Molenzorg

Diest, Vlaams-Brabant


Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Beveremolen

Ligging
Bevrijdingsstraat
3290 Diest

hoek met Steenweg op Papenbroek
bij de Beverepoort
vroegere Langestraat
op de Begijnenbeek
kadasterperceel B82


toon op kaart
Type
Onderslag watermolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
voor 1235, diverse verbouwingen
Verdwenen
1871, sloop
Beschrijving / geschiedenis

De Beveremolen was een korenwatermolen met onderslagrad op de Begijnenbeek in de Gasthuisweide, aan de vroegere Langestraat dicht bij de Beverepoort. Huidige locatie: op de hoek van de Bevrijdingsstraat en de Steenweg op Papenbroek.

De watermolen werd voor 1235 gebouwd en behoorde in de middeleeuwen en in het ancien regime toe aan de opeenvolgende heren van Diest.
In de loop der eeuwen vonden talrijke verbouwingen plaats. De ligging aan de zuidoostelijke stadsversterking van Diest was hier niet vreemd aan.

Eigenaars na 1820:
- tot 1824: stad Diest
- 1824 verkoop: Liebens Petrus Ludovicus, glasmaker te Diest
- 08.12.1842, verkoop: Domeinen van de Staat (notaris Di Martinelli)
- 12.12.1870, verkoop: Schelens Lambertus Martinus, winkelier te Diest (notaris Bosmans).

De familie Elen-Van Gorp was de bewoner in 1847 en blijkt de molen niet meer gebruikt te hebben.
Op het plan van Popp (1860) zien we de molen nog als dusdanig aangeduid en in een kadasterdocument van 1865 wordt hij nog als graanwatermolen omschreven.
De Bevermolen werd in 1871 gesloopt.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bijlagen

H. Claes, "De Begijnenbeek", Oostbrabant (Oostbrabantse Werkgemeenschap), 1966, 3, p. 65-69.

De naam Begijnenbeek doet al dadelijk denken aan begijnen. Inderdaad werd te Diest in 1247 op de linkeroever een begijnhof opgericht. Vroeger was de beek gekend als Beverebeek, en nog eeuwen lang na de stichting van het begijnhof bleef deze benaming in gebruik. Zo vermeldt Ferraris (1770-1777) Beverbeek en Meulemans (1786) Beverebeek. De Diesterse wijk, waar de beek doorvloeit, heette Bever, Bevere, Beverne. Ook nu nog wordt te Diest gesproken van Beverepoort en van Beverestraat, waarmee dan de huidige Hasseltsestraat bedoeld wordt. De heilige Joannes Berchmans werd geboren in de Beverstraat, die deze naam droeg vanaf de Beverepoort tot de Grote Markt, dus met inbegrip van de huidige Botermarkt en Sint-Jan-Berchmansstraat. Dicht bij de Beverepoort stond de Beveremolen, een watermolen, die aan de heer van Diest toebehoorde. In 1847 was hij eigendom van de familie Elen-Van Gorp, de laatste bewoners. Op het plan van Popp (1860) wordt de molen nog aangeduid. In een brief door abt Rudolfus van Sint-Truiden gericht tot Stefanus, bisschop van Metz, wordt Otto, heer van Diest, Otto de Bewere genoemd. De naam Bevere gaf ook aanleiding tot het ontstaan van de familienaam Van Bever of Van Beveren. In 1629 vinden we te Bekkevoort nog een Jan Van Beveren. (Die familienaam zou natuurlijk ook van een verder afgelegen Beveren kunnen afgeleid zijn, doch dat is hier niet waarschijnlijk). Waternamen behoren tot de oudste toponiemen en voor hun verklaring tast men dan ook dikwijls in het duister. Volgens Mansion is Bevere af te leiden van het keltisch bebros, dat castor of bever betekend, dus een diernaam. (Vergelijk ; Beveren bij Sint-Niklaas, Beveren in West­Vlaanderen, Strombeek­Bever, Beverst enz.). Op sommige kaarten en in schoolatlassen komt een derde benaming voor : Koeybeek. Te Diest kende men een Koeypoort ICH oosten van het begijnhof. Er is ook een toponiem Koeygat, tegen de Begijnenbeek gelegen op het grensgebied Netelzeep-Bekkevoort - Waanrode. We weten echter niet of die plaatsnaam verband houdt met Koeybeek. Op te merken valt dat vroeger dikwijls éénzelfde waterloop verschillende namen droeg. Nu gebeurt zulks ook nog ; te Kleinkempen wordt de Begijnenbeek nog altijd Grote Beek genoemd, terwijl men in Netelzeep spreekt van "De Beek". Op het plan dat landmeter Meulemans (de latere aanvoerder van de "Jongens" in de Boerenkrijg) van Diest en onmiddellijke omgeving tekende, wordt het gedeelte van de beek tot aan de Beveremolen Beverebeek genoemd, en het kleine gedeelte tussen de wallen en de Demer heet er Koexbeke. Dit gedeelte valt op het plan samen met de grens Diest-Webbekom en bestaat niet meer. Hier zoals elders bracht het aanleggen van een nieuwe versterkingsgordel een wijziging teweeg in de loop van een rivier. De kaart van Popp, boven vermeld, geeft respectievelijk Begijnebeek en Koeybeek.   Op de kaart Vandermaelen (9/6), zonder jaartal, doch waarschijnlijk uit het midden van de 19de eeuw, heet het gedeelte onder Bekkevoorr en Assent: Meulebeek (Er heeft daar minstens één watermolen gestaan) ; onder Webbekom en Diest ; Beggijnebeek ; de rest ook ; Koexbeek. De hedendaagse militaire stafkaarten spreken van Steenbeek of Grote Beek in Netelzeap, Grote-Beek in Kleinkempen, Grote Beek of Begijnebeek in Assent, Webbekom en Diest. Het kaartenboek van de Kommanderij-goederen noemt de Begijnenbeek in Kleinkempen Hollandsche Beek ; ook zo het "Kerckeboeck" van de Bekkevoortse pastorie. In andere oorkonden spreekt men van grote en kleine Hollandsche Beek en met kleine wordt dan de Peynbeek bedoeld. Er was ook een erf en een weide, het Hollandt geheten, gelegen tegen de Hollandsche beke, en er is ook sprake van "een paenhuys op de Hollandsche beke".   De Begijnenbeek vindt haar oorsprong te Meensel. Eerst een onaanzienlijk beekje, dat de grens vormt tussen Melenest-Wersbeek en Kapellen. (Oude grenzen vallen dikwijls samen met een waterloop). De beek komt dan in Netelzeep-Bekkevoort, vloeit daar door een leemachtig en bosrijk gebied, langs het vermelde Koeygat en het vroeger zeer bekende Hof ter Hagen, vormt de grens Bekkevoort-Waanrode, komt langs het oude pachthof de Noubrug naar Klein-kempen, waar ze de Peynbeek ontvangt. Vervolgens komt ze dicht bij de plaats waar destijds het Kommanderij - pachthof van Mitsbeke stond, vloeit door het zeer oude Elzenhout (Elsholt reeds in 1292 vermeld) en vormt een tijdje de grens Assent - Bekkevoort. Hier stroomt de Begijnenbeek door een diep dal, een der u mooiste landschappen van de streek, aan de voet van de Hermansheuvel. (In 1292 : Herbrandthovel). De Kommanderij van Bekkevoort bezat hier een watermolen, die in 1635 door het Franse leger verwoest werd. Het veld wordt in de volksmond nog altijd het Frans Molenveld genoemd. De kroniek van Sint-Truiden spreekt ook van een watermolen in die streek, die aan de abdij toebehoorde en haar in het begin van de 12de eeuw door de heren van Diest betwist werd. In die tijd vormde de beek de grens tussen de bezittingen van de abdij en die van de Brabantse heren. Gaat het hier over twee verschillende molens, één op elke oever, of over dezelfde molen, die van eigenaar verwisselde ? In latere oorkonden wordt niet meer gerept van een watermolen aldaar, die eigendom was van de abdij. De Begijnenbeek komt nu langs de Meelhage , waar tot in de 19de eeuw nog een hoeve stond met dezelfde naam, vloeit dan door de Wissebempt, waar ze mooie meanders vormt in het bos. Iets verder stonden vroeger op de rechteroever het pachthof van 't Mariëndaalklooster te Diest en links de winning van de H.Geesttafel te Diest. Beide hoeven zijn te zien in het kaartenboek van de H.Geestgoederen uit 1771, dat op het stadsarchief te Diest berust. In dat register vermeldt een later bijgevoegde nota dat in 1827 de beek aldaar werd rechtgetrokken. We moeten aannemen dat zulks op meerdere plaatsen gebeurd is.
Te Meerbeek Assent ontvangt de Begijnenbeek nu de Meerbeekse Beek, waarover we het verder zullen hebben. Langs Assent-dorp en Kutselbroek bereikt de beek nu Papenbroek-Webbekom. Ze blijft een beetje verwijderd van de winning die de Kommanderij hier bezat en buigt vervolgens naar links om de Kloosterberg heen. Aan de voet van die heuvel stond daar van voor 1235 tot in 1578 het Sint-Beernaarts-klooster, dat gedurende de onlusten van de 16de eeuw verwoest werd, als herinnering alleen het toponiem Kloosterberg achterlatend. Verder gaat het naar de Gasthuisweide, waar destijds het oudste gasthuis van Diest tegen de heerbaan Diest - Tienen opgericht werd, en dan naar de oude stadswijk Bevere, met haar Beveremolen en Beveregort. Vervolgens vloeit ze achter een nieuwe straat, de Koningin-Astridlaan, volgt nog een tijdje de oude wallen en buigt ten slotte om het begijnhof heen naar de Demer toe. Dat dit samenvloeiingspunt sinds de tijd van Meulemans, Vandermaelen en Popp enigszins verlegd werd, zegden we reeds.   We vermeldden twee beekjes die in de Begijnenbeek uitmonden : 1) De Peynbeek, zo genoemd omdat ze langs het oude hof Te Peyn vloeit. Ze begint te Molenbeek, dat er zijn naam aan ontleent, (waarschijnlijk stond er daar vroeger ook een watermolen op) gaat door Wersbeek, vormt de grens Wersbeek - Bekkevoort, vloeit langs Bergenhof, nu eigendom Deckers-Frateur, waar een vijver gevormd werd. Op Bergenhof werd in 1870 een Romeinse zegelring met de beeldenaar van Mucius Scaevola ontdekt. In Kleinkempen loopt dan de Peynbeek in de Begijnenbeek. Op de militaire stafkaart wordt de Peynbeek ook Steenbeek geheten. In oorkonden over Wersbeek komt de benaming Steenbeke ook herhaaldelijk voor. Peynbeek zowel als hof te Peyn danken hun naam aan het paanhuis of de brouwerij aldaar. In 1703 werd de verkoop gemeld van een brouwerij in de Heerestraat (bedoeld is ; de heerbaan Tienen - Zichem) te Bekkevoort. ln 1726 werd die straat nog Paenhuvsstraete genoemd. De naam Pannestraat komt ook wel voor. Nu spreekt men van Peynstraat, terwijl de hoeve Peynwinning heet. Het veld heette vroeger, zowel in 1594 als in 1792 Paenhuvsvelt, nu nog Panisveld of Peynveld. 2) De Meerbeekse beek heet op de militaire stafkaart Vijversloop in Bekkevoort en Meerbeekse beek in Assent. Ze komt uit het Ballaar op de grens Kaggevinne - Bekkevoort en loopt door de zompige streek, waar eertijds de Kommanderij-gebouwen oprezen. Er waren daar 3 vijvers, vandaar de naam Vijversloop. Waar ze de nieuwe betonweg naar Scherpenheuvel bereikt, werden bij het bouwen van de brug aldaar verschillende goedbewaarde en gepunte eiken palen van op ongeveer twee meter diepte opgedolven, en naar men zegt, zouden er nog in de grond zitten. Dienden ze tot het verstevigen van de bedding van de beek ? De beek vloeit nu langs het vroegere hof van Wanghe, later de Rooy geheten (nu de hoeve M. Goedhuys-Wecks) in de richting Meerbeek. Wanneer rond 1115 de abt van Sint-Truiden zich beklaagt over onrechtmatige gebiedsuitbreiding door Wouter, heer van Bekkevoort, ten nadele van de abdijgoederen, dan kan volgens de beschrijving die hij geeft alleen dit gebied in aanmerking komen. Te Meerbeek - Assent vloeit de Meerbeekse beek dan in de Begijnenbeek.   Watermolens zijn vroeger talrijker geweest, dan nu met zekerheid kan vastgesteld worden. Zo kunnen we niet met zekerheid zeggen, dat ooit een watermolen stond op de Vijversloop nabij de Kommanderij. Toch spreekt men in 1734 nog van een Molenbempt bij het pachthof in het dorp, verder van een Mollebloexken en nu nog wordt dat gebied in de volksmond Mollevijver geheten. Werd vroeger iets gedaan voor de onderhoud van de beken 2 Bundel 1641 van het Brussels rijksarchief - Kerkelijk archief - handelt over de "visitatie" van beken, grachten en wegen, gehouden te Bekkevoort in 1781, 1784 en 1790, telkens in de maand juni. Verschillende aanpalende eigenaars of huurders werd de verplichting opgelegd de beek te "vagen", een "vonder" (: bruggetje) te leggen of te herstellen, enz. Turf werd vroeger op vele plaatsen gestoken. Langs de Begijnenbeek zijn ons een paar plaatsen bekend : in de Meelhage en in Kleinkempen. Wat de Meerbeekse beek aangaat ; in een huurovereenkomst van 1739 (Archief Diest ; Losse stukken - Bekkevoort nr 26) betreffend de hoeve "De Rode Poorte", lezen we dat de pachter turg mag steken in de Creyheide, doch enkel voor eigen gebruik. Grote hoeven waren dikwijls bij een of andere waterloop te vinden.   De 4 kommanderij-winningen lagen alle in de nabijheid van een beek : 1 . De "grote winning" in het dorp te Bekkevoort ; bij de Vijversloop ; 2 . De "kleine winning" of de winning van Mitsbeke in Kleinkempen : bij de Begijnenbeek ; 3 . Die van Papenbroek : niet ver van de Begijnenbeek ; 4. Die van Kortenaken : bij de Velp. Evenzo voor de winningen van de H. Geesttafel te Diest : 1 . Die van Aardenweg, Webbekom : bij de Leugebeek ; 2 . Die van Meerbeek-Assent : bij de Meerbeekse beek ; 3. Die van Miskom : bij de Speul- of Spoelbeek. Waarschijnlijk houdt dit verband, niet alleen met het gemakkelijk te bereiken water, maar tevens met de aanwezigheid van natuurlijke graslanden langs de waterlopen. ln cijnsboeken van de 18e eeuw stellen we vast, dat die natuurlijke wei den, die nu meestal en terecht als minderwaardig doorgaan, toen merkelijk hoger getakseerd, dus voor waardevoller gehouden werden dan de vruchtbaarste akkerlanden. We spraken boven van een vonder of vondel, oude benaming voor een bruggetje. Te Assent bij de Begijnenbeek vinden we het mooie toponiem : Vonderblok = omheind stuk land bij een bruggetje. Het bruggetje is verdwenen, de plaatsnaam is gebleven.
Literatuur

Paul Huys,  "Verkoop van de graan- en schorswatermolens van Diest (1824). Informatie over de inrichting van molens in oude advertenties...", in: Molenecho's, XXV, 1997, 3, p. 166-167;
Michel Van der Eycken, "Zeven eeuwen Ezeldijkmolen te Diest", (Averbode, 1975);
Michel Van der Eycken, "De Diesterse volmolens in de XVIde eeuw", in: Arca Lovaniensis, II, 1973, p. 275-290;
G. Van der Linden, "Diest, het Oranjestadje", in: De Brabantse Folklore, nr. 158, juni 1963, p. 238-257;
G. Van der Linden, "De Diesterse molens vroeger en nu", in: Brabant, X, 1960, p. 1-45;
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961;
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 4: arrondissement Leuven (A-L)", Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem', 1993.
F. Claes, "Vragenbus", in: Oostbrabant, 1980, 3, p. 226-227.
H. Claes, "De Begijnenbeek", Oostbrabant (Oostbrabantse Werkgemeenschap), 1966, 3, p. 65-69.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zaterdag 20 juni 2015

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens