De molen De Groote stond aan de westzijde van de Schaapstraat, tegen de Brugse Steenweg, bij de vroegere herberg "De Groene Wandeling".

Landbouwer Frans De Groote-Tilleman uit Uitkerke liet in 1862 een staakmolen bouwen op een perceel dat hij in erfpacht hield van baron Charles van Caloen uit Loppem. Deze waaide op op 23 oktober 1862. De schade werd geraamd op 1000 frank en de molen was verzekerd. Hierop liet Frans de molen heropbouwen in steen.

Eigenaars:
- 1862, eigenaar: van Caloen-Gourcy Carolus Josephus Maria, eigenaar te Loppem; erfpachter: Degroote-Tilleman Franciscus Jacobus, landbouwer te Uitkerke
- 18.10.1865, erfenis (van het gebouw) de weduwe Tilleman (overlijden van Franciscus De Groote)
- na 1871: de weduwe Tilleman hertrouwt met Pauwaert François
- 09.05.1885, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van François Pauwaert)
- 31.07.1886, deling: de weduwe (notaris Delanghe)
- 07.11.1889, erfenis: de erfgenamen (overlijden van de weduwe)
- 07.11.1889, deling: Blanckaert-Pauwaert Maurits, molenaar te Uitkerke
- 16.09.1899, verkoop: Botterberghe Jan, werkman te Heist (notaris Pollentier - herberg "De Groene Wandeling", alsook een "in steen gebouwde koornwindmolen")

Na de verkoop van de molen en herberg "De Groene Wandeling" aan Jan Botterberghe uit Heist werd de molen in 1900 gesloopt.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Uitkerke, Molen De Groote, kad. B549, 23 oktober 1862. Omgewaaid.
Men schryft uit Blankenberghe, 23 october:
Het ongeweerte heeft hier zyn toppunt bereikt. Rond dry ure s'namiddags heerschte er eene dubbele wind en waterhoos op onze kleine stad. (...) Het ongeweerte heeft ook schade aengerigt op het land: een molen is te Uitkerke omvergeworpen geweest.
De windmolen die donderdag te Uitkerke omvergewaeid is behoorde toe aen den heer F. De Groote, mulder in die gemeente. Men schat het verlies op 1000 franks. De molen was verzekerd.
Bron: Standaerd van Vlaanderen, za. 25.10.1862 (49e jg., nr. 128), p. 2 kol. 1; di. 28.10.1862 (49e jg., nr. 129), p. 2, kol. 1 (over het omwaaien van de molen)

Standaerd van Vlaanderen, za. 25.10.1862 (49e jg., nr. 128), p. 2 kol. 1; di. 28.10.1862 (49e jg., nr. 129), p. 2, kol. 1 (over het omwaaien van de molen)
Lieven Denewet, Ongevallen met West-Vlaamse molens - 27", Mededelingenblad Werkgroep West-Vlaamse Molens, XIV, 1998, 4, p. 204.
Bilé E., De straatnamen van Blankenberge, oorsprong en betekenis, Blankenberge, 1988, p. 63-64.
Coornaert M., Uitkerke. De topografie, de geschiedenis en de toponomie van Uitkerke en Sint-Jans-op-de-Dijk tot omstreeks 1900, s.l.n.d, p. 105, 144.
Hooft E. & Vanneste P. m.m.v. De Leeuw S. & Missiaen H., Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Blankenberge, Deelgemeente Uitkerke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL2, 2003.
Van Rijsel A., Blankenberge in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1972.
Van Rijsel C., Blankenberge, van herberg tot restaurant, Brugge, 1995.
Vervaecke R. en Priem J., Uytekerke, toen..., s.l., 1992.
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 8. Gemeenten V-Z , Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2005.