De Meirmolen (naar het gehucht de Meir) of molen Loffens (naar de laatste eigenaar-molenaar) was een houten korenwindmolen op de zuidoosthoek van de Molenstraat (nr. 7), op de hoek met Hamsbroek.

Franciscus Van de Vliet uit Dessel liet deze standaardmolen met open voet in 1779 bouwen. Hij bemaalde zijn molen niet zelf, maar verhuurde hem tweemaal na elkaar voor een termijn van negen jaar en daarna nogmaals voor zes jaar.

We zien de molen nog niet aangeduid op de Ferrariskaart (ca. 1775), maar wel in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1842) als "Moulin a vent" en op de topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850).

Uit het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Eindhout in 1822:
"la seule usine consiste en un moulin à farine à vent, très peu achalandé et le plus mauvais de tout le canton. Ce moulin a été affermé d'après un bail de 29 ventose an VIII (23.03.1800) pour 634 francs ou environ 300 florins des Pay-Bas. Mais comme il est de notoriété publique, que le prix de ce bail est de beaucoup trop élévé (motif de rejet du bail indiqué dans le tableau n 8), aucun meunier n'ayant pu y rester, il ne peut en aucune manière servir à base pour l'évaluation. Mais comparaison faite de ce moulin avec les autres du canton, nous l'avons évalué à 225 florins des Pay-Bas dee revenu brut, sur laquelle somme il faut déduire un tiers pour entretien et réparation, reste un produit net 150 florins."

Uit het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Eindhout in 1832: "kleine houten standerdmolen, hebbende twee paar steenen welke niet gelijktijdig kunnen gebruikt worden. De molen is verhuurd aan Vanpelt)". In 1834 bedroeg het kadastraal inkomen, voor een grondoppervlak van 45m², 1800 frank.

Na het overlijden van Van de Vliet wisselde de Eindhoutse molen verschillende keren van eigenaar.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834,  eigenaar: Vandervliet, de weduwe en mede-eigenaars, molenarin in Dessel; verhuurd aan Vanpelt
- 23.11.1841, eigenaar: (op akten van 10.01.1843, 10.02.1843, 04.02.1847 en 17.02.1847) Vorsters-Torfs Petrus Martin, molenaar in Eindhout (verklaring afgelegd op 04.10.1850)
- 04.12.1862, verkoop: Van Gool-Raeymaekers Martin Edouard, molenaar te Dessel (notaris Vanhove)
- 16.04.1883, verkoop: Lavrijsen-Claessens Jean François, molenaar te Geel-Stelen (notaris Verbruggen)
- 17.07.1883, gift: a) Lavrijssen-Claesen Franciscus (voor vruchtgebruik), molenaar te Geel en b) Lavrijsen Victor Joannes (voor naakte eigendom), molenaar te Eindhout (notaris Verbist)
- 06.01.1907, einde vruchtgebruik: Lavrijsen-Van Hoof Victor Jan, molenaar te EIndhout (overljden van Franciscus Lavrijssen)
- 15.06.1929, verkoop: Loffens-Raeymaekers Vitaris Josephus, herbergier te Eindhout (notaris Verbist)

Molenaar Martin Van Gool woonde in het eigenlijke molenhuis (de latere woning van Karel Peetermans) en baatte er ook nog een winkel uit. In 1907 kwam de molen in handen van Victor Lavrijsen uit Oosterlo-Geel. De molenaar moest echter, wegens gezondheidsredenen, zijn molen al vroeg afstaan. Jozef Loffens kocht hem in 1929 tegen de prijs van 25.000 Belgische frank.

Na de Tweede Wereldoorlog was voor de graanwindmolens de beste tijd voorbij. Hoge uitbatingkosten en steeds minder werk maakten de zaak onrendabel. De Eindhoutse molen bleef nog in bedrijf tot in 1956. Op 13 en 14 juni 1960 werd hij afgebroken. De molenroeden en de trap werden gebruikt voor de molen die werd opgericht aan de "Halve Maan" in Diest.

Bij de molen stond links de woning van Karel Peetermans (Kasper) die in 1932 op zijn buik zo verder kruipend de dodelijk getroffen Alfons Sterckx (8 jaar oud, zoon van Rik Sterckx) van onder de wieken haalde.
Rechts van de molen stond het kleine molenhuisje, Victor Lavrysen liet er een vuurmolen inbouwen om ook bij windloosheid te kunnen malen. Deze raakte echter al vlug in onbruik. Nadien verbleven in deze woning nog veel jonggehuwde koppels met hun kroost. Na een brand was het huisje niet meer bewoonbaar en werd hij afgebroken.

Fons HENDRICKX & Herman HOLEMANS

Zondagsmalen op de molen van Eindhout
In 1610 schreef de deken aan de bisschop dat de molen van Eindhout dikwijls draaide op zondag, hoewel werken op zondag verboden was door de kerk. In 1631 is er in het dorp sprake van het toponiem "Meulenblok". Dat wijst ongetwijfeld op het bestaan van een molen te Eindhout in vroegere tijden. Over de eerste molen(s) is echter weinig geweten.

Werken
Helsen J. & Tuerlinckx J., "De molens van Oevel, Houtvenne en Ramsel", in: De Zuiderkempen, IX, 1940, p. 67-68.
Holemans H. & Lemmens P.J. , Molens der Zuiderkempen, Nieuwkerken, Studiekring Ons Molenheem, 1978, p. 27-28.
Herman Holemans, "Provincie Antwerpen - Volledig overzicht van bestaande & verdwenen wind- water- & rosmolens", Kinrooi, Studiekring "Ons Molenheem", 1986, p. 27.
Herman Holemans, "Wind- en watermolens van de provincie Antwerpen. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-G", Opwijk, Studiekring "Ons Molenheem", 2009, p. 48.
Jaarboeken van Laakdal, Eindhout, Varendonk, Veerle, Vorst, I-VI, Westerlo, 1982-1993.
Lemmens P.J., "Molenoverzicht uit het Arrondissement Turnhout van 1830 tot heden", Heemkundig Handboekje voor de Antwerpse Randgemeenten, Kwartaalschrift, Borgerhout, Gitschotel Buurschap, Jg. 12, [1964], nr. 3, p. 21.
Loffens F., Eindhout in de spiegel van de twintigste eeuw, Laakdal, 1999.
T.E., artikel in dagblad Het Volk, 13.06.1960.
Van Genuchten F., De geschiedenis van de parochie Sint-Lambertus te Eindhout (Jaarboek van Laakdal, III, 1984, p. 6-76.
W(eyns) J., "Een Molengebied", in: Ons Heem, XII, 1957, p. 64.

Websites
Hendricx Fons, www. eindhout.net