Molenzorg

Elsegem (Wortegem-Petegem), Oost-Vlaanderen


Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem
Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Kloostermolen

Ligging
Kloosterhoek 11
9790 Elsegem (Wortegem-Petegem)

Kloosterhof
kadasterperceel A257
50°49'23" NB, 3°31'29" OL


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Koren- en oliemolen
Gebouwd
1456-1457 / 1479
Verdwenen
1940 - 14 op 15 november, storm
Beschrijving / geschiedenis

De "Kloostermolen" was een houten koren- en oliewindmolen op een hoge terp, aan de Kloosterhoek 11,

Hij werd opgericht bij octrooi in 1457. Jan Uten Hove, watergraaf en mermeester van Vlaanderen, gaf in februari 1456 de toestemming aan de abdij van Elsegem, mits de betaling van 6 schellingen per jaar, om een windmolen te bouwen binnen de abdijmuren. Deze windmolen zou zowel dienen om zaden te pletten als granen te malen, voor eigen gebruik als voor derden.

De molen zou pas in 1479 effectief zijn gebouwd ofwel herbouwd. De molen was in het bezit van de monniken van het augustijnerprioraat van Elsegem tot bij de opheffing van deze gemeenschap in 1782. In 1572 telde Elsegem drie windmolens (Kloostermolen, Koutermolen en één langsheen de Kortrijkstraat), één watermolen (Ter Beken) en één rosmolen.

De Kloostermolen staat afgebeels als een staakmolen bij  "La priearie d'Elseghem" op de kaart van de Kasselrij Oudenaarde uit 1669 (Stadsarchief Oudenaarde).

In mei-november 1802 werd uit de hand te koop gepresenteerd: een hofstede met een schuur, stallingen en omtrent drie bunderen zaailand, benevens een korenwindmolen en oliestampkot, van ouds den Kloostermolen genaamd, te Elsegem. Inlichtingen bij Pieter de Contreras, wonende bij zijn vader te Oudenaarde. De molen is eventueel apart te kopen, om dan na de betaling “vertransporteerd en van de grond geweerd” te worden. In de latere advertentie van 11 november wordt een verkoping/verpachting aangekondigd, door notaris Van Tieghem, residerende te Petegem (Oudenaarde). Vrij op kerstavond 1802. ("Gazette van Gend", nr. 856 van 31 mei 1802, of 11 prairial jaar X; nadien nogmaals in nr. 903 van 11 november 1802, of 20 brumaire jaar XI)

De Kloostermolen waaide om door de orkaan in de nacht van 14 op 15 november 1940. Daarna werd de hoge wal afgegraven. De laatste eigenaar was baron Ernest Amaury de Ghellinck d'Elseghem Vaernewyck. De laatste molenaars waren respectievelijk Amicus Vercaigne en Ivo ("Sooi") Vandorpe.

Deze molen stond ten zuidoosten van het Kloosterhof, een kloosterhoeve op de site van een verdwenen omgracht en ommuurd kloostercomplex. Het klooster werd in 1417 gesticht door Bernard van Brakel op het vroegere leen zogenaamd "Wippelgem"; een vroegmiddeleeuws nederzettingstoponiem. Vroegere augustijnerpriorij van Onze-Lieve-Vrouw Ten Walle met in 1418 eerste kloosterkerk en scriptorium gesticht door Arnold Buederic. In 1577-1586 werd het afgebrande complex gerestaureerd en eind van de jaren 1680 uitgebreid, toen reeds gekend als "Kloosterhoeve". In de 17de eeuw zorgde het augustijnerklooster voor de parochiale bediening. Op de Ferrariskaart ziet men de tweeledigheid van het omgrachte geheel, ten noorden het verdwenen kloostercomplex, thans doorsneden door de spoorweg, en ten Zuiden de kloosterhoeve. Onder Jozef II in 1782 afgeschaft. Het kloostercomplex omvatte toen een kerk, twee huizen, priorskwartier, twee eetzalen, gastenverblijven, keuken, brouwerij, knechtenkamers, schuren, een hoeve, een windmolen, visvijvers en andere. Alles werd verkocht en afgebroken, grachten werden gedempt, maar de molen bleef toen nog behouden.

Lieven DENEWET & Julien VANDEPUTTE

Bijlagen

Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (60).
Hoog op haren opgevoerden dam prijkt de Kloostermolen dichte bij de spoorweghalte te Elseghem.
Ze ontleent  haren n aam, aan het feit dat ze altijd vanh et klooster afhaneklijk was; ze staat dichte bij de hofstede van denh eer Delbeke, hofstede welke eigentlijk de oude priorij van Elseghem is.
De geschiedenis beweert dat de Prior zinnens zijnde eenen molen te bouwen, - gezien het geringe hoogtepeil van den grond daar om en d'omme, - dien eendelijken (enorme) dam door zijn paters deed aanbrengen, een steenmand eerde (aarde) 't eene gader, uit de dijken en rioolen die hij binnen het bezit zijner landerijen, deed ruimen. Hoe ze er ook gekomen is, die eerde, den dam  is eenen ontzaggelijken hoop grond die, 't zij met veel, of min 't eene gader daar gebracht, ontzaggelijken arbeid gevergd heeft...
Of de "Lange Joanne" die pleegt in de kouter te Elseghem te dolen, volgens de legende, haar kind zoekend 't welke ze te vinden lei (legde) aan d'eeke (eik) langs de missieweg, - die eeke staat er nog heden ten dage en wordt mondsgemeen de "Lange Joanne" genoemd - of, zeg ik, het spook er nog doolt, en weet ik niet, maar Amicus Vercaigne, die voor Ivo Vandorpe, die nu den molen bestuurt, daar woonde, en heeft ze nooit of omtrent zijnen dam gezien. Is er de "Lange Joanne" niet meer, de molen is gebleven tot 1940.

----------------------------

Bouwkundige beschrijving van het Kloosterhof (Agentschap Onroerend Erfgoed)
Thans rest slechts een deel van de onderkelderde kloosterhoeve met oostelijk aansluitende stallen. Tot 1949 met duiventil uit de 15dse eeuw op het binnenerf. In de jaren 1990 verdween ten zuidwesten de vroegere barokke toegangspoort; cartouches met "Anno" en "1680".
Ten zuiden, kloosterhoeve opklimmend tot minstens de tweede helft van de 18de eeuw. Vroegere herberg. In 1948 gedeeltelijk afgebrand en met aangepaste erfgevel van twee bouwlagen wederopgebouwd onder doorlopend zadeldak (pannen en kunstleien, nok parallel met de straat), voordien Westelijke deel iets lager en met klokkenstoeltje. Onze-Lieve-Vrouwebeeldje boven deur, daarboven rondbogig zolderlaadvenster van vroegere ast uit begin 20ste eeuw. Links, twee rechthoekige venstertjes van twee voutekamers boven grote dubbele kelder. Westelijk deel aan erfzijde met gevellange gewelfde kelder; kelderopening in rechtse zijgevel.
Gewitte verankerde achtergevel draagt verschillende bouwsporen, drie getraliede rechthoekige venstertjes en getoogde deur van verhoogde begane grond met beschadigd leistenen trapje (vier treden).
Impressionante woonkamer onder gedrukte tongewelf, polychroom beschilderd met natuur- en landschapstaferelen door E. De Clercq in 1944.
Ten oosten, aansluitende koeienstallen met indrukwekkende bepleisterde gedrukte kruisgewelven op smalle zuilen met kubuskapiteel.
Ten noorden en ten oosten, dienstgebouwen uit het eerste kwart van de 20ste eeuw.

Het Kloosterhof, de vroegere molenhoeve, is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.

---------------- 

Bulletin des Commissions Royales d'Art et d'Archéologie Commission Royale des Monuments et des Sites /
Bulletijn der Koninklijke Commissies voor Kunst en Oudheidkunde Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, jg. 77, 1938, juillet-décembre / juli-december, p. 357.

Prrovincie Oost-Vlaanderen. Algemeene zitting van 17 Oogst 1938.
Elsegem. Windmolen. — Het Comité onderzoekt de vraag van het Gemeentebestuur van Elsegem, nopens de klasseering van den windmolen aldaar, en verleent gunstig advies.

---------------------------

Volksverhalen

Paters moeten voor hun penitentie een molenwal aanleggen

Bij dat kloosterhof in Elsegem was-t-er vroeger nog 'ne molendam, waar dat er misschien één van d'oudste molens van 't land gestaan heeft: misschien wel dat hij dateert van 't jaar veertienhonderd of zoiets. En hij is ommegevlogen in de storm van 't jaar veertig. En dienen dam was alzo de vorm van den Kemmelberg.
En 't schijnt dat al de paters - in de plaatse dat ze moesten boeten of lezen voor ulder (hun) zonden - dat ze moesten in de plaatse daarvan met 'nen bakwagen (kruiwagen) d'eerde (de aarde) vervoeren, dat ze dat moesten doen in ulder voorschorte (voorschoot!)! Ze moesten daar d'eerde in doen en naar boven dragen. En al de meersen danevens zijn uitgehaald om eerde te hebben voor den berg. En dien berg was redelijk hoge zulle, zeker wel dertig meter hoge.
En dat is alzo gemaakt geweest door de paters die beetje voor beetje eerde uit de meers moesten halen en op den hoop smijten voor ulder penitentie.
---
De geschiedenis beweert dat de Prior zinnens zijnde eenen molen te bouwen, - gezien het geringe hoogtepeil van den grond daar om en d'omme, - dien eendelijken (enorme) dam door zijn paters deed aanbrengen, een steenmand eerde (aarde) 't eene gader, uit de dijken en rioolen die hij binnen het bezit zijner landerijen, deed ruimen. Hoe ze er ook gekomen is, die eerde, den dam  is eenen ontzaggelijken hoop grond die, 't zij met veel, of min 't eene gader daar gebracht, ontzaggelijken arbeid gevergd heeft...

Lange Jeanne doet molen stoppen en draaien

't Stond daar vroeger 'ne molen in Elsegem hé: de Molendam dat we zeggen. Ewel, 't mochte geweldig were zijn hé, Lange Jeanne was zodanig groot en machtig, dat ze zij die wieken vasthield hé, en dat de molen niet en draaide. En als 't windstille was, ze zette heur dervoren en ze begoste te blazen. Ja, al zulke toeren stak ze zij uit!!
---
Lange Jeane woonde in een kapel in de Molendam, juist bij 't begin. Ze hebben die molendam nu afgevoerd. Wij als kleine kinders gingen bij Sooi Van Dorpe, de mulder: dat was een plezante kadee; maar wij gingen toch eerst naar de kapel, waar dat nog een kruiske hing en der zaten nog nagels in de muur, waar kaderkes aangehangen hadden of zo iets. Wij gingen kijken of we lange Jeane niet zagen achter h'r huis. Mijn vader zaliger vertelde me de historie van die madam! (...)
----
Of de "Lange Joanne" die pleegt in de kouter te Elseghem te dolen, volgens de legende, haar kind zoekend 't welke ze te vinden lei (legde) aan d'eeke (eik) langs de missieweg, - die eeke staat er nog heden ten dage en wordt mondsgemeen de "Lange Joanne" genoemd - of, zeg ik, het spook er nog doolt, en weet ik niet, maar Amicus Vercaigne, die voor Ivo Vandorpe, die nu den molen bestuurt, daar woonde, en heeft ze nooit of omtrent zijnen dam gezien. Is er de "Lange Joanne" niet meer, de molen is gebleven tot 1940.

a. Zegspersonen: 1) Aimé Henri Deconinck, °Otegem 14.12.1884, landbouwer, Varentstraat 9, Kaster; 2) Hubert Jozef Cypers, °Kaster 15.07.1920, metaalbewerker, Tiegemstraat 11, Kaster; 3) Ernest C. Fr. Van den Driessche, °Eine-Oudenaarde 26.12.1894 - +Eine, 08.04.1985, schilder, Grote Straat 7, Eine; 4) Amicus Vercaigne en Ivo Vandorpe, resp. voorlaatste en laatste molenaar op de Kloostermolen.

b. Bronnen: 1), 3), F. Van Houdenhove, Sagenonderzoek tussen Schelde en Leie in het oostelijk gedeelte van West-Vlaanderen, Leuven, 1967 (licentiaatsverhandeling), p. 400-401, 422. Publicatie: R. Van der Linden & L. Cumps, Volksverhalen uit Oost- en West-Vlaanderen, Utrecht/Antwerpen, 1979, p. 202-203; 4) R. V(an) d(er) L(inden), Elsegem. - Lange Jeane. Een spookhistorie, Oostvlaamsche Zanten, XXXIX, 1964, 4, p. 204; 2), 5) T. Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), De windmolens tusschen Schelde en Leie, Handelingen (van de ) Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, Nieuwe Reeks XXII, 1946-'48, p. 60 (het manuscript was reeds klaar in 1931).

c. Sagenmotieven: 1), 2) historische sage - plaatsen; 3), 4), 5) geestenwereld - luchtgeesten: Lange Jeanne

* De molen was in het bezit van de monniken van het augustijnerprioraat van Elsegem, tot bij de opheffing van deze gemeenschap in 1892. Een ander, waarheidsgetrouw element uit de eerste sage is dat de molen op een zeer hoge wal (ca. 30 meter) was gelegen.

Literatuur

Archieven en landkaarten
Rijksarchief Gent, Fonds kaarten en plans, nr. 4869-4873.
Universiteit Gent, Fonds Vliegende Bladen, I.Elsegem.Coppieters.
Stadsarchief Oudenaarde, Kaart van de Kasselrij Oudenaarde, 1669.

Gedrukte bronnen
- "Gazette van Gend", nr. 856 van 31 mei 1802, of 11 prairial jaar X; nadien nogmaals in nr. 903 van 11 november 1802, of 20 brumaire jaar XI)
- Stochove E., "'Cartulaire de l'Abbaye d'Elseghem", in Handelingen Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, 1908, p. 151 (octrooi van februari 1456).

Werken
S., "Het bouwjaar van de Kloostermolen als olie- en graanmolen te Elsegem", Molenecho's, X, 1982, 3, p. 109.
Rik Opsommer, "Elsegemse molens: uit hun geschiedenis tot 1572", Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Oudenaarde, XXV, 1988, p. 173-181.
"Inventaris van de wind- en watermolens in de Provincie Oostvlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster", in Kultureel Jaarboek voor de provincie Oostvlaanderen  1962, Tweede band, XVI, Gent, 1963, p. 13-14.
J. Vandeputte, "De molens van het arrondissement Oudenaarde uit hun geschiedenis", Oudenaarde, 1974, p. 231-234.
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten D-E", Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 1998
C. V. Trefois,, Ontwikkelingsgeschiedenis van onze Landelijke Architectuur, Sint-Niklaas, 1978, p. 160.
E. Van Mingroot, Prieuré de Ten Walle à Elsegem,Monasticon Belge, Tome VII, Province de Flandre Orientale, Quatrième Volume, Liège, 1984, p. 677-731.
M. Verbeeck & A. Tack, Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Oudenaarde, Kanton Oudenaarde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15N2, Brussel - Turnhout, 1998.
G. Berings, Landschap, Geschiedenis en Archeologie in het Oudenaardse, Oudenaarde, 1989, p. 61-63.
K. Deketele, R. De Backer & E. Roberti, Elsegem, Klein Scheldedorp met groot verleden, Oudenaarde, 1987.
P. Devos, Elsegem, een overzicht, Monumenten en Landschappen in Oudenaarde en Wortegem-Petegem (8), Oudenaarde, 1996, p. 43-45.
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (60).
Bulletin des Commissions Royales d'Art et d'Archéologie Commission Royale des Monuments et des Sites /
Bulletijn der Koninklijke Commissies voor Kunst en Oudheidkunde Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, jg. 77, 1938, juillet-décembre / juli-december, p. 357.
Lieven Denewet, Honderd bespookte molens in Vlaanderen. Honderd molensagen van de Kuststreek tot het Maasland, in: Molenecho’s, XX, 1992

Overige foto's

<p>Kloostermolen</p>

Prentkaart Albert. Verzameling Ons Molenheem

<p>Kloostermolen</p>

Verzameling Ons Molenheem

<p>Kloostermolen</p>

Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem

<p>Kloostermolen</p>

Verzameling Ons Molenheem

<p>Kloostermolen</p>

Verzameling Ons Molenheem

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: maandag 2 april 2018

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens