Molenzorg

Pamel (Roosdaal), Vlaams-Brabant


Prentkaart, edit. Drukkerij Saint-Pierre, 1944. Verzameling Ons Molenheem
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Keirekensmolen

Ligging
Bouchoutstraat 14
1760 Pamel (Roosdaal)

(tegenover)
ten zuiden
kadasterperceel B67i


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
1941, overgebracht uit Liedekerke (Impegem)
Verdwenen
1970 - 30 januari, omgevallen
Beschrijving / geschiedenis

De Keirekensmolen te Pamel was een houten korenwindmolen aan de zuidzijde van de Bouchoutstraat (tegenover nr. 14). Op het vroegere molenperceel is er thans een bosje.

Van 1864 tot 1941 stond de standaardmolen op de Keirekensberg op Impegem, grondgebied Liedekerke. Aldaar werd hij gebouwd door Jean-Baptist Van der Kelen (Pamel 1771-Pamel 1841) uit frustratie. Hij was verbolgen: de molenaar van Pamel had zijn graan niet, zoals beloofd, bij de eerste wind gemalen, maar eerst een andere klant bediend. Jean-Baptist trok daarop naar Papignies (1), nabij Lessines in Wallonië, om er een molen te kopen, die daar in 1773 was (her)opgericht. Ontmanteld voerde hij de molen op een grote kar getrokken door verschillende paarden naar de Keirekensberg op Impegem (Liedekerke), niet ver van zijn boerderij op Kriebrug (Pamel). Een molenaarsgast hield de molen draaiend (2); in 1866 was dat Ferdinand Vijverman. In 1868 verkochten de kinderen van Jean-Baptist de molen, het molenaarshuis en 32 aren grond voor 8700 fr aan August Rijdant uit Outer, die ook de molenaar werd.

In 1884 (3) waaide de molen omver, maar werd door August Rydant weer rechtgezet. Deze molenaar overleed in 1903 en werd opgevolgd door zoon Hector die er molenaar bleef tot hij op 4 november 1938 op de molen verongelukte (4).

Nog dezelfde maand verkocht zijn weduwe de molen en het molenaarshuis aan Henri Van Nuffel (Pamel 1910 - Ninove 1999) voor 60.000 frank en 12.000 frank schrijfkosten. Henri paste de wieken aan zodat ze beter draaiden, installeerde een kuis- en builmolen en omdat de wieken te dicht bij de grond scheerden (5) trok hij de molen van 40 ton, met vier ‘hefkrukken' 30 cm hoger! In de nacht van 14 op 15 november 1940 was de storm zo hevig dat de grondkabel aan de wiek werd losgerukt. ‘Met alle moeite van de wereld hebben wij dan toch de molen uit de wind kunnen zetten, anders was hij afgebrand.' (6) Tijdens de oorlog mocht er 's nachts niet gemalen worden. Bovendien werden haast uitsluitend 'broodgranen' gemalen, wat driemaal meer tijd vergde dan het malen van voedergranen. Het vermogen van de molen overdag moest dus opgedreven worden.

De wieken vingen minder om minder wind doordat de bomen in de omgeving steeds hoger werden en ook de motormolen kon geen soelaas bieden want er was geen mazout te verkrijgen. Begin 1941 kwam bij Henri de gedachte op, de windmolen te verplaatsen … ‘Na wat zoeken vond ik een geschikte plaats op 300 m afstand van de molen, die zowat 7 meter hoger gelegen was. Dit was op Bouchout op het grondgebied van Pamel. Een maand lang ging ik 's morgens en 's avonds naar de uitgekozen plaats en toen stond mijn besluit vast. Ik zou de molen verplaatsen want het was ongelooflijk hoe veel meer wind er op die plaats kwam.' (6) Henri kwam met de eigenaar overeen het stuk grond te ruilen. Intussen verwijderde hij op 24 en 25 juli de molenstenen en de wieken. De volgende dagen liet hij de molen zakken, werd de trap nog verwijderd, de molen (nog ca. 20000 kg wegend) op de ‘balkslede' geschoven, de slede gedraaid zodat ze klaar lag voor een tocht over rollen op planken. Een twintigtal mannen namen de touwen in handen en trokken, … Henri schreef het hele gebeuren op in een dagboek, onder de titel ‘Op reis met mijn molen' (7). Op vrijdag 1 augustus 1941 noteerde hij o.m. dat alles begon te kraken.

Rond 20.30 u stond de molen midden op straat en moest de ‘kabienmeester' komen om de elektriciteitsdraden door te knippen. De ‘vloerplanken' verleggen, een gebarsten rol vervangen en … trekken; de drie broers van Henri (René, Frans en Albert) en gans de buurt hielpen mee, soms tot 40 trekkers. Zij gingen telkens (door het spel der katrollen (8)) zes meter vooruit om de molen één meter verder te krijgen. Op dinsdag 5 augustus was de helft van de weg afgelegd. Er kon de voorbije dagen niet voortdurend getrokken worden omdat de boeren in de oogst moesten werken. Daarom werden die dinsdag, en ook de volgende dagen 2 paarden gehuurd. Langduriger trekkracht, een zachtere helling, … al op 7 augustus werd ‘het zoo betrachte doel bereikt'. Met krukken werd dan de molen verhoogd, de slede weggenomen, vervangen door betonnen teerlingen. Daarop werden in de molen nieuwe molenstenen geplaatst, de trap aangezet, de wieken in de askop gestoken, de lantaarns ingezet en de regulators gemonteerd, de plankenvloer toegenageld, … eind augustus kon er weer gemalen worden. Of zoals Henri in zijn dagboek schreef: ‘En … ziedaar nu de oude vermolmde reus op zijn derde plaats. Gansch alleen in een open kouter. Vrij van al wat hem kan storen in zijne onzichtbare kracht, die aan zijn wieken het leven schenkt en nu op regelmatige wijze het kruis in beweging houdt.'

Na Wereldoorlog II kwam er uit Amerika ‘witte bloem' die niet door een gewone windmolen kon gemalen worden. Ook kochten veevoederfabrieken grote hoveelheden graan op. Alleen wat malen voor kleine boeren en het pletten van haver bleef over voor de windmolen. In 1954 werd deze dan ook buiten gebruik gesteld.

Bij akte van 22 januari 1961 (notaris Van den Haute) verkocht Henri Van Nuffel de molen voor 90.000 frank aan Daniël en Claire Housiaux-Marchal (mechanieker in Sint-Lambrechts-Woluwe) die er hun buitenverblijf wilden van maken en zij dachten er daarbij ook aan de molen te restaureren. Bij koninkljik besluit van 29 mei 1964 werd de molen zelfs beschermd als monument! Ze verkochten de molen op 22 november 1965 aan apotheker Guy Joseph Maison-Thiry uit Overijse. Korte tijd zorgde de huurder van de grond rond de molen ervoor dat men er een pint kon pakken en was de molen een attractie.

Rond 1960 was de molen al erg toegetakeld. Typisch voor de Keirekensmolen was het ‘huisje', onder de molen gemetseld omdat deze in het open veld stond en men zo een ruimte had waar men bij windstilte, in afwachting de zakken (langs 4 deuren) opborg.

Op 30 januari 1970 om 6.10 u werd de reeds lang hellende molen door een windstoot geveld. Vermolmd, niet meer onderhouden, … door de verplaatsing toch verzwakt? De teerlingen zijn nog aanwezig, evenals een stuk roede.

In 1977 verkocht Henri Van Nuffel ook nog de grond en het molenhuis op Impegem.

Noten
(1) Volgens Johanna Van der Kelen in ‘DF-Klokje', ledenblad van DF-Roosdaal, 1990, 22e jg nrs 11, 12. Aldaar p. 141. Zowel over de plaats waar de molen in Wallonië stond, als over het jaar waarin hij naar Liedekerke werd overgebracht, spreken de verschillende bronnen elkaar tegen. (2) Of verhuurde de familie Van der Kelen de molen?
(3) Of was het in 1880 of in 1884?
(4) Volgens de dochter van Hector kreeg haar vader een hartinfarct en viel hij van de maalzolder tussen het raderwerk. Maar volgens Henri Van Nuffel haakte Hector met zijn mouw aan een ijzerdraad van de lantaarn en werd zo ‘opgerold'.
(5) ‘Vandaar was er bijna wekelijks kippesoep', schreef hij in zijn dagboek.
(6) Zo vertelde hij in 1982 aan de werkgroep DF-Klokje.
(7) Ook maakte hij vooraf een maquette, later afgestaan aan het molenmuseum te Gent.
(8) In zijn dagboek stelde Henri dat de ‘versnellingstouwen' toelieten de macht 6 maal te vergroten. Volgens hem trokken op dinsdag in feite 6 x 40 man = 240 man + 6 x 2 paarden = 12 paarden de molen het sterkst hellend gedeelte op!
(9) Aan een apotheker uit Overijse?
(10) Korte tijd zorgde de huurder van de grond rond de molen ervoor dat men er een pint kon pakken en was de molen een attractie.

Hubert DE BOLLE

Over molenaar Henri Van Nuffel

Henri Van Nuffel was geboren te Pamel op 16 juli 1910, oudste zoon. Moest van vader piano spelen, en als hij niet oefende mocht hij als straf die dag niet op de molen. (1) Op 23 april 1935 trouwde hij met Elvire Kestens (°Pamel 1909) uit het Meiershuis. Samen met zijn broers hielp hij vader op de molen, maar Henri wou een eigen molen, waar hij alleen de molenaar was! In november 1938 kocht hij de Keirekensmolen en het molenaarshuis te Impegen (Liedekerke). Op die plaats ving de molen echter te weinig wind en Henri trok hem, in 1941, dan maar naar het 7 meter hoger gelegen Bouchout (Pamel), 300 meter verderop, een huzarenstuk!
‘Het leven op de molen was hard, wij zaten ganse dagen op de molen, soms dag en nacht. Als er geen wind was werden de stenen gescherpt met gans ons gezin. Ik scherpte de buitenkant en mijn vrouw en kinderen de binnenkant. Met twee duurde het van 6 uur 's morgens tot 9 uur 's avonds, vooraleer alle scherpwerk klaar was.' In de winter kon het bitterkoud zijn op de molen. ‘Vaak hadden wij rond de benen zakken gebonden – we geleken wel eskimo's – en we hadden een kap, gemaakt van een jutezak, op ons hoofd. Vanaf 1943 had ik wel elektriciteit en konden wij handen en voeten verwarmen aan een elektrisch kacheltje.' (2)
Toen na Wereldoorlog II het werk op de windmolen verminderde, kocht Henri in 1951, samen met Juliaan Durant die er werkte, de cilindermolen van Neigem, die ook ‘witte bloem' kon malen. ‘Mijn vrouw en zoon Albert lieten overdag de Keirekensmolen verder draaien terwijl ik in Neigem werkte. Sommige avonden stapte ik van de molen te Neigem over op de windmolen ...' (2), maar in 1954 werd deze toch stilgelegd.
Toen verhuisde het gezin, waarin intussen 6 kinderen waren geboren, naar de Steenweg op Halle te Meerbeke, dichter bij de molen van Neigem. In 1961 verkochten zij de Keirekensmolen, in 1968 de molen te Neigem, in 1977 het molenhuis te Impegem, inmiddels hadden zij in 1969 hun huis te Meerbeke gekocht.
Daar leefde Henri tussen de vele foto's van molens en tussen de draaiende miniatuurmolentjes in de tuin. Op rust zijnde trok hij vaak naar O.-L.-V.-Lombeek om er de windmolen te laten draaien, aldus levend verleden in het Pajottenlandse landschap. Velen kwamen er luisteren naar zijn uitleg, … bruidjes liet hij ‘voor de foto' aan een katrol naar beneden.
Technisch knap en een rasechte molenaar, zo kan Henri getypeerd worden en ook … ‘De “rem” werd slechts na een kruisteken opgetrokken, hopend op zegen bij het malen (2).
Hij overleed op 16 november 1999.

(1) Het was een houten standaardmolen die vooral uit eikenhout gemaakt was, onderaan was olm verwerkt en de spillen van de wielen waren vervaardigd uit acaciahout.
(2) Vorige geschiedkundige gegevens werden vooral geput uit een artikel van G. Van Herreweghen: ‘De windmolen van Pamel' in DF-Klokje, 8e jg, 1976, nrs 3,4. Aldaar pp. 33-41.

Hubert DE BOLLE 

Bijlagen

Het molenaarsschriftje van Henri Van Nuffel

Henri Van Nuffel (Pamel 1910 – Ninove 1999) werkte als beroepsmolenaar op  de Pauselijke Zouaaf van Pamel en de Keirekensmolen die in 1941 van Liedekerke naar Pamel “verrold” werd. In 1951 kocht hij  de watermolen van Neigem bij Ninove aan. Tot kort  voor zijn overlijden was hij vrijwillig molenaar op de Hertboommolen van O.L.Vr.-Lombeek.

 Onlangs was ik bij de dochter van Henri Van Nuffel om wat te praten over “vroeger”. We doken ook in de archieven en de stukken die de familie bewaard heeft van onze oude vriend-molenaar. Groot was mijn verrassing toen we daarin een schriftje vonden van zijn hand, waarin hij zijn visie vertelt over de molen, het vak van molenaar, de gevaren bij het malen…

Het schriftje heeft als titel “Mijn en uw molen”, is gedateerd “Liedekerke 23-3-‘45” en getuigt van zoveel liefde voor de windmolen en het mulders-leven dat het zonde zou zijn het niet te publiceren. Hij drukt er niet alleen zijn liefde uit voor het vak, maar ook zijn vrees voor de toekomst, zijn bezorgdheid voor het behoud van de windmolens. Hij gebruikt deze weg om kennis door te geven, kennis die hij zelf heeft opgedaan gedurende zijn lange loopbaan.

In dat schriftje geeft hij ook blijk van technisch vernuft en creativiteit, eigenschappen die ook heden ten dage zo broodnodig zijn op de molen,  eigenschappen die hij in hoge mate bezat. Ik heb genoten van het hoofdstuk over “verlichting en verwarming” in de molen, over zijn “wenjt-stoof”, een toestel van eigen makelij om handen en voeten te verwarmen maar ook zijn “wenjt-brikè”, een gloeiende draad aan de deurlijst om sigaret of pijp aan te steken, spreekt tot de verbeelding. Typisch daarbij is de opmerking dat je om je pijp aan te steken een stuk papier nodig had om vuur te nemen.

Het werkje zit vol nostalgie. Hij verwijst naar zijn vader en de tijd dat je van op diens molen wel 64 andere molens kon zien, ook naar de verplaatsing van zijn molen van Impegem naar Pamel in 1941 om een betere windvang te hebben.

Het is misschien niet allemaal correct wat hij schrijft, sommige zaken zijn achterhaald maar dit werkje is van een zodanige schoonheid en zuiverheid dat het kenbaar moet worden gemaakt.

Lieven DENEWET & Jan DELCOUR

--------------

Kris Goris, in www. facebook. com/groups (Windmolen Hertboom, 17.03.2014)
Jozef VAN DER SPEETEN, 04 04 1926, heeft als 15-jarige in 1941 mee getrokken aan de "Keirekensmolen". Die werd over een afstand verplaatst van 300 meter naar een plaats met beter windvang, in open veld en 7 meter hoger. De moleneigenaar, Henri Van Nuffel, was ook de laatste molenaar op de Hertboomwindmolen die was weliswaar niet meer maalvaardig maar hij stelde op geregelde tijdstippen de molen open voor het publiek om er bijvoorbeeld trouwfoto's te laten maken. Hij vertelde aan iedereen die het wilde horen over het beroep van molenaar, wat hij heel zijn leven was geweest. Henri liet het stuk rondhout, wat hij voorzien had van het jaartal 1941, hier getoond door Jozef Van Der Speeten, achter op de Hertboomwindmolen waar het hangt tot op de dag van vandaag. Henri Van Nuffel beweerde dat het nog had gediend bij de verhuis van zijn "Keirekensmolen".

Literatuur

Hubert De Bolle. Roosdaal van A tot Z. Keirekensmolen. Windmolen op Bouchout
Herman Holemans, Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 3: arrondissement Halle-Vilvoorde (M-Z), Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1992;
M.A. Duwaerts e.a., De molens in Brabant, Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961
www. hdbr.be (Hubert De Bolle, Roosdaal)
Hubert De Bolle, Roosdaal van A tot Z. De Pauselijke Zoeaaf. Windmolen te Pamel.
Hubert De Bolle, Roosdaal van A tot Z. Van Nuffel Jan Frans, zoon Rufin, kleinzonen Henri en René. Molenaars op 'de Pauselijke Zoeaaf', windmolen te Pamel.
De Maegd C. & Van Aerschot S., Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2N, Gent, 1975.
Lieven Denewet & Jan Delcour, "Vakknepen door en voor onze molenaars. 1. Hector Vindevogel alias Torie Mulders; 2. Henri Van Nuffel; 3. Jozef De Waele", Molenecho's, XXXVI, 2008, 4, p. 197-219.
E. D[e] K[inderen], Op bezoek bij de heer en mevrouw Henri Van Nuffel. Herinneringen aan de windmolens de Pauselijke Zouaaf en de Keirekensmolen te Pamel en de watermolen van Neigem, De Belgische Molenaar, LXXI, 1976, 21 (7 nov.), p. 313-316.
Lieven Denewet, Hoe een standerdmolen “verrold” werd (Liedekerke-Pamel, 1941), Molinologie (Tijdschrift voor molenstudie, TIMS-Nederland), 2, 1994, p. 21-29.
Lieven Denewet, Windmolenaar Henri Van Nuffel (°1910) overleden, Molenecho’s, XXVII, 1999, 4, p. 174.
Alain Goublomme, Henri Van Nuffel luistert naar de muziek van de Molens, Levende Molens, XW, 1988, 4, p. 27-29.
A. G[oublomme], Gelukkige verjaardag, Henri!! Levende Molens, XII, 1990, 7, p. 49.
Gij zijt de eerste mens die niet gaat sterven… Henri Van Nuffel aan het woord, Levende Molens, XIV, 1992, 4, p. 29.
H.J. Herpelinck, Op bezoek bij Henri Van Nuffel: mulder op de “Molen van Kapitein Zeppos”, Molenecho’s, XXVI, 1998, 1, p. 7-8.
H.J. Herpelinck, Historische molen van O.L. Vrouw-Lombeek openbaar verkocht, Molenecho’s, XXVII, 1999, 1, p. 17.
Werner Smet, "De oude molen van Impegem", Ons Molenheem (Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1998, nr. 1, januari-maart, p. 12.
Kris Goris, in www. facebook. com/groups (Windmolen Hertboom, 17.03.2014 - over Jozef Van der Speeten)

Mailberichten
Roger Van Raemdonck, Niel, 28.02.2016.
Flor Van Nuffel, 15.10.2017.

Overige foto's

<p>Keirekensmolen</p>

Foto P.J. Lemmens, ca. 1950. (Uitg. als prentkaart, Stichting Levende Molens - Roosendaal, 1990)

<p>Keirekensmolen</p>

Verzameling Ons Molenheem

<p>Keirekensmolen</p>

Verzameling Ons Molenheem

<p>Keirekensmolen</p>

Maquette van de verplaatsing. Verzameling Ons Molenheem

<p>Keirekensmolen</p>

De rollen waarop de molen werd verplaatst. Foto coll. I.J. de Kramer (coll. Stichting Molendocumentatie, Amsterdam)

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zondag 15 oktober 2017

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens