Molen de Lange Wapper, Diestersemolen of molen Quaeyhaegens (naar de opeenvolgende eigenaars & molenaars) was een stenen korenwindmolen op een wal aan de zuidzijde van de Berlaarsesteenweg (nr. 70), schuin tegenover de Pastoriestraat, buiten de vroegere Leuvense poort. Hij was bereikbaar via een dreef. Deze bestaat nog steeds, maar is aan de straatzijde omgeven door een appartementenblok.

De stenen beltmolen werd er in 1811 opgericht door Henri Quayhaegens. Tot aan zijn sloop bleef de molen ononderbroken in het bezit van deze familie, die rond 1775 vanuit Broechem naar Lier kwam wonen.

We zien hem aangeduid in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1842), op de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "Langen Wapper M(ole)n ou M(oul)in de Diest" en op de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1850) zonder naam.

Volgens de kadastrale legger van P.C. Popp (ca. 1850) behoorde de "Graenwindmolen" dan toe aan molenaar Jan Louis Quaeyhaegens, zijn broer en twee zussen. Hij behoorde tot de klasse 1 en had een kadastraal inkomen van 420 frank (bebouwd) en 5,59 frank (onbebouwd, perceelsgrootte  6 a 26 ca).

Opeenvolgende eigenaars:
- 1811, opbouw: Quaeyhaegens Henricus, molenaar te Lier
- na 1834, eigenaar:  Quaeyhaegens-Verhoeven Jerome Leo
- 09.05.1850, erfenis: de weduwe, kinderen en kleinkinderen: a) Quaeyhaegens Jean Louis, molenaar te Lier, b) Quaeyhaegens Anne Catherine, zonder beroep te Lier, c) Quaeyhaegens Charlotte Theresia Dominica, borduurster te Lier, d) Quaeyhaegens Jeremias Carolus, handaar in tabak te Lier, e) Quaeyhaegens Joseph Petrus, minderjarige te Lier, f) Quaeyhaegens Maria Catherina,  minderjarige te Lier, g) Quaeyhaegens Joannes Baptista, maaldersgast te Lier en h) Quaeyhaegens Joannes-Gummarus, aspirant-veearts te Brussel (overlijden van Jerome Leo Quaeyhaegens)
- 26.01.1852, verkoop: a) a) Quaeyhaegens Jean Louis, molenaar te Lier, b) Quaeyhaegens Jean Gommaire, veearts te Lier, c) Quaeyhaeghens Charlotte, borduurster te Lier en d) Quaeyhaegens François, handelaar en herbergier te Lier (notaris Van Acker)
- 08.01.1872, verkoop: Quaeyhaegens François, handelaar en herbergier te Lier (notaris Ceulemans)

De laatste molenaar was Frans Quaeyhaegens-Moulaerts. Hij liet de molen in 1880 onttakelen, want hij maakte nog enkel gebruik van zijn stoommaalderij. De materialen werden verkocht aan een molenaar uit Baarle-Nassau (NL) die het gebruikte voor zijn molen aldaar. De romp in Lier werd in 1884 gesloopt.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bergmann A., Geschiedenis der stad Lier, Antwerpen, 1873, p. 133-135; Lier, 1973, derde druk.
Beukeleirs J., Economische studie over de stad Lier, in 't Land van Ryen, 1961, p. 49-62.
Boschmans M., Stadsversterkingen en waterlopen te Lier, in 't Land van Ryen, 1956, p. 21-29.
De Clercq R.M., Brief aan Herman Holemans over Lierse molens, 09.08.1976.
Janssens B., "Water- en windmolens in het oude Lier", in: 't Land van Rijen, IV, 1954, p. 49-57.
Janssens B., Album Oud Lier, s.l., s.d.
Lens A., Lier voorheen en nu, Antwerpen - Roeselare, 1986.
Lens A.-Mortelmans J., Gids voor oud Lier, Antwerpen, 1980.
Melis H., "Water- en windmolens in Oud-Lier", in: De Nieuwe Gazet, 265.7.1972.
Smets M. e.a., Resurgam. Na de Belgische wederopbouw, Gent, 1985.
Stadsgezichten Lier, Mens en Ruimte V.Z.W., 1978.
Van der Auwera, Brief aan Herman Holemans over de Lierse molens, 09.08.1965.
Van der Wee H., Een stad groeide uit het moeras, Overdruk uit 't Land van Ryen, 1962.
Van der Wee H., Lier in het economisch historisch perspectief, in 't Land van Ryen, 1956, p. 49-60.
Verhulst A.-Duvosquel J.M. (o.l.v), Historische stedenatlas van België. Lier, Brussel, 1990.
A. Lens & J. Mortelmans, Lier in oude prentkaarten, deel II, Zaltbommel, 1979.
H. Holemans & P.J. Lemmens, "Molens der Zuiderkempen", Nieuwkerken, Ten Bos / Studiekring Ons Molenheem, 1978, p. 60-61.