Molenzorg

Opwijk, Vlaams-Brabant


Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Mansteenmolen
Watermolen te Mansteen

Ligging
Mansteen
1745 Opwijk

op de Puttenbeek
kadasterperceel D318


toon op kaart
Type
Onderslag watermolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
voor 1295
Verdwenen
1380 - mei of juni, oorlog
Beschrijving / geschiedenis

De Watermolen te Mansteen was een graanwatermolen met houten onderslagrad aan Mansteen (weg van Opwijk naar Mollem) op de Puttenbeek.

Hij werd voor 1295 gebouwd. In de rekening van het Land van Dendermonde van 1295-1296 komt de oudste vermelding voor van de Opwijkse wind- en watermolen. De watermolen (“moulin a euwe”) wordt in de rekening van 1295-1296 van het Land van Dendermonde vermeld bij de aankoop van een molensteen te Brussel voor tien pond 9 schelling en 8 denieren. De pachters van de molen moeten hem wel onderhouden op hun kosten: "Pour une muele a caree a Broussiele p[our] le moulin a euwe a Opwic x.lb. ix.s. Viij. d. Et cil ki tienent le moulin le doiuent metre en oeure a leur coust

In de rekening van de ontvanger het Land van Dendermonde van 1380-81 worden de Opwijkse wind- en watermolen ook vernoemd. Blijkbaar is er dan geen cijns ontvangen, als gevolg van de vernietigingen door de Gentenaars in mei-juni 1380, toen zij Dendermonde belegerden en innamen in hun strijd tegen graaf Lodewijk van Male. Het betreft hier de nieuwe watermolen op de Klei, die in de plaats was gekomen van de oude watermolen op Mansteen.

Er wordt ook vermeld dat de watermolen voor drie vierde toebehoort aan de landheer en voor één vierde aan Philips van Massemen, heer van Eke, Hundelgem en Sint-Joris-ten-Distel. Hij  was sinds 1349 gehuwd met Katheline de Mirabello, dochter van Simon de Mirabello, . Uiterlijk sinds 1370 was hij raadsheer in de Audieëntie van de graven van Vlaanderen. Op 21 april 1384 werd hij door Philips de Stoute benoemd tot kapitein van Dendermonde. Hij overleed in 1391:
"Ontf [aen] va[n] coorne va[n] moelne[n] te winde en[de] te watre, erffel[ec] v[er]pacht te Zente Jans messe en[de] te kerss[avonde].

Item va[n] d[en] molen va[n] Opwijc xxj. hal[ster] niet ontf[aen].

Ite[m] als va[n] d[en] wat[er] molen va[n] Opwijc, daer af de driedeel mijne[n] hee[re] toe behooren en[de] tfierendeel m[er] Phil[ips] va[n] Massemijne, mids dat de vors[eide] molen v[er]brandt es, alst blijct bi d[er] rtekening[he] vor dese, niet ontf[aen]

Tijdens de opstand van Gent tegen Filips de Goede (1451-1454) werd in de Domeinrekeningen 18 halsters of 1 ½ mud roggecijns ontvangen op de watermolen waarvan ¾ toebehoren aan Phelippe Vutenzwane die het resterende vierde van de hertog huurt voor 18 halsters per jaar, mits hij de molen voor ¾ ten zijnen koste onderhoudt.De vervaldag gebeurde op Sint-Jansmis en Kerstmis

In dezelfde periode vernemen in de baljuwrekeningen over het molenrecht te Opwijk: ‘ De ceulx de la paroische dOpwijc davoir fait mouldre leurs blez et autres grains hors de ladicte paroische contre le franc moulaige que monseigneur y a nouwellement fait ordonner pars es lettres patentes et fait deffendre que nul ne face contre sur le fourfaiture du ble et farine ensamble les chevaulx, harnois et aussi sur lamende de iij £ par. Touttes et quante fois etc., delaquelle amende monseigneur prent les deux pars et Philipe Vten Zwane, filz Hector, qui tient en ferme heritable lesdiz molins, le tiers part, pour ce terme – Neant’

De oudste Opwijkse molen lijkt ons echter de watermolen te Mansteen geweest te zijn. Hij lag, op de Puttenbeek, naast de straat naar Mollem. In 1597 heet die plaats nog “aen den verberden molen” d.i. Verbrande molen. Het veld er achter heet thans nog Meulendijk, dit is een afdamming voor de molenvijver. Denkelijk was die molen reeds vernietigd in het begin van de 14e eeuw. De thans nog bestaande watermolen op de Klei kwam waarschijnlijk in de plaats van die afgebrande molen. Het water van de Puttenbeek werd afgeleid, langs de Dweersbeek, d.i. Een beek die 'dweers', dwars door Lettelkouter getrokken werd, naar de beek die van Langevelde komt. Dit werd zonder twijfel gedaan om, door het samenvoegen van twee beken, meer water te bekomen.

In het oudste domaniaal rentenboek van ca. 1360, staat Jacop van den Aenhouwe opgeschreven als cijnsplichtig “van den vivere van den watermolen t'Oppijc” tot 12 deniers. Ook deze molen werd ten gronde vernield, en wel door de Gentenaars, waarschijnlijk in mei of juni 1380, bij hun verovering van Dendermonde op Lodewijk van Male. In 1402 verkreeg Jan Uten Zwane een vergunningsbrief om de molen terug op te richten. 

Welnu, de Hulstmolen kan uit dezelfde tijd geweest zijn, vermits, ook in 1402 een Philips Uten Zwane, vergunning kreeg om de watermolen op het gehucht Klei weder op te bouwen. Er was hier inderdaad veel verwoesting aangericht in 1380 door de Gentenaars en de Brabanders, in een strijd tegen Lodewijk van Male.

Zie verder: Watermolen van Klei

Literatuur

Balthau, “Le famille de Massemen/de Masmines”, p. 176-177.
Bovyn Marcel, "Rekening 1380-1381 van de Ontvanger van het Land van Dendermonde", in Gedenkschriften van de Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde, vierde reeks, deel 4, Jaarboek 1978-1979, p. 29-30.
Duwaerts M.A. e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
Holemans Herman, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 3: arrondissement Halle-Vilvoorde (M-Z)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1992.
Hooghe Filip, "De rekening van het Land van Dendermonde van 1295-1296, opgesteld door ontvanger Bardelin de Barde", in Gedenkschriften van de Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde, vierde reeks, deel 28, Jaarboek 2009, p. 333, 342.
Liévois D., "Stad en Land van Dendermonde tijdens de opstand van Gent tegen Filips de Goede (1451-1454), p. 218-222 (Domeinrekeningen), p. 267-269 (Baljuwrekeningen)
Lindemans Jan, "De Opwijkse molens", in: Jaafboek der gemeente Opwijk, Opwijk, 1954, p. 24-26, overgenomen in Bijdragen tot de geschiedenis van Opwijk, Opwijk, Heemkring Opwijk-Mazenzele, Asse, 1988, p. 121-123.
Lindemans Jan, "De Geschiedenis van Opwijk", Brussel, 1937, p. 82.
Meussen Jan, "De oudste Opwijkse molens, in 1295-1296 en in 1380-1381"
"Over houten molens in Opwijk en Mazenzele", in: 11 september 2005. Opwijk. Open-Monumentendag", Opwijk, Heemkring Opwijk-Mazenzele, 2005, p. 41-52.
Ringoot Frans, "Wind- en watermolens te Opwijk en Mazenzele", onuitgegeven.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zondag 21 augustus 2016

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens