Aan de Oranjestraat werd op het einde van de 18de-begin 19de eeuw een houten windmolen gebouwd. De benaming Koffiepotmolen dankt de molen aan zijn uitzicht: hij werd eerst als een standaardmolen opgetrokken en voor 1822 verbouwd tot een houten achtkante bovenkruier. Ook na de omvorming in een ronde stenen molen bleef deze benaming nog voortleven.

Uit de kadastrale beschrijving van 1822 blijkt dat de constructie niet stabiel was: de molen mocht enkel draaien als de wind niet te hevig was!

Kadasterbeschrijvingen:
- 1822. Il existe deux moulins à vent. L'un appartenant au sieur Mangelschots Anselme et occupé par le sieur Vereyden Joseph et l'autre appartenant au sieur Cuyvers Adrien, et exploité par le sieur Vermeyen.
Le deuxième moulin est situé à l'extrémité de la commune, il consiste dans une barraque en bois à pivot reposant sur un pied de maçonnerie; mais comme cette barraque n'était pas trop exhaussée, on a du en pratiquer sur celui-ci une seconde à laquelle sont attachées les ailes du moulin. Cette construction irrégulière n'est rien moins que solide; aussi moulin ne tourne-t-il jamais lorque le vent est encore un peu fort. Cette circonstance, la situation peu favorable de ce moulin et les renseignements que s'est procuré l'expert sur les rapport de produits existant entre le second moulin et le premier, l'ont déterminé à l'évaluer brut à f. 150 et net à f. 100."
- 1832: "kleine kapmolen of beermolen in hout gebouwd; hebbende drey paer steenen waervan tevens maer een paer gebruyck word. Hij staed slegt te wind door de boomgewassen tusschen de landerijen en is thans bij den eygenaer in gebruyk".

De houten achtkante bovenkruier werd in 1865 vervangen door een stenen bergmolen op een naastgelegen perceel.

Eigenaars na 1820:
- 1822, eigenaar: Cuyvers Adrien, huurder-molenaar Vermeyen
- voor 1834, eigenaar: Van Sweevelt-Raeyen Jan Frans en kinderen, molenaar te Vorst
- na 1873, de erfgenamen (de kinderen van Van Sweevelt-Raeyen Jan Frans)
- 27.04.1876, verkoop: Huygens-Parijn Jozef, molenaar te Vorst (notarsi Raedts)
- 15.06.1888, verkoop: Loots-Van Baelen Louis, molenaar te Geel (notaris Verbruggen)
- 16.09.1898, gift: Loots-Mondelaers Petrus Frans Jozef, molenaar te Vorst (notaris Verbruggen)
- 10.03.1936, verkoop: Baumans-Beyens Frans Xaverius, landbouwer te Vorst (notaris Van der Smissen)
- 23.05.1948, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Beyens)
- 23.04.1958, verkoop: Reynders-Verluyten Ludovicus Alfonsus, landbouwer te Vorst (notaris Van der Smissen - oude molen als puin).

Eigenaar Frans Baumans liet de molen in 1954 onttakelen. De overgebleven romp brokkelde steeds verder af en werd kort na 1998 gesloopt.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

J. Pals, "De verdwenen molens van Vorst", in: De Zuiderkempen, IX, 1940, p. 55-60.
J. Pals, "Beknopte geschiedenis van de dorpen van de Zuiderkempen", Tongerlo, s.d., p. 6.
J. Pals, Graanmolens te Vorst, in Mededelingenblad Heemkring Kanton Westerlo,1982/3, p. 98-100.
H. Holemans & P.J. Lemmens, Molens der Zuiderkempen, Nieuwkerken, 1978
H. Kennes & R. Steyaert, Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Westerlo, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16N2, Brussel - Turnhout, 2000.
Herman Holemans, "Wind- en watermolens van de provincie Antwerpen. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 3. Gemeenten P-Z", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2011.
Mailbericht Robert Van Ryckeghem, Sint-Andries (hij maakte nog in februari 1998, dus kort voor de sloop, een foto van de romp)
Mailbericht John Verpaalen, Roosendaal, 31.12.2015.