Molenzorg

Tienen, Vlaams-Brabant


Foto ca. 1970, coll. David Fillet
Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Driemolen
Drijmolen
's Hertogenmolens
Conincxmolen
Grote Molen

Ligging
Driemolenstraat
3300 Tienen

Huidevettersstraat
Sint-Katharinastraat
300 m Z v.h. centrum
op de Grote Gete
kadasterperceel G584


toon op kaart
Type
Turbine watermolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
begin 13de eeuw
Verdwenen
1977, brand
Beschrijving / geschiedenis
Deze watermolen was gelegen op de Grote Gete, in de Driemolenstraat, op 40,57 meter boven de zeespiegel. Sinds 1636 werd hij Drijmolen geheten, ook soms Sijne Majesteits Drijmolen (1699). Hij werd aldus genaamd naar de drie raderen en drie molens die op deze plaats stonden en die werden gebruikt voor het malen van graan en mout en het bewerken van kemp en schors.  Hij werd in het begin van de 13de eeuw opgericht door Hendrik I, hertog van Brabant, onder de naam 's Hertogenmolen of Banmolen. Hij bleef in het bezit van de opeenvolgende hertogen van Brabant en hun rechtsopvolgers (zoals Keizer Karel in de 16de eeuw en in de 18de eeuw de Oostenrijkse keizer). De molen werd steeds verpacht, de vroegst bewaarde verpachtingsbrief is die van 1374.   Op 25 oktober 1723 pleegde Germein de Bres, molenaarsknecht in de Driemolen, een poging tot verkrachting van Katharina Marcaigne.
Een handschrift van 5 bladzijden behandelt een vooronderzoek in verband met deze poging tot verkrachting in de huidige Sint-Katharinastraat. De 25ste oktober 1723, omtrent zeven uur 's avonds, kwam juffrouw Catharina Marcaigne, 55 jaar oud, van de Bostsepoort. Ter hoogte van de O.L.Heerbrug ontmoette zij Germeijn de Bres, seeckeren mans persoen wesende den knecht Inde drij molen alhier. Bij haar gekomen, heeft hij haar vastgepakt en haer forcelijck gesleurt & getrocken tot ontrent het middel van het voors. straetken willende haer deponente vercrachten. Hierop schreeuwde zij hulp ende brandt. Maar De Bres zegde tegen haar Swijght stil en schreift nijet [= schreeuw niet] oft ick steecke u met mijn messe die keel aff. De knecht wierp zijn slachtoffer op de grond en gaf haar verscheidene slagen op haar hoofd en aangezicht. Op dat ogenblik kwamen enkele personen voorbij, die later als getuigen werden opgeroepen. Daarop liep Catharina weg, laetende aldaer liggen haere muijlen. In het handschrift volgt de gebruikelijke formule: amplius Ignorat et habita lectura persistit et scribere nescit, wat betekent "Zij verklaart verder niets te weten, houdt staande na lectuur, en kan niet schrijven". handschrift van 5 bladzijden behandelt een vooronderzoek in verband met deze poging tot verkrachting in de huidige Sint-Katharinastraat. De 25ste oktober 1723, omtrent zeven uur 's avonds, kwam juffrouw Catharina Marcaigne, 55 jaar oud, van de Bostsepoort. Ter hoogte van de O.L.Heerbrug ontmoette zij Germeijn de Bres, seeckeren mans persoen wesende den knecht Inde drij molen alhier. Bij haar gekomen, heeft hij haar vastgepakt en haer forcelijck gesleurt & getrocken tot ontrent het middel van het voors. straetken willende haer deponente vercrachten. Hierop schreeuwde zij hulp ende brandt. Maar De Bres zegde tegen haar Swijght stil en schreift nijet [= schreeuw niet] oft ick steecke u met mijn messe die keel aff. De knecht wierp zijn slachtoffer op de grond en gaf haar verscheidene slagen op haar hoofd en aangezicht. Op dat ogenblik kwamen enkele personen voorbij, die later als getuigen werden opgeroepen. Daarop liep Catharina weg, laetende aldaer liggen haere muijlen. In het handschrift volgt de gebruikelijke formule: amplius Ignorat et habita lectura persistit et scribere nescit, wat betekent "Zij verklaart verder niets te weten, houdt staande na lectuur, en kan niet schrijven".   Het "Molenboeck" van Tienen vermeldt het nazicht van de peilhoogte van het water op Onze-Lieve-Heerbrug op 17 juni 1750, en zegt dat zulks gebeurde "ter requisitie van de weduwe jan Debruyn, pachterse van hare Majesteits Drijmolen binnen Tienen." (Stadsarchief Tienen, Sethboeck)   In 1797 verkochten de nieuwe Franse machthebbers de molen als nationaal bezit.   Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Sterckendries-Willems Henri, de weduwe, handelaarster te Tienen
- 1840, erfenis: de kinderen: a) Sterckendries Marie, b) Sterckendries Jacques, c) Sterckendries Marie Thérèse en d) Sterckendries François (overlijden van de weduwe van Henri Sterckendries)
- 21.06.1858, deling: a) Verlat Theophile, militair te Brussel, b) Verlat Augustin, rentenier te Visé, c) Verlat François, handelaar te Brussel en d) Verlat Ferdinand, zonder beroep te Tienen (notaris Swinne)
- 04.09.1862, deling: Verlat-Hellemans, eigenaar te Tienen (notaris Swinnen - ancien moulin avec roues hydrauliques et chute d'eau)
- 27.04.1889, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Hellemans)
- 23.05.1906, erenis: a) Kariris-Verlat Emilius, de weduwe, rentenierster te Schaarbeek en b) Michiels-Verlat Gustaaf, de weduwe, eigenaarster te Schaarbeek (overlijden van Joannesà
- 03.06.1920, verkoop: Chaltin-Verbiest Albert Louis Eduard, molenaar te Tienen (notaris Coomans)
- 16.12.1942, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Verbiest)
- 06.02.1943, afstand: a)Chaltin Albert Louis Eduard (voor vruchtgebruik), molenaar te Tienen en b) Chaltin-Grammet Jozef Albert Armand (voor naakte eigendom), molenaar te Tienen (notaris Rosseuw)
- 26.05.1953, einde vruchtgebruik: Chaltin-Grammet Joseph Albert Armand, molenaar te Tienen (overlijden van Albert Louis Chaltin).   Na brand in 1864, werd hij gedeeltelijk wederopbouwd door Ferdinand Verlat. De Bestendige Deputatie van de provinice Brabant besliste op 18 mei 1870 dat de molen nog alleen graan mocht malen.   Na de overstroming van 24 januari 1891 begonnen de verbredingswerken van de Grote Gete. Het huis met het kapelletje van het verdwenen Ecce-Homo-beeld werd gesloopt. De totale onkosten van deze werken aan rivier en bruggen door de stad heen beliepen 12.937. fr. (Stadsrapport 1893)   In 1897 werd een turbine geplaatst ter vervanging van het onderslagrad. Een nieuwe vergroting gebeurde in 1900 en een grondige verbouwing in 1951. In de jaren 1960 maalde de molen nog veevoeder.   De oude Onze-Lieve-Heerbrug, gelegen in de Boststraat, over de Grote Gete, in de buurt van Drijmolen rechts en Gasthuismolen links, op de linkeroever, in de Reizigersstraat en de Huidevettersstraat op de rechteroever, stond halfweg tussen de Gaespoort van de eerste omheining (1015-1200) en de Nieuwpoort of Baghijnengort , later ook Vogelenpgort of Gevangenenpoort genoemd van de vierde omheining (1507-1635). De nieuwe Onze Lieve Heerbrug, breder dan de vorige, dateert van 1957.   Er bestaat een lithographie in kleurendruk uit 1858, door J. Hoolans, gedrukt door Simonau en Zoovey, 0,174 h x op 0,25 br.) waarop we zien: de Grote Gete, de brug (oude O.L. Heerbrug) aan de Bostsestraat (oude Begijnen- en Naamsestraat), de nabijgelegen huizen aan de Huidvettersstr., gestoffeerd met figuren : een lansier te paard, een heer met hoge hoed op, en twee dames in hoepelrok. Op het achterplan de Driemolen, De Gete langs de Huidvettersstraat werd tot in de laatste jaren voor de laatste oorlog nog Paardenwater genaamd, daar de paarden, zowel die van het garnizoen als die van de particulieren, er gewassen werden.   In de 19de eeuw kwam een bloemmolen tot stand, waarbij ook nog gebruikt werd van waterkracht met behulp van een turbine. Een brand verwoestte het gebouw in 1977, maar daarna werd het gebouw in het kadaster toch nog beschreven als watermolen. Het gebouw werd in 1981 door het kadaster gedeeltelijk onbelast. De laatste molenaar was Jos Chaltin.
Literatuur

Stadsarchief Tienen, Sethboeck ("Molenboeck" van Tienen, 1760)
Herman Holemans & Werner Smet, "Wind-, water-, rosmolens te Tienen", Nieuwkerken, Ten Bos, 1981, 32 p. (Studiekring "Ons Molenheem, Studie nr. 1);
P. Dewalhens, "Molens te Tienen", in: Brabant, XII, 1960, nr. 6, p. 2-7;
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961;
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 5: arrondissement Leuven (M-Z)", Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem', 1994;
Els De Kinderen, "Ons rijke Brabant. Tienen: de molens en de evolutie die zij doormaken", in: De Belgische Molenaar en Levende Molens. Vakblad voor de maalderij, graan- en veevoerderhandel, Officieel orgaan van het Landelijk Verbond der middelgrote en kleine maalderijen, Maandblad, Ravels, jg. 79 (1984), p. 215-218, ill.
P. Dewalhens, De Onze-Lieve-Heerbrug te Tienen, Oost-Brabant, 1967, nr. 1, p; 19-20.
Paul Kempeneers, Tiense sprokkel. Katharina en het Strontstraatje, in: Brabantse folklore en in: www. kempeneers.org

Overige foto's

<p>Driemolen<br>Drijmolen<br>'s Hertogenmolens<br>Conincxmolen<br>Grote Molen</p>

Prentkaart ca. 1900, coll. David Fillet

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zondag 1 mei 2016

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens