Neermolen
ten noordwesten
hoek met Zagerijstraat
kadasterperceel A559
De Neermolen was een houten korenwindmolen ten noordwesten van de Antwerpsesteenweg (nr. 20), op de hoek met de Zagerijstraat, niet ver van het treinstation van Lier. De aangrenzende herberg heette "In den Neermolen".
De standaardmolen werd in 1797 opgericht door molenaar Pierre Spruyt. Ronddeze site bestond al in 1409 een "crickmolen" op het "Molendonc" dat behoorde tot "'t gat van Valken". Wat er ook van zij, op de Ferrariskaart (ca. 1775) wordt op en rond deze plek geen molen aangeuid.
De molen wordt aangeduid in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1842) als "Den neer Molen" en op de topgrafische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) als "Neer Molen".
Volgens de legger van P.C. Popp (ca. 1850) behoorde de "Graenwindmolen", eigendom van molenaar Petrus Eyskens-Peeters, tot de 2de klasse en werd hij belast met een kadastraal inkomen van 360 frank (bebouwd) en 7,39 frank (onbebouwd, met een grootte van 8,4 are).
Eigenaars na 1800:
- 1800, eigenaar en/of molenaar: Spruyt Pierre
- voor 1834, eigenaar: Molijn Theresia, weduwe Van Cutsem Jozef (rechter te Antwerpen) en kind Van Cutsem Alfons Ferdinand (met als voogden van dit kind: a) Donnet Paul, weduwnaar van Molijn Henriette, eigenaar te Antwerpen en b) Molijn Jean Baptiste François, handelaar te Antwerpen)
- 26.08.1847, verkoop: Eyskens-Peeters Petrus, landbouwer te Kessel (notaris Notelteirs)
- later, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden van Petrus Eyskens)
- 21.03.1881, erfenis: de weduwe (notaris Notelteirs)
- 30.07.1888, verkoop: Verrept-Van Eeckhoven Petrus Henricus, houtkoopman te LIer (notaris Van Acker)
In de Houtkoopman Petrus Verrept kocht de molen in 1888 met de bedoeling hem te af te breken omwille van het vele eikenhout. Deze sloop werd binnen hetzelfde jaar uitgevoerd.
Lieven DENEWET & Heman HOLEMANS
Bergmann A., Geschiedenis der stad Lier, Antwerpen, 1873, p. 133-135; Lier, 1973, derde druk.
Beukeleirs J., Economische studie over de stad Lier, in 't Land van Ryen, 1961, p. 49-62.
Boschmans M., Stadsversterkingen en waterlopen te Lier, in 't Land van Ryen, 1956, p. 21-29.
De Clercq R.M., Brief aan Herman Holemans over Lierse molens, 09.08.1976.
Janssens B., "Water- en windmolens in het oude Lier", in: 't Land van Rijen, IV, 1954, p. 49-57.
Janssens B., Album Oud Lier, s.l., s.d.
Lens A., Lier voorheen en nu, Antwerpen - Roeselare, 1986.
Lens A.-Mortelmans J., Gids voor oud Lier, Antwerpen, 1980.
Melis H., "Water- en windmolens in Oud-Lier", in: De Nieuwe Gazet, 265.7.1972.
Smets M. e.a., Resurgam. Na de Belgische wederopbouw, Gent, 1985.
Stadsgezichten Lier, Mens en Ruimte V.Z.W., 1978.
Van der Auwera, Brief aan Herman Holemans over de Lierse molens, 09.08.1965.
Van der Wee H., Een stad groeide uit het moeras, Overdruk uit 't Land van Ryen, 1962.
Van der Wee H., Lier in het economisch historisch perspectief, in 't Land van Ryen, 1956, p. 49-60.
Verhulst A.-Duvosquel J.M. (o.l.v), Historische stedenatlas van België. Lier, Brussel, 1990.
A. Lens & J. Mortelmans, Lier in oude prentkaarten, deel II, Zaltbommel, 1979.
H. Holemans & P.J. Lemmens, "Molens der Zuiderkempen", Nieuwkerken, Ten Bos / Studiekring Ons Molenheem, 1978, p. 60-61.
De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.