Molenzorg

Oetingen (Gooik), Vlaams-Brabant


Foto ca. 1910 (coll. familie Degraeve). Uitgegeven als prentkaart in 1987 door Studiekring Ons Molenheem
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Molen ter Waerden
Molen ter Waarde
Molen De Graeve
Kleine Hardink
Diependaal

Ligging
Heerbaan 6
1755 Oetingen (Gooik)
Geo positie
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
voor 1358 / 1579 / kort na 1591 / 1700
Verdwenen
ca. 1580, oorlog / 1690, brand / 1920 - april, sloop
Beschrijving / geschiedenis

De Molen ter Waarde was een houten korenwindmolen aan de Heerbaan te Oetingen. De oudste vermelding ("le moulin de la warde") dateert uit 1358. Hij werd ook nog vermeld in 1466 als "moulin de le Warde", in 1528, in 1552-'53 (toen Jehan Petit lood leverde voor de molen).

Hij stond dicht bij het kasteel van mevrouw Delvaux, op vijf minuten afstand van de kerk, naast de Kerkplaatsstraat, 78 m. boven den zeespiegel, evenals de molen van Jozef Kestens, te Gooik, en van de kinderen Walravens, te O.-L.-V.-Lombeek. Van op deze molen had men een prachtig zicht over  heel de streek. Zesendertig windmolens kon het blote oog bij klaar weder ontwaren, waarvan de verst afgelegen waren: de molens van St.-Pieters-Kapelle, Graty, Lettelingen, Heikruis, Kester, St.-Kwintens- en St.-Martens-Lennik, O.-L.-Vr.- Lombeek, Borchtlombeek, Denderhoutem, St.-Antelinks, Nederhasselt, Pollare, Denderwindeke, Zandbergen

De molen was in de 15de en 16de eeuw banmolen voor de heerlijkheid Heetvelde.

Op 19 november 1579 stelde Machiel Coppens een borg als pachter van de molen Ter Waerden te Oetingen: "Op 19 november 1579 is gecompareert Michiel Coppens pachter van den moelen ter Waerden tot Oetingen en beloeft aen Jouffrouwe Kathelijne Daelmans weduwe Adriaen Rebz in synder tyt ontfangere van de stede en lande van Edingen en is schuldich en ten achter de somme van 653 ponden 12 schellingen tournoys spruytende over tverdingen van synen cooren en pachte van de voorgenoemde molen te Waere verschenen Kerstavond 1576 en te St. Jans Baptiste 1577 daer inne begrepen 111 pond 17 schellingen over de 2de partije bosch van Lomberch gecocht int jaer 1576 voerscreven omme de voers. Katelijne Daelmans te versekeren en te bewaeren van de voerste somme van 653 L. 12 S. 6 den. parisis;
Heeft Machiel Coppens opgedraghen de rente van 36 pond parisis als de voerste Miachiel heeft op de gronden in DW. ter Roost en daeromtrent toebehorende Gillis De Wichelere
Cathelijne Daelmans mach als geen voldoening krijgt die actie van 36 pond te vercoopen
Aldus gedaen binnen heerlickhede van den Eygene , present Jan Druwet en Pieter Galmaerts scepenen van Lande van Wedergrate en onderteekent J. Minne
Gecollationeert jegens het origineel contract en gescreven in parchemijn door Van Brueseghem

Kort nadien, in de jaren 1580, werd de molen afgebrand tijdens de Troebelen. Kort na 1591 werd hij heropgebouwd: "le molyn de le warde a este bruyle durant les troubles et les ferrailles transportes et mis en garde en la thresorie du chasteau d'Enghien estant fort requis pour le prouffit de sa ma(jes)te den sen bastir ung nouveau". We vinden de molen afgebeeld in de Albums de Croy (ca. 1600), waar we hem zien staan op een vrij hoge heuvel.

In 1605 werd Christophe Van Berghe geciteerd als "meulder wonend op den meulen ter Waerden". In 1615 is er sprake van de "moulin à vent d'Ootinghe, anciennement appelé le moulin de la Waerde".

De standaardmolen brandde af in 1690, maar werd herbouwd door het huis Arenberg in 1700.

In 1749-1788 werd hij uitgebaat door de familie Semael (Sornal), die een derde van de winst verschuldigd was aan de hertog van Arenberg.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Jenquin Adriaan, molenaar te Oetingen
- 30.12.1857, deling: a) Semael Jan-Baptist, molenaar te Denderwindeke en b) Semael Gerardus, moelnaar te Denderwindeke (notaris Walravens)
- 05.11.1863, verkoop: Semaal-Vaneeckhoudt Gerardus, molenaar te Oetingen (notaris Hap)
- 27.10.1885, verkoop: a) De Graeve Edouardus, zonder beroep te Denderhoutem en b) De Graeve-Lercangée Ghislain, molenaar te Denderhoutem (notaris Wielant)
- 1895, verklaring: de eigenaar is De Graeve-Lercangée Ghislain, molenaar te Oetingen.

De molen staat aangeduid op de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen, met de benaming "Kleine Hardink". Een andere benaming was "Diependaal".

De molen werd diverse keren getroffen door blikseminslag, zoals die van 1852, toen de standaard vervangen moest worden. In die nieuwe standaard stond het jaartal 1852 gebeiteld.

De laatste molenaars waren:

- Josephus Ghislenus De Graeve (°Denderhoutem, 6 september 1852 - +Oetingen, 18 december 1930), zoon van Charles Louis de Graeve en van Paulina Constantia Alexandrina Rollier, gehuwd te Denderhoutem op 14 februari 1884 met Marie Antoinette Lercangée (°Denderhoutem, 30.08.1858 - +Oetingen 04.08.1948), dochter van Jospehus en van Maria Joanna Roelandt. Zijn bijnaam was "Ghislain de Möljer", en van zijn vrouw "Nette van de Möljer".
Zij hadden zes kinderen: Celesta, René (zie hierna), Eugène, Hélène, Karel (Oetingen, 1894-1954 - werd onderwijzer en later landmeter-expert) en Gustave.

- zoon René De Graeve (°Oetingen 18.12.1886 - +Oetingen 20.07.1953). Hij huwde te Oetingen op 9 juli 1915 met Maria Ludovica Stephania Barbé (°Oetingen 08.04.1891). Zij kregen 8 kinderen: Clarisse, Jan, Maria, Celesta, Carolus, Agnes, Marguerite en Emelienne. Réné had zijn vader steeds bijstaan op de windmolen.

In april 1920 werd de standaardmolen gesloopt en vervangen door een maalderij met gasmotor. Joseph René De Graeve (zie hoger) was er  molenaar. Vanaf 1922 kreeg hij als maalder-helper Marcel Gustaaf ("Staaf") Limbourg, zoon van Leopold Limbourg-Chrispeels van de windmolen van Sempst in Ternat. In 1934 nam Marcel samen met zijn broer Felix deze maalderij over. Het was een molen met 4 koppel maalstenen aangedreven door een semi-diesel. Zij bouwden hem om naar een elektrisch aangedreven molen. Tijdens de tweede wereldoorlog werd er hard gewerkt. De eerste maalstoelen met cylinders werden aangekocht, zodat nu een capaciteit van 150 kg/uur kon worden verwerkt.
In 1947 werd een Meyer molen uit Zwitserland gekocht.
Die omvatte
- 1 maalstoel met 8 doorgangen
- een griespoetserij
- een plansifter
- een bloem- en zemelsilo
met een capaciteit van 350 kg/uur.
Zoon Joseph mocht meehelpen bij de montage en kreeg de smaak voor de stiel voorgoed te pakken.
Toen Felix er de brui aan gaf, nam Jozef in 1955 zijn plaats in.
Ze begonnen met de bouw van 10 nieuwe graansilo's van elk 35 ton. Goede bakkersbloem vereist immers mengen. In 1960 werd de capaciteit opgetrokken tot 800 kg/uur.
Om samengestelde voeders te kunnen produceren werden nog twee tarwesilo's bijgebouwd. Daar ze snel te klein bleken, werd er in 1963 reeds een stuk bijgezet. In 1962 nam Joseph de zaak volledig over van zijn vader.  Zijn vrouw Florence Limbourg stond in voor de administratie. In 1976 werd de productie van veevoeders stopgezet, wegens plaatsgebrek. Op 23 juni 1979 werd een Italiaanse molen in gebruik genomen. Dit had echter veel bloed en tranen gekost. Dit loonde de moeite daar de opvolging verzekerd was in de persoon van dochter Brigitte. Na de dood van moeder Josephine, bouwde Joseph in 1987 zes polyester bloemsilo's voor bulkbelading. In 1990 nam Brigitte samen met haar echtgenoot Andre van Caesbroeck, beiden Industrieel Ingenieur, het bedrijf over. Tegen de oogst van 1992, slaagden ze erin om in de plaats van twee grote silo's, tien kleinere van elk 100 ton te plaatsen.
Dit om de granen zo goed mogelijk te kunnen mengen. Een nieuwe afzakinstallatie werd in 1995 in gebruik genomen. De nieuwe maalstoelen van 1996 verzekeren ook voor de komende jaren een moderne installatie. Een nieuwe loods uit 1998 verhoogde de stockagecapaciteit.

De Molens-Limbourg nv bestaat nog steeds. Hun werkwijze is gebaseerd op een integrale kwaliteitszorg. Ze adviseren de boer-leverancier. Ze controleren hun  producten van bij de aankoop van het zaaigraan tot bij levering van de bloem aan de klant. Hun productieproces laat toe om op elk ogenblik de oorsprong van de tarwe te kunnen nagaan.

Lieven DENEWET, Herman HOLEMANS & Rik VAN HAUWE

Bijlagen

J.-F. Vinckx, "De Molens van 't Payottenland. Oetingen: Molen "Ter Waerde" beter gekend als "De Molen van De Graeve", in: Eigen Schoon en De Brabander, XIII, 1930-1931, p. 308-309.

Voorheen waren er twee houten windmolens. Onze molen, door ’t volk naar onzen familienaam genoemd, heet eigenlijk de molen van “ter Waerde”, omdat het stuk land, waarop hij is gebouwd geworden, dien naam draagt. De verkoopakte vermeldt hem eveneens onder die benaming.
Hij stond dicht bij het kasteel van mevrouw Delvaux, op vijf minuten afstands van de kerk, nevens de Kerkplaatsstraat, 78 m. boven den zeespiegel, evenals de molen van Jozef Kestens, te Gooik, en van de kinderen Walravens, te O.-L.-V.-Lombeek. Van op onzen molen had men een prachtig zicht over  heel de streel. Zes-en-dertig windmolens kon het bloote oog bij klaar weder ontwaren, waarvan de verst afgelegen waren: de molens van St.-Pieters-Kapelle, Graty, Lettelingen, Heikruis, Kester, St.-Kwintens- en St.-Martens-Lennik, O.-L.-V.- Lombeek, Borcht-Lombeek, Denderhoutem, St.-Antelinks, Nederhasselt, Pollare, Denderwindeke, Zandbergen (van die zesendertig molens staan er nog slechts dertien recht).µ

Onze pastoor zaliger, de Z. E. H. Evarist Van der Auwera (Mechelen 1850 + 12 Juni 1924) heeft mij verteld in een boek gelezen te hebben, dat onze molen gebouwd werd door den “duc d’Arenberg” van het landgoed van Edingen, omstreeks 1642 (De molen staat vermeld in een armenrekeing van 1679 (Rijksarchief n° 8994) Paul Lindemans); maar op den “steenbalk” (balk die het zwaar gebouw draagt) stond in Romeinsche cijfers gebeiteld MDCCXLII (1742). Werd de molen alsdan opgericht, of werd die balk in dat jaar geplaatst? Alle ouderlingen zijn het eens omte verklaren dat het de oudste molen van de streek was. Bepaalde gegevens over het bouwen vindt men nergens.

Het schijnt zeker te zijn, dat de eerste bezitters van den molen de familie Slagmuylder was; daarna de familie Semael (Een Jan Semael (gehuwd met Marie Cath. Vetsuypens fa Daniel) was eigenaar van den molen in 1749; een ander Jan S. (zoon van voorgaande?) in 1788 – Paul Lindemans) tot in 1885, wanneer mijn vader, Ghisleen De Graeve (te Denderhoutem in 1852 geboren) hem van die lieden gekocht heeft.
Verscheidene malen werd onze molen door den bliksem geteisterd. Ten jare 1852 stond hij in gevaar te kantelen, omdat de “staak” (t.t.z. de rechtopstaande balk, waarop de steenbalk rust) alsook een roede door den bliksem waren getroffen geworden. De nieuwe staak, alsdan geplaatst, droeg het jaartal, in Grieksche cijfers, 1852.
In de maand April van het jaar 1920 heeft mijn vader den molen afgebroken en vervangen door een maalderij met armgasmotor.   KAREL DE GRAEVE

(afbeelding De Molen “Ter Waerde” - pentekening Paul Lindemans)

Literatuur

Archieven
Archives de l'Etat à Mons, "Francs-alleutiers (= vrije erflenen), acte passé à Enghien devant le moutier (= monastère, klooster) le lundie ... 1358" (origineel vernield in 1940).
Algemeen Rijksarchief Brussel, "Seigneurie d'Enghien", 8
Algemeen Rijksarchief Brussel, Fonds Arenberg, D (comptes des Domaines) 5 LA 172 (1591), losse stukken.
Algemeen Rijksarchief Brussel, Fonds Arenberg, D (comptes des Domaines) 52 S 816, f° 25 v° (1749-1788).
Algemeen Rijksarchief Brussel, nr. 8994 (armenrekening van 1679)
Gemeentearchief Haaltert, Registers van de burgerlijke stand. Geboorteakten van de deelgemeente Denderhoutem, jaar 1852, akte n r. 60.
Gemeentearchief Haaltert, Registers van de burgerlijke stand. Huwelijksakten van de deelgemeente Denderhoutem, jaar 1884, akte nr. 25.
Gemeentearchief Gooik, Registers van de burgerlijke stand. Overlijdensakten van de deelgemeente Oetingen, jaar 1930, akte nr. 25.
Gemeentearchief Gooik. Registers van de burgelijke stand. Overlijdensakten van de deelgemeente Oetingen, jaar 1948,  nr. 15.

Werken
R. Goffin, Généalogies enghiennoises, livre IV, p. 188 (vermelding uit 1358).
J.M. Duvosquel (ed.), Albums de Croy. Tome X, Comté de Hainaut VII, Bruxelles, 1991, p. 304-305.
J. Verheyden, "Geschiedenis van Vollezele", p. 141.
J. Verbesselt, "Grenskastelen of -motten langsheen het Kestergewoud", Eigen Schoon en de Brabander, LXVIII, 1985, p. 26.
J. Bosmans, "La féodalité..., p. 177.
J.-F. Vinckx, "De Molens van 't Payottenland. Oetingen: Molen "Ter Waerde" beter gekend als "De Molen van De Graeve", in: Eigen Schoon en De Brabander, XIII, 1930-1931, p. 308-309.
Moonens Serge, "Het windmolenbestand in Gooik. Een overzicht van de 8 Gooikse windmolens", Heemkundige Kring van Gooik, XXIV, 2009, 2 (nr. 84), p. 16-17.
Moonens Serge, "Wiekentaal. De taal van de windmolens", Heemkundige Kring van Gooik, XXIV, 2009, 1 (nr. 83), p. 20-21.
Jan Lindemans, "Een kronijkje van Oetingen", in Eigen Schoon en de Brabander, 1932-33, p. 193-200.
G. Dedobbeleer, Oetingen, strijd om de kerk, in Het oude land van Edingen en omliggende, 1974, p. 5-14, p. 195-208.
Bernard Roobaert, "Overzicht van de molens van de streek van Edingen met hun oudste vermeldingen", Molenecho's, XXIV, 1996, nr. 3-4, p. 116-180.
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
J. Verbesselt, "Grenskastelen of -motten langsheen het Kestergewoud", in: Eigen Schoon en de Brabander, LXVIII, 1985, p. 26 (vermelding van 1466).
B. Roobaert, "Een overzicht van de molens van het Oude Land van Edingen en hun oudste vermeldingen", in: "Het oude Land van Edingen en Omliggende, Herne, jg. XXI, 1993, nr. 2, p. 97-133 (120-122).
Holemans Herman, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 3: arrondissement Halle-Vilvoorde (M-Z)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1992.
Paul Lindemans, "Oetingen. De Molen "ter Waerde", beter gekend als de Molen van De Graeve", in: Eigen Schoon en de Brabander.
Eddy A. Ots, "De molen van De Graeve of de molen "Ter Waerde" te Oetingen", Heemkundige Kring van Gooik, jg. 13, nr. 39, maart 1998, p. 6-15.

Websites
www. molens-limbourg.be
www. rikvanhauwe.be

Overige foto's

<p>Molen ter Waerden<br>Molen ter Waarde<br>Molen De Graeve<br>Kleine Hardink<br>Diependaal</p>

Kaart de Croy, Brussel, ca. 1600 (Wetinghen = Oetingen). Repr. Verzameling Ons Molenheem, Brugge

<p>Molen ter Waerden<br>Molen ter Waarde<br>Molen De Graeve<br>Kleine Hardink<br>Diependaal</p>

Pentekening Paul Lindemans (coll. W. van der Elst, Laken)

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: donderdag 30 april 2020

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens