743, te Schilde

Joannes Asselberghs, gedoopt  op 3 augustus 1733, Schilde, gestorven op 2 maart 1801, Rijkevorsel. Eerst molenaar op de Akkermolen te Brecht. Na het overlijden van zijn oudste broer Gaspar wordt hij molenaar op de molen van Loenhout om vervolgens te eindigen op de molen van Rijkevorsel.
Gehuwd op 20 september 1768, Zandvliet, met Gertrudis de Neys, gedoopt op 24 juli 1742, Zandvliet, gestorven op 8 april 1785, Rijkevorsel en hun kinderen:

Joannes Franciscus Asselberghs, gedoopt op 16 oktober 1770, Brecht.
Gerardus Asselberghs, gedoopt op 7 november 1771, Brecht.
Petrus Josephus Asselbergs, gedoopt op 27 januari 1773, Loenhout. Zie verder: Bergen op Zoomse tak.
Andreas Victor Asselberghs, gedoopt op 5 december 1774, Loenhout. Zie verder: Limburgse tak.
Carolus Emanuël Asselberghs, gedoopt op 18 april 1777, Loenhout. Zie verder: Limburgse tak.
Rosalia Asselberghs, gedoopt op 16 november 1779, Rijkevorsel.
Joanna Catharina Asselberghs, gedoopt op 3 april 1785, Rijkevorsel.
Gehuwd op 13 november 1786, Rijkevorsel met Theresia Schilders, gedoopt op 20 augustus 1762, Westmalle en hun kinderen:

Joannes Baptista Asselberghs, gedoopt op 19 april 1787, Rijkevorsel.
Gommarus Asselberghs, gedoopt op 19 april 1787, Rijkevorsel.
Anna Catharina Asselberghs, gedoopt op 30 juli 1788, Rijkevorsel.
Joanna Asselberghs, gedoopt op 25 december 1789, Rijkevorsel.
Petrus Martinus Asselberghs, gedoopt op 31 januari 1792, Rijkevorsel.
Maria Catharina Asselberghs, gedoopt op 5 oktober 1793, Rijkevorsel.
Maria Anna Asselberghs, gedoopt op 5 oktober 1793, Rijkevorsel.
Franciscus Josephus Asselberghs, geboren op 24 februari 1800, Rijkevorsel.

Literatuur

Kaarten
Ferrariskaart (ca. 1775)
Atlas der Buurtwegen (ca. 1842)
Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)

Werken
E. Ernalsteen, "Molens in ons land", Toerisme, 1923, p. 452.
T. Rekker, "De Oude Molen", in: De Stad, VI, 1933, 35 (10 nov.), p. 1104-1105; Ibid., X, 1937, 46 (22 jan.), p. 1445.
Uittreksels uit de geschiedenis van Schilde, Antwerpen, 1897.
Floris Prims, De Heidemolen in de Waterstraat - Schilde, Gazet van Antwerpen, 28.07.1954; zelfde artikel in: Bijdragen tot de Geschiedenis, 3e reeks, 16e dl., 1954, p. 46-48.
De Heidemolen in de Waterstraat, Scilla, II, 1969, p. 266-269.
R. Moretus & J. Pittoors, Molens te Schilde. Bibliografische gegevens, Scilla, IV, 1971, p. 65-68. Heimolen, Scilla, VII, 1974, p. 156.
J. Van Bulck, De heren van Schilde, Scilla, XI, 1978, p. 12-148.
H. Holemans & P.J. Lemmens, Molens van de Voorkempen en van Groot-Antwerpen, Nieuwkerken, 1983, p. 86-88.
A. Bousse, Geschiedenis van Schilde. Van heideschommig dorp tot woonforensengemeente, Schilde, 1983.
H. Holemans, Provincie Antwerpen. Volledig overzicht van bestaande & verdwenen wind- water- & rosmolens, Kinrooi, 1986, p. 66.
Holemans Hermans, "Wind- en watermolens van de provincie Antwerpen. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 3. Gemeenten P-Z", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2011. 
H. Lambrechts-Augustijns, De molenaars Lambrechts, Wijnegem, 1997.
H. Lambrechts-Augustijns, De Heimolen te Schilde, [Rotem], Studiekring Ons Molenheem, 1999, 48 p.
Watermolen op de Hulse Beek, Scilla, VII, 1974, p. 157.
F. Prims, De sluizen van de watermolen van de heren van Schilde", Scilla, IV, 1971, p. 104-107.
A.J. Weyns, "Asselberghs, een oud Kempisch maaldersgeslacht", Lier, 1 mei 1976 (archief A.J. Weyns in Centrum voor Familiekunde te Merksem); gepubliceerd in Scilla (Heemkundig Kring Scilla te Schilde), jg. 20, 1987, p. 67-97.

Overige foto's

<p>Heimolen<br>Heidemolen</p>

Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem

<p>Heimolen<br>Heidemolen</p>

Verzameling Ons Molenheem

<p>Heimolen<br>Heidemolen</p>

Verzameling Ons Molenheem

<p>Heimolen<br>Heidemolen</p>

Verzameling Ons Molenheem

<p>Heimolen<br>Heidemolen</p>

Als buitenverblijf van Guillaume Vandenbosch uit Antwerpen. Verzameling Ons Molenheem

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zaterdag 26 februari 2022

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens