Molenzorg

Sint-Amands (Puurs-Sint-Amands), Antwerpen


Schilderij van Romain Steppe, 1859-1927 (olie op doek, private collectie)
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Stenen Molen
Scheldemolen(s)
Keurmolen

Ligging
Emile Verhaerenstraat 7
2890 Sint-Amands (Puurs-Sint-Amands)

oostzijde
hoek met Stenenmolenlaan
kadasterperceel A6


toon op kaart
Type
Stenen stellingmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
ca. 1780
Verdwenen
1880, onttakeld / 1939, sloop romp
Beschrijving / geschiedenis

De Scheldemolen was een stenen korenwindmolen, type stellingmolen, gelegen aan de oostzijde van de Emile Verhaerenstraat (de "steenweg van Bornhem naar Sint-Amands") nr. 7, op de hoek met de Stenenmolenlaan, nabij de Ham aan de Schelde (een beschutte los- en laadplaats, waar vroeger geen kaaigeld moest worden betaald).

Men gaat ervan uit dat door de gestadige groei van de bevoling, de houten windmolen op de Kouter (Molendreef) niet meer vo lstond om in te staan voor de meelbehoeften van de dorpelingen.

Op 17 mei 1774 diende Pieter Joannes Rollier, inwoner van Sint-Amands, een aanvraag in bij de Rekenkamer om voor de bouw  van een windmolen op de "Kuer". Hij was baljuw geweest. Hij was in 1772 "grote gelande" geworden en van 1779 tot de Franse Republiek was hij een aantal keren burgemeester. Hij was tevens de vader van Emmanuel Rollier en Petronella Rosalinda Rollier, latere echtgenote van Daniël Servaes, de zoon van Engelbertus Servaes, molenaar op de Koutermolen.

De heer van Sint-Amands, hertog Duras, prins van Bournonville, tekende verzet aan op grond dat het windrecht hem toebehoorde. Vervolgens werd de hertog verzocht te bewijzen dat dit windrecht hem toebehoorde. De hertog beriep zich op de veertigjarige verjaring, nadat gebleken was dat de door hem voorgelegde stukken geen bewijs aanbrachten en geen titel uitmaakten.  Het windrecht behoorde de hertog niet toe.

Wat de verkrijging door verjaring betreft. Gezien het windrecht een regaliarecht is, in het bijzonder een regalia minora, behoorde dit tot het staatsrecht en derhalve niet vatbaar voor verjaring. Pieter-Jan Rollier heeft de inspanningen tot het bekomen van het octrooi niet verder gezet. De aanvraag werd hernomen door de nieuwe heer van Sint-Amands, burggraaf Adriaan de Walckiers. Opvallen is:
1. De nieuwe heer richtte zijn aanvraag langs de bevoegde administratieve kanalen aan de Oostenrijkse keizerin Maria-Theresia, als zijnde gravin van Vlaanderen. Met andere woorden, de nieuwe heer maakte geen aanspraak op het bezit van het windrecht, dat blijkbaar geen deel uitmaakte en geen deel kon uitmakenjin aankoop, alhoewel de al bestaande Koutermolen wel besloten is in de aankoop van de heerlijkheid met haar twee lonen.
2. Voor de oprichting en  uitbating van de nieuwe Kuermolen dient burggraaf de Walckiers jaarlijks twee  hoeden (=374 liter) tarwe te betalen aan de Rekenkamer. Dit toont nogmaals aan dat de heer van Sint-Amands betaling verschuldigd is voor de uitbating van het windrecht dat hijzelf niet bezat.

In deze bundel van 71 bladzijden met uitzetting van de standpunten van beide partijen, komt o.m. een belangwekkend getuigenis voor. De leden van de Wet van Sint-Amands, ondervraagd door raadsheer procureur-generaal van Hare Majesteit in Vlaanderen, de Causmaeker, over het nut een nieuwe molen op te richten op de Keur, delen mee dat er bij de grenzen van het dorp twee molens waren, waar de bevolking van Sint-Amands kon gaan malen. Het betrof de molen van Mariekerke, Land van Bornem en de molen van Oppuurs, Brabant.

In dezelfde bundel verklaarde burgraaf de Walckiers, heer van Sint-Amands, niet over het banrecht te beschikken, maar wel over recht van vrije maalderij, d.w.z. dat niemand in zijn molens mocht malen dan de molenaar of diegenen  die van de heer de nodige toelating hadden verkregen. Als bewijsstuk  werd gewoon  een cijnsboek voorgelegd: de aldaar voorkomende namen zijn pachters van het maalrecht verpacht door de heer in de 18de eeuw. Genoemde procureur-generaal stede vast dat voor deze bewering geen enkele titel kon worden voorgelegd, maar weerhield wel de verkregen verjaring. Het windrecht daarentegen was een onverjaarbaar regaliarecht van de graaf van Vlaanderen.

Het octrooi werd uiteindelijk verleend op 23 december 1776 aan Pieter-Jan Rollier.

De nieuwe "Scheldemolen" werd gebouwd door burggraaf de Walckiers in 1776-1780. Vanaf dan noemde de houten molen op de kouter de “Koutermolen”. Baron De Walckiers was de laatste heer van Sint-Amands en wist als zakenman handig in te spelen op de mogelijkheden die de vrijheerlijke rechten van Sint-Amands nog boden: in- en uitvoeren vrij van tolrechten. Daarnaast had hij als heer het stapelrecht en het maalrecht. Als plaats om de molen te bouwen koos hij de nabijheid van “De Ham” achter de kerk en kon op die manier ook het monopolie op het laden en lossen van de kaaiboeren omzeilen. Het wapenschild van burggraaf Walckiers was ingemetseld in de voorgevel van het maalderijgebouw.

De nieuwe molen had buitengewone afmetingen en bevatte hoogstwaarschijnlijk meerdere maalgangen. Hiermee kon de baron niet alleen in de meelbehoeften van het volk voorzien, het liet hem tevens toe bloem uit te voeren en de plaatselijke brouwerijen te voorzien in hun moutbehoeften.

We zien de molen nog niet aangeduid op de Ferrariskaart, die rond 1775 of kort voor de oprichting werd opgesteld. We zien hem wel op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1842) onder de benaming "Steenmolen", opde topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) als "den Steene M(ole)n" en op de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860) als "Steenmolen".

Kadastrale beschrijvingen:
- 1821: "Il existe dans la commune deux moulins à vent non loués que servent à moudre des grains, le premier qui est construit en briques et situé au centre de la commune est le plus achalandé, il recevra l'évaluation brute de f. 900 et net de f. 600. Celui situé B435 est totalement construit en bois et se trouve en bon état, son évaluation sera fixée à fr. 675 et net à fr. 450."
- 1832: "in steen gebouwd en wel bij het dorp gelegen, hij  heeft drij paar stenen welke niet gelijktijdig kunnen gebezigd worden". De opgave dat de drie steenkoppels niet gelijktijdig konden werken, werd om fiscale redenen gemeld.

Met de inval van de Fransen in 1792 nam Daniël Servaes de Scheldemolen over van burggraaf de Walckiers. Daniël Servaes was geboren te Sint-Amands op 12 maart 1758 als zoon van Engelbertus Servaes (°Willebroek 1712 - + Sint-Amands 20.02.1792) en van Anna Catharina Staes (°Lebbeke ca. 1726 - +Sint-Amands 19.03.1810). De genoemde Engelbertus was molenaar op de Koutermolen te Sint-Amands. Hierdoor werden de twee windmolens van Sint-Amands uitgebaat door de gebroeders Servaes. 

Daniël Servaes huwde met Maria Josine Eeman (dochter van Ange Eeman en Joanna Catharina Staes). Zij overleed kinderloos te Meire. Daniël hertrouwde op 48-jarige leeftijd te Sint-Amands op 26 januari 1807 met Petronella Rosalinda Rollier, op dat moment 35 jaar oud. Zo werd hij de schoonbroer van Emmanuel Rollier. Uit het tweede huwelijk werden 4 kinderen geboren: Judocus Franciscus, geboren te Sint-Amands op 31 oktober 1807, maar twee dagen later al overleden. Nadien volgden nog twee kinderen die de geboorte niet overleefden, respectievelijk op 2 april 1809 en 22 juli 1810, het eerste gedoopt door de vroedvrouw en het tweede gedoopt tijdens een "chirurgische bevalling". Op 16 maart 1813 werd Petrus Desiderius geboren te Sint-Amands.

Vader Daniël Servaes overleed te Sint-Amands op woensdag 26 april 1820 op 62-jarige leeftijd. Zijn vrouw Petronella Rollier overleed in 1843. Hun enige nog levende zoon, de genoemde Petrus Desiderius, erfde dan de Scheldemolen. Hij werd ook schepen in Sint-Amands in 1855. Hij trad in het huwelijk met Julia Constantia Van den Bossche uit Asse en uit hun huwelijk werden 10 kinderen geboren. Zij overleed op 22 november 1871.

Het was het derde kind, Daniël Emanuel Constantinus (aldus kleinzoon van Daniël Servaes sr.), geboren te Sint-Amands op 17 april 1842, die de Scheldemolen verder zou uitbaten (verkoop op 5 oktober 1879, akte notaris Peeters). Hij huwde op 37-jarige leeftijd te Niel op 11 oktober 1879 met Isabella Eugenia Verbeeck, op dat ogenblik 33 jaar oud. Uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren: Maria Eugenia Constantia en Leopoldus Emanuel Desiderius. Daniël Emanuel was fabrikant in bloem en bouwde in 1880 de stoommaalderij met de monumentale schouw van de Scheldemolen. In deze schouw was een arduinen steenplaat ingemetseld waarop te lezen stond: "E. Servaes-Verbeeck 1880". Ook andere molens van Sint-Amands werden met een stoommachine uitgerust: de boekweitrosmolen van Jan Martin Collier en de graanrosmolen van Louis Heymans in de Borgstraat. Daniël Servaes overleed in 1917.

In 1880, zo'n honderd jaar na zijn oprichting, werd de Stenen Molen onttakeld. In een kadasterdocument van 1885 staat te lezen: "Moulin à vent démonté et hors usage. Il ne s'y retrouvent que les débris de bois et de briques, provenant de la démolition des ailes et meules".

Het maalderijgebouw, zoals ze circa 1880 bestond, was een rechthoekig bakstenen gebouw onder aangepast, afgewolfd zadeldak en met ingebouwde fabrieksschoorsteen. Lijstgevels met bakstenen kordons, sierankers, boogfries en arduinen gevelsteen met wapenschild; zijgevel met overkapt bovenvenster van voormalige takel. Inwendige constructie met houten vloeren op ijzeren I-balken en gietijzeren kolommen.

De windmolen zelf werd in 1880 ontmanteld. In een kadasterdocument van 1885 staat te lezen: "Moulin à vent démonté et hors usage. Il ne s'y trouvent que les débris de bois et de briques provenant de la démoliton des ailes et meules". De onttakelde romp bleef overeind tot 1939 en werd, bij de bouw van bijkomende betonnen betonnen graansilo's bij de uitbreiding van de Scheldemolens, gedeeltelijk afgebroken. Bij latere uitbreiding in 1968 werden de nog aanwezige grondvesten opgeruimd voor de aanleg van een graanontvangststortput en de opbouw van metalen graansilo's. Hierbij werd vastgesteld dat de "Kuermolen" aan de basis een diameter had van 16 meter wat doet besluiten dat een molen van meer dan gewone afmetingen was.

Drie jaar na het overlijden van de enige zoon van Daniel Emmanuel Servaes werd de molen in 1909 overgenomen door Carolus Van den Bossche en Cie van Opdorp, waar ze een industriële molen, olieslagerij en meststoffenhandel uitbaatte. Tussen Servaes en Van den Bossche baatte een zekere De Becker het bedrijf zeer kortstondig uit.

Op de wereldtentoonstelling van 1910 te Brussel bestelde Karel Van den Bossche sr. de op dat ogenblik  meest moderne Seckwalsenstoelen en plansichters (vlakzeven). De technische uitrusting werd onder Fideel en Henri Van den Bossche nauwlettend bijgestuurd. (1928: betonnen graansilo's; 1932 nieuwe walsenstoelen en plansichters; 1939: betonnen graansilo's met mechanische graandosering, graankuiserij; 1950: omvorming van elevatormolen tot pneumatische molen, als eerste in België; 1954: pneumatische graankuiserij). In 1950 werd de stoomkrachtcentrale vervangen door een elektrische en een graanzuiger volgde de graanlosinrichting met kabelbaan en drie loskuipen, op.

De Scheldemolens werd in 1932 een naamloze maatschappij (n.v.)

Deze aanpassing van de technische uitrusting werd ook daarna opgevolgd onder Karel Van den Bossche jr. (1977: verhoging van de maalcapaciteit; 1980: bloemopslagsilo's; 1991: verhoging maalcapaciteit, nieuwe plansichters, nieuwe filters, computergecontroleerd maalsysteem, computergestuurde bloemmengsilo's).

In het oude bedrijfsgebouw bevond zich vanaf 1977 het Centrum voor Molinologie of Molenmuseum, officieel geopend op 31 mei 1980 (van 1997 tot eind 2015 in de Kerkstraat nr. 3 en sinds 2016 in de Molendreef 45 te Sint-Amands) en sinds 1989 tevens zetel van de vereniging Molenzorg Vlaanderen vzw.

De maalderij werd overgenomen door de nv Gandamolens uit Gent, die de maalactiviteit eind 1995 staakte. Toen werd er per 24 uur 200.000 kg tarwe vermalen en was het bedrijf het zevende grootste maalbedrijf van het land. Het gebouw werd later afgebroken en vervangen door het huidige appartementenblok "residentie Scheldemolens". Naast deze benaming herinneren ook de straatnaam "Stenenmolenlaan", het molenmonument aan "Den Ham" en het molenmuseum in de Molendreef 45 nog aan de windmolen en de maalderij.

Zie ook: Sint-Amands, Koutermolen.

Karel VAN DEN BOSSCHE & Marc PEELMAN

Bijlagen

Marc Peelman, "De molenaarsfamilie Servaes", in: "Klein-Brabants Molenboek". Jaarboek van de Vereniging voor Heemkunde in Klein-Brabant vzw, 44e jg., 2009, p. 229-232.

De eerste ons bekende molenaar uit de familie Servaes is Engelbertus Servaes, afkomstig uit Willebroek.  Hij was er geboren rond 1712 aangezien hij te Sint-Amands overleed op maandag 20 februari 1792 op 80-jarige leeftijd. Hij huwde te Lebbeke met Anna Catharina Staes, geboren te Lebbeke rond 1726 en overleden te Sint-Amands op 19 maart 1810.

Uit hun huwelijk werden 6 kinderen geboren:

1. Servaes Barbara, geboren te Sint-Amands op 3 november 1751. Zij huwde in 1789 in Sint-Amands voor de kerk met Carolus Heyvaert en ze hadden 2 kinderen in Opwijk. Ze overleed te Opwijk op 10 februari 1803 op 51-jarige leeftijd.

2. Servaes Petrus Joannes, geboren te Sint-Amands op maandag 26 november 1753 en er overleden op 1 januari 1835 op 81-jarige leeftijd. Hij huwde voor de kerk op 50-jarige leeftijd te Sint-Amands op 6 februari 1804 met De Clercq Anna Philippina die op dat ogenblik 39 jaar oud was. Uit hun huwelijk werden twee kinderen geboren. Dit echtpaar was molenaar op de Koutermolen te Sint-Amands.

3. Servaes Joannes Josephus, geboren te Sint-Amands op 10 november 1755. Bij zijn doop trad Joannes Sarens op als peter en Maria Catharina Isabella d'Helft als meter. Dit laat vermoeden dat er familiebanden waren tussen de vader Engelbertus Servaes enerzijds en Maria Catherina Isabelle d'Helft anderzijds die de echtgenote was van burgemeester Petrus Livinus Servaes (zie hierna).

4. Servaes Daniël was geboren te Sint-Amands op 12 maart 1758. Hij nam in 1792 de Scheldemolen over van burggraaaf de Walckiers, waardoor de beide molens te Sint-Amands uitgebaat werden door de gebroeders Servaes. Hij huwde een eerste maal met Eeman Maria Josina, dochter van Eeman Ange en Staes Joanna Catharina. Zijn eerste echtgenote overleed te Meire. Daniël Servaes hertrouwde op 48-jarige leeftijd te Sint-Amands op 26 januari 1807 met Rollier Petronelle Rosalinda, op dat ogenblik 35 jaar oud. Uit het tweede huweljik werden 4 kinderen geboren. Daniël Servaes overleed te Sint-Amands op woensdag 26 april 1820 op 62-jarige leeftijd.

5. Servaes Joanna, geboren te Sint-Amands op 3 maart 1760 en er overleden op 20 oktober 1846 op 86-jarige leeftijd. Zij was gehuwd voor de kerk op 40-jarige leeftijd te Sint-Amands op 13 januari 1801 met Van Dalem Josephus.

6. Servaes Benedictus, geboren te Sint-Amands op 11 december 1762.
Bestaat er een familieband tussen de molenaarsfamilie van Engelbertus Servaes en de familie van burgemeester Petrus Livinus Servaes? Deze laatste was geboren in Idegem bij Aalst als zoon van Philippus Servaes en Maria Anna Ooghe. Hij was burgemeester van Sint-Amands van 1768 tot 1779 en overleed te Sint-Amands in 1784. Hij huwde in Harelbeke met Maria Catharina d'Helft, die als doopmeter optrad bij de derde geboorte in het gezin van molenaar Engelbertus Servaes. Een vermoeden ontstaat dus dat Engelbertus Servaes een broer kon zijn van Petrus Livinus. Dit wordt echter tegengesproken door de staat van goederen, bij het overlijden van Maria Anna Ooghe, in Idegem op 5 december 1729. De staat van goederen werd opgemaakt op 19 juni 1730 en er werden 8 kinderen vermeld: Marianna (°Vloerzegem 1710), Gielis (°08.05.1715), Livinus (°05.06.1717) op dat ogenblik dus 13 jaar, David (°01.10.1719), Petronelle (°24.12.1721), Frans (°26.12.1724), Joanna (°27.12.1726) en in Idegem overleden na haar moeder op 03.06.1730, Joannes (°05.03.1729), op dat ogenblik 15 maanden oud. De voogdij werd opgenomen door Jan Ooghe, grootvader van de wezen. Er is hier echter geen sprake van Engelbertus, ook al zou het op basis van zijn geboortejaar 1712 mogelijk geweest zijn tussen het eerste en tweede kind van Philippus Servaes.

Toch blijft het vermoeden dat er een familieband is, misschien in een hogere graad. Petrus Livinus Servaes huwde met Maria Catharina Delft (d'Helft). Zij was geboren in Harelbeke in 1714 en overleed te Sint-Amands op 12 maart 1768. Hun eerste kind, Isabella Catharina werd geboren te Idegem op 22.05.1743 en overleed te Sint-Amands op 23.08.1822. In eerste huwelijk was ze getrouwd met Carolus J.A. Mortgat uit Dendermonde, in tweede huwelijk trouwde ze met J.B. Van Campenhoudt, tevens burgemeester te Sint-Amands. Ondertussen was Petrus Livinus Servaes naar Sint-Amands verhuisd en werd hun tweede kind, Maria Josepha, aldaar geboren op 01.12.1745. Zij overleed daar op 18.01.1829. Op 06.02.1747 werd Joannes Constantinus Livinus geboren. Hij huwde te SInt-Amands op 29.06.1774 met Joanna Van Damme en overleed aldaar op 07.02.1818. Te Sint-Amands zullen we hem nog tegenkomen als Kapitein van de burgerwacht. Op 28.05.1748 werd Petrus geboen, maar hij overleed al 's anderendaags. Op 14.01.1751 werd Josephus Servaes geboren te Sint-Amands. Hij huwde daar met Anne Marie Torfs op 29.11.1800 en overleed er op 28.10.1833. Nadien volgden er nog twee kinderen die kort na hun geboorte stierven: Egidius Antonius in 1752 en Maria Theresia Angelina in 1755.

Dit is ook de periode waarin de Oostenrijkse vorst Jozef II (1741-1790) zijn radicale maatregelen in versneld tempo oplegde. Ook de Sint-Amandse vrijheden kwamen hierdoor geregeld onder druk te staan. Religieuze repressie en centralistische bestuurlijke hervormingen zorgden voor verzet in de leidende klasse. Tegen het weinig dipolomatieke optreden van deze verlichte despoot brak in juli 1789 de Brabantse Omwenteling uit, indirect een reactie op het afschaffen van de Staten en het herroepen van de Blijde Inkomst. De opstand werd vooral gedragen door de conservatieve Statisten met Hendrik Van der Noot en Johannes Van Eupen en vond steun binnen de clerus, de adel en de ambachten. Voor een hardere lijn kozen de progressieve Vonckisten van Jan Frans Vonck en Jan-Baptist Verlooy (1746-1797), een vooruitstrevende jurist en politicus op dat ogenblik. Gewapende Vonckisten verenigden zich zelfs in het geheime genootschap "Pro Aris et Focis". Toen een patriottisch legertje van 2800 man onder leiding van generaal Jan Andries Van der Meersch op 27 oktober 1789 te Turnhout een bescheiden overwinning op de Oostenrijkse troepen behaalde, laaide de nationale solidariteit hoog op. Op 11 januari 1790 werd, naar Amerikaans voorbeeld, de "Vereenigde Nederlandse Staeten" of de "Etats-belgiques-unis" uitgeroepen, met Hendrik Van der Noot als eerste-minister. De meningsverschillen met de progressisten kregen echter opnieuw de overhand en de "Democraten" van Jan Frans Vonck moesten zelfs het land uitvluchten. In februari 1790 werd Leopold II keizer na de dood van zijn broer Jozef. In november van dat jaar werden zowel de Oostenrijkse Nederlanden als het Prinsbisdom Luik door de Oostenrijkers heroverd. De Statisten, inclusief hun leider Van der Noot, vluchtten grotendeels naar Noord-Brabant en de Vonckisten maakte gebruik van een amnestieregeling.

Op 26 april 1794 versloeg het Franse leger de Oostenrijkers bij Boussu-lez-Walcourt en op 26 juni in de Slag bij Fleuris verloor Oostenrijk definitief van Frankrijk, dat de gehele Zuidelijke Nederlanden bezette. Ten tijde van de Brabantse Omwenteling was Joseph Servaes een overtuigde Vonckist. Tijdens de Franse bezetting werd hij echter aangesteld als "Agent Municipale" te Sint-Amands.

Om de band tussen Servaes en Torfs aan te tonen, dienen we terug te gaan tot de fundatie van Jacobus Van Wemmel, waarbij Jacobus Van Wemmel, de juffrouwen Susanna en Catharina Van Wemmel en consoorten, mede-erfgenamen van de heer Philippus Mortgat, licentiaat in de beide rechten en advocaat in de soevereine Raad van Brabant, een fundatie stichtten in de kerk en parochie van Sint-Amands. De goederen van deze fundatie lagen te Merchtem. In het jaar X onder het Frans bewind ontstond een geschil over het betalen van de onroerende voorheffing op deze gronden. Hier kwam advocaat Torfs te voorschijn. Het gebeurde allemaal in "bezette gebieden" en zo moest Joseph Servaes dikwijls kennis nemen van bepaalde stukken die de advocaat naar Burgemeester en Schepenen zond ter ondertekeninng. Dit diende te gebeuren door Joseph Servaes die "agent municiple" was van Sint-Amands. Het pleit werd niet gewonnen omdat een deel van de eigendommen door de "Régie des domaines" als geconfisceerd kerkgoed was verkocht.

Servaes was dus nog vrijgezel en had al een en ander meegemaakt in de politiek van gemeente tot arrondissement, in de Boerenkrijg en de administratie onder het Frans revolutionair bewind. Bovendien was hij duidelijk al vroeg bevriend met advocaat J.J. Torfs en ook met J.B.C. Verlooy. Het is dan ook niet te verwonderen dat Joseph Servaes ook de weduwe van Verlooy, Anne Marie Torfs en zus van de advocaat goed kende. De families waren blijkbaar goed bevriend. Josephus Servaes huwde te Sint-Amands met Anne Marie Torfs op 29.11.1800 en overleed er op 28.10.1833. In zijn huwelijksarkte - hij was dan 49 jaar - werd hij handelaar genoemd. Anne Marie Torfs was afkomstig uti Brussel en was op dat ogenblik 43 jaar. Ze gingen wonen in Sint-Amands in wijk A nr. 46.

We kennen Joseph Servaes niet alleen als "agent municpale", hij was tevens diegene die de handbooggilde te Sint-Amands oprichtte in 1830. Het Frans revolutionair Bewind had immers alle verenigingen ontbonden, zowel de ambachtelijke als de socio-culturele. Het zou ons dus stellig verbazen mocht er geen band bestaan tusssen deze beide families grootgrondbezitters te Sint-Amands die quasi tegelijkertijd ten tonele verschenen.

Komen we terug op onze molenaar Engelbertus Servaes. Twee van zijn zonen zetten dus het beroep van molenaar verder: Petrus Joannes Servaes, gehuwd met Anna Philippina De Clercq op de Koutermolen enerzijds en Daniël Servaes, die in 1792 de Scheldemolen overnam van Burggraf de Walckiers anderzijds. Daniël Servaes was gehuwd met Petronella Rosalinda Rollier, de zus van Emmanuel Rollier (zie ook hierna).

Op de Koutermolen werden twee kinderen geboren: Daniël Emmanuel Servaes, geboren te SInt-Amands op 13 juni 1805 en Isabella Rosa, geboren te Sint-Amands op 8 feburari 1807. Zij werden door erfenis in 1843 eigenaars van de molen. In het register van de kaart van Popp van 1860 zijn ze beiden terug te vinden als de molenaars op de Koutermolen. Het is duidleijk dat zij tot de belangrijkste grootgrondbezitters van Sint-Amands behoorden met in totaal meer dan 27 hectaren eigendommen waaronder diverse huizen en de houten graanwindmolen.

Bij het overlijden van Daniël Servaes op 7 augustus 1884 werden genoemde Isabella Servaes en de kinderen van Pieter Servaes de nieuwe eigenaars. Isabella Servaes overleed op 21 april 1886 en al haar bezittingen, waaronder de windmolen, werden nu eigendom van de kinderen van de genoemde Pieter Servaes en van Jozef Van Aken-Pauwels, molenaar te Sint-Amands.

Uiteindelijk werd de technisch voorbijgestreefde Koutermolen afgebroken in 1903.

Zoals gemeld nam Daniël Servaes, de zoon van Engelbertus Servaes, molenaar op de Koutermolen, de Scheldemolen over van burggraaf de Walckiers in 1792. Zijn eerste echtgenote, Maria Josine Eeman overleed kinderloos en Daniël hertrouwde op 48-jarige leeftijd te Sint-Amands op maandag 26 januari 1807 met Petronella Rosalinda Rollier, op dat moment 35 jaar oud. Uit het tweede huwelijk werden 4 kinderen geboren: Judocus Franciscus, geboren te Sint-Amands op 31 oktober 1807, maar twee dagen later al overleden.  Nadien volgden nog twee kinderen die de geboorte niet overleefden, respectievelijk op 2 april 1809 en 22 juli 1810, het eerste gedoopt door de vroedvrouw en het tweede gedoopt tijdens een "chirurgische bevalling". Op 16 maart 1813 werd Petrus Desiderius geboren te Sint-Amands. Hij werd molenaar op de Scheldemolen inn 1847. Hij werd ook schepen in Sint-Amands in 1855.

Hij trad in het huwelijk met Julia Constantia Van den Bossche uit Asse en uit hun huwelijk werden 10 kinderen geboren. Het was het derde kind, Daniël Emanuel Constantinus, geboren te Sint-Amands op 17 april 1842, die molen verder zou uitbaten. Hij huwde op 37-jarige leeftijd te Niel op 11 oktober 1879 met Isabella Eugenia Verbeeck, op dat ogenblik 33 jaar oud. Uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren: Maria Eugenia Constantia en Leopoldus Emanuel Desiderius. Hij was fabrikant in bloem en bouwde in 1880 de stoommaalderij met de monumentale schouw van de Scheldemolen. In 1885 werd de oude stenen onttakeld. In een kadasterdocument van 1885 staat te lezen: "Moulin à vent démonté et hors usage. Il ne s'y retrouvent que les débris de bois et de briques, provenant de la démolition des ailes et meules".

Daniël Servaes overleed in 1917.

-----------------

Romain Steppe (1859-1927), "Moulin à vent au bord de l'Escaut".
Olie op doek, 40x50 cm

Literatuur

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1904 (oprichtingsbundel 1774)
Kadasterarchief, Mutaties Sint-Amands, schetsen, 1880/1, 1881/1, 1911/1, 1934/1.
Privaat archief Karel Van den Bossche, Sint-Amands
Archief van de Vereniging voor Heemkunde in Vlaams-Brabant vzw (o.m. molendocumentatie van Jozef De Keersmaecker)

Werken
A.J. Hallez, "Bijdragen tot de Geschiedenis van Sint-Amands-op-Schelde", Sint-Amands, 1937.
Y. Hertsens, "Geschiedenis van Sint-Amands", St.-Amands, 1987.
M. Peelman, "Sint-Amands 1775-1800. Situering van het laatste kwartaal van de 18e eeuw". Heemkundig Jaarboek. Uitgave van de Vereniging voor Heemkunde in Klein-Brabant V.Z.W., jg. XXVIII-IXXX, 1993-1994, p. 112-140.
J. Verbesselt, "Het Parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13e eeuw". Dl. 8, Tussen Zenne, Schelde en Rupel, Pittem, 1968.
S. De Sadeleer, H. Kennes, G. Plomteux & R. Steyaert, "Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Puurs, Klein Brabant, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13N3", Brussel - Turnhout, 1995.
Lieven Denewet, "Het Molenmuseum van Sint-Amands: na brand opnieuw opengesteld", Molenecho's,XIX, nr. 4, okt.-dec. 1991, p. 176-178.
Herman Holemans & P.J. Lemmens, "Molens van Klein-Brabant, Mechelen en de Rupelstreek", Nieuwkerken, 1987, p. 81.
H. Holemans, "Wind- en watermolens van de provincie Antwerpen. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 3. Gemeenten P-Z", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2011, p. 32.
Karel Van den Bossche, "Ontdek de molen", Sint-Amands, 1980.
Marc Peelman, "De molens te Sint-Amands", in: "Klein-Brabants Molenboek". Jaarboek van de Vereniging voor Heemkunde in Klein-Brabant vzw, 44e jg., 2009, p. 221-232.
Karel Van den Bossche, "De twee Sint-Amandse windmolens", in: "Klein-Brabants Molenboek". Jaarboek van de Vereniging voor Heemkunde in Klein-Brabant vzw, 44e jg., 2009, p. 244-247.
P. Lemmens, "Molenoverzicht uit het arrondissement Mechelen van 1830 tot heden", Borgerhout, 1963.

Overige foto's

<p>Stenen Molen<br>Scheldemolen(s)<br>Keurmolen</p>

Schilderij van Romain Steppe. Moulin � vent au bord de l'Escaut (olie op doek, 40x50 cm, private collectie)

<p>Stenen Molen<br>Scheldemolen(s)<br>Keurmolen</p>

Schilderij van Romain Steppe, Molen in winters Schelde landschap (olie op doek, private collectie)

<p>Stenen Molen<br>Scheldemolen(s)<br>Keurmolen</p>

De latere en thans verdwenen mechanische maalderij. Foto 1993.

<p>Stenen Molen<br>Scheldemolen(s)<br>Keurmolen</p>

Verzameling Ons Molenheem

<p>Stenen Molen<br>Scheldemolen(s)<br>Keurmolen</p>

Verzameling Ons Molenheem

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zondag 6 oktober 2019

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens