Molenzorg

Liedekerke, Vlaams-Brabant


Keirekensmolen te Liedekerke, jaren 1930. Verzameling Ons Molenheem
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Keirekensmolen

Ligging
Pamelsestraat 361
1770 Liedekerke

noordwestzijde
hoek met Keirekenslos
Keirekensberg
Impegem
kadasterperceel D428b


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
1864, overgebracht uit Anderlues / 1884, heropgericht
Verdwenen
1884, omgewaaid / 1941, verrold naar Pamel, Bouchoutstraat
Beschrijving / geschiedenis

De Keirekensmolen was een houten korenwindmolen op de Keirekensberg (vandaar de molennaam) op de Keirekensberg in Impegem, aan de noordwestzijde van de Pamelsestraat (nr. 361), op de hoek met Keirekenslos. Thans staat er een villa.

De molen werd aldaar in 1864 opgericht. Oprichter was Jean-Baptist Van der Kelen (Pamel 1771-Pamel 1841). Zijn motief tot oprichting was een frustatie. Hij was verbolgen; de molenaar van Pamel had zijn graan niet, zoals beloofd, bij de eerste wind gemalen, maar eerst een andere klant bediend. Jean-Baptist trok daarop naar Anderlues (1), nabij Lessines in Wallonië, om er een molen te kopen, die daar in 1773 was (her)opgericht. Ontmanteld voerde hij de molen op een grote kar getrokken door verschillende paarden naar de Keirekensberg op Impegem (Liedekerke), niet ver van zijn boerderij op Kriebrug (Pamel). Een molenaarsgast hield de molen draaiend (2); in 1866 was dat Ferdinand Vijverman.

In 1868 verkochten de kinderen van Jean-Baptist Van der Kelen de molen, het molenaarshuis en 32 aren grond voor 8700 frank aan August Rijdant (Redant) uit Outer, die ook de molenaar werd (registratie op 6 augustus 1868).

In 1884 (3) waaide de molen omver, maar werd door August weer rechtgezet.

Molenaar August overleed in 1903, werd opgevolgd door zoon Hector die er molenaar bleef tot hij op vrijdagnamiddag 4 november 1938 op de molen verongelukte door een vallende molensteen toen hij aan het scherpen was (4). Hij was dan 59 jaar oud.

Nog dezelfde maand verkocht zijn weduwe de molen en het molenaarshuis aan Henri Van Nuffel voor 60.000 frank en 12.000 frank schrijfkosten. Henri paste de wieken aan zodat ze beter draaiden, installeerde een kuis- en builmolen en omdat de wieken te dicht bij de grond scheerden (5) trok hij de molen van 40 ton, met vier ‘hefkrukken' 30 cm hoger!

In de nacht van 14 op 15 november 1940 was de storm zo hevig dat de grondkabel aan de wiek werd losgerukt. ‘Met alle moeite van de wereld konden zij dan toch de molen uit de wind zetten, anders was hij afgebrand.' (6) Tijdens de oorlog mocht er 's nachts niet gemalen worden. Bovendien werden haast uitsluitend 'broodgranen' gemalen, wat driemaal meer tijd vergde dan het malen van voedergranen. Het vermogen van de molen overdag moest dus opgedreven worden. Maar de wieken vingen minder om minder wind doordat de bomen in de omgeving steeds hoger werden en ook de motormolen kon geen soelaas bieden want er was geen mazout te verkrijgen. Begin 1941 kwam bij Henri de gedachte op, de windmolen te verplaatsen …

‘Na wat zoeken vond ik een geschikte plaats op 300 m afstand van de molen, die zowat 7 meter hoger gelegen was. Dit was op Bouchout op het grondgebied van Pamel. Een maand lang ging ik 's morgens en 's avonds naar de uitgekozen plaats en toen stond mijn besluit vast. Ik zou de molen verplaatsen want het was ongelooflijk hoe veel meer wind er op die plaats kwam.' (6) Henri kwam met de eigenaar overeen het stuk grond te ruilen. Intussen verwijderde hij op 24 en 25 juli de molenstenen en de wieken. De volgende dagen liet hij de molen zakken, werd de trap nog verwijderd, de molen (nog ca. 20000 kg wegend) op de ‘balkslede' geschoven, de slede gedraaid zodat ze klaar lag voor een tocht over rollen op planken. Een twintigtal mannen namen de touwen in handen en trokken, … Henri schreef het hele gebeuren op in een dagboek, onder de titel ‘Op reis met mijn molen' (7). Op vrijdag 1 augustus 1941 noteerde hij o.m. dat alles begon te kraken.

Rond 20.30 u stond de molen midden op straat en moest de ‘kabienmeester' komen om de elektriciteitsdraden door te knippen. De ‘vloerplanken' verleggen, een gebarsten rol vervangen en … trekken; de drie broers van Henri (René, Frans en Albert) en gans de buurt hielpen mee, soms tot 40 trekkers. Zij gingen telkens (door het spel der katrollen (8)) zes meter vooruit om de molen één meter verder te krijgen. Op dinsdag 5 augustus was de helft van de weg afgelegd. Er kon de voorbije dagen niet voortdurend getrokken worden omdat de boeren in de oogst moesten werken. Daarom werden die dinsdag, en ook de volgende dagen 2 paarden gehuurd. Langduriger trekkracht, een zachtere helling, … al op 7 augustus werd ‘het zoo betrachte doel bereikt'. Met krukken werd dan de molen verhoogd, de slede weggenomen, vervangen door betonnen teerlingen. Daarop werden in de molen nieuwe molenstenen geplaatst, de trap aangezet, de wieken in de askop gestoken, de lantaarns ingezet en de regulators gemonteerd, de plankenvloer toegenageld, … eind augustus kon er weer gemalen worden. Of zoals Henri in zijn dagboek schreef: ‘En … ziedaar nu de oude vermolmde reus op zijn derde plaats. Gansch alleen in een open kouter. Vrij van al wat hem kan storen in zijne onzichtbare kracht, die aan zijn wieken het leven schenkt en nu op regelmatige wijze het kruis in beweging houdt.'

Na Wereldoorlog II kwam er uit Amerika ‘witte bloem' die niet door een gewone windmolen kon gemalen worden. Ook kochten veevoederfabrieken grote hoveelheden graan op. Alleen wat malen voor kleine boeren en het pletten van haver bleef over voor de windmolen. In 1954 werd deze dan ook buiten gebruik gesteld.

Bij akte van 22 januari 1961 (notaris Van den Haute) verkocht Henri Van Nuffel de molen voor 90.000 frank aan Daniël en Claire Housiaux-Marchal (mechanieker in Sint-Lambrechts-Woluwe) die er hun buitenverblijf wilden van maken en zij dachten er daarbij ook aan de molen te restaureren. Bij koninkljik besluit van 29 mei 1964 werd de molen zelfs beschermd! Ze verkochten de molen op 22 november 1965 aan apotheker Guy Joseph Maison-Thiry uit Overijse. Korte tijd zorgde de huurder van de grond rond de molen ervoor dat men er een pint kon pakken en was de molen een attractie.

Rond 1960 was de molen al erg toegetakeld. Typisch voor de Keirekensmolen was het ‘huisje', onder de molen gemetseld omdat deze in het open veld stond en men zo een ruimte had waar men bij windstilte, in afwachting de zakken (langs 4 deuren) opborg.

Op 30 januari 1970 om 6.10 u werd de reeds lang hellende molen door een windstoot geveld. Vermolmd, niet meer onderhouden, … door de verplaatsing toch verzwakt?

In 1977 verkocht Henri ook nog de grond en het molenhuis op Impegem.

Het nu verdwenen molenaarshuis op Impegem was, volgens een beschrijving uit 1975, een eenlaags gebouw van zeven traveeën onder zadeldak (pannen) met uitgewerkte houten modillons, door gevelankers gedateerd 1779. Steekboogvormige vensters en deur, sommige in omlijstingen van plaatselijke zandsteen met zware negblokken en andere in omlijstingen van gesinterde steen. Luiken met  hengsels. Omlijstingen onder meer van de deur werden weggebroken. Binnenin, zolderingen van kinder- en moerbalken met afgeschuinde kanten. Rechterzijgevel met rondboognis en kruis van sintersteentjes en linkerzijgevel met vlechtingen. Er was een aanpalend dienstgebouwtje uit de 19de eeuw.

(1) Volgens Johanna Van der Kelen in ‘DF-Klokje', ledenblad van DF-Roosdaal, 1990, 22e jg nrs 11, 12. Aldaar p. 141. Zowel over de plaats waar de molen in Wallonië stond (een andere bron meldt immers Papignies), als over het jaar waarin hij naar Liedekerke werd overgebracht, spreken de verschillende bronnen elkaar tegen.
(2) Of verhuurde de familie Van der Kelen de molen?
(3) Volgens het kadaster. Andere bronnen melden 1876 of 1880. 
(4) Volgens de dochter van Hector Redant kreeg haar vader een hartinfarct en viel hij van de maalzolder tussen het raderwerk. Volgens Henri Van Nuffel haakte Hector met zijn mouw aan een ijzerdraad van de lantaarn en werd zo ‘opgerold'. Volgens de Volksstem van 6 november 1938 werd hij verpletterd door een vallende molensteen toen hij aan het scherpen was (zie bijlage). 
(5) ‘Vandaar was er bijna wekelijks kippesoep', schreef hij in zijn dagboek.
(6) Zo vertelde hij in 1982 aan de werkgroep DF-Klokje.
(7) Ook maakte hij vooraf een maquette, later afgestaan aan het molenmuseum te Gent.
(8) In zijn dagboek stelde Henri dat de ‘versnellingstouwen' toelieten de macht 6 maal te vergroten. Volgens hem trokken op dinsdag in feite 6 x 40 man = 240 man + 6 x 2 paarden = 12 paarden de molen het sterkst hellend gedeelte op!
(9)

Hubert DE BOLLE

Over molenaar Henri Van Nuffel

Henri Van Nuffel was geboren te Pamel op 16 juli 1910, oudste zoon. Moest van vader piano spelen, en als hij niet oefende mocht hij als straf die dag niet op de molen. (1) Op 23 april 1935 trouwde hij met Elvire Kestens (°Pamel 1909) uit het Meiershuis. Samen met zijn broers hielp hij vader op de molen, maar Henri wou een eigen molen, waar hij alleen de molenaar was! In november 1938 kocht hij de Keirekensmolen en het molenaarshuis te Impegen (Liedekerke). Op die plaats ving de molen echter te weinig wind en Henri trok hem, in 1941, dan maar naar het 7 meter hoger gelegen Bouchout (Pamel), 300 meter verderop, een huzarenstuk!
‘Het leven op de molen was hard, wij zaten ganse dagen op de molen, soms dag en nacht. Als er geen wind was werden de stenen gescherpt met gans ons gezin. Ik scherpte de buitenkant en mijn vrouw en kinderen de binnenkant. Met twee duurde het van 6 uur 's morgens tot 9 uur 's avonds, vooraleer alle scherpwerk klaar was.' In de winter kon het bitterkoud zijn op de molen. ‘Vaak hadden wij rond de benen zakken gebonden – we geleken wel eskimo's – en we hadden een kap, gemaakt van een jutezak, op ons hoofd. Vanaf 1943 had ik wel elektriciteit en konden wij handen en voeten verwarmen aan een elektrisch kacheltje.' (2)
Toen na Wereldoorlog II het werk op de windmolen verminderde, kocht Henri in 1951, samen met Juliaan Durant die er werkte, de cilindermolen van Neigem, die ook ‘witte bloem' kon malen. ‘Mijn vrouw en zoon Albert lieten overdag de Keirekensmolen verder draaien terwijl ik in Neigem werkte. Sommige avonden stapte ik van de molen te Neigem over op de windmolen ...' (2), maar in 1954 werd deze toch stilgelegd.
Toen verhuisde het gezin, waarin intussen 6 kinderen waren geboren, naar de Steenweg op Halle te Meerbeke, dichter bij de molen van Neigem. In 1961 verkochten zij de Keirekensmolen, in 1968 de molen te Neigem, in 1977 het molenhuis te Impegem, inmiddels hadden zij in 1969 hun huis te Meerbeke gekocht.
Daar leefde Henri tussen de vele foto's van molens en tussen de draaiende miniatuurmolentjes in de tuin. Op rust zijnde trok hij vaak naar O.-L.-V.-Lombeek om er de windmolen te laten draaien, aldus levend verleden in het Pajottenlandse landschap. Velen kwamen er luisteren naar zijn uitleg, … bruidjes liet hij ‘voor de foto' aan een katrol naar beneden.
Technisch knap en een rasechte molenaar, zo kan Henri getypeerd worden en ook … ‘De “rem” werd slechts na een kruisteken opgetrokken, hopend op zegen bij het malen (2).
Hij overleed op 16 november 1999.

(1) Het was een houten standaardmolen die vooral uit eikenhout gemaakt was, onderaan was olm verwerkt en de spillen van de wielen waren vervaardigd uit acaciahout.
(2) Vorige geschiedkundige gegevens werden vooral geput uit een artikel van G. Van Herreweghen: ‘De windmolen van Pamel' in DF-Klokje, 8e jg, 1976, nrs 3,4. Aldaar pp. 33-41.

Hubert DE BOLLE

Bijlagen

De Volksstem, 06.11.1938, p. 2, kol. 4.
Ongeluk in een molen te Liedekerke.
Het gehucht Korenberg te Liedekerke wed Vrijdagnamiddag in opschudding gebracht door een smartelijk ongeluk, dat zich heeft voorgedaan in den windmolen, toebehoorende aan Hector Redant, 59 jaar oud.
De eigenaar was bezig met een molensteen te scherpen en bediende zich hiertoe van een kleine stelling. Op een gegeven oogenblik moet de opgetrokken molensteen gelost hebben met het noodlottig gevolg dat het zware tuig kantelde en terecht kwam op den ongelukkigen mulder.
Het geweldig gedruisch der instorting deed de bewoners van het molenaarshuis opschrikken. Zij snelden dan naar den windmolen en troffen er, tot hun groote ontsteltenis den maalder ten gronde aan met den zwaren steen gedeeltelijk op het lichaam. Met moeite kon men deze log(g)e massa van den ongelukkige, die jammerlijk verpletterd was, verwijderen. Redant had de borstkas ingedrukt en was een lijk, eer men er aan denken kon hem hulp te bieden.
Begrijpelijkerwijze verwekte dit tragische gebeuren heel wat opschudding in de streek van Liedekerke, waar het ongelukkige slachtoffer alom gekend en geacht was.

Literatuur

Gedrukte bronnen
De Volksstem, 06.11.1938.

Werken
Hubert De Bolle. Roosdaal van A tot Z. Keirekensmolen. Windmolen op Bouchout
Herman Holemans, Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 3: arrondissement Halle-Vilvoorde (M-Z), Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1992;
M.A. Duwaerts e.a., De molens in Brabant, Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961
www. hdbr.be (Hubert De Bolle, Roosdaal)
Hubert De Bolle, Roosdaal van A tot Z. De Pauselijke Zoeaaf. Windmolen te Pamel.
Hubert De Bolle, Roosdaal van A tot Z. Van Nuffel Jan Frans, zoon Rufin, kleinzonen Henri en René. Molenaars op 'de Pauselijke Zoeaaf', windmolen te Pamel.
Werner Smet, "De oude molen van Impegem", Ons Molenheem (Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1998, nr. 1, januari-maart, p. 12.

Mailberichten
Roger Van Raemdonck, Niel, 28.02.2016.
Flor Van Nuffel, Antwerpen, 15.10.2017.

Overige foto's

<p>Keirekensmolen</p>

Na zijn verplaatsing naar Pamel. Verzameling Ons Molenheem

<p>Keirekensmolen</p>

Na zijn verplaatsing naar Pamel. Verzameling Ons Molenheem

<p>Keirekensmolen</p>

Na zijn verplaatsing naar Pamel. Verzameling Ons Molenheem

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zondag 15 oktober 2017

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens