Molen van de Statiestraat
Nieuwe Molen
westzijde
Neerveldkouter
500 m NW v.d. kerk
kadasterperceel B783
De Molen van de Statiestraat of de Nieuwe Molen was een houten korenwindmolen op de Neerveldkouter, op de westzijde van de Stationsstraat (nr. 19), op een halve kilometer ten noordwesten van de kerk van Opwijk.
De standaardmolen werd opgericht bij vergunning van de Bestendige Deputatie van de provincie Brabant op 3 mei 1838 aan Leopold Pauwels. De molen kwam in 1840 in het bezit van Benedictus Emmanuel De Witte-Delantsheere uit Hekelgem.
Hij wordt aangeduid in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) als "Nieuwe Molen, Moulin", op de topografische kaart van Vandermaelen en op de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1850).
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar van het perceel: Dewitte-Delantsheere Benedictus Emmanuel, te Hekelgem
- 1838, opbouw: Leopold Pauwels
- 1840, verkoop (van de molen als gebouw): Dewitte-Delantsheere Benedictus Emmanuel, Hekelgem
- 16.03.1848, deling: De Witte Constantinus Alexander, pachter te Hekelgem (notaris Crick)
- 30.12.1850, verkoop: De Witte Benedictus Emmanuel, landbouwer te Hekelgem (notaris D'Huyghelaere)
- 18.04.1862, verkoop: Callebaut-Pauwels Franciscus, molenaar te Opwijk (notaris Crols)
- later, erfenis: en de kinderen
- 02.05.1902, verkoop: Van Assche-Callebaut Frans Lambert, politiecommissaris te Lebbeke (notaris Wijnants)
- 20.12.1902, verkoop: Veldeman-Vinck Emiel Aloïs, molenaar te Aalst (notaris Van Hemelrijck)
De familie De Witte verkocht de molen in 1862 aan Franciscus Callebaut-Pauwels. De kinderen verkochten hem vervolgens aan Frans Lambert Van Assche-Callebaut (politiecommissaris te Lebbeke). De laatste molenaar was Emiel Aloïs Veldeman-Vinck, afkomstig uit Aalst.
In 1908 werd de molen door de bliksem getroffen en afgebroken. Hierop werd hij naar Maldegem verplaatst.
Zie verder: Maldegem
Frans RINGOOT & Herman HOLEMANS
Jan Lindemans, "De Opwijkse molens", in: Jaarboek gemeente Opwijk 1954.
Tenslotte was er ook een houten windmolen in de Statiestraat, opgericht bij vergunning van 3 mei 1838 door Leopold Pauwels; in 1840 eigendom van Ben. D. De Witte. Een paar jaren voor de oorlog 1914-1918 werd deze molen door de bliksem getroffen en dan ook afgebroken.
Duwaerts M.A. e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
Holemans Herman, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 3: arrondissement Halle-Vilvoorde (M-Z)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1992, p. 26.
Lindemans Jan, "De Opwijkse molens", in: Jaarboek der gemeente Opwijk, in 1954, p. 24-26, overgenomen in Bijdragen tot de geschiedenis van Opwijk, Opwijk, Heemkring Opwijk-Mazenzele, Asse, 1988, p. 121-123.
Lindemans Jan, "De Geschiedenis van Opwijk", Brussel, 1937, p. 82.
"Over houten molens in Opwijk en Mazenzele", in: 11 september 2005. Opwijk. Open-Monumentendag", Opwijk, Heemkring Opwijk-Mazenzele, 2005, p. 41-52.
Ringoot Frans, "Wind- en watermolens te Opwijk en Mazenzele", onuitgegeven.
Jan Lindemans, "De Opwijkse molens", in: Jaarboek gemeente Opwijk 1954.
Mailbericht Wim Van der Elst, Laken, 13.02.2014.
De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.