Molenzorg

Wilrijk (Antwerpen), Antwerpen


Links is de Schaliemolen, rechts de Oude Molen. Prentkaart Nels, Brussel, ca. 1900. Verzameling Ons Molenheem
Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Oude Molen
Dikke Mee
Molen Meyvis

Ligging
Groenenborgerlaan
2100 Wilrijk (Antwerpen)

ter hoogte van de overweg met de R11
Molenveld, Oosterveld
kadasterperceel B74


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
voor 1383 / voor 1646 / 1788
Verdwenen
1599 - 20 november, oorlog / 1788 - september, storm / 1914 - 3 oktober, oorlog
Beschrijving / geschiedenis

De Oude Molen of de Molen Meyvis was een houten korenwindmolen in de Groenenborgerlaan, ter hoogte van de overweg met de R11, op het Molen- of Oosterveld. De Oude Molen was omdat hij inderdaad de oudste windmolen van Wilrijk was; de benaming "Dikke Mee" komt voor in een akte van 1731, terwijl de molen Meyvis slaat op de laatste molenaar.

De standaardmolen werd voor 1383. In een akte van dat jaar treffen we aan "... inter mole(n)dinam et ecclesim" (tussen molen en kerk) . In dat jaar werd hij immers vermeld in een cartularium van de Antwerpse Karthuizers.

In de Antwerpse schepenregisters wordt in 1397 het Wilrijks "molenvelt" vernoemd. Andere vroege toponymische vermeldingen: "aen dmolengat op dwilrycsch vel"; "opt moelenvelt byder moelen".

Reeds vanaf 1402 zijn er namen van molenaars bekend .

In 1525 staat hij getekend op de kaart van Licinius. Het garnizoen van Bergen-op-Zoom stookte hem af op 20 november 1599.

In 1646 vinden we een nieuwe molen terug op dezelfde plaats. Hij is dan eigendom van de familie Van Berckelaer. Toen de pacht van Cornelis De Jong in 1698 werd de molen voor 6300 gulden verkocht aan Jan Lemmens. De verkopers waren Adriaan Van Berckelaer-Eliaerts, Cornelis Slootmans en Jan Sluyts. Jan Lemmens, gehuwd met Helena Engels, was toen al molenaar te Ranst . Uit dat huwelijk werden negen kinderen te Ranst worden geboren. Deze Jan Lemmens behoorde tot een grote familie van molenaars te Ranst, Wilrijk, Wommelgem, Wiekevorst en Booischot.

In september 1788 wierp een zware stormwind de molen omver, zodat hij "gansch verbreyselt ter aerde was l iggende". Er werd een bijkomende lening aangegaan om de molen in 1789 te laten herbouwen.In 1788 werd de molen herbouwd.

We vinden de molen als volgt omschreven in een kadasterdocument uit 1830: "dit zijn (met A351) twee houten standaartmlens, zij hebben eenen omgang en twee paar steenen welke niet gelijktijdig kunnen werken, zij zijn beide gunstig gelegen en zijn in goede stat en worden door de eigenaar gebezigd".

Eigenaars na 1830:
- 1828, verkoop:  Pelgrims-Deckers Jan Frans, molenaar te Wilrijk, afkomstig uit Betekom, waar hij geboren werd op 7 juni 1795.
- 06.05.1850, erfenis: weduwe en kinderen (kinderen: a) Pelgrims Maria, zonder beroep te Wilrijk en b) Pelgrims Sophia, echtgenote Segers Jan Frans, molenaar te Wilrijk (overlijden van Jan Frans Pelgrims)
- 26.10.1858, verkoop: De Heel-Segers Gabriël, molenaar te Aartselaar (notaris Segers)
- 11.08.1898, verkoop: a) Meyvis Cornelius, molenaar te Rijkevorsel, dan te Wilrijk en later te Anderlecht en b) zijn broer Meyvis-Eyckmans Ludovicus, magazijnier te Antwerpen en later molenaar te Wilrijk (notaris Meeus)

Corneel Meyvis, boerenzoon uit Wortel, deed in 1898 als bakker zijn legerdienst op het Fort 6 te Wilrijk. Toen hij eens een pintje ging drinken in het café van "Mielken van de Meulen", die tevens eigenaar was van de nabijgelegen Schaliemolen, vernam onze soldaat dat niet alleen Mielke zijn molen van de hand wou doen, maar dat ook de molen van "De Heel" te koop stond. Bij zijn eerstvolgende thuiskomst meldde Corneel Meyvis dit aan zijn vader, die prompt de twee molens aankocht.

Alzo werden Louis en Corneel Meyvis eigenaars van de Oude Molen, terwijl August en Jaak Meyvis de Schaliemolen werden toegewezen.

De Wilrijkse bevolkingsboeken vermelden de inschrijving van Corneel Meyvis op 16 augustus 1898 en Louis Meyvis op 18 november van datzelfde jaar als "mulders". Beide broers namen hun intrek in het huis van mulder Emiel De Groof, eigenaar van de Schaliemolen.

Een erg rendabele moelnaankoop blijikt dit echter niet geweest te zijn. De Oude Molen was oud en versleten en was dringend aan herstelling toe. Ook was de molenberg door twee kruisende spoorwegen van het dorp afgesneden. Verder telde Wilrijk op dat ogenblik drie graanmolens op haar grondgebied en waren de stoommaalderijen in volle bloei.

Corneel Meyvis kocht daarom iin 1908 een watermolen aan op de Zenne, en ging zich te Anderlecht vestigen. De eenzaamheid moet zijn broer Louis wel zwaar gevallen zijn, want op 15 mei 1910 huwde hij met Maria L.J. Eyckmans. De grafsteen van dit echtpaar bevond zich in 1995 nog steeds op de oude begraafplaats aan de Kerkhofstraat en de Jules Moretuslei.

De standaardmolen, die twee steenkoppels en op het laatst een gesloten voet had, werd op 3 oktober 1914 afgestookt door de Belgische genietroepen om geen hinder te vormen voor de uitbouw van de verdediging van de Tweede Verdedigingslijn, de voormalige "Veiligheidsomwalling" of Brialmontforten 1 tot 8.

Na de Eerste Wereldoorlog werd hij niet heropgebouwd. De oude molenwal en de omliggende woonwijk Molenveld verdwenen bij de aanleg van het nieuwe parkkwartier.

Herman HOLEMANS & J. DE RIDDER

Bijlagen

Advertentie in De Belgische Molenaar, 1909, nr. 10.
Maaldersgast
Gevraagd bekwamen maaldersgast voor wind en stoom op eigen kosten tegen goed loon bij: Gebr(oeder)s Meyvis, te Wilryck.

Over moleneigenaar Peter Slootmans den Ouden (Bert Slootmans, www. slootmans.eu)
In tegenstelling tot de meeste familienamen lijken, momenteel, alle nog in leven zijnde personen die de naam Slootmans dragen (waar ook ter wereld) terug te voeren tot een en dezelfde stamvader: Peter Slootmans den Ouden, bijgenaamd "Den Corc" die in 1584 Meier van Wilrijk werd.
Van zijn vader is enkel geweten dat hij ook Peter heette en samen met zijn zoon "kastelein" van een aantal kastelen ("huysen van plezantie", buiten verblijven van rijke Antwerpenaren) in het Wilrijkse was. Ook zou hij afkomstig zijn uit Boekhoute (prov. Oost-Vlaanderen). Enige documentatie hieromtrent ontbreekt echter omdat de kerkarchieven van dit dorp over die periode door brand vernield werden.
Peter was, naast meier van Wilrijk, ook nog kerkmeester, drossaart van het Kiel en kapitein van de Antwerpse burgerwacht in de vroege 17e eeuw.
Geregeld slaagde hij er ook in om het ambt van belasting ontvanger voor het gebied Wilrijk te pachten.
Volgens zijn testament was hij ook eigenaar van een groot gedeelte van de landbouwgronden in Wilrijk en bezat hij ook de enige molen, een banmolen van de streek.

Eduard De Wolf, "Herinneringen aan het Molenveld", Wilrica, jg. 1980, nr. 1.
Hoe dikwijls hebben wij, rakkers van het Molenveld, de weg naar het Groenenborgerhof niet afgelopen wanneer we gingen zwemmen in de grachten rondom het Hof, of om er in de winter te gaan schaatsen? En van bovenop de molenberg ons naar beneden laten rollen was ook een geliefd spel. Maar de molen was er al niet meer. Alleen het metselwerk of sokkel waarop de molen ooit stond was er nog. Alhoewel ik pas zes jaar was, wanneer de molen werd vernield in 1914, kan ik mij nog heel duidelijk herinneren er enkele keren te zijn binnengeweest, samen met mijn vader. En in het molenkot was ik zelfs dikwijls. Van de eigenaars kocht vader destijds ook al het nog bruikbaar zijnde hout, waaronder de hoofdas, 'koning' genaamd. Dit eikenhout is na de oorlog verwerkt geworden als dorpels en slaghouten in enkele huizen te Wilrijk.

Literatuur

J. De Ridder, "Windmolens te Wilrijk", Wilrijk, Kring voor Heemkunde Wilrica vzw, 1995.
Prims F., Geschiedenis van Wilrijk, Wilrijk, 1952.
Van Der Zeyp J., Het rijke Wilrijk 1200 jaar oud, Antwerpen, 1965.
Van Passen R., Geschiedenis van Wilrijk, Wilrijk, 1982.
H. Holemans & P.J. Lemmens, Molens van de Voorkempen en van Groot-Antwerpen, Nieuwkerken, 1983, p. 35-37;
G. Kockelberg, Historische molenvermeldingen in en om Antwerpen. Een blik op de 1000-jarige geschiedenis der Antwerpse molens, Antwerpen, 1986, p. 120-121.
Van Passen R., Molensprokkelingen, in: Molens in de provincie Antwerpen. Katalogus van de molententoonstelling te Boechout en Kasterlee, 1965.
Van Passen R. & Roelants K., Toponymie van Wilrijk, Wilrijk, 1967.
Zo was... Wilrijk, Antwerpen, 1973.
Van de Vijver F., Hout voor molenmakers te Wilrijk, in: Antwerpsche Gazette, 1793.
Van Stappen Alfons, Molen Meyvis in Wilrijk, in: De Verzamelaarsvrienden, 1978, nr. 5, p. 22.
De molen Meyvis wordt afgebroken, in: Gazet van AZntwerpen, 25.07.1973.
Molen van Meyvis wordt geschiedenis te Wilrijk, in: Het Handelsblad, 01.08.1973.
www. slootmans.eu (Bert Slootmans)
Lambrechts-Augustijns Hugo, Over een dieverij bij de molenaar van Wilrijk, Wilrica (Kring voor Heemkunde Wilrijk), XXIV, 2001, 3, p. 69-70.
Lambrechts-Augustijns Hugo, De handgraanmolen te Wilrijk, Wilrica, XXVII, 2005, 3, p. 50-52.
Slootmans R.H.A., Pe(e)ter Slootmans (seniores). Kerkmeester, meier & molenaar te Wilrijk eind XVIde begin XVIIde eeuw en zijn nakomelingen, Deurne, eigen beheer, s.d., 293 p.
Eduard De Wolf, "Herinneringen aan het Molenveld", Wilrica, jg. 1980, nr. 1.

Overige foto's

<p>Oude Molen<br>Dikke Mee<br>Molen Meyvis</p>

Detail van deze prentkaart.

<p>Oude Molen<br>Dikke Mee<br>Molen Meyvis</p>

Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem

<p>Oude Molen<br>Dikke Mee<br>Molen Meyvis</p>

Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem

<p>Oude Molen<br>Dikke Mee<br>Molen Meyvis</p>

Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem

<p>Oude Molen<br>Dikke Mee<br>Molen Meyvis</p>

Links is de Schaliemolen, rechts de Oude Molen. Prentkaart E.S. (E. Schreij), Berchem-Antwerpen, ca. 1910 (coll. D. Vandenbulcke, Staden)

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: dinsdag 21 juli 2015

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens