Molenzorg

Opwijk, Vlaams-Brabant


Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Windmolen van Mostinckx

Ligging
Klei 206
1745 Opwijk

zuidzijde
Klei (gehucht)
achter de Watermolen
2,1 km ZO v.d. kerk
kadasterpercel D162


toon op kaart
Type
Stenen windmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
1790
Verdwenen
1892, sloop
Beschrijving / geschiedenis

De kleine stenen graanwindmolen van 'Mostinckx' was gelegen aan de zuidzijde van de straat Klei (nr. 206),in het gehucht Klei, achter de watermolen, op 2,1 kilometer ten zuidosoten van de kerk van Opwijk.

Jan Bapiste de Reus was in 1782 eigenaar van de graanwatermolen in Opwijk.  Hij richttte op 30 november 1782 een verzoekschrift aan de Financiële Raad in Brussel om het octrooi te bekomen voor de oprichting van een koren- en oliewindmolen in Opwijk, op een terrein van 5 dagwanden of 500 roeden naast zijn watermolen, dicht bij de parochie Merchtem. De tekst van de aanplakbrief (22 december 1782) luidt als volgt: "Men laet een ieghelyck weten van wegens sieur Jan Bap(tis)te de Reus coopman, ende mulder tot Opwyck, dat hy in treyn is tot becomen octroy om te mogen erigeren een coren ende olie windmolen, tot het maelen van graenen saeden ende andere diergelycke waeren, binnen de prochie van Opwyck, op eene partye van lande groot vyf daghwanden salvo justo, paelende oost ende west syn self, ende suijt Carel van Dooren, ditte ten gerieve van het publicq (...) Actum desen 22en Xbre 1782" (Get.) J.B. De Reus.

In een ander geschrift in dezelfde bundel lezen we  "ten fine van consent te bekomen om binnen de meergemelde prochie van Opwyck eenen graen molen te construeren op sekere partye lants ontrent den LetterCauter, de gone op het advies van U E(delhe)den gesonden is". Tegen de oprichting rees verzet. In een bezwaarschrift lezen we: "Voor soo veele hy voorsien is van eenen graen water molen, eenen pelmolen ende oliemolen, de welcke met water en somwylen wanneer hy daer van gebreck heeft, met de peerden worden bewerkt". Jan Baptist de Reus bekwam op 26 maart 1783 het gevraagde octrooi (water- en oliewindmolen).

Tot aan de verdwijning van de windmolen vinden we steeds dezelfde eigenaars en molenaars.

In 1790 was dat P.-J. Asscherickx. Hij maalde slechts met de windmolen als de watermolen watergebrek had.

We zien de windmolen samen met de watermolen  in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) met een cirkeltje van een stenen windmolen, op de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1845) met de benaming "Steene Molen", terwijl de watermolen "M(oul)in de Moestinck" wordt genoemd en op de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1850).

Eigenaars:
- 1783, oprichting: De Reus Jan-Baptist, koopman en molenaar in Opwijk
- 1790, eigenaar: Asscherickx Pieter Jacobus
- voor 1834, eigenaar: Mostinckx Henricus Balthazar, molenaar te Opwijk
- later, erfenis: de weduwe en kinderen
- 23.12.1872, verkoop: Mostinckx Philippus, landbouwer te Merchtem (notarsi Mangez)
- 13.07.1889, verkoop: a) de Kerchove Joanna (voor naakte eigendom), eigenares te Brussel, b) Hambursum-de Kerchove Emile (voor naakte eigendom), eigenaar te Brussel en c) de Kerchove Julius Joseph (voor vruchtgebruik), burgemeester te Steenokkerzeel.

Rond 1830 (primitief hedendaags kadaster) was molenaar Henricus Balthazar Mostinckx de eigenaar. Hij was geboren te St.-Pieters-Leeuw maar afkomstig van Merchtem. Hij huwde in 1811 met Maria Theresia De Reus). In de kadastergegevens van Ph. Vander Maelen (1847) en P.C. Popp (ca. 1860) staat Henricus Balthazar M., overleden in 1837, nog opgegeven als de eigenaar, maar de eigenaars-molenaars waren toen de weduwe en de kinderen Mostinckx-De Reus. In 1872 werd de molen verkocht aan Philippus Mostinckx, kleinzoon van Henricus Balthazar, landbouwer te Merchtem. In 1889 kwam hij door verkoop in handen van eigenaars uit Brussel en Steenokkerzeel.

In 1892 werd de kleine molen, die al in verval was, afgebroken. De puinen bleven nog een tijdlang zichtbaar.

Frans RINGOOT, Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bijlagen

Jan Lindemans, De Opwijkse molens, in: Jaarboek gemeente Opwijk 1954.
Er was een kleine stenen windmolen, naast de oude watermolen op de Klei, Mostincx molen. Ook deze molen had geen lang bestaan; de puinen ervan waren nog zichtbaar in de jaren negentig van vorige eeuw.

Literatuur

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1918 (oprichting windmolen, 1782-1783).

Werken
Duwaerts M.A. e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
Holemans Herman, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 3: arrondissement Halle-Vilvoorde (M-Z)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1992.
Lindemans Jan, "De Opwijkse molens", in Jaarboek der gemeente Opwijk, in 1954, p. 24-26, overgenomen in Bijdragen tot de geschiedenis van Opwijk, Opwijk, Heemkring Opwijk-Mazenzele, Asse, 1988, p. 121-123.
Lindemans Jan, "Geschiedenis van Opwijk", Eigen Schoon en de Brabander, 1937, p. 257-352; als monografie: Brussel, 1937.
Lindemans Jan, "Toponymie van Opwijk", in Nomina geographica Flandria, Brussel, 1930.
"Over houten molens in Opwijk en Mazenzele", in: 11 september 2005. Opwijk. Open-Monumentendag", Opwijk, Heemkring Opwijk-Mazenzele, 2005, p. 41-52.
Ringoot Frans, "Wind- en watermolens te Opwijk en Mazenzele", onuitgegeven.

Mailberichten
Wim Van der Elst, Laken, 13.02.2014.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: donderdag 13 juli 2017

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens