Molenzorg

Woesten (Vleteren), West-Vlaanderen


Foto 1915. Coll. Koninklijk Legermuseum, Brussel
Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Plaatsmolen
Woestenmolen
Oostmolen
Ampes molen

Ligging
Klyttestraat 5
8640 Woesten (Vleteren)

oostzijde
huidige boerderij van Jozef Debyser
300 m NO v.d. kerk
kadasterperceel B167


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
15de eeuw / voor 1585
Verdwenen
1915 - 11 september, oorlog
Beschrijving / geschiedenis

De Plaatsmolen, Woestenmolen, Oostmolen of Ampes molen (naar de uitbater) was een houten korenwindmolen aan de oostzijde van de Klyttestraat nr. 5, bij de hofstede of het molenhof van Jozef Debyser (voorheen de familie Ampe).

Het was de oudste en lange tijd enige windmolen van Woesten,

In de 15de eeuw werd "ten muelne walle" gemeld, de molenwal dus. De windmolen zelf was dan mogelijk tijdelijk verdwenen.

Cornelis Melevert huurde in 1558 de wind- en de rosmolen, samen met een brouwerij en een woonhuis, dit alles op een perceel van 5 gemeten groot.

De vroegste ons bekende molenaars, vanaf 1585, waren leden van de familie Maleveys: Matheus in 1585; Ignatius, schepen van Woesten in 1600; zoon Christiaen tot zijn overlijden in 1672: zoon Cornelius tot 1700; zoon Jacobus tot 1722. Laatstgenoemde (ongehuwde zoon van Cornelius en Josepha Elisabeth Robyn), die zijn vader in 1700 had opgevolgd, verongelukte door een dodelijke val uit de molen op 8 november 1722. Hij was toen 61 jaar oud.

Op de lijsten van het "hooftgelt" (een belasting die alle gezinshoofden moesten betalen) van 1696 (ten tijde van de Franse koning Lodewijk XIV) komt o.m. "Cornil Maleveys, meunier" voor. Hij werd voor 3 ponden aangeslagen voor zijn exploitatie van de molen en van 16 gemeten land en bos, ofwel ca. 6,5 hectaren.

Na het overlijden Ivan Cornelius Maleveys in 1700 zette zijn weduwe, Josynte Elisabeth Robyn, het bedrijf verder. Ze kreeg te maken met de belastingspolitiek van de Fransen. De betaling van de jaarlijkse cijns, ingesteld sinds de tijd van keizer Karel V in 1547, was in de loop van de 17de eeuw (tijdens de verzwakking van het Spaans regime) verwaterd. De pachter van 's Konings Domeinen te Vlaanderen (in dienst van de Franse koning), Annet Rigaud, had de molens "herontdekt" als inkomstenbron. Aldus deed de Woestijnse griffier P. Dehaene nauwelijks een maand na het overlijden van de molenaar aangifte van de aanwezigheid op zijn parochie en heerlijkheid van één "coornewyt meullen" die toebehoorde aan de weduwe en erfgenamen van Cornelis Maleveys, die geen "reconnaissances aux domaines du Roy" betaalden. De moleneigenaars werden voor de keuze gesteld: ofwel onmiddellijk de nieuwe lasten betalen, ofwel het bewijs leveren dat de vergunning tot het oprichten van hun molen was verkregen onder vrijstelling van lasten. De molens zouden op kosten van de eigenaars worden afgebroken als niet binnen een maand aan deze eis werd voldaan.

De molenaarsvrouw voerde echter aan dat niemand minder dan graaf Diederik van de Elzas en diens zoon Filips bij oorkonde van 10 augustus 1161 hadden bepaald dat toenmalige en toekomstige inwoners van Woesten ten eeuwigen dage vrijstelling kregen van hoegenaamd alle door de vorst opgelegde lasten, uitgezonderd de legerdienst. Keizer Karel had de inhoud van de oorkonde nog op 17 september 1515 uitdrukkelijk bevestigd. Aldus werd de aanspraak op vrijstelling op de griffie van de Koninklijke Commissie gedeponeerd. Blijkbaar met succes!

Josynte overleed in 1724, "out omtrent de hondert jaeren" zoals op haar grafsteen stond. Helaas is deze steen, in de noordelijke kerkmuur, tijdens de oorlog van 1914-1918 vernield.

In 1747 speelde de kwestie rond de vrijstelling nog een keer. Uit de verklaring die dan werd opgegeven blijkt ook dat de windmolen één steenkoppel had en dat ernaast een rosmolen stond: "un moulin à vent à un seul tournant et un autre à cheval y en adjoint". Deze rosmolen, nochtans een goede hulp in windstille perioden, verdween voor 1834.

De molen staat aangeduid op de kaart "Les Environs de St. Omer, d'Aire et de Cassel" (A Paris, chez N. De Fer, géographe de Sa Majesté Catholique..., 1709) en met het bruin symbool van een staakmolen op de Ferrariskaart (ca. 1775).

In 1790 treffen we Pieter De Cock aan als molenaar. In 1797 waren in Woesten drie priesters ondergedoken die na de Franse revolutie blootgesteld stonden aan vervolging. Een van deze gestelijken vond bij molenaar De Cock onderdak, een andere bij kleermaker Struye en de derde op het kasteel van barones de Bodinne.

Charles Joseph De Cock, die een tijdlang burgemeester van Woesten was geweest (1830-1867) volgde zijn vader op in 1830. Hij overleed kinderloos in 1867. Zijn neef Charles-Louis Vandromme was al zes jaar voordien eigenaar geworden. Hij was geboren te Woesten op 17 september 1836, werd naast molenaar ook schepen van Woesten en overleed aldaar op 13 februari 1871.

Molenaars en eigenaars vanaf 1585
- 1585: Matheus Maleveys, molenaar
- 1600: Ignatius Maleveys, molenaar en schepen van Woesten
- tot 1672: Christiaen Maleveys (+1672), zoon van Ignatius, molenaar
- 1672-1700: Cornelius Maleveys (1629-1700), zoon van Christiaen, molenaar
Zijn weduwe Josynte Elisabeth Robyn werd ongeveer 100 jaar en overleed te Woesten op 24 december 1724.
- 1700-1722: Jacobus Maleveys, ongehuwd, zoon van Cornelius en Josepha Elisabeth Robyn, molenaar. Verongelukt op 61-jarige leeftijd, door dodelijke val uit de molen op 8 november 1722.
- 1790: Pieter De Cock, molenaar
- 1830, eigenaar: Decock Charles Josphus, zoon van Pieter, molenaar, burgemeester van Woesten (1830-1867), overleed kinderloos in 1867
- 13.04.1861, verkoop: Vandromme-Devloo Charles Louis, geboren te Woesten op 17 september 1836, molenaar te Woesten (notaris Van Eecke)
- 13.02.1871, erfenis: Vandromme Felicie (later gehuwd met Ampe René), minderjarige te Woesten (overlijden van Charles Louis Vandromme).

De gemeenteraad van Woesten gaf op 10 december 1868 een gunstig advies aan de Bestendige Deputatie van de provincie West-Vlaanderen om aan Charles Vandromme (toen Molenwijk 5) toestemming te geven om een stoomtuig met een stoomketel te plaatsen bij de Plaatsemolen, om te malen. Deze werd in 1869-1870 geplaatst tussen de windmolen en de hofstede. Omwille van deze stoommachine verrees er naast de windmolen een hoge schoorsteen die de verbrandingsgassen moest lozen. Later werd deze vuurmolen vervangen door een armgasmotor.

Na het overlijden van Charles-Louis Vandromme-Devloo in 1871 kwam het bedrijf in handen van Félicie Vandromme (°Woesten 27 september 1869), dus amper twee jaar oud. Haar moeder, Maria Theresia Vandromme-Devloo was afkomstig van Reninge en stierf op 1 maart 1926 te Woesten, 86 jaar oud.

Felicie Vandromme huwde met René Victor Ampe. Deze was geboren te Hooglede op 1 oktober 1866 en overleed aan kanker te Woesten op 14 juli 1920. Hij zou de laatste molenaar worden. Hij was afkomstig van de Molen Ampe of de stenen Hillemolen in de Amersveldestraat te Hooglede-De Geite. Felicie Vandromme, die te Woesten overleed op 19 april 1952, was de overgrootmoeder van Jozef Debyser die nu het 'Molenhof' bewoont.

Op een bewaarde familiefoto uit 1913, in het bezit van mevr. Magda Debyser, zien we de familie Ampe-Vandromme, met zittend van links naar rechts: René Ampe, de weduwe Maria-Theresia ("Mietje") Vandromme-Devloo en Félicie Vandromme. Verder op de voorste rij van links naar rechts: Jeanne, Margriet, Lia, Julia en Albert. Achterste rij: Maria, Jozef en Gerard.

Haar gezin was blijkbaar bijzonder godsvruchtig want twee zonen (Jozef en Albert) kozen voor het priesterschap terwijl twee dochters (Jeanne en Lia) het kloosterhabijt aantrokken. Op een foto uit 1923 (zie hierna) poseren: 1. Jozef Ampe, 2. Maria-Theresia Vandromme-Devloo, 3. Felicie Vandromme, 4. Jeanne Ampe, 5. Julia Ampe, 6. Gerard Ampe, 7. Albert Ampe, 8. Maria Ampe en 9. Lia Ampe. Albert Ampe (°1912) verbleef in 1997 nog in het klooster van de Jezuïeten te Drongen bij Gent.

In 1905 kreeg de Plaatsmolen een nieuwe ijzeren roede, geleverd door Hippolyte Verghaeghe-Decuyper uit Ruddervoorde. Deze roede was gebiljoend, dit wil zeggen met een schuine voorzijde, gelijk aan de hekstand.

René Ampe verzekerde zijn molen in 1909 bij de maatschappij "De Vereenigde Molenaars" voor 7100 frank. Hij zou evenwel via deze verzekering de oorlogsschade (zie hierna) niet uitbetaald krijgen, omdat deze oorzaak conform de polisvoorwaarden niet was gedekt.

De laatste knecht of muldersgast in dienst van de familie Ampe-Vandromme was Camiel Mestdag, gehuwd met Marie Decaesteker. De vader van Camiel was molenaar in Merkem. Daar werd een broertje van Camiel op driejarige leeftijd door een wiek doodgeslagen.

Nadat de eerste wereldoorlog was uitgebroken, verbleven veel Belgische en Franse soldaten in barakken op Woestens grondgebied. Een Franse miitai maakte in die tijd een houtskooltekening van het molenerf, die thans nog op een ereplaatsje in hoeve Debyser hangt. Molenaarszoon Basile Mestdag (°23 oktober 1908) kon zich nog goed herinneren dat die tekening door de soldaat, zittend bij de vijver, werd gemaakt.

Op 11 september 1915 werd de molen door een Duits vliegtuig in brand geschoten. De genoemde Basile Mestdag kon hierover in 1997 nog vertellen aan John Verpaalen: "Er waren regelmatig vliegtuigen in de lucht omdat hier veel soldaten op kamp waren. Op zekere dag zie ik een kleine Duitse jager enkele malen boven het dorp cirkelen. Opeens komt dat vliegtuig recht op de molen af. Ik stond in de hof en zie nog die'n schone molen in brand geschoten worden. De brokken vielen eraf en na een poos zakte alles ineen. Een afgrijselijk spel!". Ook de kerk werd gebombardeerd omdat de hoge toren als waarnemingspost kon dienen. Basile heeft als kind het begin van de oorlog in Woesten meegemaakt. Eigenlijk moest hij naar een kinderkolonie, omdat het zo dicht bij het front te gevaarlijk was. Maar naar eigen zeggen had hij zich verstopt toen ze hem kwamen ophalen! Na voornoemde gebeurtenis vluchtte de familie naar Westvleteren, waar men de rest van de oorlog verbleef.

Over zijn vader vertelde Basile: "Vader was een echte stielman.Hij kon de molenstenen scherpen als geen ander. Ik ben dikwijls met hem op de molen geweest!" Tijdens de oorlog stond de molen werkloos, omdat de molen in Luik krijgsgevangen was gemaakt en naar Duitsland afgevoerd. Daar heeft hij veel ontberingen moeten doostaan. Vader had een kloeke postuur, maar na afloop vande oorlog keerde hij broodmager terug", herinnerde zich Basile. "Toch had hij het geluk dat hij de molenaarsstiel in het "gastland" kon uitoefenen. Hij maalde mechanisch voor Duitse boeren en daardoor kreeg hij het iets beter". Camiel Mestdag overleed in 1961. Als eerbetoon aan zijn vader bouwde Basile in 1996 een siermolen in zijn tuin.

Over Félicie Vandromme vertelde Basile: "Wij woonden in een klein huisje niet ver van de molen. Elke avond gaf Félicie aan vader dik belegde boterhammen en "keirepap" (karnemelksepap) mee, voor ons gezin. Dat was een hele brave vrouw."

Wat de vernieling van de Plaatsmolen betreft, meende Basile dat zich die afspeelde in de winter of het vroege voorjaar van 1915. In de literatuur vinden we dat op 28 december 1914 en nogmaals op 9 en 10 januari 1915 bommen rond de molen zijn gevallen. De gebeurtenis die Basile zich zo levendig herinnerde, waarbij de molen volledig werd verwoest, zou zich echter pas op 11 september 1915 voltrokken heben.

In "Het Poperinghenaartje" (nr. 32) van 1 februari 1918, een frontblaadje van de leraars en oud-studenten van het college te Poperinge, schreef Jozef Ampe: "Met het offensief zat het maar slecht t'onzent. Onze hofstede heeft er veel door geleden. De molen is afgebrand. Mijne ouders zijn reeds terug thuis, waar ze gerust zijn vanh et bombardement. Enkel de vliegers komen nog van tijd tot tijd met oongewenschte geschenken." Josephus Carolus Cornelius Ampe was de oudste zoon van Renaat Ampe en werd geboren te Woesten op 5 december 1896. Hij diende als soldaat in het Belgisch leger tijdens de oorlog van 1914-'18. In de Tweede Wereldoorlog was hij legeraalmoezenier. Hij stierf te Lendelede op 21 februari 1981.

Tot in de jaren 1990 waren van de molens van Woesten geen fotografische afbeeldingen meer bekend. Basile Mestdag was dan ook verrast, toen John Verpaalen hem in 1997 de foto van de Plaatsmolen toonde. Na ruim 80 jaar zag hij vaders molen voor het eerst weer. "Het is 'm absoluut", klonk het telkens opnieuw en Basile wees de verschillende gebouwen aan die op het erf stonden: de "koeistal", het woonhuis, het machinegebouw en de molen die volgens Basile naar het oosten stond gekeerd.
Alleen de gebouwen uiterst links kon hij niet thuisbrengen. Voor een deel is de situatie nog onveranderd. De gevel van een schuur draagt bijvoorbeeld het jaartal 1898.
Volgens Basile werd de zandheuvel waarop de molen stond, na de oorlog afgegraven. Naar verluidt werd de aarde als mortel verwerkt bij de wederopbouw van de gemeente. De hoge schoorsteen werd rond 1924 neergehaald.

Er volgde geen heropbouw van de windmolen.

John VERPAALEN & Lieven DENEWET

Bijlagen

Akten uit de parochieregisters van Woesten (bezorgd door dhr. Alain Demeyere, Roeselare, 15.04.2014)

Anno millesimo septingentesimo vigesimo secundo die octava novembris ad medium sexte vespertine Jacobus Maleveys celebs fil Cornelii molitor ex mola mortuus cecidit in ipso instanti quo cecidit, etatis 61 annorum cuius corpus perendie seputum est cum summo sacro in cementario cuius exequie summe celebrate sunt septima decembris eiusdem anni.

(Vertaling) In het jaar 1722 op de 8ste dag van november om half zes 's avonds is Jacobus Maleveys, ongehuwd, de molenaar, de zoon van Cornelius, uit de molen gevallen dood op het moment zelf waarop hij gevallen is, op de leeftijd van 61 jaar, zijn lichaam werd twee dagen later begraven met het heilig sacrament op het kerkhof, zijn uitvaart werd gevierd op de zevende dag van december van hetzelfde jaar.

------------------

Anno millesimo septingente(simo) vigesimo quarto vigesima quarta decembris obiit Josepha Elisabeth Robyn vidua Cornelii Maleveys centum circiter annorum sepulta in coemetero majoribus exequiis ergo ecclesiam nostram valde benefica.

(Vertaling) In het jaar 1724 op 24 december is Josepha Elisabeth Robyn (Josinne Elisabeht Robyn) van ons heengegaan, weduwe van Cornelius Maleveyus, ze is ongeveer 100 jaar geworden en is begraven op het kerkhof na een grote uitvaart dus wat betreft onze kerk zeer weldadig.

-------------------

Anno 1702 die 6a septembris ego infrascriptus praemissis tribus denuntiationibus in facie ecclesiae cum summo sacro matrimonium coniungi Cornelius Maleveys filium Cornelij ex Woesten et Joannam van Eecke ex Reninge presentibus testibus Jacobo Maleveys et Joanna de Poortere. Iuncti sunt cum sacro solemni.

(Vertaling) In het jaar 1702 op de 6e dag van september heb ik ondergetekende na drie aankondigingen te hebben gedaan voor de Kerk met het heilig sacrament in de echt verbonden Cornelius Maleveys de zoon van Cornelius uit Woesten en Joanna van Eecke uit Reninge, aanwezig als getuigen Jacobus Maleveys en Joanna de Poortere.

Joanna Van Eecke, geboren rond 1680
Franciscus Van Eecke, geboren rond 1650

--------------------

Herwin Eeckel (pseud. van Hilaris A.C. Allaeys), "T'Onzent in 't Westland", Antwerpen, Standaard Boekhandel, 1930.
Jochei! 't is de mei!
... Geen wonder ook, of heeft Narden dezen uchtend, zijn hekkens gepint, alle vier, met meirozen, van in den vroegen morgend, en heeft hij, aan den wand van zijnen grijzen molen, een vesteling gehangen met zijn eigen beeltenis er op geslegen, gelijk het beeld van den Koning op de munte. Het 'n is maar later in den dag, als hij aan het werken gaat en dat de molen met alle vier zijn armen kruisen slaat over de wereld, dat Narden zijn vesteling in haalt. En, daar waar die beeltenis hing, gaapt er dan gelijk een donker rond kijkgat uitgezaagd in het hout van den berdelen wand waar nu en dan toch in de loop van dien langen lustigen dag die vesteling weerom verschijnt, doch nu met een pijpe tussen de tanden, waaruit tabakswalmen waaien, weg langs den molenwand.
Daar zijn er die zeggen, dat die vesteling Narden zelve is, die van dezen morgen vroeg reeds aan 't kijken was door het gat, om te weten of de wind nog niet wakker 'n was, en die dan later in den dag nog, het niet laten 'n kan, af en toe, een pijpken te smooren en zijn oogen te vermeien aan dien mooien mei, die 't onzent en heel de wereld in 't nieuwe heeft gestoken, ter binst zijn molen het meel van de menschen maalt en heel het geluchte stuiven doet van meelstof, dat hem overal daar neerezet en hem waagt tot binnen Narden zijn neuze zelve en binnen zijn kelegat!
En elkendeen weet 't onzent, dan, en elkendeen voelt het, als ze daar die gebloemde molenwieken kruisen zien slaan door de lucht, en als ze daar dien lachenden vesteling zien hangen aan den molenwand met een pijpe die lustige walmen aan 't waaien is in den wind, dat het Narden de molenaar is die de wereld verkondigt dat de lente geboren is en de zomer nakende, zoveel of dat hij zeggen zou zelve, en zingen: Jochei! 't is in de mei, jochei..!

Hilaire Allaeys, ook Hilarius (Woestn 1873 - Antwerpen 1934) was een schrijver. Onder het pseudoniem Herwin Eeckel schreef hij "T'onzent in 't Westland", waarmee hij in 1930 de Vijfjaarlijkse Prijs voor Letterkunde van de Provincie West-Vlaanderen in de wacht sleepte.
Met "Narden de molenaar" bedoelt hij Narden Decadt die in "De Wildeman" in Woesten woonde. Hij was een molenmaker, afkomstig van Staden, die later naar Westvleteren verhuisde, waar hij een windmolen pachtte en gebruikte.



Literatuur

Archieven
Stadsarchief Gent, Penningkohieren (10de penning) Woesten, 1557-1558.
Rijksarchief Brugge, Parochieregisters Woesten, begin 18de eeuw.
Gemeentearchief Vleteren, Registers burgerlijke stand van Woesten.
Privaat archief familie Noterdaeme, afkomstig van Albert Noterdaeme uit Woesten.
Verslag gemeenteraadszitting Woesten, 10 december 1868.

Kaarten
"Les Environs de St. Omer, d'Aire et de Cassel" (A Paris, chez N. De Fer, géographe de Sa Majesté Catholique..., 1709)
Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van graaf de Ferraris (ca. 1775).

Mededelingen
Basile Mestdag, °Woesten 23.10.1908, molenaarszoon, aan John Verpaalen, 1997.
Alain Demeyere, Roeselare aan Lieven Denewet, 2008-2016 (afstammeling van de familie Maleveys en Van Eecke)

Uitgegeven bronnen
De Belgische Molenaar, I, 1906, nr. 1 (advertentie van Hipp. Verhaeghe-Decuyper, Ruddervoorde)
De Belgische Molenaar, IV, 1909, nr. 49 (naamlijst van de deelnemers van de Maatschappij der Vereenigde Molenaars).
Het Poperinghenaartje, nr. 32, 1 februari 1918.

Werken
Maurits Vandecasteele,"Een kohier van de tiende penning geïnd op inkomsten van onroerende goederen te Woesten in 1557-1558", in: Westhoek (Tijdschrift voor geschiedenis & familiekunde in de Vlaamse & Franse Westhoek), jg. 15, 1999, p. 86-96 (p. 95, nr. 87).
M. De Jonckheere, "Verdwenen Vleterse windmolens", in: Vlietmara, VII, 1985, 2.
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 8. Gemeenten V-Z , Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2005.
John Verpaalen, "Molens van het Hoppeland", Koksijde, 1997, p. 161-167.
W. Depuydt, "Uit Woestens oude molengeschiedenis", in: Vlietmara, VII, 1985, nr. 2.
M. Dejonckheere, "Verdwenen Vleterse Windmolens", in: Vlietmara, VII, 1985, nr. 2.
L. Allaeys, "Het Westland in den Franschen Tijd"
R. Annoot, "Molens van het Westland", onuitgegeven werk, 1950.
Herwin Eeckel (pseudoniem van Hilaris A.C. Allaeys), "T'Onzent in 't Westland", Antwerpen, Standaard Boekhandel, 1930.
Lodewijk Allaeys, "Het Westland in den Fransen tijd" (over een ongedoken geestelijke bij molenaar De Cock)

Mailberichten
Maurits Vandecasteele, Gent, 04.04.2017.

Overige foto's

<p>Plaatsmolen<br>Woestenmolen<br>Oostmolen<br>Ampes molen</p>

Detail van deze foto

<p>Plaatsmolen<br>Woestenmolen<br>Oostmolen<br>Ampes molen</p>

Houtskooltekening van het molenhof door een Franse soldaat (origineel in hoeve Debyser, Woesten)

<p>Plaatsmolen<br>Woestenmolen<br>Oostmolen<br>Ampes molen</p>

Het gezin Ampe. Foto A. Watteyne, Brugge, 1923.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: maandag 3 april 2017

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens