Plaatsmolen
Meesmolen
Molen Vanderlinden
zuidwestzijde
hoek Fietelstraat
500 m NW v.d. kerk
kadasterperceel A549
De Plaatsmolen of Meesmolen was een korenwindmolen aan de zuidwestzijde van de Molenstraat (nr. 32), op de hoek met de Fietelstraat (de vroegere Korte Molenstraat), op een halve kilometer ten norodwesten van de kerk van Eine.
De molen werd opgericht voor 1712 als een staakmolen en werd tussen 1748 en 1775 herbouwd in steen.
We zien hem aangeduid op:
- de Fricxkaart (1712)
- de Villaretkaart (1745-1748) met het bruin symbool van een staakmolen en met de benaming "Moulin d'Eyne"
- de Ferrariskaart (ca. 1775) met het rood symbool van een stenen molen en met de benaming "Moulin d'Eyne".
- de Atlas der Buurtwegen (ca. 1845) met het rond grondoppervlak van een stenen molen en met de benaming "Mees Molen, Moulin"
- de topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "Meesmolen"
- de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855) met de naam "Meesmolen".
Op 12 en 26 juni en 10 juli 1806 werd te Eine in de hostellerie S. Eloy, bewoond door sieur van den Daele, openbaar verkocht, als tweede en laatste koop: de welbeklante stenen korenwindmolen, staande binnen Eine “tegen het dorp”, met een gemakkelijke op- en afrede, vrijkomende op de a.s. kerstavond. Deze molen staat in “een gemeente van beth 2000 zielen, met verscheidene brouwers, bakkers enz.”. Inlichtingen bij Livinus Francies vander Straeten, gewezen prijzer van stad en kasselrij en ex-griffier van Eine. (advertentie in de "Gazette van Gend", nrs. 1276 en 1280 van 9 en 23 juni 1806).
Uit het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Eine uit 1821: "il n'existe qu'un moulin à vent, il est construit en briques et sert à moudre du grain. Quant à sa situation, il est rapproché des moulins à farine d'Heurne, Bevere, Huysse et Audenaerde. Ce moulin étant affermé son revenu brut est de fl. 185.13."
Op 13 februari 1822 voltrok zich een verkoping door de gewezen baljuw Amelot in de herberg van Joannes Francies Van Ceulebrouck: "Eenen steenen Koorn windmolen binnen de prochie van Eyne 50 roeden oude lokale maet, in pacht bij Jan Baptiste Seynhaeve die nog pacht heeft tot 5 november 1822. Daer zal d'helft van de koopsomme op den zelven molen blijven loopen, mits gevende bij den zelven voor de hypotheeke". De nieuwe eigenaar was molenaar Clement Vandenabeele.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Van den Abeele-Van Ceulebroeck Clement, molenaar te Eine
- later, erfenis: de kinderen (overlijden van Clement Van den Abeele)
- 12.03.1864, verkoop: Van den Abeele-Campens Charles Louis (zoon van Clement), molenaar te Eine (notaris Heyse - Charles koopt 10/12 in de molen; de andere 2/12 behoren hem reeds toe)
- 29.12.1891, verkoop: Vanderlinden-Vanderlinden Henri Antoine, molenaar te Heurne (notaris Heyse)
- 15.07.1908, verkoop: Vanderlinden-De Meulemeester Theophile, molenaar te Eine (notaris Krieke)
Een advertentie uit 1892 toont ons de producten van molenaar Alfons Vanderlinden: "Alfons Vanderlinden, molenaar te Eyne is aangesteld als Agent van het syndicaat der vereenigde Eigenaars en Landbouwers van Oost-Vlaanderen, voor den verkoop van Vet en Meststoffen, zoals alle soorten van koeken en chemische vetten, guanos, soda nitrat, enz..., zaigranen, lijnzaed, klaverzaed, beetenzaed, enz..., alles gewaarborgd onder opzigt van zuiverheid en kiemkracht. Hij gelast zich ook wat aangaet de verkoop van Aerdappelsproeiers (stelsel Loumaigue en Duru), en kopersulfaat, waarvan de zuiverheid gewaarborgd is 98/99 %".
In 1902 werd een magazijn aan de windmolen gebouwd en in 1908 volgde de verkoop aan Theophile Vanderlinden-De Meulemeester.
De stenen windmolen werd in oktober 1918 vernield bij de terugtrekking van de Duitsers.
Naast de windmolen werd in het eerste kwart van de 20ste eeuw de mechanische maalderij Vanderlinden opgericht, confer de initialen "D L" op de achtergevel, "V" is verdwenen. Deze maalderij bleef in gebruik tot 1972, werd sindsdien aangepast en gebruikt als woonhuis en verzekeringskantoor. Alleen de maalstenen zijn behouden. Het gebouw werd op 5 oktober 2009 vastgesteld als bouwkundig erfgoed.
Iets verder in dezelfde straat (nr. 44) bevindt zich taverne-restaurant-feestzaal "Molenhuis" in een aangepast voormalig maalderijgebouw.
Bouwkundige beschrijving van de maalderij (Agentschap Onroerend Erfgoed)
Voormalige maalderij en stapelruimte van acht traveeën en anderhalve bouwlaag onder verspringend zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat). Witgeschilderde verankerde gevel op gecementeerde plint. Lunetten met ijzeren tracering op de halve bouwlaag en rechthoekige muuropeningen. Ingebouwd kapelletje op de afgekante hoektravee, met grijsgeschilderde spitsboogvormige nis en negblokken bekroond met kruis, plaasteren Onze-Lieve-Vrouwebeeldje in nis.
Lieven DENEWET, Julien VANDEPUTTE & Herman HOLEMANS
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (56).
De Plaatsemolen te Eine is afgebroken en door motorkracht vervangen.
't Is het geboortehuis van A. Vanderlinden die aan Eine brug die groote bloemmolen uitbaatte.
Zijn broeder woont nog ter plaatse waar de molen destijds stond.
Kaarten
- de Fricxkaart (1712)
- de Villaretkaart (1745-1748)
- de Ferrariskaart (ca. 1775)
- de Atlas der Buurtwegen (ca. 1845)
- de topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)
Gedrukte bronnen
- "Gazette van Gend", nrs. 1276 en 1280 van 9 en 23 juni 1806.
Werken
- Vandeputte J. Th., De molens van het arrondissement Oudenaarde, Uit hun geschiedenis, Oudenaarde, 1974, p. 229-230.
- Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oostvlaanderen, (Kultureel Jaarboek voor de Provincie Oostvlaanderen, 1962, Tweede Band, Gent, 1963, p. 11-12).
- H. Holemans, Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten D-E", Rotem, 1998.
- Bogaert C., Lanclus K., Tack A. & Verbeeck M., Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Oudenaarde, Stad Oudenaarde met fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15N1, Brussel - Turnhout, 1996.
- Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (56).
De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.